S)e Seiddoke De restauratie van het mooiste gedeelte der St. Jansbasiliek te Den Bosch, n.l. de „Gerfkamer is vol tooid en Woensdag met eenige plechtigheid van de schuttingen en steigers ontdaan Met zorgvuldige training worden de Engelsche legerpaarden voor hun functie voorbereid. Een snapshot tijdens de .les" in het remontedêpot te Weedon De grensbewaking van Andorra onder den rook van het Spaansche strijdtooneel. Legerautoriteiten passeeren een noodbrug over de Yalira tijdens de inspectie Minister-president dr. H. Colijn beschermt zijn ooren tijdens de werking van het luchtafweergeschut op Hr. Ms. kruiser .Java", waarmede de minister een tocht van IJmuiden naar Den Helder maakte. Rechts de commandant, kapt. luit. ter zee L. F. Klaassen Op verzoek van de republiek Andorra hebben leden van de Fransche mobiele garde de wacht in Andorra betrokken met het oog op het nabijzijnde Spaan sche strijdtooneel Vice-admiraal H. Ferwerda bezichtigde te Tandjong Priok de twee nieuwe Dornier-vliegbooten der Ned. Indische marine, welke uit Soerabaja derwaarts waren overgevlogen FEUILLETON VIRGINIA'S KEUZE Kaar het Engelsch door THEA BLOEMERS. 17) Bevielen ze u? Buitengewoon. Maar u moest het niet doen. Dat moet ik wèl en ik zal het doen ook. Bij jou behooren mooie dingen.... Vir ginia. Het was de eerste maal, dat hij haar bij haar naam noemde. Zij bloosde. Doet u dat alstublieft niet. Waarom niet, we zijn toch vrienden? O ja, maar ik ben ouderwetsch. Ik ken u nog maar zoo kort. Ik heb een gevoel, alsof ik u al dui zend jaar ken.... Zij ging rechtop zitten en zei beslist: Ja, maar dat is nu eenmaal niet zoo. En wordt het niet tijd om terug te gaan? Hij lachte. En als ik u nu eens niet meer terug bracht, maar de wijde verte met u invoer, tot aan het einde der wereld? Doe niet zoo dwaas. Dwaas of niet, maar er zijn dingen, die u niet weer jongedame. Wat voor dingen? O, zijn blauwe oogen, klaarden op, dingen die ik u wel zal leeren De boot had de aanlegplaats bereikt. Hij sprong er uit en reikte haar zijn hand. Toen zij naast hem stond, liet hij haar niet los. Dit is de eerste les, zei hij, bracht haar hand aan zijn lippen en kuste die. Toen zij eindelijk 'van hem bevrijd was, zeide zij tegen zichzelf, dat het haar ver diende loon was. Zij had Anthony er zelf toe gebracht, door met hem mee te doen. Maar zij had het gedaan om de schrijnen de gedachte aan Michael kwijt te raken Den volgenden dag bood Tony haar in een briefje zijn excuus aan: Ik had niet moeten doen wat ik op de pier gedaan heb, maar u bent zoo'n lie ve leerling, de verleiding was te groot voor mij. Maar toen ik zag, hoe bleek u werd en toen u naar me omkeek met uw kleine meisjes-oogen wist ik dat ik te ver was ge gaan. Je bent zoo'n onschudige schat, Vir- gina. Vind je het erg, als ik je op papier zoo noem? Zoo ja dan vraag ik ook daar voor nederig vergiffenis. Wat kon zij anders doen dan hem ver geven? En toen hij haar en Rickew den avond voor hun vertrek ten eten noodigde, nam zij het aan. Rickey was erg in z'n nopjes met de in vitatie. Bleecker is een reuze aardige knul, zei hij en hy heeft massa's geld. Ik wou, dat hij dat niet had, zei Vir ginia. Waarom? O, dat zou de dingen veel eenvoudi ger maken. Ik begrijp niet wat je bedoelt. Wij kunnen ons geen rijke vrienden veroorloven, Rickey. Ik zie het zoo niet, Jinny Zij glimlachte» Misschien heb je wel gelijk. Anthony Bleecker was in ieder geval be ter gezelschap voor Rickey dan Lute Car ney, dus waarom zou zij zich ongerust ma ken? Virginia had een paar inkoopen gedaan in Baltemiore en voor zichzelf een bruin tweed mantelpakje vor de reis gekocht. Het was eenvoudig en niet