GEMEENTERAAD VAN LEIDEN HET INKOMEN VAN LEIDENS BEVOLKING Een vergelijkende analyse DINSDAG 21 JUNI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 EEN GEHEIME ZITTING VAN UUR. BENOEMING VAN EEN DIRECTEUR DER H.B.S. JUBILEUMFEESTEN EN TENTOON STELLINGEN. DE S.D.A.P. AANVAARD.. SUBSIDIE VOOR HET VIEREN VAN HET A.S. RE GEERINGSJUBILEUM VAN II. M. DE KONINGIN. Benoeming directeur H.B.S. Nadat te half 5 (na ongeveer 2 1/2 uur van geheime zitting) de deuren heropend waren, werd tot stemming overgegaan, welke de volgende uitslag had: op den heer dr. J. D. A. Boks, leeraar aan de H. B. S. al hier, 18 stemmen, op ir. E. J. Bauman 7 stemmen, terwijl eveneens 7 stemmen wa ren opgebracht op den heer ir. Valkenburg, leeraar aan de H. B. S. alhier, die niet op de voordracht stond. De heer Boks werd benoemd verklaard. 2o. Voorstel tot het aangaan van een geldleening. Goedgekeurd. 3o. Voorstel tot het aankoopen van het perceel Waardgracht No. 119. Goedgekeurd. Luchtbescherming. 4o. Voorstel tot het verleenen, voor het jaar 1938, van een subsidie aan de af dee ling Leiden van de Nederlandsche Ver- eeniging voor Luchtbescherming en tot het vaststellen van den desbetreffenden be- grootingsstaat. De heer HESSING (S. D. A. P.) vestigt er de aandacht op, dat het grootste deel van de luchtbeschermingsmaatregelen voor rekening komt van het Rijk. Spr. heeft ech ter vernomen, dat de Ned. Ver. van Lucht bescherming zoodanig in financieele moei lijkheden verkeert, dat een reorganisatie noodzakelijk zou zijn. Spr. heeft derhalve bezwaar tegen subsidieering van een or ganisatie, die blijkbaar te grootscheepsch is opgezet. De heer v. WELZEN (Comm.) meent, dat het verspreiden van meerdere inlich tingen onder de bevolking omtrent de mo gelijkheden van luchtafweer noodzakelijk is De heer SNEL (S. D. A. P.) betreurt het, dat dergelijke voorstellen gedaan moeten 1 worden doch men moet rekening houden met de realiteit. Hij vraagt zich" af, welk nut maatregelen als de voorgestelde zullen hebben, als men niet overgaat tot het stich ten van openbare schuilplaatsen. Hebben B. en W. reeds aandacht geschonken aan zulke schuilplaatsen? De VOORZ. antwoordt, erkent, dat de Ned. Vereen, in moeilijkheden verkeert, doch de Leidsche afdeeling staat op zich zelf en daarin heeft het college van B. en W. het volste vertrouwen. Het versprei den van meerdere propaganda-geschriften heeft de aandacht van B. en W. Ook de kwestie der schuilplaatsen is reeds onder de oogen gezien. Het aanbrengen en.de in richting daarvan is echter zeer kostbaar en de gemeente kan zich momenteel deze luxe niet permitteeren. In de practijk blijken deze schuilkelders ook niet die beveiliging te verleenen, welke men ér theoretisch van verwacht. Het is dus zeer de vraag, of wij verstan dig zouden doen, direct overal zulke kost bare kelders aan te elggen. Daarna z.h.st. goedgekeurd. 5o. Voorstel tot het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van de voorberei ding van den luchtbeschermingsdienst. Goedgekeurd. Jubileumfeesten en tentoonstellingen. 6o. Voorstel: a. tot het verleenen van een subsidie' aan de Jubileumcommissie 1938 in de kos ten van de door of vanwege die commissie te organiseeren feestelijkheden ter gele genheid van de a.s. herdenking van het 40-jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin; b. tot het verhoogen van het op de be grooting 1938 uitgetrokken bedrag voor een kinderfeest enz. op den verjaardag van H. M. de Koningin; c. tot het verleenen van een subsidie aan de Commissie voor Meer-Werk-Actie ten behoeve van een te houden tentoonstel ling van handel- industrie en vakbekwaam heid enz. en tot het aan die commissie kosteloos ten gebruike afstaan van de lo kalen der Stadsgehoorzaal ten behoeve van de door haar te heiden tentoonstelling; d. tot het verleenen van een subsidie aan de „Vereeniging voor het houden van tentoonstellingen in het algemeen en in het bijzonder van vee, paarden, zuivel- en bo demproducten" te Leiden, ten behoeve van de te houden veetentoonstelling 1938 c.a.; e. tot het vaststellen van den desbetref fenden begrootingsstaat. De heer WILMER (R.