DONDERDAG 19 MEI 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
NA DE JAMBOREE.
Wij lezen in de T ij d:
Negen maanden ligt de Jamboree ach
ter ons, die enkele tienduizenden padvin
ders uit alle deelen der wereld naar ons
land bracht om gezamenlijk het spel van
verkennen te beoefenen en in ernst kame
raadschappelijke toenadering te zoeken tot
elkander en tot het land en het volk, dat
hun gastvrijheid verleende. Ieder, die ver
leden jaar in de laatste dagen van Juli de
tentenstad in Vogelenzang terloops bezocht
of er geregeld verkeerde, houdt, wanneer
hij onbevangen om zich heeft gezien of
deel heeft genomen aan het bekoorlijk
eigen leven binnen haar grenzen, de her-
innering aan een waar festijn van woud-
loopers-romantiek en internationale ver
broedering.
Er viel ook een schaduw op dit zonnig
gebeuren, een schaduw, waarover wij des
tijds niet hebben gezwegen. In een zijner
correspondentie schreef onze speciale ver
slaggever:
„Dat de Jamboree de broederschaps
gedachte tusschen de jongens der ver-
schillenre volkeren bevordert, daar
twijfelt niemand meer aan, die ze den
heelen dag met elkaar ziet kennis ma
ken en optrekken. Tegen deri avond
echter komt de laatste dagen niet meer
zoozeer de broederschaps- als wel de
zusterschapsgedachte op den voor
grond. In een vorm in ieder geval, dien
Baden Powell zeker niet heeft be
doeld.
Hoe dat begonnen is, kan men in het
midden laten. De buitenlandsche jon
gens in hun dikwijls charmeerende uni
formen oefenen nu eenmaal een moei
lijk weerstaanbare aantrekkingskracht
uit op de Nederlandsche maagdekens.
Ze begonnen met bedeesd een handtee-
kenlng te vragen. En toen hosten ze
een eind mee in een grooten kring,
nou ja, wat steekt daarin?
De relaties worden echter steeds in
niger, Het wordt geleidelijk een recht-
streeksche gelegenheidsscharrelarij.
Men kan in Den Haag of Haarlem
iederen avond padvinders van een of
ander buitenlandsch contingent gearmd
met een of andere "smachtend uit haar
oogen kijkende schoone zien loopen.
Laat in den avond worden ze dan naar
den trein gebracht en het afscheid
neemt in den regel zeer roerende vor
men aan.
Met het zetten van handteekeningen
om niet hebben de buitenlandsche
scouts de eerste dagen al'goede daden
voor een heel jaar opgepot. Zij begin
nen er maar iets voor te vragen een
kus of zoo. Is dat niet leuk? Op de
markt ziet men die dingen gebeuren.
Ziet men, dat Hollandsche meisjes van
den eenen jongen naar den anderen loo
pen en langs dezen weg toenadering
zoeken.
Men kan het dien jongens niet ten
volle kwalijk nemen. Zij nemen de
kans, die zij krijgen. En zoo erg, beslist
ernstig is het niet.
Maar het respect voor en het zelfres
pect van het Hollandsche meisje boe
ten met dit alles leelijk in. Dit is geen
padvinderij meer, dat is kleffe flirterij.
Dat is een schaduwvlek op de Jam
boree."
""Kon men destijds weinig méér vermoe
den dan een betrekkelijk onschuldige gele
genheids-flirt, later is gebleken, dat des
tijds aangeknoopte relaties tusschen* bui
tenlandsche scouts en Nederlandsche meis
jes niet alle van even onschuldigen aard
waren; meerdere tientallen dezer meisjes
zullen hun leven lang der gevolgen er van
moeten dragen.
Dat zoovele Nederlandsche meisjes hun
eer bevlekten en zoovele padvinaers een
ontstellend gebrek aan-zedelijk besef toon
den, is uitermate bedroevend.
