Rotterdam eischt
eigen vliegveld
De steunverleening aan de
kleine tuinders
DINSDAG 31 MEI 1938
29ste Jaargang No. 9044
Telefoon: Redactie 15.
Telefoon: Administratie 935.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Adv. en Abonn. - tarieven zie pag.
Giro 103003. Postbus 11.
V Troosl en hoop
In dezen onder stoffelijk en vooral on
der geestelijk opzicht verwarden en verwar-
renden tijd heeft ieder behoefte aan troost
en aan hoop.
Die troost en die hoop is een bron van
kracht geschonken in het mee-leven met
wat in de achter ons liggende dagen heeft
plaats gegrepen te Boedapest.
Daar is weer eens gemanifesteerd, hoe
bevoorrecht zijn degenen, die Christus'
leer in volle waarheid en werkelijkheid
aanvaarden; bevoorrecht ook in dezen tijd!
Wie in zijn katholieke courant (vele
andere couranten hebben er haast geen
melding van gemaakt!), in de radio die
by gelegenheden als deze zulk een ont-
zaglijk-groote weldaad blijkt te zijn!
het Internationaal Eucharistisch Congres
heeft mee-geleefd, zal versterkt zijn in het
bewust-zijn van den rijkdom, hem door
Gods onverdiende genade geschonken...
De Paus, die zich door de radio tot het
congres heeft gericht, heeft in die vader
lijke toespraak ons een gebed voorgebeden,
bij uitstek aanpassend aan de behoeften
van dezen tijd. Wij willen hier de volle
aandacht richten op deze vaderlijke woor
den:
„En terwijl onze Verlosser, verbor
gen onder broodsgedaante, maar zicht
baar door het geloof, hier Zijn triomfen
viert, smeeken wij Hem in vereeniging
met U, dat Hij door Zijn Goddelijke
macht ons bchoude, vermeerdere en
versterke de troost en hoop op betere
tijden, en de wolken zal verdrijven,
welke doen vreezen voor nieuwe stor
men.
Dat Zijn Goddelijk Licht ook moge
schijnen in de duisternis en de zielen
zal bevrijden van de moeilijkheden,
welke zooveel verdriet veroorzaken".
Dat gebed willen wij, in den geest ver-
eenigd met den Heiligen Vader, die van
daag zijn 81sten verjaardag viert, herha
len er aan toevoegend, dat het God
moge behagen, dat de Paus nog tijdens zijn
leven die betere tijden, waarop hij doelt,
ziet aanbreken
GEEN TOESTEMMING AAN DEFENSIE
OM OP WAALHAVEN TE BOUWEN.
Naar aanleiding van den brief van den
minister van Waterstaat van 25 Mei, waar
in een nadere uiteenzetting wordt gegeven
van de redenen, welke de regeering er toe
hebben geleid, in beginsel te besluiten de
stichting te bevorderen van een centraal
vliegveld, dat de eenige luchthaven van ons
land zal zijn voor het groote internationale
verkeer met landvliegtuigen, deelen B. en
W. van Botterdam aan den Raad mede,
dat dit schrijvén geen wijziging heeft kun
nen brengen in hun overtuiging, dat uit
voering van het voornemen der regeering
voor Rotterdam een zoo onherstelbaar ver
lies zou beteekenen, dat zij hun medewer
king daaraan niet kunnen verleenen.
B. en W. stellen dan ook den Raad voor,
hen te machtigen aan den Minister van Wa
terstaat mede te deelen, dat, aangezien
Rotterdam de instandhouding van een
eigen vliegveld in de naaste omgeving
daarvan een onafwijsbare eisch acht, zij
haar medewerking aan de uitvoering van
het voornemen der regeering tot den aan
leg van een centraal vliegveld niet kan
verleenen en er op aandringt, dat de beslis
sing omtrent dit voornemen door de re-)
geering op zoo kort mogelijken termijn*,
wordt genomen en niet wordt uitgesteld tot
omstreeks de jaarwisseling 19381939.