-K.) vestigt er de aandacht op, dat deze subsidie niet is ge vraagd door de contact-commissie. Den heer v. WELZEN (Comm.) be vreemdt het, dat het jubileum van H. M. de Koningin gecombineerd wordt met de Meer-Werk-Actie en de Vebo-tentoonstel- ling. Beide laatste verschijnselen hangen min of meer samen met de crisis en zijn niet bijzonder geëigend om jubileumfees ten op te luisteren. Spr. verklaart zich te gen het verleenen van de subsidies, ge noemd onder a. en b. als principieel aan hanger van den republikeinschen regee- ringsvorm. Met de subsidies onder c. en d. kan spr. zich vereenigen. De heer GOSLING A (A. R.) verklaart zich tegen de subsidie onder punt c. op grond van het feit, dat het kinderfeest, dat traditioneel in de Gehoorzaal wordt ge houden, thans deze zaal zal moeten mis sen, waardoor dit feest in het water valt. Bovendien heeft hij weinig verwachtingen Voor het welslagen van de onder c. ge noemde tentoonstelling. De heer v. ECK (S. D. A. P.) zegt, dat de sociaal-democraten als voorstanders van den republikeinschen staatsvorm anders staan tegenover de voorstellen, dan de an dere fracties. Toch zal de fractie haar steun niet onthouden aan de subsidies voor de beide tentoonstellingen, ofschoon zij ver bonden zijn aan het regeeringsjubileum. De S. D. A. P. heeft wel bezwaar tegen de andere subsidies, omdat de jubileumfeesten tevens een propaganda zijn voor het ko ningsschap. Omwille van den ernst der tij den zal de S. D. A. P; haar principes in deze hoewel zij ze niet prijs geeft niet op den voorgrond schuiven, en de bestaan de tegenstellingen niet nog meer toespit sen. Het vraagstuk koningsschap of repu bliek is ook geen vraagstuk van practische politiek. Daarom zal de S. D. A. P. haar stem aan de voorgestelde subsidie niet ont houden. De heer Wilbrink (C. H.) zal zijn stem gaarne geven aan de voorgestelde sub sidies, om uiting te geven aan zijn dank baarheid voor het 40-jarig regeeringsbeleid van H. M. de Koningin. De S. D. A. P. wil republikeinsch blijven, zegt de heer van Eek, dat staat nog te bezien, gezien de om mezwaai bij de volgelingen der S. D. A. P. Ook aan de tentoonstelling van de Meer- Werk-Actie zal spr. meewerken, al gaat het niet van harte. De wenschelijkheid van deze tentoonstelling tijdens de feestelijk heden ziet spr. niet wel in. Inzake de tentoonstelling herinnert spr. er aan, een vorige tentoonstelling een financieel fiasco is geworden, terwijl die van het vo rig jaar is afgelast. Wanneer door den raad thans 2500 als maximum wordt gevoteerd, dan heeft dat z'n consequenties. Spr. ziet geen grond om de oorspronkelijk vastge stelde subsidie thans te verhoogen De op zet van deze tentoonstelling is precies de zelfde als van 2 jaar geleden. Men zegt, dat door deze subsidie een fonds gevormd kan worden, waardoor de vereeniging zich later zelf zal kunnen bedruipen. Maar is dat nu wel verantwoord in een tijd, dat de gemeente zelf haar reserves opteert? De heer VALLENTGOED (S. D. A. P.) kan de bezwaren van den heer Wilbrink onderschrijven, *maar het feit, dat de ten toonstelling samenvalt met de feestelijk heden, waardoor de inkomsten waarschijn lijk zullen meevallen, doet spr. er over heen stappen. De heer BERGERS (R.