Maar ten overstaan van dit droeve en be
schamende gevolg der internationade pad
vindersontmoeting moet ook de vraag wor
den gesteld of naast de schuld der betrok
kenen zelf ook niet eenige verantwoorde
lijkheid daarvoor bij de leiding ligt. Heeft
zij het propaganda-element, het kijkspel
idee, nietten deele noodgedwongen om
haar kosten te dekken al te sterk op den
voorgrond gesteld? Sterker in ieder géval,
dan dit element in de opvoeding van jon
gens op dien leeftijd thuishoort. Het spel
van zulke jongens moet niet in zoodanige
mate of op zoodanige wijze te kijk worden
gezet, dat zij er „interessant" dooc worden
dat ontneemt hun de overgave van het
spel zelf en daarmee de rem, die de jeugd
beweging hun op zoo volkomen natuurlijke
wijze biedt tegen een overmatig en voor
hun leeftijd ongezonde belangstelling naar
de „andere zijde".
Jeugdwerk is mooi zoolang het op
voedt; gaat het zich echter tentoonstellen
dan is de uiterste voorzichtigheid en streng
heid in het belang van de opvoeding gebo
den."
ALLE HEERLIJKHEID
ONTBREEKT.
Een oude Ambachtsheerlijkheid in Zuid-
Holland met luisterrijk verleden en goede
reputatie heeft een bedrijf ondernomen, dat
gesignaleerd dient te worden, aldus de
Standaard.
„Van jaren her zijn de gronden dezer am
bachtsheerlijkheid aan de boeren in pacht
uitgegeven.
Pacht was en is de geëigende rechtsvorm
voor dit grondgebruik.
Edoch, nu de invoering der Pachtwet in
BINNENLAND
VESTIGINGSWET KLEINBEDRIJF
De beschikkingen van den minister
van oecomonische zaken, waarbij voor
verscheidene bedrijfstakken op grond
van de Vestigingswet-kleinbedrijf de
vestiging van inrichtingen zonder ver
gunning van den minister werd ver
boden, m.a.w. een spertijd werd in
gesteld in afwachting van de vast
stelling der vestigingseischen voor het
betrokken bedrijf, zijn thans aan
gevuld met de bepaling dat dit ver
bod ook geldt ten aanzien van de uit
breiding van het in een inrichting uit
geoefende bedrijf en ten aanzien van
de voortzetting van het in een inrich
ting uitgeoefende bedrijf, in geval van
wijziging in de personen van onder
nemers of beheerders. Het bovenstaan
de geldt voor het broodverkoopbe-
drijf, broodbakkersbedrijf, schoenher-
stellersbedrijf, maatschoenmakersbe-
drijf, het bedrijf van orthopaedisch
schoenmaker, schoenverkoopersbedrijf
en den kantoorboekhandel.
ZES NIEUWE KAMPEN VOOR OUDERE
WERKLOOZEN.
Zullen deze zomer reeds in gebruik worden
genomen.
De Regeeringspersdienst meldt:
Mede met het oog op de uitbreiding,
welke de werkverschaffing ondergaat,
heeft de minister van Sociale Zaken er zijn
goedkeuring aan gehecht, dat het aantal
kampen voor oudere werkloozen wordt uit
gebreid.
Was éenigen tijd geleden reeds toe
stemming verleend om nieuwe kampen
te bouwen, thans is opdracht gegeven
om opnieuw een zestal te laten maken
en wel 2 bij Sevenum in de Peel (Pro
vincie Limburg), 1 nabij Ommen, 1 in
Giethoorn, verder een kamp bij Hooge-
veen en een bij Diever. Deze kampen
zullen voor een deel einde Juli en voor
een ander deel uiterlijk einde Augus
tus a.s. gereed zijn.
In de kampen in de Peel zullen arbeiders
uit Maastricht gehuisvest worden, terwijl
de aanwijzing van arbeiders voor de ove
rige nieuwe kampen nog meot geschieden.
Echter zal in de eerste plaats hier aan de
groote centra worden gedacht.
Als de hiervorenbedoelde kampen gereed
zijn, zullen voorloopig, voor wat betreft de
tewerkstelling van oudere arbeiders 19
kampen in gebruik zijn,
PROF. DR. K. L. BELLON.
Benoemd tot ridder in de Orde van
Leopold I.
