v Het doel heiligt de middelen Beide voeten afge reden Letteren en Kunst VRIJDAG 3 JUNI 1938 29ste Jaargang No. 9047 3e. Êeidóch^Soti/fca/nt Telefoon: Redactie 13. Trt mnn.. Adr. en Abonn.-tarieren rie pa*. 2. Telefoon: Administratie 933. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. PestbnAlL Dit nummer bestaat alt vier bladen. Hoewel reeds ontelbare malen een weer legging is gegeven, dringt toch nog herhaal delijk in anti-papistische kringen de laster naar voren, dat de Jezuieten de stelling aanhangen en in practijk brengen dat het doel de middelen heiligt. 't Is grove laster! In den zin, als 't hier wordt bedoeld, n.l. dat een goed doel slechte middelen goed maakt. Zulk een „mo raal" is vierkant in strijd met de katholieke moraal; en... de Jezuieten houden er geen afzonderlijke moraal op na! Een middel, lat slecht is, b 1 Ij f t slecht, ook al is het doel goed; mag dus niet ge bruikt worden, ook als is 't om een doel, dat goed is. In geen enkel geval! Het gezegde, dat het doel de middelen hei ligt, mag echter worden aanvaard als norm voor zedelijk handelen in dézen zin, dat een goed doel heiligt, goed maakt midde len, die niet slecht en niet goed zijn, die onder moreel opzicht neutraal zijn. Wan delen is een neutrale bezigheid. Maar als men het doet, om daardoor te behouden zijn gezondheid, die een gave Gods is dan wordt dat wandelen iets goeds, dan heiligt het doel dit middel. Aanleiding om hieraan 'ns even te her inneren is ons de gisteren gepubliceerde verklaring van den Rotterdamschen politie commissaris, dat, waar het betreft de op sporing van den misdadiger, die den bom aanslag te Rotterdam heeft gepleegd, wel zeer sterk geldt, dat het doel de middelen heiligt. Is deze stelling aanvaardbaar? Zoo als ze door dien politie-commissaris klaar blijkelijk is bedoeld, zeer zeker, want deze verklaarde even later, dat hij in deze zaak van elk middel gebruik zal maken, mits niet illegaal of immoreel. Zóó opgevat, is „het doel heiligt de middelen" volkomen aanvaardbaar. Maar meestal wordt het, zeker als het den Jezuieten lasterlijk wordt toegeschreven, in een geheel anderen zin bedoeld. En daarom is het toch wel ge vaarlijk, om van deze stelling, die zoo licht wordt misverstaan, te verklaren, dat men ze als leiddraad aanvaardt. PE WERELD IN VOGELVLUCHT PRAAG: Het is nog altijd niet recht dui delijk wat Duitschland nu eigenlijk voor plannen heeft 'ten opzichte van Tsjecho- Slowakije. De Duitsche berichtgeving is n.l. allerminst geëigend om een toenadering tusschen de Duitschers en de Tsjechen te Ibe vorderen. Het officieele Duitsche Nieuwsbureau doet al z'n best om ieder incidentje, dat het vinden kan, te publiceeren en uit te buiten. Als men op de voorstelling van hét D.N.B. afgaat, leven de Sudeten-Duitschers in een half barbaarsch land, waar zij geen oogen- blik veilig zijn voor de meest ongemoti veerde aanslagen op hun leven en goederen. De Duitsche bladen laten het bovendien niet bij een vermelding van de incidenten, zij leveren ook scherpe commentaren. Zoo schrijft de „Berliner Boresenzeitung", dat de inbeslagname van een rijksvlag en de beleediging van den Fuehrer door Tsjechische soldaten, alsmede het optreden tegenover Duitschers aan de gebeurtenis sen in het Sudeten-Duitsche gebied een karakter verleenen, dat men als buitenge woon ernstig dient te beschouwen. De grens van Duicschlands geduld wordt snel bereikt, wanneer vieze vingers naar de vlag van Duitschland grijpen en de eer van Duitschland trachten aan te