-K.) ziet in het houden van dergelijke tentoonstellingen een groot voordeel. Wij moeten alles in het werk stellen, om de Leidsche veemarkt te stimuleeren. De VOORZ. antwoordt den heer Wil- mer, dat de contact-commissie met deze subsidie niets te maken heeft. Spr. verdedigt de combinatie van de feestelijkheden-met de tentoonstellingen. Voor het organisee ren van de tentoonstelling van de Meer- Werk-Actie bestond vrij groote belang stelling, zoodat het bezoek wel mee zal vallen. Het bezwaar van den heer Goslinga deelt spr. niet. Het kinderfeest is toch niet onverbrekelijk verbonden aan de Gehoor zaal. Van de redevoering van den heer v. Eek wil spr. niet teveel zeggen. Wel kan spr. verklaren, dat dit feest niet het ka rakter draagt van een propaganda voor het koningsschap. Het is een waardeering voor het beleid van koningin Wilhelmina. Spr. hoopt, dat ook de heer v. Eek zal inzien, dat ons land steeds wel gevaren is onder het bewind der Oranjes. Wethouder VERWEI J (S. D. A. P.) er kent, dat het organiseeren van tentoonstel lingen een hachelijke onderneming is. Men moet geen tentoonstellingen organiseeren om er financieele baten van te verwachten. De Vebo wordt georganiseerd om de belan gen van deze Leidsche markten te beharti gen. De Leidsche markt loopt achteruit en wij moeten alles doen om het marktbelang te steunen. Vandaar is besloten, dit jaar de Vebo iets uit te breiden. Wij kunnen er alle mogelijke financieele beschouwingen over houden, doch spr. acht dit overbodig. Het Vebo-bestuur streeft er naar, om los te komen van de gemeente; of dat spoe dig zal kunnen gebeuren, kan spr. niet voorspellen. De heer GOSLINGA (A.-R.) handhaaft zijn bezwaar tegen de Meer-Werk-Actie tentoonstelling. Hoe mooier het weer is, des te groote fiasco wordt het. Het is spr.'s indruk, dat deze tenoonstelling er bij ge haald is, om de stemmen der S. D. A. P. te winnen. De VOORZ. ontkent dat. Het voorstel is gedaan in het belang van de gemeente. De heer WILBRINK (C. H.) acht het be toog van wethouder Verweij vrij zwak. Het voorstel sub a. en b. wordt goedge keurd, met aanteekening van den heer v. Weizen, dat hij er tegen is. Het voorstel sub c. wordt eveneens z.h.s.t. aanvaard met aanteekening, dat de heer Goslinga tegen is. Het voorstel sub d. en e. wordt zonder aanteekening aanvaard. 7o. Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering a. tegen de erfgenamen van de wed. P. van Rhijn geboren Schippers, inzake er kenning van het recht van eigendom der gemeente Leiden op de opstallen, staande op de terreinen, kadastraal bekend gemeen te Leiden, Sectie A Nis. 22, 1168 en 1169 (waaronder de molen „De Valk"); b. tegen die erfgenamen, voorzooveel deze de opstallen thans bewonen en gebrui ken, tot ontruiming van de sub a genoem de opstallen. Z.h.st. goedgekeurd. 8o. Voorstel tot het vaststellen van een verordening op de Speelapparaten. Wordt aangehouden. Voorstel tot het voeren van verweer te- den de door E. E. Bertels, wed. van J. H. Feld, als eigenaresse van perceel Visch- markt No. 6, en I. Zandvoort G.W.zn., als eigenaar van perceel Maarsmanssteeg No. 12, tegen de gemeente ingesteld eischen, terzake van schade, ontstaan in verband met de uitvoering van den onderbouw van het nieuwe stadhuis. Z.h.st. aangenomen. Interpellatie-EIkerbout. De heer ELKERBOUT (A.-R.) heeft in de raadsvergadering van 9 Mei eenige ge gevens aangehaald omtrent de brandweer van Delft., waarvan de voorziter pertinent beweerde, dat zij onjuist waren, hetgeen spr. zou hebben kunnen weten. In die laatste woorden ligt opgesloten, dat spr. bewust onwaarheid gesproken zou hebben. Spr. beschiktp slechts over een af schrift van de Delftsche verordening, hem verstrekt door het hoofdbestur van den Chr. Vakbond. Het hoofdbestuur heeft spr. evenwel geantwoord, dat de verordening inderdaad zóó luidt als spr. heeft weerge geven. Dat is hem later officieel gebleken. Spr. betreurt het, dat door de opmerking van den voorzitter serieuze vakvereenigin- gen in hun eer gekrenkt zijn en dat spr.'s amendement door de opmerking van den voorz. door den raad niet au serieux is ge nomen. De VOORZ. antwoordt, dat de heer Ei kerbout gelijk heeft. Spr. had vóór zich een exemplaar van de Delftsche verorde ning van 1934, doch het is hem later geble