VARKENSFOKDAG
Tengevolge van den Westerstorm daalde het water In het Buiten IJ te Amsterdam
Maandag zoo sterk dat vele schepen en visschersfuiken droog kwamen te liggen
De mislukte staatsgreep van generaal Cedillo in Mexico. Cedillo aan den dagelijkschen arbeid op het land, achter den ploeg, toen
hij nog geen machts-aspiraties koesterde
Zestig jaar was Maandag het echtpaar -
C. Steman en M. Steman-Bosland te Door het gezelschap „De Waagspelers te Haarlem zal een schimmenspel worden
Nieuwendam getrouwd en zestig jaar opgevoerd, dat tot onderwep heeft het Huis van Oranje. - Een der aardige
reeds wonen zij in het zelfde huisje episoden, voorstellend het Prinselijk Paar tijdens een tochtje op de tandem
aan den Nieuwendammerdijk
De nieuwelingen aan den start voor de „Ronde van Ilpendam", welke
Maandag voor de derde maal werd verreden
FEUILLETON
VIRGINIA'S KEUZE
Naar het Engelsch
door
THEA BLOEMERS.
44.
Ik heb je Iets voor te lezen, Marty,
zei hij.
Als het een gedicht is, dan is het nog
te vroeg in den morgen, antwoordde zij.
Hij bloosde.
Het is al bijna twaalf uur.
Maar ik heb nog niet gegeten. Ik moet
eerst geluncht hebben vóór ik mijn hersens
kan laten werken.
Rickey keek haar aan.
Hoe kom je erbij zulke dingen te zeg
gen? Je meent ze niet. Je wilt graag hoo-
ren, wat ik je heb voor te lezen. Je weet
het zelf heel goed, maar je zult het nooit
lezen
Hij scheurde het papier in tweeën, wierp
het over de verschansing en ging weg.
Marty's oogen waren somber.
Ik heb hem met m'n woorden ge
kwetst, zei ze.
En wat zou dat nog?
Het is alsof je een kind pijn doet.
Je bent gewoonlijk niet zoo gevoelig
voor de mannen, die je liefhebben.
Dat weet ik. Maar dit keer is het niet
een kwestie van den man, die mij liefheeft,
maar van den man, dien ik liefheb.
Zijn uitroep verried zijn verbazing.
Je wilt toch niet zeggen, dat je met
hem wilt trouwen?
Zij schudde het hoofd.
Ik weet niet, wat ik wil.
Toen na een stilte:
Maak dat je wegkomt, Tony mio, dan
tan ik hem laten roepen en zijn gewonde
hart troosten.
Wil je heusch hebben dat ik wegga?
Ja, het spijt mij wel. Ik weet dat het
hard is voor je ijdel'heid.
Ik ben niet ijdel. Niiemand houdt van
mij.
Zelfs Virginia niet?
Ik wou dat het waar was. Hij stond
op en keek op haar neer. Ik zal je nu aan
je jonge dichter overlaten. Maar als er iets
gebeurt, bedenk dan, dat ik je gewaar
schuwd heb.
Maar Marty wilde niet gewaarschuwd
worden. Tony zag hen dien avond samen
in het maanlicht. Marty in een zilveren
sjaal en Rickey aan haar voeten. Jane
Bleecker zag hen ook en zei scherp tegen
haar zoon:
Marty moest zich schamen, om dien
jongen Farquhar zoo in te palmen.
Misschien palmt hij haar in.
Wat bedoel je?
Dat ze verliefd op hem is.
Marty verliefd?
Ja.
Nonsens.
Je kunt het dat wel noemen, Midget,
maar ze heeft het mij zelf gezegd.
Ze zal nooit met hem trouwen.
Je kunt er nooit zeker van zijn, wat
Marty zal doen en wat niet. Zij gaat haar
eigen gang.
Jane verwerkte dat in stilte Haar heele
leven had zij gewild, dat Tony met Marty
zou trouwen. Zij was niet van plan om nu
kaar plannen zóó maar in de war te laten
sturen door dien jongen.
Toen haar zoon naar bed ging en Marty
ook, trouwens iedereen, behalve Rickey,
cue over de verschansing leunde en naar de
maan keek, die als een roode lampion in
dë warme lucht hing, bleef Jane.
Wat Rickey betreft kon zij er evengoed
r.iet zijn geweest. Een paar minuten ge
leden had Marty hem verlaten en hij ver
toefde nog in den zevenden hemel. Zij had
hem lief!
Toen plotseling, zei Jane Bleecker:
Sta in 's hemelsnaam niet zoo naar de
maan te staren, Rickey.