tasten. Het „Berliner Tageblatt" is van meening, dat het steeds duidelijker wordt, dat de regeering te Praag de teugels van het ge zag ontglippen. Wie thans nog de oogen voor de feiten sluit, om wellicht Praag niet te moeten zeggen, wat om der wille van den Europeeschen vrede onder alle om standigheden gezegd moet worden, maakt zich medeschuldig en mede-verantwoorde lijk. De „Deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft o.m.: Zoolang zulke ontstellende gebeurtenissen, als men sedert weken dag aan dag meemaakt, mogelijk zijn, en zoo lang verantwoordelijke ministers bij alle vlijt in het verleenen van interviews voor loyaliteitsverklaringen, niet bij machte zijn hun goeden wil, dien men dan nog wil ver onderstellen, te doen gelden, zoolang be staat er geen mogelijkheid, met de Tsjechen in politieke onderhandelingen te treden. Op spoorbaan bi] Leidschendam Door trein 781, die te 22.40 nur ver trekt uit den Haag, zijn gisteravond een zekeren P. Akerboom, 38 jaar oud, wo nende aan den Broekweg alhier, de beide voeten afgereden. De man bevond zich op de spoorbaan en schijnt, op het laatste oogenblik, een poging te hebben gedaan om nog over te steken. Hoe hij op die verboden plaats kwam en wat hij er deed, weet men nog niet. Den verongelukte werden de H. Sa cramenten der Stervenden toegediend;; de Ver. E.H.B.O. verleende de eerste hulp, waarna het slachtoffer naar St. Antonius-hove te Voorburg werd ver voerd. Beide beenen zijn hem daar bo ven de knie afgezet. Omtrent dit ongeluk wordt nog mede gedeeld: A. had zich achter het posthuis van de Nederlandsche Spoorwegen nabij K.M.- paal 18.4 van de lijn den HaagRotterdam Hofplein, op het baanvak begeven. Op dat moment naderde de electrische trein, welke te 10.45 uit den Haag was vertrokken en welke had gestopt aan het station LeidschendamVoorburg. A. werd door dezen trein gegrepen en kwam mid den tusschen de rails terecht. Toen de trein tot stilstand was gebracht bleek, dat de man zijn beide beenen waren verbrijzeld. Op de plek waar het ongeval plaats had, bevindt zich een trap, welke toegang geeft tot het terrein van de Coöperatieve groentenveiling, zoodat het vermoeden be staat, dat de man, om welke redenen dan ook, zich naar dit terrein heeft willen be geven. Een raadsel is, dat de man den trein niet heeft hooren aankomen, daar deze de groote ijzeren brug over de Vliet moet pas- seeren, wat uitteraard nogal lawaai ver oorzaakt. Een nader onderzoek was des nachts niet mogelijk, doordat de man bewusteloos was. Ook de wagenvoerder Smit kon nog niet worden gehoord omdat deze naar zijn woonplaats te Rotterdam was vertokken. Het treinverkeer ondervond ruim 15 mi nuten vertraging. ZELFMOORDEN IN NEDERLAND. Onder een ingezonden stuk schrijft de redactie van de Limburger Koerier in zijn no. van 17 Mei j.l.: „Van zelfmoorden wordt over het al gemeen geen melding gemaakt, tenzij bijzondere omstandigheden tot publi catie aanleiding geven". „Volk en Vaderland" schrijft hierbij: „Deze mededeeling doét bij ons de vraag rijzen: zou het aantal zelfmoorden in deze ellendige tijden, waarin zoovelen geheel buiten eigen schuld te gronde gaan, zóó groot zyn, dat van hoogerhand bevel is ge geven, dat men hierover geen berichten mag plaatsen? Vijf en twmtig jaar geleden was het al gebruikelijk in de pers, om over het alge meen geen melding te maken van zelf moorden. Van „bevel van hoogerhand" is geen sprake. „Hoogerhand" is trouwens niet zoo kwistig met dergelijk soort be velen. Wij leven niet in