Luchtvaartafdeeling Soesterberg jubileert VRIJDAG 1 JULI 1938 29ste Jaargang No. 9070 9e- Êeid^eli^SoiiAa/iit Telefoon: Administratie 935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11. Herdenking bij het monument der gevallen kameraden De Kerk In Duitschland 't Is haast ongelooflijk, dat er nog men- schen zijn, die ontkennen, dat er in Duitsch land een Kerkstrijd wordt gevoerd, dat er is een Kerkvervolging. 't Valt wel erg moeilijk aan te nemen, dat dezulken oprecht meenen, wat ze zeggen of schrijven. Van Katholieke en Protestantsche zijde zijn er getuigenissen te over, om het bestaan van een Kerkvervolging te beves tigen de onweerspreekbare feiten zijn er voor velen, die zien willen! Bij die getuigenissen is dezer dagen ge komen een geschrift van den bekenden protestantschen theoloog Barth, die door bet nieuwe regiem van het hoogleeraars- ambt is ontzet. Deze protestantsche schrijver vangt zijn geschrift aldus aan: „De Duitsche kerkstrijd heeft een lange geschiedenis, rijk aan onvoorziene voorval len en eveneens aan perioden van verba- zingwekkenden stilstand, een gecompli ceerde, een niet gemakkelijk te begrijpen geschiedenis. In latere tijden zal er door de geleerden veel over genacht en gespro ken worden. Deze geleerden zullen moe ten aantoonen, hoe alles ontstaan is, hoe de twee groote tegenstanders in dezen strijd, -de Kerk van Jezus Christus en de natio- naal-socialistische staat van Adolf Hitler, elkaar ontmoet hebben, hoe zij bij deze ontmoeting elkaar eerst niet herkend heb-^ ben in hun ware gedaante en hoe dan beide, de kerk zoowel als de staat, zich iii hun ware wezen hebben onthuld, hoe zij in conflict met elkaar kwamen en wat ten slotte voor beide de winst van dezen strijd is geweest. Wisten we dit laatste nu maar! Juist omdat dit echter nog toekomst is, omdat de Duitsche kerkstrijd nog in vollen gang is, daarom is het nu zeer moeilijk, zijn geschiedenis tot op dit oogenblik te beschrijven". En dan wijst de schrijver verder op feitelijke toestanden, die ons ook van meerdere andere zijden bekend zijn. „Zeker, in Duitschland wordt nog iederen Zondag in stad en land gepreekt. Maar er kan geen preek gehouden worden in stad of land, om de predikant moet vreezen, dat er één of ander betaalde of onbetaalde spion of zelfs iemand van de geheime rijkspolitie aanwezig is, wiens verklikkerijen dik wijls genoeg berustend op de meest dwaze misverstanden hem naderhand in alle mogelijke conflicten kunnen brengen. Een vrije verkondiging van het Woord Gods is er nu in Duitschland alleen nog maar daar, waar men voor dezen druk niet bang is. Zeker, men kan in Duitschland ook nu tnog ter kerk gaan. Maar men ziet niet graag, dat de ambtenaren, de onderwijzers, zij, die tot de partij of de Hitlerjugend be- hooren, dat doen. Wie tegenwoordig in Duitschland z'n brood verdienen en -tot eer en aanzien wil komen, voor dien is het een aanbeveling, als hij dit niet doet. Wie het toch doet, zal er zich in moeten schik ken, dat men hem er van verdenkt, den nieuwen tijd en het nieuwe Duitschland niet te hebben begrepen. En zoo is er in Duitschland geen vrijheid voor de kerke lijke pers en geen kerkelijke vergaderings- recht buiten de godsdienstoefening. Zoo wordt iedere christelijke invloed in de school systematisch teruggedrongen. Zoo werden de theologische faculteiten vernield, de voorstanders van een aan de Heilige Schrift gebonden leer zijn in den loop der jaren nu bijna allen vervangen door men- schen, die den nieuwen godsdienst belij den of in elk geval over den ouden prachtig weten te zwijgen". Ja maar er worden toch nog proces sies gehouden! Dus is er geen Kerkvervol ging! Hoe is 't toch in vredesnaam moge lijk, dat er zijn, die zóó oppervlakkig kun nen redeneeren en concludeeren Pastoor Perquin Toestand zeer zorgwekkend De toestand van den zeereerw. pater L. H. Perquin, die in het St. Franciscus- gasthuis te Rotterdam wordt verpleegd, was hedenmiddag zéér zorgwekkend. De „Vrijheid" der Katho lieken in Duitschland DE BISSCHOP VAN LIMBURG KLAAGT AAN. „Katholieke Ouders zijn met angst en zorg vervuld." Op 24 Mei jl. werd in een groote zaal te Frankfort aan de Main „verkiezing" gehouden voor de Duitsche Gemeenschapsschool. Tal rijke katholieke ouders hadden aan de oproep gehoor gegeven en waren op het aangegeven uur ter plaatse. Tot hun verwondering was nagenoeg de geheele zaal reeds gevuld met partij-functiona rissen, leden vap de S. A. alsmede vele leden van de Hitier jeugd. Al len waren in uniform. De verga dering duurde nauwelijks 15 minu ten. De propagandarede was even eens niet langer dan 10 minuten en werd herhaaldelijk door ap plaus onderbroken. Na afloop van deze rede waarin meer gesproken werd over „Volksgemeenschap" dan wel over de Gemeenschaps school vroeg de Voorzitter aan de vergadering het volgende: „Wie tegen de volksgemeenschap is, ge lieve hier op het podium te ko men." Twee katholieke ouders hadden den moed voor hun overtuiging uit te komen, hoewel hun verschijning op het podium begroet werd met luid hoongelach, waarbij woorden als verraders, Kalmuken enz. niet van de lucht waren. Toen het hoongelach bedaard was, sprak een der ouders: „Wij zijn hier om te getuigen voor de katholieke scholen, wij zijn geenszins tegen de volksgemeenschap, doch wel te gen de gemeenschapsschool". Deze woorden werden overstemd door een onbedaardelijk hoongelach. Daarop vroeg de voorzitter, dat degenen die tegen de gemeen schap waren, hij beschouwde dit als synoniem de zaal zouden verlaten. Ondanks deze pressie durfden vier katholieke ouders openlijk blijk geven van hun overtuiging. De voorzitter stelde onder alge- meene bijval vast, dat de Katholie ke ouders op 4 uitzonderingen na, voor honderd procent voor de Gemeenschapsschool hadden ge stemd. In verband met deze bespotting van de rechten der Katholieken die in het Concor daat, dat tot Rijkswet verheven is, zijn vastgelegd, heeft Mgr. Dr. Hilfrich, Bis schop van Limburg, een protestschrijven gericht aan Dr. Rust, den Nationaal-Socia- listischen Rijksminister van Wetenschap, Opvoeding en Onderwijs, waaraan wij het volgende ontleenen: „In het gebied der voormalige vrije Rijksstad Frankfort waren tot 1872 slechts confessioneele scholen; daarna heeft de Ma gistraat, met behoud van de oude confes sioneele scholen, die door de wet op de saecularisatie werden beschermd, de ove rige scholen tot openbare scholen inge richt. Sindsdien hebben de katholieke ouders zich geen rust gegund, om de mo gelijkheid te bevorderen dat hun kinderen op confessioneele scholen onderwijs zouden ontvangen en ten koste van groote offers hebben zij confessioneele scholen gesticht. Bij gelegenheid van de uitvaardiging van de wet betreffende het onderhoud der la gere scholen is voor Frankfurt een bijzon dere regeling getroffen, voor wat de uit voering van deze wet betreft. Desondanks waren niet alle wenschen der Katholieke ouders bevredigd. De verbanning der geestelijken uit het klassikaal godsdienstonderricht en nog meer de propaganda voor de Duitsche Gemeenschapsschool, die geen waarborgen biedt noch voor de Christelijke gezindheid der onderwijzers, noch voor een Christe lijke opvoeding, hebben de Katholieke ouders in groote opschudding gebracht. Thans zijn de Katholieke ouders zelfs ten zeerste gebelgd over de wijze waarop aan de ouders gevraagd is hun wil ken baar te maken en de wijze waarop men dit heeft meenen te mogen constateeren, zooals door mijn Ordinariaat aan den Heer Regeeringspresident is gerapporteerd. Daar deze ouders geen enkele mo gelijkheid hebben om hun wil ken baar te maken, protesteer ik in naam van de Katholieke opvoedc met be slistheid tegen het feit. dat deze me thode van onder\ aging der ouders gebruikt wordt, om de wettelijke posi tie der scholen te wijzigen, en van mijn kant beroep ik mij op het Con cordaat, dat het in stand houden, zelfs het oprichten van nieuwe co'nfessio- eele scholen waarborgt. De