In verband met de door B. en W. gedane
toezegging, dat zij er geen bedenking te
gen hebben, dat vanwege het departement
van defensie op Waalhaven reeds dadelijk
de noodige accomodatie wordt tot stand
gebracht voor het gebruik van dat terrein
door de militaire luchtvaart, is door den
minister van defensie bij schrijven van 19
Mei j.l. toestemming verzocht tot het doen
bouwen en gebruiken van drie hangars met
toebehooren in den Westelijken hoek van
Waalhaven. Uiteraard is de toezegging ge
schied onder voorbehoud dat de regee
ring tegen verplaatsing van de burgerlucht
vaart naar een terrein in den polder Zes
tienhoven geen zwaar zou maken.
Nu dit laatste wel te duchten is, is
het B. en W., hoezeer zij er van door
drongen zijn, dat de defensie-belangen
in dezen spoed vereischen, vanzelfspre
kend niet mogelijk, hangende deze
aangelegenheid aan het verzoek van
den minister van defensie gevolg te ge-
yen.
ENKELE VOOR- EN NADEELEN
In dit blad zijn, naast de door de Minis
ters van Sociale en Economische Zaken
uitgevaardigde maatregelen voor de steun
verleening aan kleine tuinders, mededee-
lingen verschenen over de normen, welke
bij de berekening van den steun aan de
tuinders zullen worden aangelegd, terwijl
eveneens berichten zijn opgenomen van den
regeeringspersdienst omtrent de verande
ringen welke, tijdens de steunperiode, voor
deze bedrijven in acht moeten worden ge
nomen.
De uitvoering van deze maatregelen in
de praktijk is mede aanleiding geworden
tot het schrijven van dit artikel. Gebleken
is nJ., dat weinig tuinders precies op de
hoogte zijn van hetgeen de nieuwe regeling
hen brengt. De materie is danook wel
eenigszins ingewikkeld, temeer daar de
voorschriften van de steunregeling in vele
gevallen prevaleeren.
Wij meenen de stof van ons artikel te
kunnen splitsen in een meer algemeen
overzicht en een uiteenrafeling van de
voorwaarden, waaraan de B-tuinders heb
ben te voldoen om voor steun in aanmer
king te komen. Wij komen tot deze afzon
derlijke bespreking van den B-groep, om
dat deze het meest aangewezen is op de
steunmaatregelen voor de werkloozen en
het nader kennen van de vele verplichtin
gen zal een juister inzicht geven in de
voorwaarden waaronder steun verleend
kan worden.
Waarom heeft de regeering deze steun
maatregelen in het leven geroepen?
„Financieel Overheidsbeheer" van 1 Mei
n.l. geeft hierop, zij het in ander verband,
een afdoend antwoord.
Velen zullen zich herinneren, aldus ge
noemd blad, welke enorme moeilijkheden
op het gebied van vraag en aanbod tijdens
den wereldoorlog moesten worden over
wonnen. De maatregelen der strijdende
partijen waren oorzaak, dat hier te lande
een ongekend tekort aan de eerste levens
behoeften ontstond, met als natuurlijk ge
volg prijsopdrijving. De overheid moest in
grijpen. De productie kon wel worden ge
stimuleerd, maar voor regeling of orde
ning was nog geen basis te vinden. Ergo
dienden alle krachten te worden geconcen
treerd op de distributie van het weinige,
dat voor verzorging van de bevolking be
schikbaar was gebleven. Aanvankelijk
moest worden volstaan met het vaststel
len van maximum prijzen.
Na 1929 was komen vast te staan, dat de
wereldbehoefte ruimschoots bevredigd kon
worden, ja, dat zelfs een overvloed aan
wezig was, welke tot gevolg had, dat de
prijzen, welke eerst maximaal geregeld
waren, zoodanig daalden, dat de regeering
zich verplicht gevoelde minimum prij
zen vast te stellen. Was dus vóór 1929 de
consument beschermd, thans moest de pro
ducent beschermd worden, wilde men zijn
bedrijf niet ten grc^de richten.