Duitschland! HET „ISOLEMENT" DER KATHOLIEKE STUDENTEN. Wat eerst en vóór alles vereischt wordt. De medewerker van „De Nieuwe Eeuw", die geregeld den inhoud van het studen tenmaandblad „De Dijk" bespreekt, zegt in zijn jongste bespreking naar aanleiding van het debat over het z.g. isolement der katho lieke studenten het volgende: Als outsider hier een woord zou mogen spreken, zou 't dit zijn: al het contact- zoeken met andersdenkenden zal totaal nutteloos, zoo niet zéér nadeelig zijn, als de R. K. Studs niet zorgen in geestelijk op zicht beter beslagen te zijn. Gezien het geestelijke èn religieuze schamel-bezit van zeer vele studenten, zal deze contact- zoekerij enkel en alleen uitloopen op een blamage voor de R. K. Studenten. Wil dit contact-zoeken vruchtbaar zijn, dan moet èn kennis en opvatting èn levenspraktijk (der contactzoekers) breed en diep en krachtig R. K. zyn. Want dat verwacht een andersdenkende student van een R. K., en met recht. En slechts in dat geval kan er van niet in gelijken zin weder zijds nut sprake zijn. Het Schild Apologetisch Maand schrift. Uitg. der N.V. Petrus Cani- sius. Het verschijnen van een inhouds-opgave wijst erop, dat de Juni-aflevering van „Het Schild" welke nu voor ons ligt, alweer de laatste is van dézen Jaargang. Het doorle zen van deze inhouds-opgave overigens over het algemeen een onmisbaar onder deel, maar weinig aantrekkelijke lectuur bewijst, hoe rijk gevarieerd de inhoud van den afgeloopen jaargang is geweest en over hoeveel uiteenloopende onderwerpen „Het Schild" zijn licht heeft doen schijnen. De Juni-aflevering begint met een zeer leerrijk en overzichtelijk artikel, van den Jezuiet M. Barbera, dat hij schreef in de „Civilta Cattolica" en door dr. G. voor „Het Schild" bewerkt. De Jezuieten-pater die uitstekend op de hoogte blijkt te zijn, behandelt daarin het lot van de katholieke jeugd in Duitschland en hoe de rassenleer en de leer van den totalitairen staat het ge loof in de kinderziel trachten te verstikken. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst; dat weten de nationalistische stelsels heel goed en zij laten dan ook niets na om de jeugd geheel en al in handen te krijgen. Het fascisme in Italië is erin geslaagd dat klaar te spelen op een wijze, welke over het algemeen niet in botsing komt met de godsdienstige overtuiging, maar in Duitschland gaat het den verkeerden kant op. Evenals het Bolsjewisme in Rusland wil ook het Nationaal-Socialisme in Duitschland het geloof uit de zielen ruk ken; de communisten doen het openlijk en met geweld, de nationaal-socialisten doen het methodisch en geraffineerd onder het mom van den godsdienst de juiste plaats te geven, welke hem toekomt. Aan de ka tholieke jeugd worden de confessioneele scholen ontnomen, het lidmaatschap van katholieke vereenigingen en congregaties onduldbaar zwaar gemaakt, terwijl zij van den anderen kant voortdurend in de na- tionaal-socialistische groepeeringen en in stellingen, zooals Jungvolk, Hitlerjugend, Landjahr, Arbeitsdienst enz., wordt bloot gesteld aan de voortdurende infiltratie van nieuw-heidensche begrippen. Het is dan ook wel een verschrikkelijke conclusie, waartoe de schrijver 'komt: „Menschelij- kerwijze gesproken zal het grootste ge deelte van de Duitsche jeugd in korten tijd voor de Kerk verloren zijn Dit interessante artikel neemt een groot deel van het voor de artikelen gereser veerde gedeelte in beslag. Voorts sluit prof. dr. K. Steur zijn serie over het H. Misoffer af met een slotartikel en medi