r y/ DONDERDAG 23 JUNI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE Bi AD - PAG 1 KATH. VERPLEGENDEN BIJEEN. Voordrachten over de kennis, de zedelijke hoedanigheden en de taak der verplegenden Woensdagavond werd, in het kader van de lustrumviering der vereeniging van Katholieke Ziekenhuizen in Nederland, in het Jaarbeursrestaurant te Utrecht een Congres gehouden van religieuze en lee- k en v erpleg end en De leiding berustte bij dr. J. F J. ten Eerge, uit 's Gravenhage, vice-voorzitter van de vereeniging van Katholieke Zieken huizen. Gedurende de ochtend-vergadering werd gesproken door den weleerw. heer H. Bless, rector aan de psychiatrische inrichting „Voorburg" te Vught, over het onderwerp: „De kennis en de zedelijke hoedanigheden der verplegenden". Katholieke verpleging, aldus spreker, kan men omschrijven als een verpleging overeenkomstig de katholieke beginselen en steunende op de bovennatuurlijke Chris telijke naastenliefde. Het zijn twee punten, welke onze katho lieke verpleging van andere onderscheiden. Hieraan kunnen wij de volgende practi- sche punten vastknoopen: Vooreerst moeten onze katholieke ver plegenden vóór alles goede verplegenden zijn, deskundig onder alle opzichten. Vervolgens moeten zij zich hiermede niet tevreden stellen, maar geheel hun verple ging richten naar de katholieke beginselen en doordringen van den echten katholieken geest. De eischen, welke wij aan onze katholieke verplegenden - religieuzen zoowel als lee- ken moeten stellen, zijn: kennis en lief de gedragen en beleefd door een sterke ka tholieke persoonlijkheid. Een van de eerste eischen is voldoende kenis. Kennis van de verpleegkunde en van de Katholieke Godsdienstleer. Zich de kennis van de verpleegkunde eigen te maken is voor een verplegende een allereerste plicht van staat. Wil men door de verpleging ook apostel zijn van het goede, dan zal men technisch gesproken ook als deskundige verplegende voor den dag moeten kunnen komen. Om die kennis te verkrijgen, te bewaren en te vermeerderen moet men studeeren, repeteer en (herhalingscursus) en op de hoogte blijven van de moderne vindingen in de verpleging (vaktijdschriften). Ook de kennis van de Godsdienstleer is voor katholieke verplegenden noodzakelijk. Het is niet voldoende een godsdienstcur sus gevolgd te hebben maar men moet van tijd tot tijd ook eens een godsdienstig boek óf katholiek tijdschrift lezen, waarin de problemen waarvoor men vaak gesteld wordt behandeld worden. De zedelijke hoedanigheden bereiken haar culminatiepunt in de liefde. De liefde vormt den natuurlijken grondslag van geheel de verpleging. Die liefde zal ook brengen een geest van. solidariteit tusschen de verplegenden on derling vereerigingsleven) Die kennis en liefde moeten ook gedra gen worden door een sterke katholieke persoonlij kheid. Men moet niet slechts iets geven, maar men moet ook iemand zijn. Van de verple genden moet iets uit kunnen gaan. Dan zal de verpleging ook een stuk apostolaat kun nen zijn. Na deze inleiding werd den spreker dank gebracht door den voorzitter. De ochtend bijeenkomst werd vervolgens gesloten. Tegen twee uur begon de middagverga dering. Nu werd door dr Ed. Hoelen, ge neesheer-directeur van de St. Jacobusstich- ting en de St. Ursula-kliniek te Wassenaar, gesproken over- „De taak der verplegenden in het modern^ ziekenhuis". De voornaamste taak van de verpleegster, aldus spreker, is, dat zij volkomen op de hoogte is van haar werk; hiervoor is noo- dig een groote kennis en ervaring en een sterk verantwoordelij kheidsgevoel. Aan de hand van „rapporten" uit vroe gere tijden bewees spreker, dat door afwe zigheid van dit alles onnpemlijk veel schade berokkend woidt aan dé zieken. In het mo derne ziekenhuis is geen plaats onder de verplegenden voor iemand, die daarvoor niet is opgeleid. Noodzakelijk zijn een ruime hoeveelheid theoretische kennis en practische vaardig heid, benevens een groot psychologisch aan