DONDERDAG 19 MEI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN NA DE JAMBOREE. Wij lezen in de T ij d: Negen maanden ligt de Jamboree ach ter ons, die enkele tienduizenden padvin ders uit alle deelen der wereld naar ons land bracht om gezamenlijk het spel van verkennen te beoefenen en in ernst kame raadschappelijke toenadering te zoeken tot elkander en tot het land en het volk, dat hun gastvrijheid verleende. Ieder, die ver leden jaar in de laatste dagen van Juli de tentenstad in Vogelenzang terloops bezocht of er geregeld verkeerde, houdt, wanneer hij onbevangen om zich heeft gezien of deel heeft genomen aan het bekoorlijk eigen leven binnen haar grenzen, de her- innering aan een waar festijn van woud- loopers-romantiek en internationale ver broedering. Er viel ook een schaduw op dit zonnig gebeuren, een schaduw, waarover wij des tijds niet hebben gezwegen. In een zijner correspondentie schreef onze speciale ver slaggever: „Dat de Jamboree de broederschaps gedachte tusschen de jongens der ver- schillenre volkeren bevordert, daar twijfelt niemand meer aan, die ze den heelen dag met elkaar ziet kennis ma ken en optrekken. Tegen deri avond echter komt de laatste dagen niet meer zoozeer de broederschaps- als wel de zusterschapsgedachte op den voor grond. In een vorm in ieder geval, dien Baden Powell zeker niet heeft be doeld. Hoe dat begonnen is, kan men in het midden laten. De buitenlandsche jon gens in hun dikwijls charmeerende uni formen oefenen nu eenmaal een moei lijk weerstaanbare aantrekkingskracht uit op de Nederlandsche maagdekens. Ze begonnen met bedeesd een handtee- kenlng te vragen. En toen hosten ze een eind mee in een grooten kring, nou ja, wat steekt daarin? De relaties worden echter steeds in niger, Het wordt geleidelijk een recht- streeksche gelegenheidsscharrelarij. Men kan in Den Haag of Haarlem iederen avond padvinders van een of ander buitenlandsch contingent gearmd met een of andere "smachtend uit haar oogen kijkende schoone zien loopen. Laat in den avond worden ze dan naar den trein gebracht en het afscheid neemt in den regel zeer roerende vor men aan. Met het zetten van handteekeningen om niet hebben de buitenlandsche scouts de eerste dagen al'goede daden voor een heel jaar opgepot. Zij begin nen er maar iets voor te vragen een kus of zoo. Is dat niet leuk? Op de markt ziet men die dingen gebeuren. Ziet men, dat Hollandsche meisjes van den eenen jongen naar den anderen loo pen en langs dezen weg toenadering zoeken. Men kan het dien jongens niet ten volle kwalijk nemen. Zij nemen de kans, die zij krijgen. En zoo erg, beslist ernstig is het niet. Maar het respect voor en het zelfres pect van het Hollandsche meisje boe ten met dit alles leelijk in. Dit is geen padvinderij meer, dat is kleffe flirterij. Dat is een schaduwvlek op de Jam boree." ""Kon men destijds weinig méér vermoe den dan een betrekkelijk onschuldige gele genheids-flirt, later is gebleken, dat des tijds aangeknoopte relaties tusschen* bui tenlandsche scouts en Nederlandsche meis jes niet alle van even onschuldigen aard waren; meerdere tientallen dezer meisjes zullen hun leven lang der gevolgen er van moeten dragen. Dat zoovele Nederlandsche meisjes hun eer bevlekten en zoovele padvinaers een ontstellend gebrek aan-zedelijk besef toon den, is uitermate bedroevend. Maar ten overstaan van dit droeve en be schamende gevolg der internationade pad vindersontmoeting moet ook de vraag wor den gesteld of naast de schuld der betrok kenen zelf