Aan een eerste eisch van sociale recht
vaardigheid wordt hiermede voldaan. Ook
de tuinbouwbedrijven vielen onder deze
wet. Het landbouwverslag over 1937, uit
gegeven door het C. B. v. d. Statistiek,
dat voor een groot gedeelte is ingeruimd
voor den tuinbouw, begint met de opmer
king, dat het jaar 1936 evenals 1935 voor
de meeste bedrijven onbevredigend is ge
weest. Ondergingen enkele gewassen een
geringe stijging, andere, als sla, aardbeien,
kool, uien e.d. toonden wederom een ach
teruitgang, vooral in centra, waar men in
het bijzonder op uitvoer aangewezen is.
Kon men, aldus dit verslag, voor vroeg-ge-
teelde producten somtijds betere prijzen
maken, in de volle-gronds-groententeelt
hadden de telers echter nog met groote
moeilijkheden te kampen en was over het
algemeen van een loonende teelt geen
sprake.
De levensstandaard onderging weinig
wijziging met 1935; verdere aanpassing
was niet meer mogelijk. Het aantal
bedrijven voor groenten- en fruitteelt be
droeg in 1936 (op basis van afgegeven teelt
vergunningen) 66000, het aantal bloembol-
lenbedrijven 12465.
Uit deze weergave blijkt reeds voldoen
de, dat, juist door het steeds verder terug-
loopen van de bestaansmogelijkheden op
de tuinbouwbedrijven de minimale levens
standaard in dalende lijn is overschreden
en ingrepen van de overheid allernood
zakelijkst was.
De steunmaatregelen werden dus dank
baar tegemoet gezien. De praktijk zal heb
ben uit te maken in hoeverre deze maat
regelen aan hun bedoeling zullen beant
woorden.
De uitvoering der regeling willen de Mi
nisters gelegd zien in handen van een com
missie, waarin, naast vertegenwoordigers
van den tuinbouwvoorlichtingsdienst en het
departement van Sociale Zaken, zitting heb
ben een vertegenwoordiger van de werkge
vers en een vertegenwoordiger van de
werknemers, terwijl het voorzitterschap
gelegd worde in handen van den burge
meester of een der wethouders.
Ons zijn echter gemeenten bekend,
die deze samenstelling gaarne anders
hadden gezien en in de praktijk ook
naar een andere samenstelling stre
ven. Men gaat hierbij van het stand
punt uit, dat het niet noodig is, dat de
arbeidersvertegenwoordigers bekend
worden gemaakt met den financieelen
toestand van hun werkgevers, waarbij
nog komt, dat een beoordeeling door
deze arbeidersorganisaties weinig nut
heeft, omdat bij de uitvoering van den
steun gewerkt wordt naar vaste steun-
normen (enkele bijzondere gevallen
buiten beschouwing gelaten).
Wij meenen overigens te weten, dat er
bepaalde instellingen van weldadigheid
zijn, welke den Minister verzocht hebben
de distributie van hun armlastigen zelf ter
hand te mogen nemen om hierdoor het
„eigen" karakter van de ondersteuning
zooveel mogelijk te bewaren. Als voor deze
werkloozen of armlastigen zulke maat
regelen (overigens geheel te billijken) wor
den getroffen, dan is er wellicht veel te
zeggen voor h?t standpunt van die gemeen
ten, welke het verzamelen van gegevens
over tuinders en hun bedrijven meer ver
trouwelijk beschouwen en het niet direct
noodig oordeelen hieraan meer publiciteit
te geven dan strikt noodzakelijk is. Zeer
zeker zullen de tuinders zulk een stand
punt weten te billijken enwaardeeren.
De medewerking van den rijkstuinbouw-
consulent waarborgt een deskundige toe
passing van de vele moeilijkheden, welke
zich zullen voordoen; de vertegenwoordi
ging van Sociale Zaken is uitermate ge-
wenscht ten behoeve van een juiste toe
passing der steunmaatregelen en de ver
tegenwoordiging van het gemeentebestuur
geeft voldoende vertrouwen, dat de plaatse
lijke omstandigheden niet uit het oog zul
len worden verloren.