katholieke ouders zijn met angst en zorg vervuld over de godsdienstige opvoe ding hunner kinderen; zij voelen dat hun rechten als ouders onbeschermd zijn en zij vreezen dat, in verband met de waar- Prins Bernhard brengt bloemenhulde De viering van het zilveren jubileum van de luchtvaartafdeeling te Soes terberg is in de ochtenduren in tegen woordigheid van Z.K.H. Prins Bern hard ingezet met een intieme plech tigheid bij het monument der gevallen kameraden, terwijl er in den namiddag gelegenheid bestond den commandant der luchtafdeeling geluk te wenschen, waarbij o.a. de Minister van Defensie, de heer J. J. C. van Dijk zijn opwach ting kwam maken. Het vliegkamp was in feestgewaad ge stoken. Bij den ingang, waar een eerewacht van ongeveer honderd man met muziek stond opgesteld, wapperden vele vlaggen, terwijl ook de verschillende gebouwen en tribunes met de driekleur waren getooid. Nadat om Kwart over tien alle genoo- digden hun plaatsen hadden ingenomen, begroette de commandant der L.V.A., luit. kol. F. A. van Heijst, de opgestelde troepen en de autoriteiten. Om tien minuten over half elf zag men den prinselij'ken standaard op het hoofdge bouw omhooggaan, ten teeken, dat Z.K.H. Prins Bernhard, die per auto uit Soestdijk was gekomen, het terrein had betreden. Verwelkoming van den Prins. Nadat de Prins was verwelkomd door den inspecteur voor de militaire luchtvaart, res. luit generaal M Raaijmaakers en overste van Heyst, inspecteerde de Prins in het bij zijn van den commandant de eerewacht, om zich vervolgens naar de ontvangstkamer te begeven. Even later betrad de Prins, in ge- z<lschap van inspecteur Raaijmaker$ en den commandant het terrein bij het monu ment. De troepen presenteerden het ge weer en tezelfdertijd klonk het Wilhelmus. Na de troepen te hebben geïnspecteerd en de autoriteiten te hebben begroet, nam de Prins zijn zetel in. Aanbieding van een geschenk. Het woord was allereerst aan inspecteur Raaijmakers, die bij het vijfentwintigjarig bestaan van de L.V.A. zijn hulde bracht en namens het personeel een geschenk aan bood. Dit geschenk heeft den vorm gekregen van een voetstok, zich waardig aanpassend aan het monument, dat vijftien jaren ge leden is opgericht, gewijd aan onze geval len kameraden. Overste Van Heyst zeide in zijn ant woord met erkentelijkheid het treffend aandenken te aanvaearden. De Prins legt een krans. Het was daarop een treffend moment, toen Prins Bernhard naar voren trad om een krans aan den voet van het monument te leggen. De Prins bleef in eerbiedige aan dacht voor het gedenkteeken staan. De ge weren werden gepresenteerd, terwijl het Wilhelmus werd gespeeld. Hierna keerde de Prins naar de tribune terug. Even later was de lucht vervuld van het daverend motorgeronk van een escadrille, dat een groet kwam brengen. Op hel oogenblik, dat de machines laag boven het monument scheerden, gingen de viaggen in top. De kapitein Van Weerden Poelman en de ad judant-onderofficier Van beurden, boden hierop een krans namens de militaire lucht vaart aan. Commandant Van Heijst nam deze hulde in ontvangst en legde de krans op de treden van het monument. De muziek bracht tijdens deze plechtigheid een koraal achtige gewetensvrijheid, de katholieke op voeding hunner kinderen verkracht zal worden. Zij zijn genoodzaakt hun kinde ren aan openbare scholen toe te vertrou wen en zij zien geen enkele waarborg dat het godsdienstig geweten der kinderen en hun godsdienstige gevoelens niet geschon den zullen worden. Uit de kringen der ouders komen mij uitlatingen ter oore, die mij met de groot ste zorg vervullen. Katholieke ouders zul len vanzelfsprekend graag him zonen op voeden, die offervaardig ook hun leven voor het welzijn van het volk in de waag schaal zullen stellen; de natuurlijke offer vaardigheid wordt door de bovennatuur lijke beweegredenen van de Christelijke Openbaring nog meer verdiept. Maar Christelijke ouders, die geen waarborgen zien, dat de Christelijke