ook niet eenige verantwoorde lijkheid daarvoor bij de leiding ligt. Heeft zij het propaganda-element, het kijkspel idee, nietten deele noodgedwongen om haar kosten te dekken al te sterk op den voorgrond gesteld? Sterker in ieder géval, dan dit element in de opvoeding van jon gens op dien leeftijd thuishoort. Het spel van zulke jongens moet niet in zoodanige mate of op zoodanige wijze te kijk worden gezet, dat zij er „interessant" dooc worden dat ontneemt hun de overgave van het spel zelf en daarmee de rem, die de jeugd beweging hun op zoo volkomen natuurlijke wijze biedt tegen een overmatig en voor hun leeftijd ongezonde belangstelling naar de „andere zijde". Jeugdwerk is mooi zoolang het op voedt; gaat het zich echter tentoonstellen dan is de uiterste voorzichtigheid en streng heid in het belang van de opvoeding gebo den." ALLE HEERLIJKHEID ONTBREEKT. Een oude Ambachtsheerlijkheid in Zuid- Holland met luisterrijk verleden en goede reputatie heeft een bedrijf ondernomen, dat gesignaleerd dient te worden, aldus de Standaard. „Van jaren her zijn de gronden dezer am bachtsheerlijkheid aan de boeren in pacht uitgegeven. Pacht was en is de geëigende rechtsvorm voor dit grondgebruik. Edoch, nu de invoering der Pachtwet in BINNENLAND VESTIGINGSWET KLEINBEDRIJF De beschikkingen van den minister van oecomonische zaken, waarbij voor verscheidene bedrijfstakken op grond van de Vestigingswet-kleinbedrijf de vestiging van inrichtingen zonder ver gunning van den minister werd ver boden, m.a.w. een spertijd werd in gesteld in afwachting van de vast stelling der vestigingseischen voor het betrokken bedrijf, zijn thans aan gevuld met de bepaling dat dit ver bod ook geldt ten aanzien van de uit breiding van het in een inrichting uit geoefende bedrijf en ten aanzien van de voortzetting van het in een inrich ting uitgeoefende bedrijf, in geval van wijziging in de personen van onder nemers of beheerders. Het bovenstaan de geldt voor het broodverkoopbe- drijf, broodbakkersbedrijf, schoenher- stellersbedrijf, maatschoenmakersbe- drijf, het bedrijf van orthopaedisch schoenmaker, schoenverkoopersbedrijf en den kantoorboekhandel. ZES NIEUWE KAMPEN VOOR OUDERE WERKLOOZEN. Zullen deze zomer reeds in gebruik worden genomen. De Regeeringspersdienst meldt: Mede met het oog op de uitbreiding, welke de werkverschaffing ondergaat, heeft de minister van Sociale Zaken er zijn goedkeuring aan gehecht, dat het aantal kampen voor oudere werkloozen wordt uit gebreid. Was éenigen tijd geleden reeds toe stemming verleend om nieuwe kampen te bouwen, thans is opdracht gegeven om opnieuw een zestal te laten maken en wel 2 bij Sevenum in de Peel (Pro vincie Limburg), 1 nabij Ommen, 1 in Giethoorn, verder een kamp bij Hooge- veen en een bij Diever. Deze kampen zullen voor een deel einde Juli en voor een ander deel uiterlijk einde Augus tus a.s. gereed zijn. In de kampen in de Peel zullen arbeiders uit Maastricht gehuisvest worden, terwijl de aanwijzing van arbeiders voor de ove rige nieuwe kampen nog meot geschieden. Echter zal in de eerste plaats hier aan de groote centra worden gedacht. Als de hiervorenbedoelde kampen gereed zijn, zullen voorloopig, voor wat betreft de tewerkstelling van oudere arbeiders 19 kampen in gebruik zijn, PROF. DR. K. L. BELLON. Benoemd tot ridder in de Orde van Leopold I. Koning Leopold van België heeft den rector-magnificus van de R.K. Universiteit te Nijmegen, prof. dr. K. L. Bellon, be noemd tot ridder in de Orde van Leopold I. „Msbd." DE