Verdeeling volgens het A, B, C.
De tuinders worden, evenals bij de klei
ne boeren, ingedeeld in 3 groepen n.l. A-
tuinders, B-tuinders en C-tuinders. Tegen
deze splitsing is o.m. in het Weekblad voor
Gemeentebelangen van 22 April j.l. be
zwaar gemaakt, o.i. ten onrechte. Opge
merkt wordt ter aangehaalde plaatse, dat
de regeering bezig is met het degradeeren
van een groep van personen, die zich moei
lijk een eigen bestaan heeft vérzekerd in
de laatste jaren. Zij, die van arbeider zijn
opgeklommen tot kleine boer of kleine
tuinder, worden nu weer teruggeplaatst in
de categorie van werklooze arbeiders. Het
blad beroept zich o.m. op de landarbeiders-
wet, wier strekking het was arbeiders in
het bezit te stellen van eigen land. Al mo
gen echter de tijdsomstandigheden een tij
delijk ingrijpen in het bedrijf noodzakelijk
maken (een ingrijpen, waarnaar gevraagd
is), dat wil nog niet zeggen; dat de regee
ring een degressieve stap gaat zetten. Dit
blijkt wel voldoende uit de verschenen
persberichten van den regeeringsdienst,
waar opgemerkt wordt, dat in beginsel al
leen een streven naar vergrooting van
bedrijfjes gezond genoemd mag worden.
Van een kreeftengang is dus geen sprake.
Zooals wij reeds opmerkten, onderscheidt
de regeling 3 groepen. Deze groepen zijn
niet zoo maar „met de vingers aan te wij
zen". Een voor elk bedrijf te maken bere
kening zal moeten uitmaken tot welke
groep het bedrijf zal komen te behooren.
Met de A-groep is men
vlug klaar.
Met de A-groep is men vlug klaar. Er
zijn immers tuinders, die een bedrijf heb
ben van zulk een kleinen omvang, dat zij
voornamelijk aangewezen zijn op loon
dienst, aangezien zij anders niet in hun le
vensonderhoud kunnen voorzien. Deze
groep wordt gelijk gesteld met arbeiders.
Tot deze groep behooren die tuinders, wier
theoretische inkomsten uit het bedrijf min
der bedragen dan f 4.per week. Doordat
deze tuinders geheel als arbeider worden
beschouwd, vallen zij onder de verplichtin
gen, welke ook gelden voor de werkloozen',
die in ondersteuning zijn. Bij het verlee
nen van deze ondersteuning zal natuurlijk
rekening gehouden moeten worden met de
inkomsten uit het bedrijf.
Tot op heden werd zoo nauwkeurig mo
gelijk nagegaan welke zuivere inkomsten
het bedrijfje opbracht. Thans is dit anders
Ook voor deze bedrijfjes wordt de theore
tische bedrijfsopbrengst vastgesteld aan de
hand van de normen, welke in „De Leid-
sche Courant" van 12 Mei j.l. uitvoerig zijn
opgenomen.
Moeders, laat deze week
de Uwen bidden en offeren
voor onze Koloniale Missies
Ook de C-groep gemakkelijk
te onderscheiden.
De C-groep baart ook niet veel zorgen.
Zijn de theoretische inkomsten meer dan
7.per week, dan worden deze personen
in natura gesteund (bij hooge uitzondering
in geld ).Deze groep wordt geenszins .als
werklooze tuinders aangemerkt, hetgeen
blijkt uit het feit, dat de kosten van deze
steunregeling geheel door het departement
van economische zaken wordt betaald. In
het practische effect maakt dit echter geen
verschil. Naast deze theoretische bedrijfs-
inkomsten wordt een schatting gemaakt van
de verdiensten uit nevenberoepen of an
derszins. De C-groep krijgt een jaarsteun,
zoodat alle gegevens per jaar worden om
gewerkt. De bedoeling van dézen steun in
natura is in de eerste plaats om het bedrijf
meer economisch weerbaar te maken.