ken, dat deze verordening in 1936 gewijzigd is. Het is te betreuren, dat dit geleid heeft tot een onverdiend minder prettige opmer king tegenover den heer Eikerbout. Daar het niet onmogelijk is, dat de raad zijn be sluit genomen heeft onder invloed van dit misverstand, is spr. bereid, indien ge- wenscht, het amendement-Elkerbout nog maals in behandeling te nemen. In geen ge val heeft spr. bedoeld te beweren, dat de heer Eikerbout bewust onwaarheid zou hebben gesproken. RONDVRAAG. De heer v. ECK (S. D. A. P.) zou gaarne iets naders vernemen omtrent het tunnel plan. Men hoort er niets meer van. De VOORZ. antwoordt, dat deze aange legenheid nog in behandeling is en dat hij er anders niets over kan mededeelen. De heer MANDERS (R.-K.) zegt. met het oog op de belangsteling voor het nieuwe centrale vliegveld, dat men het ijzer moet smeden als het heet is, d.w.z. dat men thans propaganda moet maken voor Leiden als industrie-stad. Dat helpt alweer onze werkloosheid ver lichten. In dit verband beveelt spr. nog eens de invoering van de 40-urige werkweek aan. Het denkbeeld moet ook onder de aan dacht van de Vereen, v. Ned. Gemeenten gebracht worden. Voorts vraagt spr. of er geen mogelijk heid bestaat, dat de stempelaars eens een paar dagen vrij van stempelen krijgen voor familiebezoek e.d. Daarna sluiting te 6 uur. Evenals met de inkomens het geval is, verdeelen de belasting-statistieken ook de vermogens in zes klassen, resp. van zestien tot dertig duizend gulden, van dertig tot vijftig mille, van vijftig mille tot één ton, van één tot twee ton, van twee ton tot een half millioen en van een half millioen en hooger. Per tienduizend inwoners kwamen in 1936 vermogens van méér dan een half millioen in Nederland twee maal voor. Hierin kwam in 1937 geen verandering. Voor Leiden waren deze getallen, even eens per tienduizend ingezetenen, ook 2. Ook hier kwam in het aantal dus geen ver mindering en bleef het aan het rijksgemid delde gelijk. Waar deze topklasse geen grens naar boven heeft moet zoowel voor het rijk als voor onze stad be dacht worden, dat in de vermogens, die in deze groep vallen, groote veranderingen stijgingen zoowel als-dalingen "mogelijk zijn, zonder dat dit leidt tot een verschui ving naar een andere categorie. In de ove rige groepen is dat anders, en hoe enger de grenzen van elke categorie getrokken zijn, des te eerder zal natuurlijk zulk een grens gepasseerd worden. Wat dat betreft kunnen dus in 't algemeen in de laagste groepen de grootste fluctuaties verwacht worden. Evenals in de topklasse kwamen ook in de tweede groep, die van de vermogens tusschen twee ton en een half millioen, geen veranderingen in het aantal per tien duizend inwoners voor. Voor Nederland bleef het aantal ongewijzigd 7, voor Lei den 6. In deze klasse moeten wij dus een achterstand voor Leiden constateeren. Een ander, en voor onze stad minder gunstig, verloop geeft de derde groep, die de vermogens tusschen honderdduizend en tweehonderdduizend gulden omvat. Derge lijke vermogens kwamen in Nederland in 1936 vijftien maal voor op elke tienduizend inwoners en ook dit- aantal onderging in 1937 geen wijziging. Voor Leiden echter geeft deze groep een daling te zien, n.l. van 13 op 12, d.w.z. van 7,7 pet. In deze groep is de achterstand van Leiden ten opzichte van het rijksgemiddeled dus weer grooter geworden. Hetzelfde, maar in veel erger mate, valt op te merken bij de vierde groep, die van de vermogens tusschen vijftig en honderd duizend gulden. Deze geeft voor het geheele land een teruggang te zien van 36 op 34 of van 5,5 ptc., terwijl zij voor Leiden een daling onderging van 30 tot 25 per tien duizend zielen, of van 16,6 pet.! Iets beter lijkt de gang van zaken ge weest te zijn bij de vijfde groep, die van de vermogens tusschen dertig en vijftig duizend gulden. Deze noteerde voor het ge heele land een teruggang van 49 