SPELLINGSONZEKERHEID. Een adres van den Nederlandschen Uitgeversbond aan den minister. Het bestuur van den Nederlandschen Uitgeversbond heeft een brief gezonden aan den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, waarin onder verwij zing naar de onzekerheid op spellingge- bied, den minister met den meesten aan drang wordt verzocht, ter voorkoming van een anders onvermijdelijke werkloosheid en schade voor de bedrijven, op den korst mogelijken termijn die maatregelen te wil len bevorderen, waardoor aan de onzeker heid een einde komt. zicht is, denkt de Ambachtsheerlijkheid daar anders over. De oude pachters kunnen niet meer pach ten, maar kunnen wel als „aannemer" wor den aangesteld. De zonderlinge constructie is uitgedacht, dat de rentmeester namens de Ambachts heerlijkheid als aanbesteder optreedt en „aanbesteedt" de verschillende met de be bouwing en met het oogsten en de afleve ring van producten samenhangende werk zaamheden, aanvangende met het gereed maken van het land en eindigende met het einde van den afvoer van bedoelde pro ducten." Die fictie wordt dan in het heele aan bestedingscontract volgehouden en aller hande gewrongen constructies zijn bedacht en uitgewerkt om den valschen schijn te redden. Zelden zagen wij een poging tot ontdui king der Wet, waar het onwaarachtige zoo dik oplag. Dat deze listige kunstgreep om zich aan de werking der Pachtwet te onttrekken zal slagen, mag worden betwijfeld. Immers heeft de Wetgever al bij voor baat met dit slag van listelingen gerekend, in de eerste alinea van atrikel 1 der Pachtwet, luidende? „Pacht is een overeenkomst, waarbij de verpachter zich verbindt tegen een pacht prijs een hoeve of los land aan den pach ter te verstrekken om te gebruiken en daarvan de vruchten te trekken", te laten volgen de zinsnede: „Alle overeenkomsten, welke de in het eerste lid omschreven strkeking hebben, worden als pacht aange merkt, in welken vorm en onder welke be naming zij ook mogen zijn aangegaan." Naar de'regelen van het positieve recht moet de ambachtsheerlijke escapade reeds worden veroordeeld. Stellig moet zij naar de regelen der mo raal als minderwaardig worden gewraakt. Alle heerlijkheid ontbreekt in dit am bachtsheerlijk optreden." DE ORDENING VAN HET BEDRIJFSLEVEN. De minister van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steenberghe, heeft gisteravond te Amsterdam aan een banquet van de Indus- trieele Club, gehouden ter gelegenheid van het vijf-en-twintigjarig bestaan dier Club, een rede gehouden onder den titel „Staat en Ondernemer". Hierin heeft hij uiteengezet, hoe de eco nomische depressie oorzaak was van een toenemen der bemoeiing van den staat met het bedrijfsleven, en o.m. betoogd, dat de ordening een taak is voor het bedrijfsleven zelf, waarnaast er een roeping is voor de overheid. HEFFING OP MELKPOEDER. Het ligt In de bedoeling de heffing op melkpoeder, welke thans 15 cent per K.G. bedraagt, ook voor het thans aangevangen melkjaar behoudens ingrijpende wijzi gingen in de omstandigheden op ge noemd bedrag te handhaven. EEN FRANCISCAANSCH BESTUREN. CONGRES. Geslaagde bijeenkomst van het district Woerden van den Derde Orde Raad. Te Amsterdam is Woensdag het Francis- caansch Besturen-congres van den Derde- Orde-Raad in het district Woerden gehou den. Ongeveer tweehonderd bestuursleden der verschillende afdeelingen van dit dis trict bezochten het uitstekend geslaagde congres, waar richtlijnen werden aangege ven voor den uitbouw der afdeelingen en waar de