Koning Leopold van België heeft den
rector-magnificus van de R.K. Universiteit
te Nijmegen, prof. dr. K. L. Bellon, be
noemd tot ridder in de Orde van Leopold I.
„Msbd."
DE SPELLINGSONZEKERHEID.
Een adres van den Nederlandschen
Uitgeversbond aan den minister.
Het bestuur van den Nederlandschen
Uitgeversbond heeft een brief gezonden
aan den minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen, waarin onder verwij
zing naar de onzekerheid op spellingge-
bied, den minister met den meesten aan
drang wordt verzocht, ter voorkoming van
een anders onvermijdelijke werkloosheid
en schade voor de bedrijven, op den korst
mogelijken termijn die maatregelen te wil
len bevorderen, waardoor aan de onzeker
heid een einde komt.
zicht is, denkt de Ambachtsheerlijkheid
daar anders over.
De oude pachters kunnen niet meer pach
ten, maar kunnen wel als „aannemer" wor
den aangesteld.
De zonderlinge constructie is uitgedacht,
dat de rentmeester namens de Ambachts
heerlijkheid als aanbesteder optreedt en
„aanbesteedt" de verschillende met de be
bouwing en met het oogsten en de afleve
ring van producten samenhangende werk
zaamheden, aanvangende met het gereed
maken van het land en eindigende met het
einde van den afvoer van bedoelde pro
ducten."
Die fictie wordt dan in het heele aan
bestedingscontract volgehouden en aller
hande gewrongen constructies zijn bedacht
en uitgewerkt om den valschen schijn te
redden.
Zelden zagen wij een poging tot ontdui
king der Wet, waar het onwaarachtige zoo
dik oplag.
Dat deze listige kunstgreep om zich aan
de werking der Pachtwet te onttrekken zal
slagen, mag worden betwijfeld.
Immers heeft de Wetgever al bij voor
baat met dit slag van listelingen gerekend,
in de eerste alinea van atrikel 1 der
Pachtwet, luidende?
„Pacht is een overeenkomst, waarbij de
verpachter zich verbindt tegen een pacht
prijs een hoeve of los land aan den pach
ter te verstrekken om te gebruiken en
daarvan de vruchten te trekken", te laten
volgen de zinsnede: „Alle overeenkomsten,
welke de in het eerste lid omschreven
strkeking hebben, worden als pacht aange
merkt, in welken vorm en onder welke be
naming zij ook mogen zijn aangegaan."
Naar de'regelen van het positieve recht
moet de ambachtsheerlijke escapade reeds
worden veroordeeld.
Stellig moet zij naar de regelen der mo
raal als minderwaardig worden gewraakt.
Alle heerlijkheid ontbreekt in dit am
bachtsheerlijk optreden."
DE ORDENING VAN HET
BEDRIJFSLEVEN.
De minister van Economische Zaken, mr.
M. P. L. Steenberghe, heeft gisteravond te
Amsterdam aan een banquet van de Indus-
trieele Club, gehouden ter gelegenheid van
het vijf-en-twintigjarig bestaan dier Club,
een rede gehouden onder den titel „Staat
en Ondernemer".
Hierin heeft hij uiteengezet, hoe de eco
nomische depressie oorzaak was van een
toenemen der bemoeiing van den staat met
het bedrijfsleven, en o.m. betoogd, dat de
ordening een taak is voor het bedrijfsleven
zelf, waarnaast er een roeping is voor de
overheid.
HEFFING OP MELKPOEDER.
Het ligt In de bedoeling de heffing op
melkpoeder, welke thans 15 cent per K.G.
bedraagt, ook voor het thans aangevangen
melkjaar behoudens ingrijpende wijzi
gingen in de omstandigheden op ge
noemd bedrag te handhaven.
EEN FRANCISCAANSCH BESTUREN.
CONGRES.
Geslaagde bijeenkomst van het district
Woerden van den Derde Orde
Raad.
Te Amsterdam is Woensdag het Francis-
caansch Besturen-congres van den Derde-
Orde-Raad in het district Woerden gehou
den. Ongeveer tweehonderd bestuursleden
der verschillende afdeelingen van dit dis
trict bezochten het uitstekend geslaagde
congres, waar richtlijnen werden aangege
ven voor den uitbouw der afdeelingen en
waar de Franciscaansche gedachte uitvoe
rig besproken werd.