Nu wil dit niet zeggen, dat elke tuinder,
die een theoretische bedrijfsopbrengst heeft
boven 7.voor den steun in natura in
aanmerking komt. De begrenzing ligt in
het steunbedrag, dat werkelijk kan
worden toegekend, n.l. 9.grondnorm
voor man en vrouw en ƒ0.15 voor elk in
wonend gezinslid. Het verschil dus tus-
schen het theoretische bedrag uit het be
drijf en het toegestane steunbedrag (ƒ9.—
plus zooveel maal 0.15) vormt de basis
van de ondersteuning.
Nu zijn deze C-tuinders niet enkel op de
zen natura-steun aangewezen. Zij kunnen
ook in aanmerking komen voor den B-steun
(wanneer deze wordt verstrekt), voor de
spaarregeling en voor de distributie van
goedkoope levensmiddelen. Gaarne had de
Minister deze C-groep in de gelegenheid
gesteld een bijslag te ontvangen voor in
wonende werklooze kinderen boven den
daarvoor gestelden leeftijd en het vrijlaten
van de verdiensten van inwonende kinde
ren tot een bedrag van 2.of f 4.in
dien deze verdiensten niet verkregen zijn
uit het bedrijf van hun vader. Practische
bezwaren lieten dezen maatregel echter
niet toe. Teneinde toch een tegemoetko
mende houding aan te nemen, werd beslist,
dat de verdiensten uit arbéid, buiten het
bedrijf verkregen, slechts voor 1/3 gedeelte,
in plaats van voor 2/3 gedeelte op het
normbedrag in mindering zouden worden
gebracht.
De steunberekening voor den B-groep is
wel de meest bewerkelijke. Onder deze ca
tegorie vallen die tuinders, die theoretische
inkomsten hebben, liggende tusschen 4.
en ƒ7.Alhoewel zij niet volledig als ar
beiders worden beschouwd, doordat zij ge
acht worden een gedeelte van hun tijd op
eigen bedrijf te werken, worden zij toch,
voor de toepassing van dezen steun, met
werklooze arbeiders gelijk gesteld. Met de
daaraan verbonden nadeelen, doch ook met
de aan de daarvoor geldende voordeelen.
Aan dezen groep willen wij het slotarti
kel wijden.
Woubrugge. H. E. M. SCHAMINéE.
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
KANTON: De luchtaanvallen der Japan
ners op de belangrijke Chineesche stad
Kanton duren voort. Zij schijnen van plan
te zijn de geheele stad grondig te verwoes
ten. De bevolking vlucht naar Hongkong
cnder de bescherming van de Engelschen.
De Chineezen vreezen, dat de Japansche
aanvallen zich binnenkort ook op Zuid-
China zullen richten en dat getracht zal
worden om de geheele kuststreek in Japan
sche handen te krijgen. Dan zou China van
de zee zijn afgesloten en gedegradeerd
worden tot een staat in het binnenland, die
voor zijn buitenlandschen handel is aan
gewezen op z'n buurstaten. Overigens is
het verzet van de Chineezen nog lang niet
gebroken, wanf aan den Loenghai-spoor-
weg wordt nog stevig gevochten, waarbij
de Chineezen ei soms in slagen om de Ja
pansche troepen terug te dringen. Ook is
Tokio verontrust door het verschijnen van
Chineesche vliegtuigen boven zijn grond
gebied.
VALENCIA: Ook op de linksche Spaan-
sche steden regent het bommen, geworpen
uit de vliegtuigen van Franco. Honderden
slachtoffers zijn daarbij te betreuren. Hoe
lang nog zullen deze moordpartijen moeten
voortduren, voordat de vrede zal kunnen
terugkeeren in dit zoo zwaar geteisterde
land? Gezien de langzame gang van de op-
marsch, welke nu weer totaal stil schijnt
te staan, is het einde van den Spaanschen
burgeroorlog nog lang niet in zicht.