op 48 per tienduizend zielen, d.i. van 2 pet., en voor Leiden van 41 op 40, d.i. 2,4 pet. Voor een deel zal dit betrekkelijk gunstige verloop uiteraard zijn toe te schrijven aan de ster kere daling in de groep van vijftig tot hon derdduizend gulden. Voor zoover deze da ling niet te wijten is geweest aan vertrek naar elders of aan een verdeeling van ver mogens na overlijden, maar zuiver een ge volg is geweest van waarde-vermindering van persoonlijk kapitaal-bezit, zullen de uit die groep verdwenen vermogens wel zijn opgeschoven naar de categorie van 30 tot 50 mille. In-de laagste, groep, die van de vermo gens tusschen zestien en dertig duizend gulden, geeft het Nederlandsche cijfer een daling aan van 100 op 97, dus van 3 pet., terwijl dat van Leiden een teruggang te zien geeft van 77 op 72, hetgeen neerkomt op 6.5 pet. Ook in deze categorie dus weer een beduidend grootere procentueele terug gang in Leiden dan gemiddeld in geheel Nederland. Uit deze detailcijfers laat zich nu aller eerst de conclusie trekken, dat Leiden ook reeds in 1936 heel wat minder vermogende ingezetenen huisvestte dan het rijksge middelde aangaf, maar dat deze achter stand in 1937 nog vergroot is. Voorts dat alleen bij de vermogens boven twee ton en bij die tusschen dertig en vijftig mille de teruggang vrijwel gelijken tred hield met den gang van zaken in het geheele land, maar dat zoowel bij de bescheiden vermo- 'gens (beneden dertigduizend gulden) als bij die tusschen vijftig mille en twee ton de ontwikkeling van de vermogenspositie van Leiden's burgerij aanmerkelijk on gunstiger was. Evenals reeds met 'de beschouwing van het inkomsten-niveau onzer bevolking het geval was, leidt derhalve ook deze analyse van de vermogenspositie tot een voor onze stad teleurstellende slotsom. Ook hieruit volgt nadeel voor de publie ke kassen. Geeft de hoofdsom van de ver mogensbelasting van 1936 op 1937 voor het geheele land een teruggang aan van 0,6 pet., in Leiden onderging zij een vermin dering van 5,2 pet. I.eiden Nieuwe directeur Gem. H.B.S. Dr.J.D.A.BOKS BENOEMD In de gisterenmiddag gehouden vergade ring van iden Leidschen Gemeente- teraad, is de heer dr. J. D. A. Boks, leeraar aan de Gem. H.B.S. alhier, tot directeur benoemd. Johan Diederik Anne Boks is 16 April 1896 geboren te Eist (Gem. Rhenen). Na in 1914 de Rijks Hoogere Burgerschool te Wa- geningen te hebben afgeloopen, deed hij het volgende jaar Staatsexamen Gymna sium B, om daarna te Utrecht te gaan stu- deeren in de Wis- en Natuurkunde, waar hij in 1918 candidaatsexamen deed. Na eenige maanden militaire dienst was hij van Jan. tot Juli 1919 als tijdelijk leeraar in de wiskunde werkzaam aan dezelfde Hoogere Burgerschool, welke hij als leer ling bezocht had. In Leiden heeft hij vervolgens zijn stu dies voortgezet als assistent voor de na tuurkunde bij Prof. dr. H. Kamerlingh On nes, bij wien hij, na zijn doctoraal examen in 1922 promoveerde in 1924 tot doctor in de Wis- en Natuurkunde, op een proef schrift, getiteld: „Isothemen van helium bij temperaturen van pl. 20 graden C. tot 270 graden C. en verandering van de dichtheid van vloeibaar helium tusschen 4,0 2 K en 1.0 2 K". In 1923 toen dr. Schalkwijk directeur werd van de Gem. Hoogere Burgerschool alhier, werd de heer Boks leeraar aan deze school. Ook heeft hij van 1926 tot 1931 tijdelijk les gegeven aan het Gymnasium alhier en van 1931 tot 1936 aan de H.B.S. voor Meisjes. Tevens was de heer Boks in 1921 be noemd tot reserve-officier, uit weike func tie hij in 1935 ontslag nam. brengt hulp in gezinnen, waar door geboorte, onvolwaardig heid of ziekte van kinderen bij zondere nooden zijn ontstaan. Zendt Uw bijdrage op Postgiro 75000 Den Haag. De overbrenging van het stoffelijk overschot van den H. Bobola. De plechtige stoet op weg door de straten van Warschau

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5