voelingsvermogen en de verpleegster moet tot een harmonische zelfontwikkeling zijn gekomen. Indien de individueele opleiding perfect is en de verplegende wil alle benoodigde eigenschappen zich eigen maken, dan is nog noodig een organisatie van het ziekenhuis- bedrijf volgens de moderne eischen. Spreker behandelde tenslotte nog uitvoe rig de verhouding tusschen de verplegenden onderling en tusschen Overheid en perso neel. Dr. ten Berge dankte den spreker voor zijn leerzame inleiding en sloot hierop deze vergadering, die door ongeveer 800 reli gieuze en leekenverpleegsters werd bijge woond. „Tijd" BIGGENMERKEN. Van 6 tot 11 Juni 1398 zijn aangebracht 41.523 biggenmerken, tegenover 41.734 in de overeenkomstige periode van 1937. Van de toekenning 1938 zijn tot 11 Juni 3.1. gebruikt 694.005 merken, tegenover 733.325 merken van de toekenning 1937 op het overeenkomstige tijdstip van het vo rige jaar. Voor een juiste beoordeeling diene, dat van 1 Januari tot genoemden datum in to taal zijn gemerkt 956.734 biggen, welk aan tal voor hetzelfde tijdvak van 1937 be droeg 883.464. WAAKZAAMHEID NOPENS SPREEK BEURTEN DOOR VREEMDELINGEN. Geen aanleiding het spreekverbod voor Grammens op te heffen. Op de vragen van den heer Rost van Tonningen betreffende opheffing van het spreekverbod voor den Vlaming Florimond Grammens luidende: 1. Hebben de ministers kennis genomen van den inhoud van de rede van den Belg dr. F. van Cauwelaert, Kamerlid voor de Katholiek Vlaamsche Volkspartij, den 15en Mei j.l. gehouden in het Groot Auditorium der Leidsche Universiteit ter gelegenheid van het negende lustrum van de R. K. Stu dentenvereniging Sanctus Augustinus, in welke politieke rede o.a. ten scherpste stel ling werd genomen tegen het z. g. „nazis me?" 2. Zoo ja, vinden de ministers in het feit, dat het mogelijk was deze rede te houden, geen aanleiding om het spreek verbod voor den Vlaming Florimond Gram mens op te heffen, te meer, omdat sinds het uitvaardigen van dit verbod, behalve dr. van Cauwelaert inmiddels ook de bij de Nederlandsche Regeering geaccrediteer de zaakgelastigde van de Regeering te Bar celona in Nederland heeft gesproken en wel te Amsterdam op een door het Comité „Hulp aan Spanje" belegde vergadering met duizenden bezoekers? 3. Vinden de ministers niet te gereeder aanleiding om bovenbedoeld spreekverbod op te heffen, daar de heer Grammens niet bij een politieke partij is aangesloten en geen politieke doeleinden nastreeft, doch met zijn actie slechts een cultureel belang beoogt, nl. het verdedigen van de Neder landsche cultuur in Vlaanderen? 4. Is het juist, dat bovenbedoeld spreek verbod is uitgevaardigd, nadat van offi- cieele Belgische zijde was verzocht den heer Grammens niet in Nederland toe te laten? hebben de ministers van Justitie en van Buitenlandsche Zaken het volgende ge antwoord: 1. De ministers hebben kerlnis genomen van een uitvoerig verslag van de rede van mr. F. van Cauwelaert, als hierbedoeld. 2. Deze vraag wordt onteknnend beant woord. Veeleer is er aanleiding om de waakzaamheid ten aanzien van door vreemdelingen te vervullen spreekbeur ten te verscherpen. 3. Afgezien van hetgeen met de hierbe- doelde actie wordt beoogd en ongeacht de overweging, of dit oogmerk door de uit de vragen blijkende belangstelling wordt gediend, bestaat voor opheffing van het spreekverbod, dat berustte op een uitge sproken rede met onmiskenbare politieke strekking, geen aanleiding. 