teert prof: Th. Piket S.J. over het feest van het H. Hart. Onder de rubriek „Op den Uitkijk" geeft pater Molkenboer O.P. een belangwekkend citaat door hem gevonden bij een laat- middeleeuwschen schrijver uit de 14de eeuw, dat een welsprekend getuigenis is van het feit, dat er omstreeks 1355 tal van Bijbelvertalingen in allerlei talen en dia lecten voor het volk bestonden. Een zeer duidelijke weerlegging van de telkens ge hoorde bewering, dat de Kerk het volk den Bijbel onthield. Om nog even bij den Bij bel te blyven in dezelfde rubriek tref fen wij ook een waarschuwing aan tegen verschillende moderne pogingen om bijbel verhalen in romanvorm te gieten, vaak met verklaringen en karakteriseeringen van bijbelsche figuren, welke kant noch wal raken. De Vragenbus is de hekken sluiter van dezen jaargang. HET BASKISCH PROBLEEM IN SPANJE In de serie Verhandelingen van de Ka tholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreidng van Antwerpen is een brochure verschenen van de hand van dr. C. v. Deyck over het Baskische probleem in Spanje. De houding van de meerendeels Katholieke Basken, die met de roode regeering van Madrid mee gingen, heeft in veler oogen bevreemding gewekt. Dr. v. Deyck verklaart de reden van dit partij-kiezen. De Basken zijn vóór alles strevers naar een zoo groot mogelij ke zelfstandigheid en zij hoopten van het „democratische" regiem een groote mate van autonomie te zullen verkrijgen, wat zij van het Franco-regiem nimmer te ver wachten hebben. De godsdienst staat daar volkomen buiten. Zij zijn en blijven Ka tholiek, en zij meenen, dat zij het geloof het beste kunnen beschermen, wanneer zij baas zijn in eigen huis. Men moge vooral nu het er allen schijn van heeft, dat zij op het verkeerde paard hebben gewed over de practische resultaten van deze houding der Basken denken wat men wil, in het licht van de toestanden, zooals zij bestonden bij het uit breken van den burgeroorlog, was hun houding op z'n minst genomen begrijpe lijk, al mag men zich afvragen, of hun vertrouwen in de „democratische" elemen ten niet beschaamd zou zijn geworden, in dien de krijgskans zich naar links had ge wend. Het boekske is te krijgen bij de N.V. Standaard Boekhandel, Huidevetterstrrfit 59, Antwerpen. DE VEREENIGDE HAAGSCHE SPELERS Het tooneelgezelschap „De Vereenigde Haagsche Spelers", onder leiding van Pier re Balledux, zendt ons een exemplaar van zijn „Mededeelingen", waarin dit Katholiek georiënteerde tooneelgezelschap een terug blik werpt op het afgeloopen seizoen en tevens een overzicht geeft van zijn reper toire voor het volgende tooneelseizoen. Het blijkt, dat de V. H. Spelers thans een ruime keuze hebben en zij noemen niet minder dan 22 stukken, welke zij op hun repertoire hebben genomen, terwijl zij nog in onderhandeling zijn met eenige auteurs. Variatie is er genoeg; er zijn klas sieke, moderne en amusementsstukken bij, o.a. De ingebeelde zieke, Amor in de Pas torie, En waar de ster bleef stille staan, Mariken van Nieumeghen, Die altijd blijft (van pater Hendrichs) enz. De V. H. S. hebben bewezen, dat zij hun plaats onder de zon waard zijn. Tweede Kamer Rede van Minister Colijn Vergadering van heden. Voortgezet wordt de behandeling van het wetsontwerp tot verhooging van Hoofd stuk 7b, der rijksbegrooting voor 1938 (verhooging crediet voor werkverruiming), en van de interpellatie-van Gelderen om trent het beleid der regeering ten aanzien van de bestrijding der zeer omvangrijke werkloosheid. De Minister van Algemeene