DRUKTE TE SCHEVENINGEN. FEUILLETON VIRGINIA'S KEUZE Naar het Engelsch door a THEA BLOEMERS. 49) Toen hij wakker werd was het al over ne genen. Den heelen dag had hij nog niets gegeten; hij voelde zich uitgehongerd. Hij ging naar de provisiekast en vond melk, vleesch en brood. Hij viel er op aan. De kat en de hond zaten gezellig naast hem en hij voerde ze met stukjes vleesch en gaf ze wat melk op een schoteltje. Hij deed dit alles als in een droom een verschrikkelijke droom, waaruit hij moest ontwaken. Een droom was dit armelijke kamertje; de wer kelijkheid was Marty in haar zilveren ja pon, de met maanlicht overgoten zee, de in het wit gekleede knechten, die geluid loos bedienden, de tafel met kostbaar por- celein en met kristal, dat broos was als een luchtbel, het fruit en de bloemen in gouden schalen. Opnieuw doorvlijmde een schrijnende pijn zyn hart. Onrustig stond hij op en ging naar het venster. De lichten van de stad schenen over de daken, waartegen de regen striemde een triest uitzicht na de bekoring der tropennachten. Toen hij zich weer naar de kamer wend de, viel zijn oog op de keurig getypte vel len van het manuscript, dat op Virginia's bureau lag. Hij nam het op en begon te lezen. Het was zijn eigen verhaal „Vlammen de Schoonheid". Maar terwijl hij las werd hij zich bewust, dat zijn verhaal was om gewerkt door een talent, dat het zijne over trof. Hij was genoeg artiest om goed werk te kunnen onderscheiden, en dit werk was goed. Virginia had het natuurlijk omge werkt. Zij had van zijn boek iets gemaakt om trotsch op te zijn. Een boek, dat onge twijfeld zou inslaaneen boek om te genover Marty mee te pronken. Want het was ondanks alles zijn boek en niet van Virginia. Zijn intrigue, zijn karakters. De wereld zou het lezen en hem groot noe men en Marty's pracht zou in het duister verdwijnen.... Maar hij had geen behoefte om haar pracht in het duister te zien verdwijnen. Hij had behoefte aan haar, zooals hij haar den laatsten keer had gezien*' in haar schoonheid zijn bruid. Hij smeet het manuscript van zich af en begon te schreien; hij greep naar zijn keel om de pijn te stillen. Het onrustige hondje huilde droef, toen het geen antwoord kreeg en liep heen en weer van de deur naar het bureau. Kwam zijn meesteres maar, dat zou wel helpen! Het was laat toen Virginia thuis kwam. Michael had haar met Mary Lee mee naar een theater genomen, was met haar naar het oude huis teruggekeerd en had ge wacht tot zij de trappen opging. Het is of je recht naar den hemel gaat, fluisterde hij onder den Bronzen Ridder, door het dak.naar de sterren. Op het eerste portaal keek zij nog eens om en zond hem een kus toe met de top pen van haar vingers. Wat een vreemde dag was het geweest, maar hoe wonderlijk. En hoe wonderlijk zou het morgen zijn en ale volgende dagen! Toen ging zij naar boven en opende de deur van haar kleine kamers; zij zag het hondje wachten en Rickey slapend op den divan. Zij boog zich" over hem heen en zag de sporen van tranen op zijn wangen. Hij zag er verwilderd en ongeschoren uit. Wat zou er gebeurd zijn!? Zachtjes riep zij: Rickey! Hij ontwaakte dadelijk en strekte zijn armen naar haar uit. Zij omhelsde hem. Lieveling, wat is er? Stamelend vertelde hij haar van de laat ste verschrikkelijke dagen. Haar brief was wreed. Het heeft mijn hart gebroken, Virginia. Zij suste hem, zooals een moeder haar kind zou hebben gesust. Je moet vanacht maar in mijn bed slapen, zei ze, dan neem ik den divan.' Je moet een warm bad nemen en nog wat warms drinken. Hij aanvaardde haar zorgen als de na tuurlijkste zaak ter wereld. Zij pookte het kacheltje wat op en liet het bad dat zij met de Barlows deelde, volloopen. Eindelijk lag hij gemakkelijk en rustig op zijn schoone witte kussens. Zij had nog niets van zichzelf verteld. Haar gedach ten waren alleen voor hem geweest. Hij zag er zoo bleek uit, zoo uitgeput; hij moest maar gaan slapen. Zij draaide het licht uit en ging in het donker bij zijn bed zit ten. Hij lag erg stil en na een oogenblik zei hij: Ik heb het boek gelezen. En? vroeg zij en haar stem verried haar schrik. Ja. Het is goed werk, Jinny. Vind je dat werkelijk, Rickey? Het is goed werk, dat weet je wel, zeide hij