In de middagbijeenkomst sprak de zeer-
eerw. pater Visitator Parmenius Büller O.
F.M. een begroetingsrede uit, waarin hij
met voldoening constateerde, dat het leden
tal van de Derde Orde, na gedurende eeni
ge jaren te hebben stilgestaan, thans weer
stijgende is en waarin hij voorts den be
stuursleden op het hart drukte, er toe me
de te werken, dat de nieuw-toegetreden le
den trouwe leden van de Derde Orde zullen
zijn en blijven.
Vervolgens hield kapelaan A. C. Schaaper
uit Scheveningen, een inleiding over het
onderwerp „Wat ieder bestuurslid dient te
weten". Spr. noemde de Derde Orde een
hiërarchisch leeken-apostolaat en gaf in
zijn inleiding een aantal practische wen
ken, om de plichten tegenover de leden en
de afdeelingen naar de eischen te kunnen
vervullen. Het is noodig dat men zich in
werkt in de lectuur en ook op de hoogte
blijft, want dan eerst léer men zijn verant
woordelijkheid ten volle ontplooien. Men
moet toezien dat de leden hun verplichtin
gen nakomen en het gebod der liefde voor
al opvolgen. Daarbij wees spr. op het nut
van een goed controle-systeem voor het be
zoek der maandvergaderingen.
Pater dr. Vitus O.M.C. hield dan een
rede getiteld „Derde Orde-leiders paraat!
De wereld wacht op U."
Een kern van menschen verlangt naar
het dieper beleven van het geloof en wil
doordringen tot de zuivere en heldere bron
nen, aldus spr. Deze diepere beleving en
vernieuwing vormt den grondslag tot den
opbloei van het leekenapostolaat. In onzen
tijd is dit apostolaat dringend noodig.
De wereld is bezig terug te zinken in
het heidendom en wij staan voor een mas-
salen geloofsafval. Van het eerste getuigen
vooral de staatkunde, de economie, de kun
sten en wetenschappen. Hier worden opvat
tingen gehuldigd, die een aanfluiting zijn
voor de Christelijke moraal.
De oorzaak van den afval is het gemis
van het inzicht, dat het Katholicisme den
geheelen mensch omvatten moet. Katholieke
cultuur, economie, kunsten en wetenschap
pen zijn noodig, maar bovenal ook Katho
lieke menschen.
Juist als kern doet de Derde Orde geze
gend werk. Zij is een leekenapostolaat van
de beste soort. De taak van de bestuursle
den is groot en vol verantwoordelijkheid.
God heeft hen geroepen en zij moeten die
taak met geheele overgave vervullen.
De stoffelijke nood brengt ook zielen-
nood en een der grootste kwalen is de so
ciale ongerechtigheid, het door den Paus
gebrandmerkte liberalistisch kapitalisme.
De Derde Orde, met haar Franciscaansche
armoede-opvattingen en evangelische naas
tenliefde, moet meewerken aan de vernieu
wing en heiliging van de sociale groepee
ringen.
Na een gedachtenwisseling werd de mid
dagvergadering besloten met het zingen
van het Regina Coeli.
De deelnemers verzamelden zich vervol
gens aan een maaltijd.
Des avonds werd het congres voortgezet.
In de tweede bijeenkomst, die een feeste
lijk karakter droeg, hield Pater Eusebius
Kemp O.F.M. een rede onder den titel:
„Wie zeggen de menschen, dat ik ben?" In
deze prachtige rede, waarin ook de humor
niet ontbrak, schetste Pater Kemp den H.
Franciscus als een anderen Christus. Voor
zoover een mensch op Christus kan ge
lijken, geleek Franciscus op Hem. Hij volg
de Christus na, ook al kostte het hem zijn
hartebloed. Hij was een eenvoudig kind en
dat is het wat de wereld mist: de eenvoud
van het kind. De wereld wacht op een
Franciscus, omdat deze was de man van
het sociale gevoel, voor wien allen broeders
en zusters waren. De wereld heeft behoefte
aan het Franciscanisme, omdat deze geest
is een levend voorbeeld van Christendom
in de praktijk.