4. De in deze- vraag geuite veronderstel ling is onjuist. SPANNING STIJGT OP DE „KARLMATA". Baggermolen nadert de plek van de „Lutine". Bij het mooie weer van gisteren heeft de „Karimata" den geheelen dag kunnen doorwerken. In den loop van den ochtend en ook weer tegen den avond was er een oogenblik onweersdreiging en aan boord van den baggermolen en ook op Terschel ling werd toen wel even bedenkelijk naar de lucht gekeken. Na eenigen tijd kwam het zonnetje echter weer te voorschijn en verdween de spanning, die zulke donkere luchten altijd aan boord van de „Karimata" brengen. Nog steeds is er geen goud opgehaald. De molen zit alweer diep in de klei te wroe ten en geregeld komen dan ook allerlei on- derdeelen van het gezonken oorlogsschip naar boven, spijkertjes enz. enz. Men is van plan vandaag wat verderop te graven, te beginnen bij de zandlaag waar men door heen moet om weer bij de klei te komen. Steeds meer nadert de „Karimata" de plek waar de „Lutine" ligt ongeveer in bet centrum van het gat van 100 bij 100 meter, dat men bezig is te graven en eiken dag wordt dan ook de kans grooter, dat het begeerde goud zal glinsteren in een van de 132 stalen baggeremmers, waarnaar de manschappen aan boord van den bag germolen met steeds grooter wordende spanning kijken. De oogen van de manschappen gaan eens een extra keertje langs de draaiende zeef, waarop de goudstaven zullen blijven liggen, nadat zand, vuil en klei weggespoeld zijn door de enorme stralen water die er op ge spoten worden. Zoo krijgt de stemming aan boord lang zamerhand iets van opgewondenheid, want men voelt wel, dat het „moment suprème" zoo het komt niet ver meer af kan zijn. „Tel." GEMEENTERAAD VAN GOUDA. De groenten veiling wordt verplaatst. De gemeenteraad van Gouda kwam gis teravond onder vorzitterschap van burge meester Gaarlant in openbare vergadering bijeen. Op een verzoek van het gemeentebestuur van Woerden om medewerking tot her ziening van het stroomleveringscontract werd besloten met verwijzing naar de ter zake gevoerde correspondentie te berichten, dat geen termen aanwezig worden geacht tot de gevraagde herziening mede te wer ken. Benoemd werden tot directeur van de Gemeentelijke Handelsavondschool de heer S. C. F. de Zeeuw te 's-Gravenhage en tot leeraar in de wiskunde en de wis- en na tuurkundige aardrijkskunde, aan het Stede lijk Gymnasium dr. G. F. C. Griss te Doe- tinchem. Aangenomen werden het voorstel tot het verleenen van een toelage van 1500 aan den heer I. van Dijk, opzichter bij den ge meentelijken Reinigingsdienst, in verband met de waarneming van ds functie van di recteur van dien dienst emhet voorstel tot Tweede Kamer Luchtbescherming Vergadering van gisteren. Aan de orde is een suppletoire begroo ting voor 1937 (verschillende onderwerpen). De heer VAN DER ZAL (A.R.) dringt aan op meer doeltreffende luchtbescher ming. Het luchtgevaar is verschrikkelijk. Ons volk ontbeert volksgasmaskers en schuilkelders. Het volk moet weten, dat er voldoende gasmaskers in voorraad zijn. Practisch blijven de groote steden zonder schuilkelders en zonder schuilloopgraven. Wij maken tegenover andere landen met onze passieve luchtverdediging een poover figuur. De heer TJALMA (A.R.) heeft dit voor stel met vreugde begroet, doch betreurt het, dat de regeering voor de volgende jaren geen grooter bedrag voor luchtbe scherming beschikbaar zal stellen. Dat bij luchtaanvallen slechts van Brisant en brandbommen gebruik zal worden ge maakt, betwist spr. Dat schuilkelders slechts in geringen getale noodig zouden zijn, is een stelling, in strijd met de vroe gere meening van de regeering en van deskundigen. In het buitenland worden toch ook schuilkelders aangelegd. Er moe ten meer sirénes en volksgasmaskers wor den aangeschaft. De heer DREES (S.D.) zegt, dat de hou ding der regeering ontnuchterend is ge weest voor degenen, die van haar iets op het gebied der luchtbescherming hadden verwacht. Spr. geeft zich rekening van de betrekkelijkheid van het mogelijke. De geldmiddelen voor dit doel moeten tegen uitgaven van ander nut worden afgewogen. Toch vraagt spr. zich a|, of de regeering wel op den goeden weg is, als men ziet hoeveel voor de actieve verdediging wordt gedaan. Voor de passieve luchtbe scherming wordt het noodzakelijke niet gedaan. De organisatie en outillage van de dien sten besprekend, zegt spr., d:t het Rijk te veel van de kosten op de gemeentebe sturen wentelt. Het rijk beroept zich op de eigen