eenigszins geirriteerd. Maar het is mijn boek, Jinny, ook nu nog, en niet van jou. Zij dacht aan de weken, dat zij er aan had gewerkt, maar ze antwoordde kalm: Natuurlijk is het- jouw boek. En Mi chael wil het hebben'. Hij sloeg haar hand van zich af en kwam overeind. McMillan? Ja. Denk je werkelijk, dat ik het hem zal geven? Er zijn nog wel andere uitge vers in de wereld, Jinny. Dat weet ik wel. Maar dit verhaal, Rickey, hij heeft er voor betaald. Die ellendige duizend dollars! Ik zal ze hem wel terugbetalen, als ik het boek ergens anders heb verkocht. Och, het is noodeloos daar nog over te redeneren, Jin ny. Het boek is van mij. Wat jij er ook aan gedaan mag hebben. Zij zag hoe opgewonden hij raakte. Rickey, lieveling, ga nu liggen. We zullen er morgen wel verder over spreken. Je hebt nu rust noodig. Hij was dan ook doodop en toen hij ein- delijk sliep, ging Virginia naar de andere kamer en overdacht den toestand, Rickey was weer thuis, ongelukkig en meer dan ooit had hij aan haar behoefte en haatte hij Michael. Wat moest zij doen? Zou zij Rickey weer over haar leven laten heer- schen, zooals hij er altijd over geheerscht had? Zij zou veel kracht noodig hebben om zichzelf vrij te maken. Zou zij die kracht aanwenden? Of moest ze zich weer laten vangen in de netten van Rickey's egoisme? Zij had haar broer niet durven vertel len, wat Michael van het manuscript had gezegd. Hij had er een paar bladzijden van gelezen en gezegd: Het is werkelijk van jou, dit boek, lieveling. Hij had ook gezegd: Ik wil het hebben.... En nu kwam Rickey daartegen in verzet. Maar Rickey had dien nacht in Annapo lis zijn woord gegeven en dat mocht hij niet breken. De Farquhars waren menschen van eer geweest. Dat zou ze hem zeggen. Zij zou het hem wel duidelijk maken.... Natuurlijk, natuurlijk zou hij alles begrij pen als een verplichting waaraan hij zich niet ontrekken kon. Morgen vroeg zou zij Michael even op bellen. Zij had beloofd met hem te lun chen, maar dat kon nu niet doorgaan. Mis schien zou zij hem later op den dag wel kunnen ontmoeten; misschien zou zij mrs. Barlow en Mary Lee kunnen vragen hem wat gezelschap te houden; dan zou zen naar Michael kunnen gaan. Zij voelde, dat het niet verstandig was Rickey alleen te la ten. Zij had voor dien nacht de canapé als bed ingericht en van waar zij lag kon zij uit het venster zien. De regen had opge houden en de wind blies den hemel schoon; groote wolken dreven uiteen. In de stad was het leven nog in vollen gang. Zij zou wel eens willen weten of ze op het jacht der Van Duyne's nog op waren. En zou Marty Rickey missen? Wat was dat voor een vrouw, dat zij een jongen zóó kon be handelen? Maar hoe kon zij weten, dat Marty op datzelfde oogenblik op het dek stond, ge huld in een grijzen bontmantel en dat zij wachtte op het opgaan van de zon. Jane Bleecker, in rose négligée, was bij haar ko men staan, haar bloote voetjes in rose muiltjes. (Wordt vervolgd). 4. jL* i 3)e Êödcbefic Gou/^am Het Tsjechische voetbalteam versloeg onze vertegenwoordigers na verlenging met 3 0 in den te Le Havre gespeelden wedstrijd in het kader der wereldkampioenschappen. Een spelmoment Scheveningen heeft geprofiteerd van het mooie weer op Tweede Pinkster dag. Een kijkje van de gezellige drukte op het strand, waar velen een zeiltochtje op de „woelige" zee waagden Ter gelegenheid van de Markiezaatsfeesten werd op Iweede Pinksterdag te Bergen op Zoom een concours hippique gehouden. Een fraaie sprong van den heer K. Mensen op „O.K." Bij de opening van de Markizaatsfeesten te Bergen op Zoom werd Zaterdag door den commissaris der Koningin den laatsten steen gelegd in den gevel van het gerestau reerde stadhuis Mr. J. G. Holstein, president van de rechtbank te Alkmaar, is benoemd tot advocaat-generaal bij den Hoogen Raad der Nederlanden Door een nederlaag tegen het sterke Hongarije werd het Ned. Indische-voet- balteam te Reims uitgeschakeld voor de wedstrijden om het wereldkampioen schap. De Ned. Indische-verdediging in actie Het eerste doelpunt der Tsjechen in den wedstrijd tegen onze landgenooten, welke Zondag in het kader der wereld-kampioenschappen te Le Havre werd gespeeld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5