Franciscaansche gedachte uitvoe rig besproken werd. In de middagbijeenkomst sprak de zeer- eerw. pater Visitator Parmenius Büller O. F.M. een begroetingsrede uit, waarin hij met voldoening constateerde, dat het leden tal van de Derde Orde, na gedurende eeni ge jaren te hebben stilgestaan, thans weer stijgende is en waarin hij voorts den be stuursleden op het hart drukte, er toe me de te werken, dat de nieuw-toegetreden le den trouwe leden van de Derde Orde zullen zijn en blijven. Vervolgens hield kapelaan A. C. Schaaper uit Scheveningen, een inleiding over het onderwerp „Wat ieder bestuurslid dient te weten". Spr. noemde de Derde Orde een hiërarchisch leeken-apostolaat en gaf in zijn inleiding een aantal practische wen ken, om de plichten tegenover de leden en de afdeelingen naar de eischen te kunnen vervullen. Het is noodig dat men zich in werkt in de lectuur en ook op de hoogte blijft, want dan eerst léer men zijn verant woordelijkheid ten volle ontplooien. Men moet toezien dat de leden hun verplichtin gen nakomen en het gebod der liefde voor al opvolgen. Daarbij wees spr. op het nut van een goed controle-systeem voor het be zoek der maandvergaderingen. Pater dr. Vitus O.M.C. hield dan een rede getiteld „Derde Orde-leiders paraat! De wereld wacht op U." Een kern van menschen verlangt naar het dieper beleven van het geloof en wil doordringen tot de zuivere en heldere bron nen, aldus spr. Deze diepere beleving en vernieuwing vormt den grondslag tot den opbloei van het leekenapostolaat. In onzen tijd is dit apostolaat dringend noodig. De wereld is bezig terug te zinken in het heidendom en wij staan voor een mas- salen geloofsafval. Van het eerste getuigen vooral de staatkunde, de economie, de kun sten en wetenschappen. Hier worden opvat tingen gehuldigd, die een aanfluiting zijn voor de Christelijke moraal. De oorzaak van den afval is het gemis van het inzicht, dat het Katholicisme den geheelen mensch omvatten moet. Katholieke cultuur, economie, kunsten en wetenschap pen zijn noodig, maar bovenal ook Katho lieke menschen. Juist als kern doet de Derde Orde geze gend werk. Zij is een leekenapostolaat van de beste soort. De taak van de bestuursle den is groot en vol verantwoordelijkheid. God heeft hen geroepen en zij moeten die taak met geheele overgave vervullen. De stoffelijke nood brengt ook zielen- nood en een der grootste kwalen is de so ciale ongerechtigheid, het door den Paus gebrandmerkte liberalistisch kapitalisme. De Derde Orde, met haar Franciscaansche armoede-opvattingen en evangelische naas tenliefde, moet meewerken aan de vernieu wing en heiliging van de sociale groepee ringen. Na een gedachtenwisseling werd de mid dagvergadering besloten met het zingen van het Regina Coeli. De deelnemers verzamelden zich vervol gens aan een maaltijd. Des avonds werd het congres voortgezet. In de tweede bijeenkomst, die een feeste lijk karakter droeg, hield Pater Eusebius Kemp O.F.M. een rede onder den titel: „Wie zeggen de menschen, dat ik ben?" In deze prachtige rede, waarin ook de humor niet ontbrak, schetste Pater Kemp den H. Franciscus als een anderen Christus. Voor zoover een mensch op Christus kan ge lijken, geleek Franciscus op Hem. Hij volg de Christus na, ook al kostte het hem zijn hartebloed. Hij was een eenvoudig kind en dat is het wat de wereld mist: de eenvoud van het kind. De wereld wacht op een Franciscus, omdat deze was de man van het sociale gevoel, voor wien allen broeders en zusters waren. De wereld heeft