Zorgt daarom, zoo besloot Pater Kemp,
dat ge jong van harte blijft en zoo de Fran
ciscaansche blijheid en heiligheid verbreidt
Het programma werd verder gevuld met
declamatie, toffneel, zang en dans door de
Jeugd-D erde- O rde.
„Tyd".
SCHOONHEID VAN STAD EN LAND
In architectonischen woningbouw gaf
Laren het voorbeeld
Gistermiddag werd in hotel Hamdorff
te Laren het „zilveren feest" van de z.g.
welstandsbepaling in de Larensche bouw
verordening gevierd. Het geheele land
heeft het idee van deze welstandsbepaling
het initiatie! van den burgemeester van
Laren jhr. H. L. M. van Nispen tot Seve-
naer successievelijk overgenomen.
Onder de talrijke aanwezigen bevonden
zich de Commissarissen van de Koningin
in de provinciën Noord-Holland en Utrecht.
De burgemeester van Laren zeide in zijn
rede o.m., dat het thans als een eerste
plicht van de overheid wordt beschouwd,
dat zij de kunst beschermt en de schoon
heid van stad en land bevordert. Spr. be
ëindigde zijn toespraak met het bekend
maken van de bekroningen, die door de
jury in de bekende prijsvraag zijn toege
kend.
Architect C. W. Royaards uit Schoorl
verkreeg met de villa „Oldenhoeve" in de
rubriek „landhuizen" de bekroning.
In de rubriek middenstandswoningen
verkeeg Daniël Horn uit Baarn met de
woning „Vixtandem" de bekroning.
De Larensche architect G. H. Hofstee,
zag zijn arbeiderswoning bekroond.
Wouter Hamdorff te Laren verkreeg
tenslotte in de rubriek „utiliteitsgebouwen"
de bekroning voor het Watertorencomplex.
Dr. J. P. Fockema Andreae, oud-burge
meester van Utrecht en oud-Commissaris
van de Koningin in de provincie Gronin
gen, hield vervolgens een herdenkings
rede. Spr. herinnerde eraan hoe in de 19e
eeuw bouwondernemers straten en v/egen
zonder systeem vol plakten met mispro
ducten, het een al wanstaltiger dan het
andere, en de overheid liet dat alles toe,
zonder dot het haad schoonheidsgevoel
kwetste, laat staan haar geweten bezwaar
de. De gruwelijke resultaten van dat af
schrikwekkend bedrijf kan men nog heden
tot in de straten en op de pleinen, die van
ouds een vermaardheid genoten, waarne
men.
Eindelijk kwam toen de reactie, de ojle-
ving, de bezinning. Toen de oogen open
gingen schrok men.
Toen waren in tusschen in Laren de
oogen reeds wijd open. Nauwelijks een
maand later stelde de gemeenteraad de
aan het initiatief van den burgemeester
ontsproten bepalingen vast, die na ruim
een jaar in eenigszins gewijzigden vorm
rechtskracht zouden erlangen en haar voor
de eigen gemeente zegenrijke en voor heel
Nederland instructieve en stimuleerende
werking zouden gaan uitoefenen.
Thans lijkt dat zeer eenvoudig. En men
verwondert er zich niet over, dat gaande
weg allerlei gemeenten het Larensche voor
beeld gingen volgen, dat Laren snel en ge
makkelijk school maakte en men nu al
niet beter weet of het behoort zoo.
Prachtig zijn de resultaten, die bereikt
werden en als afschrikwekkende voorbeel
den staan hier en daar nog de bouwsels,
die zelfs den voortvarendsten magistraten
te vlug af zijn geweest.
En de voorspelling dat een welstandsbe
paling eigenaars en bouwers zou afschrik
ken en zoo aan een ruime ontplooiing
eener gemeente afbreuk zou doen? Door
de jongste geschiedenis van Laren wordt
zij schitterend gelogenstraft.