overtuiging hun ner kinderen van de zijde der autoriteiten afdoende beschut wordt, geraken in de grootste gewetensconflicten, die een na- deelige uitwerking kunnen hebben voor Volk, Staat en Kerk. ten gehoore. Nog vele andere kransen en bloemstukken werden aangedragen en tegen de buitenmuur van het monument geplaatst. Vervolgens besteeg luit. kol. Van Heijst het spreekgestoelte voor het houden van de herdenkingsrede. Herdenkinsrede van den com mandant. Spr. zeide, dat deze herdenking ondanks haar feestelijk karakter, in het teeken staat van den ernst der tijden. De feeste lijkheden moeten dan ook niet gezien worden als de bekroning van een voltooiden arbeid, maar als een vluchtige onderbre king in een periode van stage inspanning. Bijna van den dag harer oprichting af is de ontwikkeling der luchtvaartafdeeling aan remmende invloeden van velerlei aard onderhevig geweest. Nauwelijks een jaar nadat zij, op 1 Juli 1913, werd opgericht, werd een normale groei verstoord door het uitbreken van den wereldoorlog. Deze be lette nagenoeg alle aanschaffing van ma terieel uit het buitenland, terwijl in Neder land nog geen vliegtuigindustrie van vol doend vermogen aanwezig was. Door inter- neering van uit den oorlog afkomstige vliegtuigen kon hierin slechts zeer ten deele worden voorzien. Te midden van deze, in vele opzichten abnormalen toe stand, moest, onder het overwinnen van talloóze moeilijkheden, de grondslag voor ce tegenwoordige luchtvaartafdeeling wor den gelegd. Toen in 1918 de overgang naar den vre destoestand plaats vond, en daarmede de weg tot een regelmatigen uitbouw geopend werd, trad een andere oorzaak op, die voor haar groei een belemmering vormde. De inzinking van het nationaal be wustzijn na de oorlogsjaren, de twijfel aan de mogelijkheid en aan de nood zakelijkheid der landsverdediging deden hun noodlottigen invloed gelden op de offervaardigheid van ons volk inzake de defensie. Het was in deze periode, die nog zoo kort achter ons ligt, en waaraan wij niet zonder een gevoel van schaamte kunnen terugdenken dat aan de ont wikkeling van het luchtwapen te nauwe grenzen van financieelen aard werden gesteld. Gelukkig is hierin in de laatste jaren een kentering ingetreden. Te midden van de in de geheele wereld heerschende on zekerheid en bedreiging herleefde in ons volk de wil tot handhaving van zijn positie in staatkundig, economisch en cultureel opzicht. Een woord van dank en waardeering bracht spr. aan allen, die door moed, be kwaamheid of werkkracht den naam der luchtvaartafdeeling hebben hoog gehou den, en er toe hebben bijgedragen, dat be reikt is, wat onder in menig opzicht ont moedigende omstandigheden te bereiken viel. Met diepen eerbied herdenkt de lucht vaartafdeeling ten slotte op dezen dag haar gevallenen. Een zware taak is het spreker, van deze plaats het woord te richten tot degenen, die haar echtgenooten, zonen en broeders in de luchtvaart hebben zie vallen. Wij als luchtvaarders gevoelen diep met hen mede het verlies, dat zij hebben geleden in hen, die, veelal nog in het gezicht van een hoop volle toekomst, op onverwachte en tragi sche wijze werden weggerukt. Moge de gedachte hun tot een troost zijn, dat hun leven en het offer, dat zij hebben gebracht, niet te vergeefs geweest zijn. Zij hebben medegewerkt aan den opbouw van het luchtwapen als een bolwerk van de on afhankelijkheid van ons vaderland en van de heiligste rechten van het Nederlandsche volk. Nog steeds vormt het door hen gege ven voorbeeld voor de luchtvaartafdeeling een bron van moreele kracht. Wat zou de luchtvaartafdeeling zijn zonder de herinnering aan onze geval len kameraden? Onuitwischbaar staat zij gegrift in ons aller harten, als een blijvende verwijzing naar onze roeping en een vermaning om niet af te wij ken van den weg van eer en plicht. Gelukkig hebben onze luchtvaarders dezen weg tot nog toe steeds gevolgd, en met Gods hulp hopen zij hierin te volharden. Na het uitspreken van deze rede