werkzaamheid der gemeenten, maar deze is toch aan den achterstand der rijks- bemoeiing te wijten. Het gevolg is, dat arme gemeenten achter moeten blijven. Dit is onjuist. De heer WENDELAAR (lib.) wil afwach ten of het crediet aan de Nederl. vereeni ging voor luchtbescherming wel voldoende is. Over de bestelling van Deensche gas- kleeding stelt spr. de vraag, waarom niet gepoogd is deze uit het eigen land te be trekken. Naar spr. ter oore is gekomen, bestaat daartoe de technische mogelijkheid. Ook uit een oogpunt van defensie zou het wenschelijk zijn. De heer VAN HOUTEN (C.D.) blijft zich tegen de militaire actieve verdedi ging uitspreken. Hetgeen de minister vraagt, strekt tot verzachting en leniging van de gevolgen van luchtaanvallen. Dit is niet af te keu ren. Evenwel komen bij passieve luchtbe schermingsoefeningen uitingen van mili tairisme en oorlogsromantiek voor en wordt een valsche gerustheid gekweekt. Niemand, die gewetensbezwaren heeft, mag tot medewerking- aan de oefeningen worden verplicht. Spr. kan meegaan met de gematigde houding der regeering. De heer BONGAERTS (R.K.). vraagt hoe de minister zich de organisatie der luchtbescherming precies denkt. De Ne derlandsche vereeniging voor luchtbescher ming is als de eenige erkende vereeniging aangemerkt. Men zou nu contact tusschen regeering en vereeniging hebben verwacht. Aan dat contact heeft jaren lang veel on- broken. Audiënties werden geweigerd en brieven niet beantwoord. Het werk der organisatie is geremd door gebrek aan me dewerking. Nu zullen de gemeentebestu ren meer worden ingeschakeld. Maar hoe denkt de minister zich de organisatie pre cies? De heer TILANUS (C.H.) zegt, dat men het financieel mogelijke in aanmerking moet nemen. In de kringen van de luchtbescherming is men minder waarde gaan hechten aan de schuilplaatsen. Welke wordt nu de be- Aan H. M. Koningin Wilhelmina bij -Haar 40-jarig Regeeringsjubileum OLhjB/rJ, -~Q2c^2,IUJ*. t/Q+u iJL "J-vj J/, ctu (t-OunJ&V***' ki*idjA*- hanA' Veertig jaren voor Uw volk Als een Moeder voor 't gezin. Onze zang zij U de tolk Van oprechte wedermin. Refrein. Veertig jaren door Uw volk Als geliefd Vorstin geëerd. Onze jubel zij de tolk Van getrouwheid onverveerd. Refrein. teekenis van art. 6 der Luchtbeschermings- wet? Ook zou spr. gaarne hooren wat pre cies de taak is van de Nederl. Vereeniging voor luchtbescherming en, al heeft hij voor meeningen uiteen loopen. De Minister aan het woord. De MINISTER VAN BINNENLAND- SCHE ZAKEN, de heer VAN BOEIJEN, zegt geen verantwoordelijkheid te hebben voor de loterij der Nederl. Vereeniging voor luchtbescherming en al heeft hij voor de loterij geen sympathie, kan hij geen stappen in dezen ondernemen. Wat de luchtbescherming betreft is er geen enkele relatie met eenige buitenland sche industrie. De inlichtingen van den heer Wendelaar over gaskleeding komen niet uit goede bron. Nergens is nog goede gaskleeding gevonden en tot bestelling is niet overgegaan. De hangende credietaanvrage duidt reeds op de activiteit der regeering. Bij de luchtbescherming zijn er vertragende fac toren geweest: de onzekerheid omtrent de actieve luchtverdediging. Ook met het oog op de ervaringen in Frankrijk moet worden vastgesteld, dat de bouw van openbare schuilplaatsen niet het verwachte nut heeft. Toch worden nog particuliere schuilkelders bevorderd, b.v. bij de P. T. T. Bovendien moet worden overwogen waar zigzag-loopgraven en aar den wallen moeten worden aangelegd; de richtlijnen van de daartoe vereischte orga nisatie moeten nog worden gegeven. Bij de 5 ton der regeering moet men de gemeentelijke en particuliere offers tellen. Wanneer op de gemeentelijke begrooting gebracht worden de wettelijk vereischte uitgaven, zal de regeering daartegen geen bezwaar maken, evenmin tegen uitgaven krachtens K. B., al zullen deze over eenige jaren behooren te worden verdeeld. De taak der Nederlandsche vereeniging voor luchtbescherming beperkt zich tot