behoefte aan het Franciscanisme, omdat deze geest is een levend voorbeeld van Christendom in de praktijk. Zorgt daarom, zoo besloot Pater Kemp, dat ge jong van harte blijft en zoo de Fran ciscaansche blijheid en heiligheid verbreidt Het programma werd verder gevuld met declamatie, toffneel, zang en dans door de Jeugd-D erde- O rde. „Tyd". SCHOONHEID VAN STAD EN LAND In architectonischen woningbouw gaf Laren het voorbeeld Gistermiddag werd in hotel Hamdorff te Laren het „zilveren feest" van de z.g. welstandsbepaling in de Larensche bouw verordening gevierd. Het geheele land heeft het idee van deze welstandsbepaling het initiatie! van den burgemeester van Laren jhr. H. L. M. van Nispen tot Seve- naer successievelijk overgenomen. Onder de talrijke aanwezigen bevonden zich de Commissarissen van de Koningin in de provinciën Noord-Holland en Utrecht. De burgemeester van Laren zeide in zijn rede o.m., dat het thans als een eerste plicht van de overheid wordt beschouwd, dat zij de kunst beschermt en de schoon heid van stad en land bevordert. Spr. be ëindigde zijn toespraak met het bekend maken van de bekroningen, die door de jury in de bekende prijsvraag zijn toege kend. Architect C. W. Royaards uit Schoorl verkreeg met de villa „Oldenhoeve" in de rubriek „landhuizen" de bekroning. In de rubriek middenstandswoningen verkeeg Daniël Horn uit Baarn met de woning „Vixtandem" de bekroning. De Larensche architect G. H. Hofstee, zag zijn arbeiderswoning bekroond. Wouter Hamdorff te Laren verkreeg tenslotte in de rubriek „utiliteitsgebouwen" de bekroning voor het Watertorencomplex. Dr. J. P. Fockema Andreae, oud-burge meester van Utrecht en oud-Commissaris van de Koningin in de provincie Gronin gen, hield vervolgens een herdenkings rede. Spr. herinnerde eraan hoe in de 19e eeuw bouwondernemers straten en v/egen zonder systeem vol plakten met mispro ducten, het een al wanstaltiger dan het andere, en de overheid liet dat alles toe, zonder dot het haad schoonheidsgevoel kwetste, laat staan haar geweten bezwaar de. De gruwelijke resultaten van dat af schrikwekkend bedrijf kan men nog heden tot in de straten en op de pleinen, die van ouds een vermaardheid genoten, waarne men. Eindelijk kwam toen de reactie, de ojle- ving, de bezinning. Toen de oogen open gingen schrok men. Toen waren in tusschen in Laren de oogen reeds wijd open. Nauwelijks een maand later stelde de gemeenteraad de aan het initiatief van den burgemeester ontsproten bepalingen vast, die na ruim een jaar in eenigszins gewijzigden vorm rechtskracht zouden erlangen en haar voor de eigen gemeente zegenrijke en voor heel Nederland instructieve en stimuleerende werking zouden gaan uitoefenen. Thans lijkt dat zeer eenvoudig. En men verwondert er zich niet over, dat gaande weg allerlei gemeenten het Larensche voor beeld gingen volgen, dat Laren snel en ge makkelijk school maakte en men nu al niet beter weet of het behoort zoo. Prachtig zijn de resultaten, die bereikt werden en als afschrikwekkende voorbeel den staan hier en daar nog de bouwsels, die zelfs den voortvarendsten magistraten te vlug af zijn geweest. En de voorspelling dat een welstandsbe paling eigenaars en bouwers zou afschrik ken en zoo aan een ruime ontplooiing eener gemeente afbreuk zou doen? Door de jongste geschiedenis van Laren wordt zij schitterend gelogenstraft. Hoogst voorzichtig en vakkundig heeft men, waar het in verband met de bebou wing noodig was, de gulden natuur, die de gemeente Laren rijk is, aangetast en er