Hij draaide zich naar haar om.
Ik dacht dat iedereen naar bed was.
Iedereen, behalve jij en ik. Hoe kan
men slapen in een nacht als deze?
Rickey kwam op haar toe.
Voelt u het ook? De betoovering?
Ja. Binnenkort gaan we allemaal weer
r.aar het Noorden en dan wordt je vanzelf
weer koel en kalm en verstandig.
Kom hier zitten, zei Jane met een ge-
haartje naar den stoel naast haar. Ieder
jaar, begon ze met peinzende stem, ieder
Jaar komen we hier op Marty's jacht en be
leven een paar weken van heerlijke droo-
men en dan keeren wij weer naar de wer
kelijkheid terug
Wat bedoelt u met droomen? vroeg
R.ckey, onverschillig.
O, iedereen wordt verliefd en als we
veer thuis zijn vragen we ons af, hoe we
het hebben kunnen doen.
Zij voelde, dat zij nu zijn aandacht had.
Marty is nog nooit echt verliefd ge
weest, zei hij met een heftige overtuiging.
Al het vroegere is bij haar maar hoe
noemde u het ook weer maar een droom
geweest.
Jane lachte koel.
Dat zegt ze tegen iedereen opnieuw.
Het hoort zoo bij het spelletje, dat je den
laatsten man zegt, dat er nooit een ander
is geweest van wie je echt hebt gehouden.
Rickey wendde zijn gezicht naar haar
toe.
Ik heb niet graag dat u zulke dingen
van Marty zegt.
O, als je bewijzen verlangt, die zijn er
genoeg. Vraag maar aan den stuurman
hoeveel nachten hij haar hier tot heel laat
in den maneschijn heeft zien zitten.
Waarom vertelt u mij dit?
Omdat ik niet wil, dat ze je verdriet
aandoet.
Hij lachte, zulk een blijden lach, dat Jane
er van schrok.
Hoe kan ze mij verdriet doen, als ik
haar belofte heb?
Haar belofte?
Ja, om me te trouwen.
Jane staarde hem ongeloovig aan.
Zoo iets dwaas heb ik nog nooit ge
hoord.
Wij zijn allebei dwaas, denk ik. Maar
het is een mooie dwaasheid.
Jane stond op.
Jullie zqn zeker twee dwazen, als je
mijn meening vraagt.
Maar <£ie vragen we niet, zei Rickey
met overtuiging. Marty zegt dat zij genoeg
heeft van haar wereld. Zij wil leven in de
wereld die ik haar geven zal.
Nadat jullie getrouwd zijn, zal zij er
op zijn hoogst vijf minuten in leven, zei de
practische Jane.
Zij zal er voor altijd in leven, was het
exotische antwoord.
Daarna begaf Jane zich naar bed. Zij
had nog niet alle pijlen verschoten, die zij
op haar boog had. Marty moest met Tony
trouwen, dat had zij altijd gewild en dat
wilde zij nog.
Toen zij den volgenden morgen in haar
hut brieven zat te schrijven kwam Tony bij
haar.
Ik vertrek vanmiddag, Midget.
Maar waarom, m'n lieve jongen?
Ik moet terug. Ga met me mee.
Met je meegaan?
Ja, vader is een beetje eenzaam. Ik
wou dat u en hij
Dat wij wat?
Elkaar meer zagen. Meer bij elkaar
waren.
Maar we zouden ons doodelijk verve
len, Tony.
Dat zoudt u niet. Vader is een pracht
mensch.
Juist daarom. Hij torent veel te hoog
boven me uit.
Dus dat was het? Jane's kleinheid vrees
de de grootheid van den ouden Anthony.
Tony zuchtte, toen hij haar verliet. Een
eigen haard!Arme vader!
Tony geeft Virginia op.
Toen Tony tenslotte in Annapolis aan
kwam, was hij zich voor de eerste maal van
zijn leven van een gevoel van groote een
zaamheid bewust. Het was een nieuwe er
varing voor hem: niet te bezitten wat hij
wilde hebben. En nu begeerde hij het on
mogelijke.
Toen hij dien nacht door de straten van
de oude stad dwaalde, dacht hij aan Mary's
koele schoonheid, aan de onoprechtheden
van zijn moeder en aan Virginia's eenvoud
en eerlijkheid. Wat een verschil zou het
voor zijn toekomst zijn als hij met haar
kon trouwen! Hoe zou hij zijn best doen,
om beter te zijn dan tot nu toe en om een
beter tehuis te krijgen dan de oude An
thony! (Wordt vervolgd).