de zorg voor het aandeel van het individu in de luchtbescherming. Spr. heeft den in specteur voor de luchtbescherming in con tact met de vereeniging gebracht. Zulk een contact moet ook bestean tusschen de ge meenten en de plaatselijke afdeeling. Het subsidie aan de vereeniging, die zoo veel leden heeft, behoort beperkt te zijn. Daarom heeft de minister, geëischt, dat het uit moest zijn met de tekorten op haar budget Het ontwerp wordt aangenomen. De Kamer gaat te 16.15 uur voor onbe- paaïden tijd uiteen. Oss OSS IN DE PERS het beschikbaar stellen van een crediet 600 voor het instellen van een onderzoek in verband met de geldende en eventueel gewijzigde concessie der Goudsche Water leiding. Maatschappij. De Raad vereenigde zich eveneens met het voorstel tot het aangaan van een over eenkomst met dè Coöp. Tuiniersvereeni- ging „Gouda en Omstreken" tot ver plaatsing der veilingsterrei nen van de Houtmansgracht naar den Bodegraafschen Straatweg in verband met de uitvoering van het tunnelplan. In ver band hiermede werd besloten het woonwa genkamp van het terrein aan den Bode graafschen Straatweg, waarop de veiling gebouwen zullen worden gevestigd, naar den Moordrechtschen Tiendeweg te ver plaatsen. Ten behoeve van de uitvoering van het tunnelplan besloot de raad voorts tot ont eigening van het perceel Spoorstraat 59, toebehoorende aan de erven C. Jansen en tot aankoop van een strook grond aan de Spoorstraat van den heer L. van Zeven hoven, van eigendommen aan den Ridder van Catsweg van de wed. A. van Es en an deren en tot aankoop van strooken grond en water aan de Spoorstraat van het be stuur van den polder Bloemendaal. Mede- deeld werd, dat het tunnelplan op 16 Aug. zal worden aanbesteed. Eveneens werd aangenomen het voorstel tot verkoop van het gebouw der voorma lige stadsmuziekschool aan de Westhaven aan het bestuur van de Wijkverpleging. Bij de rondvraag werd op een vraag over de demping van de Nieuwehaven medege deeld, dat de beslissing over het raadsbe sluit nog wel eenige weken zal uitblijven. Ook in de ochtendbladen van de libe rale pers is men hoewel het voorstel van den liberaal Wendelaar inzake de i: stelling van een enquête is verworpen tevreden over den afloop van het gis teren gevoerde Tweede Kamer-debat. Er komt nu al het mogelijke licht over kwestie-Oss nu de Kamer in groote meerderheid heeft aangenomen een motie- Albarda. De Nieuwe Rott. Crt schrijft in het Kameroverzicht: „De liberalen, vrijzinnig-democraten, so ciaal-democraten, communisten, staatkun dig gereferomeerden en christen-democra ten, die voor het enquête-voorstel hadden gestëmd, en de drie groote rechtsche fr^:- ties, die daartegen waren geweest, vonden elkander bij de stemming over de motie Albarda-Oud. Met 84 tegen 3 stemmen is dit voorstel erdoor gegaan. Alleen de na- tipnaal-socialisten hebben daaraan hun stem onthouden. Ofschoon niet slechs een enquête-voor stel, maar ook zelfs een ministerieeele nota met haar consequenties van een commisso riaal rapport en een beraadslaging in de Tweede Kamer, veel meer, waarborgen biedt dan een tweede interpellatie, waar bij alle schriftelijke voorbereiding ont breekt, hadden de nationaal-socialisten juist op dit laatste hun zinnen gezet. Mr. Rost van Tonningen had nota bene nog dezen zelfden dag geinterrumpeerd, dat uit de interpellatie-Drop van 7 April gebleken was, dat men op die wijze niet de waarheid te weten kwam; niettemin vroeg hij thans weder een interpellatie aan, alsof dat het ei van Columbus ware. Hij voegde er won derlijke beschouwingen aan toe over de noodzakelijkheid, den minister van justi tie in staat van beschuldiging te stellen, hetgeen door een enquête-voorstel zou wor den „geblokkeerd". Zelfs dat is niet waar, al geldt het hier gelukkig een volkomen denkbeeldig geval en al wacht de bank der beschuldigden (in een beleedigingszaak) voorshands alleen den heer Rostvan Ton ningen zelf. Overeenkomstig het voorstel van den voorzitter