dan zooveel mogelijk voor gezorgd, dat hetgeen men in dat gouden montuur vatte, echte parels waren. Zoo heeft men hier een kostbaar, harmonisch kunstwerk tot stand gebracht, dat men, als een schoon erfstuk der Larensche vaderen („vroede vaderen" inbegrepen) uit het tijdvak 19131938 zorgvuldig in eere moge houden en pas send uitbreiden. Nadat nog enkele sprekers het woord hadden gevoerd, sprak de burgemeester van Laren een dankwoord. Tenslptte bood het gemeentebestuur den genoodigde een thé aan, gedurende welke de bekende Larensche dansgroep „De Klepperman van Elven" in Gooische boe- rencostuums eenige aardige oude dansen uitvoerde. Onderscheiding voor den burgemeester Jhr. H. L. M- van Nispen tot Sevenaer, de burgemeester van Laren, is ter gele genheid van de herdenking van het 25- jarig bestaan der welstandsbepaling in de bouwverordening der gemeente, door H.M. de Koningin benoemd tot officier in de odde van Oranje Nassau. „Msbd.". HET CONFLICT IN HET HARING VIS S CHERIJBEDRIJF. In verband met het eergisteravond ge nomen besluit van de Nederlandsche Ree- dersvereeniging te 's-Gravenhage voor net haringvisscherijbedrijf bestond er gisteren te Scheveningen groote belangstelling voor de vraag hoe de zeelieden op de nadere voorstellen van de reeders zouden reagee- ren. Naar wij vernemen, bleven de stakers echter in hun houding volharden. Er werd dan ook nog den geheelen dag op verschil len plaatsen gepost. Gistermiddag en gisteravond zouden de hoofdbesturen der drie vakorganisaties een beslissing nemen over de vraag, welk stand punt zij ten aanzien van de reedersver- eeniging zullen innemen. De christelijke organisatie adviseert haar leden om te gaan monsteren Na een bijeenkomst heeft het hoofdbe stuur van den Christelijken bond aan zijn leden met den meesten aandrang geadvi seerd om te gaan monsteren, omdat zoo als het bestuur bekend maakt „wij geen enkele verantwoordelijkheid voor een eventueel conflict mogen aanvaarden". Het aantal visschers, dat by dezen bond is aangesloten, bedraagt ongeveer 700. Naar wij uit Katwijk vernemen, zouden daar vandaag zeven schepen ter haring- visscherij uitvaren. DE INSTORTINGSRAMP TE ROTTERDAM. Verschenen is het antwoord van B. en W. van Rotterdam op vragen van raadsle* den betreffende de instorting aan de Val- kensteeg. We ontleenen er het volgende aan: In April 1916 deed de toenmalige direc teur der gemeentewerken het voorstel óm enkele panden, welke tevoren met het oog op een noodzakelijke verbreeding van de Valkensteeg door de gemeente waren aan gekocht, voor afbraak te verkoopen. Dit voorstel heeft destijds de instemming ge vonden van B. en W. en van den raad, waarbij echetr werd bepaald, dat een strook ter breedte van uiterlijk 0.50 M., uitma kende het meest westelijke gedeelte van den grond, waarop de af te breken panden aan de Valkensteeg stonden, tot nader order het karakter van privaatrechtelijk bezit zou be houden. Dit laatste werd noodig geoordeeld om het verleenen van uitpad aan de eigena ren van de aangrenzende perceelen te kun nen beheerschen. Op grond van een clausule zyn de mu ren destijds gehandhaafd, waaruit valt af te leiden, dat men het toen technisch ver antwoord heeft geacht deze over de volle hoogte te laten staan. Het valt te betreuren, dat dit is geschied, omdat het technisch niet verantwoord kan worden geacht om een muur van de afme tingen als de onderhavige vrij te laten staan. Uit de wijze, waarop de muur na af braak van de panden is bepleisterd en afge werkt, is