Hoogst voorzichtig en vakkundig heeft
men, waar het in verband met de bebou
wing noodig was, de gulden natuur, die
de gemeente Laren rijk is, aangetast en er
dan zooveel mogelijk voor gezorgd, dat
hetgeen men in dat gouden montuur vatte,
echte parels waren. Zoo heeft men hier een
kostbaar, harmonisch kunstwerk tot stand
gebracht, dat men, als een schoon erfstuk
der Larensche vaderen („vroede vaderen"
inbegrepen) uit het tijdvak 19131938
zorgvuldig in eere moge houden en pas
send uitbreiden.
Nadat nog enkele sprekers het woord
hadden gevoerd, sprak de burgemeester van
Laren een dankwoord.
Tenslptte bood het gemeentebestuur den
genoodigde een thé aan, gedurende welke
de bekende Larensche dansgroep „De
Klepperman van Elven" in Gooische boe-
rencostuums eenige aardige oude dansen
uitvoerde.
Onderscheiding voor den
burgemeester
Jhr. H. L. M- van Nispen tot Sevenaer,
de burgemeester van Laren, is ter gele
genheid van de herdenking van het 25-
jarig bestaan der welstandsbepaling in de
bouwverordening der gemeente, door H.M.
de Koningin benoemd tot officier in de odde
van Oranje Nassau.
„Msbd.".
HET CONFLICT IN HET HARING
VIS S CHERIJBEDRIJF.
In verband met het eergisteravond ge
nomen besluit van de Nederlandsche Ree-
dersvereeniging te 's-Gravenhage voor net
haringvisscherijbedrijf bestond er gisteren
te Scheveningen groote belangstelling voor
de vraag hoe de zeelieden op de nadere
voorstellen van de reeders zouden reagee-
ren.
Naar wij vernemen, bleven de stakers
echter in hun houding volharden. Er werd
dan ook nog den geheelen dag op verschil
len plaatsen gepost.
Gistermiddag en gisteravond zouden de
hoofdbesturen der drie vakorganisaties een
beslissing nemen over de vraag, welk stand
punt zij ten aanzien van de reedersver-
eeniging zullen innemen.
De christelijke organisatie adviseert haar
leden om te gaan monsteren
Na een bijeenkomst heeft het hoofdbe
stuur van den Christelijken bond aan zijn
leden met den meesten aandrang geadvi
seerd om te gaan monsteren, omdat zoo
als het bestuur bekend maakt „wij geen
enkele verantwoordelijkheid voor een
eventueel conflict mogen aanvaarden".
Het aantal visschers, dat by dezen bond
is aangesloten, bedraagt ongeveer 700.
Naar wij uit Katwijk vernemen, zouden
daar vandaag zeven schepen ter haring-
visscherij uitvaren.
DE INSTORTINGSRAMP
TE ROTTERDAM.
Verschenen is het antwoord van B. en
W. van Rotterdam op vragen van raadsle*
den betreffende de instorting aan de Val-
kensteeg.
We ontleenen er het volgende aan:
In April 1916 deed de toenmalige direc
teur der gemeentewerken het voorstel óm
enkele panden, welke tevoren met het oog
op een noodzakelijke verbreeding van de
Valkensteeg door de gemeente waren aan
gekocht, voor afbraak te verkoopen. Dit
voorstel heeft destijds de instemming ge
vonden van B. en W. en van den raad,
waarbij echetr werd bepaald, dat een strook
ter breedte van uiterlijk 0.50 M., uitma
kende het meest westelijke gedeelte van den
grond, waarop de af te breken panden aan
de Valkensteeg stonden, tot nader order het
karakter van privaatrechtelijk bezit zou be
houden.
Dit laatste werd noodig geoordeeld om
het verleenen van uitpad aan de eigena
ren van de aangrenzende perceelen te kun
nen beheerschen.
Op grond van een clausule zyn de mu
ren destijds gehandhaafd, waaruit valt af
te leiden, dat men het toen technisch ver
antwoord heeft geacht deze over de volle
hoogte te laten staan.
Het valt te betreuren, dat dit is geschied,
omdat het technisch niet verantwoord kan
worden geacht om een muur van de afme
tingen als de onderhavige vrij te laten
staan.