is den nationaal-socia- listischen afgevaardigde het gevraagde ver lof niet verleend. (Met 80 tegen 3 stem men). Alleen de aanwezige fascisten dach ten er anders over". Wij citeeren uit een beschouwing van het Vaderland: „De beslissing is gevallen. De drie re- geeringspartijen hebben, broederlijk aan eengesmeed, doorgezet, dat het enquête- voorstel van mr. Wendelaar eerst van de baan moest. Om dat doel te bereiken hebben zij te zamen doorgezet, dat de natuurlijke volg orde werd omgekeerd. Tegen de aanwij zing van den voorzitter in (die tenslotte eigen opvatting ontrouw werd) hebben de roomsch-katholieke, anti-revolutionaire en christelijk-historische fracties doorgedre ven, dat de stemming over de motie, waar in een nota van inlichtingen aan den Mi nister van Justitie werd gevraagd, eerst zou plaats hebben na de beslissing over het enquête-voorstel. Toen dit met 49 stem men tegen 39 gelukt was, werd het voor stel-Wendelaar verworpen. Wéér stonden de leden van de oude coa litie schouder aan schouder en de 3 N.S. B'ers, om nog altijd onnaspeurlijke rede den óók tegen een enquête, stemden met de regeeringsgetrouwen mee. Twee dezer getrouwen, de C.H. heeren Rutgers van Ro zenburg en Bakker, gisten bij deze stem ming hun gewone scherpzinnigheid en stemden bij vergissing vóór de enquête. Daardoor stond het bij de beslissing over het voortsel-Wendelaar 50 tegen 37. Eenmaal deze beslissing gevallen zijn de, toonde de Kamer met schier volmaakte eenstemmigheid, dat zij allerminst de zaak-Oss van de baan wil schuiven: niet minder dan 84 leden spraken zich voor de motie-Albarda uit, waarin een nota wordt gevraagd. Alleen de 3 nat.-socialisten wa ren ook hierbij in de contramine. Hun kromme sprongen waren hiermee nog niet ten einde. Nauwelijks had de Ka mer besloten de Regeering „ter voorberei ding van een nalere gedachtenwisseling" een schriftelijke luiteenzetting te vragen, of mr. Rost van Tonningen vroeg eën in terpellatie over Oss aan. Gelijk te verwach ten was stelde de voorzitter in verband met de zoo juist genomen beslissing voor deze interpellatie niet toe te staan. Heel anders dan daags tevoren, toen mr. Rost een en al opstandigheid was, vroeg hij zelfs niet het woord over dit afwijzende voorste.l En daar niemand het noodig vond er nog een woord aan te verspillen, viel aanstonds de beslissing: alleen de 3 N.S.B.'ers stemden tegen het voorstel van mr. van Schaik. Het eenigie opvallende bij deze stem ming van de opzettelijke afwezigheid van het duo-Kersten; de keuze tusschen „voor"' en „tegen" viel dezen antipapisten blijk baar te zwaar. Ook wie met ons de voorkeur gaf aan een enquête boven een nota van inlichtin gen, kan, dunkt ons, tevreden zijn. De Avondpost schrijft o.m.: „Wij moeten er bij blijven, dat mr. Wendelaar verstandiger zou hebben ge daan, ijzn voorstel in te trekken, toen de verwerping er van vast stond, onder voor behoud, dat hij er later eventueel weer op zou terugkomen. Dit zou tactischer zijn geweest, dan een verwerping uit te lok ken. Maar in ieder geval heeft-zijn initia tief dan toch dit goede gevolg gehad, dat de zaak-Oss straks weer in vollen omvang in behandeling kan komen, en dan op gro \i van een nota, waarin de minister stellig zoo uitvoerig mogelijk zal zijn. In het debat werd uitgeroepen, dat de verwerping van het enquête-voorstel voor af „in het land een ongunstigen indruk zal maken". Wij spreken dit met stellige be slistheid tegen. Het geld hier een verschil in methode; ons vei.* kan gerust zijn dat Oss in vollen omvang aan de orde blijft. Dit zal het rechtsgevoel bevredigen. En nu kan men over de gekozen metho de van meening verschillen, maar de Ka mer de katholieken geliukkig inbegre pen heeft stellig niet teleurgesteld. De mogelijkheid van een enquête later, wan neer die noodig zou blijken, blijft er bo vendien ook nog; ook de heer de Geer heeft dit uitdrukkelijk bevestigd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7