Zaken, voor zitter van den Ministerraad, de heer CO- LIJN, komt allereerst terug op de tweede rede van den interpellant. Deze voelde zich niet bevredigd. Spr. is ook geen ge val bekend, dat een interpellant wel be vredigd was (vroolijkheid, genoemd wordt de naam: Drop). Spr. zegt dat die bevre diging dan toch een uitzondering is. Spr. constateert dat het geworden is een debat tusschen de Kamer en de regeering. Een interpellant kan aanwijzingen geven, alleen de regeering kan daden verrichten, Spr. heeft haar voornemens uiteengezet, en meent dat er voor teleurstelling geen plaats is. Moet er nu ook gelet worden op het geen door de extremistische groepen te berde is gebracht? Er is gezegd, er niet op in te gaan. We hebben nu eenmaal de maatschappelijke structuur, waarin we leven, en een ombuiging naar een van beide richtingen is er voorloopig niet. Er zijn nog twee groepen in de Kamer, waarmede het moeilijk is van gedachten te wisselen. Een der twee woordvoerders tastte het christelijk karakter van het kabinet aan, spr. zal dit stilzwijgend voorbijgaan (een stem: de gemakkelijkste weg). Een ander betoogde zoo iets als: zet de Room- schen uit het land. Het is moeilijk met deze woordvoerders te debatteeren. Spr. zegt dat er ook velen zijn, die hun tijd beter besteden kunnen, dan met spre ken over onbereikbare onderwerpen. Er is gesproken over onderwijs-aangele- genheden; nauwgezet kan dit niet bij een interpellatie over de werkloosheid. Er is ook gesproken over maatregelen betref fende cultureelen belangen, uitgifte van gronden in de Wieringermeer, invoer van Deensch vleesch, steun aan de vereeniging voor jeugdige onderwijzers, gasmaskers en vluchtkelders. Over dit alles is beter bij andere gelegenheden te praten. Hetzelfde geldt voor oprichting van muziekcorpsen en het subsidieeren van tooneelkunst. Hier is het Werkfonds niet betrokken, dat be hoort bij de begrooting thuis. Tal van andere onderwerpen zyn be sproken, niet direct verband houdende met de werkloosheid. Doch ook is gewezen op hooge steunbedragen tot 37.17 toe, hooger dan de overeenkomstige loonen.Hier echter betrof het gezinsinkomsten. In .één geval alleen zou het gezinsinkomen gelijk zijn aan het loon, in andere was dat iets lager. Een gezonde toestand is dit niet, maar bij elke regeling komen minder ge- wenschte gevallen voor. Men zal de re geling nog eens moeten herzien. De Zweedsche regeling echter geeft 70 pet. van het werkverschaffingsloon, liggende op het niveau der ongeschoolden. Gingen we hier niet hooger, we zouden wel weer een week moeten débatteeren. De regeering zegt inmiddels een nader onderzoek toe. Voor haar gegevens heeft de regeering het verdienstelijk samengestelde be kende blauwe boek van het N. V. V. niet noodig. Van de 674 werkfondswerken wa ren er 316 reeds in behandeling vóór het boek verscheen, terwijl er 358 buiten dat boek om gaan. Inmiddels zal de regee ring geen enkel geval over het hoofd zien. Spr. behandelt de oorzaken en het ver loop der werkloosheid, de financieele con sequenties en de middelen ter verbetering van den toestand, óf reeds in behande ling óf in de Kamer naar voren gebracht. Spr. becijfert het bedrag aan Zuiderzee werken over 4 jaar jp 103 millioen, terwijl in de komende 4 jaar voor Defensie 417 millioen wordt verwerkt, waarvan 116 mil lioen naar het buitenland gaat. De cijfers in spr.'s eerste rede zijn juist geweest. Thans wordt uitgegeven 125 mil lioen meer dan het gemiddelde der 5 ver leden jaren. Spr. heeft verwezen naar de