Uit de wijze, waarop de muur na af
braak van de panden is bepleisterd en afge
werkt, is in den loop der jaren blijkbaar
de indruk ontstaan, dat de muur één ge
heel uitmaakte met het belendende pand.
Daaraan zal het moeten worden toegeschre
ven, dat men nimmer op de gedachte is ge
komen het besluit van 1916 te herzien. Ook
is waarschijnlijk door den verkeerden in
druk, dien men van den muur kon krijgen,
destijds geen bezwaar gemaakt tegen het
verleenen van vergunning om er reclames
tegen aan te brengen.
In December 1936, toen een aan de zijde
van de Hoogstraat aanwezig reclamebord
tijdelijk verwijderd was, heeft een dienst
doende agent van politie opgemerkt, dat
aan den kop van den muur een z.g. snij
ding bloot kwam, hetgeen hij den techni-
schen dienst heeft gerapporteerd.
Als gevolg daarvan heeft de bouwpolitie
denzelfden dag een onderzoek ingesteld,
waarbij echter geenszins de indruk werd ge
kregen, dat toen gevaar te duchten was.
Het rapport van den ambtenaar heeft on
danks zijn verzoek de onderhoudsafdeeling
van den technischen dienst nimmer be
reikt. Eerst thans is gebleken, dat de muur
eigendom was van de gemeente. Daaruit
valt te verklaren, dat geen controle op den
muur is uitgeoefend.
Voorts kan worden medegedeeld, dat een
bouwkundige, die in 1936 een voorloopig
plan tot verbouwing van het pand van den
heer Mikx heeft gemaakt, heeft verklaard,
dat tijdens de opmeting door hem niet is
geconstateerd, dat de nu ingestorte bouw-
muur aan eenige werking onderhevig was.
Niettegenstaande zoowel ten aanzien van
particuliere als van gemeentelijke gebou
wen een in verband met de personeelsbezet
ting zoo goed mogelijke controle wordt uit
geoefend, achten B. en W. zich gedrongen,
door de vreeselijke gebeurtenis gewaar
schuwd, een opzettelijk onderzoek te doen
instellen van alle daarvoor in aanmerking
komende bouwwerken. Zij hebben inmid
dels reeds besloten door eenige personeels
uitbreiding de controle te versterken.
Voorts hebben zij zich bereids met den
rechtsgeleerden raadsman der gemeente in
verbinding gesteld ten einde omtrent de
aansprakelijkheid der gemeente en de ge
volgen daarvan te worden voorgelicht. Zij
meenen evenwel reeds aanstonds als hun
oordeel kenbaar te moeten maken, dat het
leed, hetwelk door het ongeluk is veroor
zaakt, van de zijde der gemeente zooveel
mogelijk zal dienen te worden verzacht.
JEF LAST IN VRIJHEID GESTELD.
Naar wij vernemen is de schrijver Jef
Last, die de vorge week, toen hij uit Bel
gië kwam, aan de grens te Zundert door de
marechaussee werd vastgehouden, gister
middag in vrijheid gesteld.
De heer Last heeft zich daarop naar
zyn woonplaats Amsterdam begeven.
In verband met de vrijlating van Jef Last
vernemen we nader, dat de ter zake be
voegde autoriteiten bij deze beslissing re
kening hebben, gehouden met de bijzon
dere positie, waarin deze vreemdeling ver
keert, waarbij o.m. werd overwogen dat
zijn familie hier te lande woonachtig is.
Voorts is de invrijheidstelling slechts te
beschouwen als een voorloopige beslissing
tot toelating, terwijl aan zijn verblijf in ons
land bovendien eenige voorwaarden zijn
verbonden.
Nader vernemen wij, dat de vrijlating is
geschied, zonder dat Jef Last zijn ingehou
den papieren zijn teruggegeven, terwijl de
regeering als voorwaarde heeft gesteld, dat
hij zich van alle politieke activiteit zal ont
houden.
Uit een en ander blijkt, dat de rechtspo
sitie van den heer Last niet geregeld is.
Zijn raadsman, mr. H. Eskens, kon ons
echter omtrent eventueele stappen dien
aangaande nog niets mededeelen.