Dit nummer bestaat alt
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
De Japanners blijven Kanton bombar
deeren. (3de blad).
De bombardementen In Spanje. (3de
blad).
Eischen der Sudeten-Duitschers door
Kundt geformuleerd. (3de blad).
Binnenland
Vergadering Prov. Staten van Zuid-
Holland. Verkiezing lid van Ged. Staten.
(2de blad).
De bomaanslag te Roterdam (3de blad).
Signalement van den dader (1ste blad).
LUCHTAANVAL OP GRANOLLERS.
Honderd dooden en gewonden.
BARCELONA, 31 Mei. (A.N.P.) Vanoch
tend hebben vliegtuigen der rechtschen het
op 30 K.M. van Barcelona gelegen stadje
Granollers gebombardeerd. Er zijn onge
veer honderd personen gedood of gewond.
De materieele schade is aanzienlijk.
DE AMERIKAANSCHE
KINDERROOVERS.
MIAMI, 31 Mei. (A.N.P.) Een vijfjarig
knaapje Kames Cash, werd in den nacht
van Zaterdag op Zondag ontvoerd. Het
ventje lag te slapen in de villa van zijn
ouders te Princeton, een dorp bij Miami.
De kidnappers hebben een briefje achter
gelaten, waarin zij een losgeld van 10.000
dollars eischten. De politie stelt een onder
zoek in.
DE ONTPLOFFING TE ROTTERDAM
Signalement van den dader
De Roterdamsche politie is er in geslaagd
uitvoeriger gegevens omtrent den dader
van de bomaanslag te Rotterdam te ver
zamelen. Onder meer heeft men een foto,
welke echter van twee tot drie jaar gele
der dateert.
Het nadere signalement luidt:
Leeftijd ongeveer 32 jaar, lengte 1.75 tot
1.78 meter, gladgeschoren gelaat, donker
bruin, achterover gekamd haar, donker
bruine oogen, gave tanden, zeer zelfbewust
maar elegant optreden, wenkbrauwen, wel
ke naar den neus doorgroeien, spreekt
Russisch, Oekrainisch, een weinig Duhsch
en vermoedelijk ook wat Fransch.
Bij Konovaleck en diens vrienden stond
hij bekend als Waluch. Hij is echter ook
bekend onder de namen Dissinov en Pe-
trobitch. In werkelijkheid zal hij wel ge
heel anders heeten.
De Rotterdamsche politie zich thans tot
den heer Broekhof, commissaris van de
Centrale tot opsporing van internationale
misdadigers te Amsterdam, gewend, met
het verzoek, medewerking te verleenen
a3n de opsporing van den zoogenaamden
Waluch. Aangezien men langen tijd geheel
in het duister heeft getast, omtrent de
indentiteit van den dader, had voordien
inschakeling van deze centrale nog geen
zin.
OVERVAL MET BEROOVING TE
HAAKSBERGEN.
Hedennacht is te Stepelo, gemeente
Haaksbergen, een overval met roof ge
pleegd op de aldaar met haar dochter en
een knechtje wonende 55-jarige weduwe
G. J. te Vaarwerk.
De onverlaten drongen de boerderij bin
nen, overvielen de weduwe en hebben haar
met een hamer op het hoofd geslagen en
ernstige verwondingen toegebracht, waarna
men de bewoners over elkaar in het bed
gooide, terwijl een van de daders hen on
eer bedreiging van een revolver in be
dwang hield.
Daarop heeft een tweede persoon het
heele huis doorzocht, waarna de indringers
vertrokken met medeneming van gouden
sieraden. Het geld hebben zij niet gevon
den.
De daders zijn daarop per rijwiel ver
dwenen naar een in de nabijheid staande
auto en zijn weggereden
Onmiddellijk is aangifte bij de politie
gedaan, die een uitgebreid onderzoek heeft
ingesteld. Naderhand zijn de rijwielen
teruggevonden. Van de daders ontbreekt
elk spoor.
De toestand van het slachtoffer is redelijk
wel.