Ver. Staten waar men zooveel geld in de maatschappij VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland De bemiddelingsplannen van Engeland in Spanje. (2de blad). Prof. Aalberse gekozen tot vice-voorzitter van de 24ste internationale arbeidsconfe- rentie te Geneve. (2de blad). Ook in de V.S. is een dienstplichtwet voorbereid. (2de blad). De Duitsche pers verzamelt incidenten, welke in Tsjecho-Slowakije zouden zijn voorgekomen. (2de blad). Omgeving In Warmond is een man overboord ge slagen en verdronken. (3de blad). Een inwoner van Leidschendam werd door een trein gegrepen; beide voeten wer den hem afgereden. (1ste blad). ADOLF, BENITO, ANTON. Een N.S.B.-ouderpaar te Groningen heeft zyn pasgéboren zoon met deze drie fraaie voornamen versierd: Adolf, Benito, Anton. De telg is dus achtereenvolgens genoemd naar Hitler, Mussolini en Mussert. De „Avondpost" merkt hierbij op: „Wij moeten dien Groningschen ouders een oprecht compliment maken voor hun politieke inzicht. Eerst Hitier, daarna Mus solini, tenslotte Mussert. Het kon niet spre kender en toepasselijker. Deze ouders weten precies waar Anton den mosterd haalt". heeft ingepompt. Toen er in 1937 mede werd gebroken, is er onmiddellijk een in zinking gekomen; in het voorjaar van 1937 waren er 7 millioen werkloozen, nu bijna 11 millioen. Wy trachten het werkloozencijfer naar beneden te brengen en moeten ons be hoeden voor een terugval. Over de oorzaken der werkloosheid is er niet veel verschil gebleken: die zijn van internationalen aard en buiten bereik der regeering. Secundaire middelen kun nen de oplossing van het probleem niet brengen. Hier te lande zou de toestand verergerd zijn doordat de regeering de normale werkgelegenheid met name bij de ge meenten heeft lamgeslagen. Het zijn na tuurlijk de ongunstige financieele om standigheden die de gemeenten minder werk deden uitvoeren dan voorheen. In gegrepen heeft de regeering alleen als de gemeentefinanciën in de war dreigden te loopen, juist om van de autonomie te red den wat er te redden valt. Inmiddels als men de cijfers van het door Waterstaat uitgegevene vermeerdert met die- van het Werkfonds, dan blijkt, dat er de laatste vijf jaar voor openbare werken ongeveer evenveel is uitgegeven als in de vijf jaren daarvoor. Als men in het debat hier in de Kamer met cijfers komt, moeten die volledig zijn. Wat de openbare aanbe stedingen betreft, telt men daar die der semi-officieele lichamen bij, dan komt men voor 1937 tot 96,5 millioen, dat is 23 mil lioen meer dan in het vetste jaar. Het" is dus onjuist, dat de regeering het uitvoeren van openbare werken zou hebben beperkt. We moeten komen tot de juiste afmetin gen. Er kunnen onzuiverheden voorkomen, ook in de cijfers. Maar de vraag is of er een betere maatstaf is dan de regeering toepast, b.v. t.a.v. de werkloosheidsverze kering. (Zie eventueel vervolg onder Laat ste Berichten). Het Katholiek Comité van Actie „Voor God" schrijft ons VOOR ALLES DE WAARHEID Men kan den mensch niets beters, niets kostbaardere ontnemen, dan de goddelijke waarheid, het echte, godsdienstige geloof. Want wie den mensch de waarheid ontsteelt of hem daarin bedriegt, die schokt of vernielt daarmee zelfs Set geestelijke fundament in zijn ziel, ontneemt hem den eenigen waren maatstaf in het beoordeelen van wat recht of onrecht is en berooft hem zoo van het eerste en meest noodzakelijke vereischte voor een rechtvaardige, eerlijke handel wijze, Adolf Kolping.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1