werd de plechtigheid besloten met een défilé der troepen. Overdracht huldeblijk burgerij. Vervolgens begaf men zich, nadat de Prins langs de eerewacht het terrein veria- Dit nummer bestaat uit vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Buerckel geeft inlichtingen omtrent den toestand in Oostenrijk. (2de blad). Hoe de gemeenschapsschool er in Duitschland wordt doorgedreven. (2de blad). De H. Stoel spoort Tokio tot gematigd heid aan bij het bombardeeren. Binnenland De nationale jeugdhulde ter gelegenheid van het 40-jarig regeeringsjubileum van H.M. de Koningin. (2de blad). Viering zilveren jubileum luchtvaart afdeeling te Soesterberg. (1ste blad). Omgeving Te Alphen aan den Rijn ontstond gisteren een incident, toen een sergeant weigerde verkeersvoorschriften op te volgen. Tegen den sergeant werd procesverbaal opge maakt. (3de blad). ten had, naar een ander gedeelte van het vliegkamp ter bijwoning van de over dracht van het huldeblijk der inwoners van Soesterberg: een monumentale vlaggestoel, welke een plaats heeft gekregen op een ter rein, begrensd dor den verkeersweg Soes terbergSoest en de beide toegangswegen, welke vanuit de richting Soesterberg en Soest naar het vliegkamp leiden. Nadat ook de Prins hier was gearriveerd heeft de burgemeester van Soest, mr. W. A. J. Visser, met een korte rede het geschenk van de burgerij aan de L. V. A. overgedra gen, waarna eenige meisjes de mast onthul den. Overste van Heijst noemde het in zijn dankwoord voor de L. V. A. een groote eer dit treffend geschenk der burgerij van Soesterberg op dezen historischen dag te mogen aanvaarden. Terwijl de troepen de geweren presen teerden, klonk het „Wien Neerlandsch Bloed". Prins Bernhard nam hierna afscheid en vertrok. Hiermede was ook deze plechtigheid, die door vele ingezetenen van Soesterberg werd bijgewoond, teneinde. Receptie door den commandant. Des middags van half drie tot half vijf heeft de commandant der L. V. A. gere cipieerd in een der hangars. Tot hen, die hier him felicitaties kwamen aanbieden, behoorden behalve de Minister van Defen sie, de heer J. J. C. van Dijk en vele mili taire autoriteiten, het voltallige gemeente bestuur van Soest en vele deputaties van plaatselijke vereenigingen en organisaties. Toen de minister arriveerde stonden eeni ge deputaties der L. V. A. voor de hangar aangetreden. Gedurende de receptie concerteerde het muziekkorps der genie. ALPHONS LAUDY Vandaag herdenkt Alphons Laudy den dag, waarop hij veertig jaar geleden als „Tijd"-redacteur in de journalistiek trad. Katholiek Nederland heeft aan dezen journalist de cijns van oprechte en dank bare waardeering te betalen voor wat hij in dié veertig jaren aan hoogst voortreffe lijk journalistiek, aan baanbrekend, ver diepend en opstuwend cultureel werk heeft geschonken op meerdere terreinen, al lereerst en allermeest op journalistiek ter rein. Onder zijn hoofdredacteurschap is de T y d steeds geweest een katholiek dag blad, dat Katholiek Nederland niet zou willen missen, omdat het droeg een eigen cachet; omdat het gaf een voorlichting, waarvan iedereen ook al was hij 't er niet altijd mee eens met belangstelling èn waardeering kennis nam. Voortzetter van een respectabele tradi tie, heeft hij de „Tijd"-traditie, aangepast aan de eischen en verlangens van den eigen tijd, overgeleverd aan zijn opvolger als hoofdredacteur. Met grooten eerbied zal het jongere ge slacht moeten opzien naar wat Laudy op journalistiek gebied heeft gepraeSteerd. De ware katholieke cultuur heeft hij niet alléén gediend, op voortreffelijke wijze, in de journalistiek, groote verdiensten heeft Laudy ook als dramaturg en redenaar. Wij wenschen van ganscher harte, dat op al deze terreinen de arbeid van den jubi laris nog lang niet moge beëindigd zijn. Hem zij nog een aantal jaren geschonken, waarin wij van de rijpe producten van zijn vealzijdig-begaafden geest mogen profi- teeren!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1