duur, maar de kleur en het bont op den kraag flatteerden haar. Zij had ook een klein bruin hoedje gekocht, dat als een helm over haar bruin- roode lokken sloot. Hoe vind je me, Rickey? vroeg zij haar broer. Je ziet er leuker uit dan ik ooit van je verwacht had, was het broederlijk ant woord. Die witte zijden blouse en dat bruin van het jasje staan je uitstekend. O, Rickey, later wil ik heel mooie din gen hebben, een rose tafzijden avondjurk met goud, kant en satijnen schoentjes en een gouden waaier. Wanneer zou je ze aantrekken, als je ze had? Ik wil een huis hebben, waar ik ze dragen kan, Rickey. Hij stond met zijn handen in zijn zakken tegen een oude kast geleund. Heb je er ooit over gedacht, Jinny, zei hij, dat Anthony Bleecker je een huis zou kunnen geven, waar je ze in zou kun nen dragen? Virginia staarde hem aan en zei toen langzaam: Ik zou dat niet graag denken. Waarom niet? O, ik zou nooit van hemkunnen houden. Als ik 'n meisje was, zou ik mezelf ge luk wenschen. Zij hief afwerend haar hand op. Schei alsjeblieft uit, Rickey. Hij was uit zijn humeur. Ik begrijp niet, waarom je zoo raar doet. De meeste meisjes zouden dadelijk snappen wat haar kans was Dit is mijn kans niet, zei ze hetfig. Niet Tony Bleecker. Maar wat heb je tegen hem, Jinny? NietsMaar jij maakt van een mug een olifant. Dat was het laatste wat er over deze kwestie werd gezegd. Anthony bracht hen naar een oud bui tenverblijf bij Marlborough, dat door twee deftige, maar verarmde oude dames werd geëxploiteerd als hotel-restaurant. Zij had den de atmosfeer van het hifis goed weten te bewaren. Het diner werd geserveerd in de groote eetkamer met antieke, mahonie houten meubelen en oude schilderijen aan den muur. Er knapperde een houtvuurtje in den haard en hooge witte kaarsen ver lichtten de keurige tafel. Virginia's houding tegenover Anthony was een tikje koel. U hebt bet mij nog niet vergeven, zei hij, toen Rickey hen een oogenblik ver liet. Er is niets te vergeven, zei ze zacht. Het was mijn schuld. Ik kende u nog niet lang genoeg, om u te veroorlooven, dat u zulke dingen tegen mij zei. Hij vond haar naiviteit verrukkelijk. Hoelang moet ik u dan kennen, vóór ik ze mag zeggen? Voordat ze kon antwoorden kwam Rickey binnen en met hun drieën gingen zij samen den koelen avond in. De maan hing als een gouden sikkel in de purperen lucht. De wind zong in hun ooren, terwijl de auto voortvloog. Morgenavond, zei Tony, toen zij de brug gepasseerd waren en Annapolis bin nenreden, morgenavond zijn jullie in New York en zail deze oude stad leeg zijn. Virginia antwoordde niet. Zij dacht niet aan de oude stad, die zy verlat, n moest, zy dacht aan Michael. Hij was daar in de groote stad. Zelfs al zag zij hem niet, dan zou ze toch altijd de zekerheid hebben dat hij er was. IX. Het nieuwe begin Mary Lee Logan kwam hen op het sta tion verwelkomen. Zij had intercommunaal opgebeld om te weten met welken trein zij kwamen en haar auto'tje wachtten buiten. Ik dank den hemel, dat jullie er ein delijk zyn, zuchtte ze, met Virginia's hand in de hare, maar zij keek naar Rickey. Ik heb mij zoo ontzettend eenzaam gevoeld. Ik woon vlak bij jullie. Is het niet heer lijk? Virginia, verward door al de herrie om haar heen, zei: Het is erg lief van je, nu is tenmin ste niet alles zoo vreemd. Rickey lachte ongewonden. Ik geloof, dat Jinny een beetje bang is, maar ikik vind het heerlyk. Niet? Mary Lee was even opgewon den als hij. Alles is zoo opwekkennd, als of de lucht, die je inademt een elixer is. Je zult hier groote dingen kunnen doen Ric key! Dat weet ik! Zijn toon klonk zelfbe wust. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5