in den loop der jaren blijkbaar de indruk ontstaan, dat de muur één ge heel uitmaakte met het belendende pand. Daaraan zal het moeten worden toegeschre ven, dat men nimmer op de gedachte is ge komen het besluit van 1916 te herzien. Ook is waarschijnlijk door den verkeerden in druk, dien men van den muur kon krijgen, destijds geen bezwaar gemaakt tegen het verleenen van vergunning om er reclames tegen aan te brengen. In December 1936, toen een aan de zijde van de Hoogstraat aanwezig reclamebord tijdelijk verwijderd was, heeft een dienst doende agent van politie opgemerkt, dat aan den kop van den muur een z.g. snij ding bloot kwam, hetgeen hij den techni- schen dienst heeft gerapporteerd. Als gevolg daarvan heeft de bouwpolitie denzelfden dag een onderzoek ingesteld, waarbij echter geenszins de indruk werd ge kregen, dat toen gevaar te duchten was. Het rapport van den ambtenaar heeft on danks zijn verzoek de onderhoudsafdeeling van den technischen dienst nimmer be reikt. Eerst thans is gebleken, dat de muur eigendom was van de gemeente. Daaruit valt te verklaren, dat geen controle op den muur is uitgeoefend. Voorts kan worden medegedeeld, dat een bouwkundige, die in 1936 een voorloopig plan tot verbouwing van het pand van den heer Mikx heeft gemaakt, heeft verklaard, dat tijdens de opmeting door hem niet is geconstateerd, dat de nu ingestorte bouw- muur aan eenige werking onderhevig was. Niettegenstaande zoowel ten aanzien van particuliere als van gemeentelijke gebou wen een in verband met de personeelsbezet ting zoo goed mogelijke controle wordt uit geoefend, achten B. en W. zich gedrongen, door de vreeselijke gebeurtenis gewaar schuwd, een opzettelijk onderzoek te doen instellen van alle daarvoor in aanmerking komende bouwwerken. Zij hebben inmid dels reeds besloten door eenige personeels uitbreiding de controle te versterken. Voorts hebben zij zich bereids met den rechtsgeleerden raadsman der gemeente in verbinding gesteld ten einde omtrent de aansprakelijkheid der gemeente en de ge volgen daarvan te worden voorgelicht. Zij meenen evenwel reeds aanstonds als hun oordeel kenbaar te moeten maken, dat het leed, hetwelk door het ongeluk is veroor zaakt, van de zijde der gemeente zooveel mogelijk zal dienen te worden verzacht. JEF LAST IN VRIJHEID GESTELD. Naar wij vernemen is de schrijver Jef Last, die de vorge week, toen hij uit Bel gië kwam, aan de grens te Zundert door de marechaussee werd vastgehouden, gister middag in vrijheid gesteld. De heer Last heeft zich daarop naar zyn woonplaats Amsterdam begeven. In verband met de vrijlating van Jef Last vernemen we nader, dat de ter zake be voegde autoriteiten bij deze beslissing re kening hebben, gehouden met de bijzon dere positie, waarin deze vreemdeling ver keert, waarbij o.m. werd overwogen dat zijn familie hier te lande woonachtig is. Voorts is de invrijheidstelling slechts te beschouwen als een voorloopige beslissing tot toelating, terwijl aan zijn verblijf in ons land bovendien eenige voorwaarden zijn verbonden. Nader vernemen wij, dat de vrijlating is geschied, zonder dat Jef Last zijn ingehou den papieren zijn teruggegeven, terwijl de regeering als voorwaarde heeft gesteld, dat hij zich van alle politieke activiteit zal ont houden. Uit een en ander blijkt, dat de rechtspo sitie van den heer Last niet geregeld is. Zijn raadsman, mr. H. Eskens, kon ons echter omtrent eventueele stappen dien aangaande nog niets mededeelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7