iMii r:
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
De Katholieke
organisaties in
Oostenrijk
Th.
WOENSDAG 27 APRIL 1938
29ste Jaargang No. 9016
Ste Ccld^clieSou^aiit
Telefoon: Eedactie 15.
Telefoon: Administratie 935.
Adv. en Abonm-tarieven zie pag. 2.
Giro 103003. Postbus 1L
Dit nummer bestaal uit
vier bladen.
V Een eerbiedwaardig
gebruik
In de socialistische pers van gisteravond
lezen we onder bovenstaand opschrift:
Van vacantie terugkeerende waren wij
in een Veluwsch dorpje getuige van
een oud en eerbiedwaardig gebruik. In
de dorpsstraat ging voor ons uit 'n lijk
stoet. Het carillon van de kerktoren
speelde een plechtige melodie. Achter
de zwarte koets liepen de verwanten
van den overledene, eenvoudige buiten-
menschen, wat onwennig in hun Zon
dagse he kleeren op deze weeksche dag.
Dan bleef er een ledige ruimte en eerst
dan volgde, op een eerbiedige afstand,
het verkeer, luxe-atuo's, vrachtwa
gens, boerenkarren. Niemand dacht er
aan, de lijkstatie te passeeren. Met liet
den doode op deze laatste gang, met een
even hoffelijk als ontroerend gebaar,
de voorrang.
Misschien zal aan het stuurrad de
een of andere haastige stedeling wel
even gemopperd hebben over deze ver
traging, die hem op een kostelijk kwar-
tierje anders waarschijnlijk gemak
kelijk verdaan in een ijdel gesprek
kwam te staan. Maar de Veluwenaars
hebben zich blijkbaar door de jacht
van de moderne tijd htm oud en piëteit
vol gebruik niet laten ontnemen.
Wij geven gaarne toe, dat zulke din
gen in een stad onbestaanbaar zijn. Toch
voelen wij met stelligheid hun verdwij
ning als een gemis.
Ongetwijfeld is het hier gesignaleerde
gebruik eerbiedwaardig.
En, dat het moeilijk in een stad kan wor--
den nagevolgd, willen ook wij niet ontken
nen.
Maar 't spijt ons, dat de schrijver in de
socialistische pers hieraan niet heeft toege
voegd, dat ook in de stad toch zeker alge
meen eerbied kan worden betuigd, als
een lijkstoet door de straten trekt. Dat
kan wel!
In onze streken heerschte vroeger,
althans onder een deel der bevolking, het
eveneens eerbiedwaardig gebruik, dat de
mannen, als zij den lijkwagen van een
lijkstoet passeerden of als deze lijkwagen
hen voorbij trok, hethoofdontbloot-
ten.
Deze gewoonte, die aan het verdwijnen
is, moet worden behouden en uitgebreid.
't Is passend, om het gejaagde verkeer
langs een lijkstoet althans eenigermate in
te houden en met eerbied een groet te
brengen aan het stoffelijk overschot van
den m e d e-m e n* s c h, dat ten grave wordt
gedragen, en wiens weg ook wij zelf spoe
dig zullen volgen, 't Is passend, om, als wij
een doode zien uitdragen, niet in onver
minderde vaart èn in onverminderde.
oppervlakkigheid te blijven dóorrennen,
doch even stil te staan met onze gedachten
bij dien doode ènbij ónszelf
GEZANTENCONFERENTIE
De regeeringspersdienst meldt: Tegen
Vrijdag 13 Mei heeft de minister van
Buitenlandsche Zaken Hr. Ms. gezan
ten te Londen, Berlijn, Parijs en Brus
sel tot een conferentie te zijnen depar-
temente bijeengeroepen, waarin alge
meen© onderwerpen van buitenlandsch
beleid besproken zullen worden. Tot
dusver zijn, in tegenstelling met het
buitenland, hier te lande dergelijke
samenkomsten van diplomaten niet ge
bruikelijk.
Van de ervaring, met deze conferen
tie op te doen, zal eventueele herhaling
afhangen.
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
LONDEN: Gistermiddag heeft de Brit-
sche minister van financiën, sir John Si
mon, zijn begrooting bij het parlement in
gediend. Zooals steeds bij zulke gelegen
heden, bestond er ook ditmaal groote be
langstelling voor de uiteenzettingen en de
cijfers van den minister.. Wat niet te ver
wonderen is, want de belastingbetalers za
ten in spanning, op welke manier er nu
weer een aanslag op him portemonnaie
gepleegd zou worden. Ons interesseert op
de eerste plaats de som, welke uitgetrok
ken is voor de Britsche defensie, welke
de grootste hap uit de begrooting neemt.
Daarvoor wordt het lieve sommetje van
343 millioen pond sterling geraamd.
„Vorig jaar kostte de herbewapening 2S
Verkiezi n g s vrij heidv
in het Derde Rijk
WAAROM DE BISSCHOP VAN
ROTTENBURG ZICH VAN STEMMING
ONTHIELD.
Verscheidene pastoors in „Schutzhaft".
Naar aanleiding van het bericht aangaan
de de relletjes in Rottenburg tegen den Bis
schop van die stad, die op 10 April niet
gestemd heeft, publiceert het Zwitsersche
Katholieke Persagentschap nog de volgen
de melding van hetgeen een persoon op
reis in Wurtemberg zag en hoorde:
„De Bisschop van Rottenburg liet op
Goeden Vrijdag in alle kerken van zijn
Diocees een verklaring voorlezen, waarin
hij uiteenzette, waarom hij niet gekozen
had. Volgens zijn meening bestond de ver-
kiezingsvraag uit twee deelen: 1. de aan
sluiting van Oostenrijk. 2. De verkiezing
van een nieuwen Rijksdag. Op de eerste
vraag had hij een blijmoedig „ja" kunnen
zeggen; maar een goedkeuring van het
tweede punt kon hij niet met zijn gewe
ten overeen brengen, daar er op de kies
lijsten van den Rijksdag personen staan,
die de Kerk en de Christelijke wereldbe
schouwing bestrijden. Om deze reden had
hij besloten, om niet aan de stemming deel
te nemen, om met een „neen" niet tege
lijk de Anschluss te moeten afkeuren.
Daarom kwam het tot relletjes voor het
bisschoppelijk paleis, waarbij het echter
niet tot handtastelijkheden kwam; de bis
schop bevond zich toen te Freiburg. De
GëStapo van Stuttgart liet aan den Bis
schop weten, dat hij met de feestdagen
maar daar moest blijven. Het zou de hee-
ren in Stuttgart wel zeer onaangenaam
geweest zijn, als men den bisschop in
Schutzhaft had kunnen nemen.
Anders ging het toe in de kleine gemeen
te Fellbach, waar de pastoor „neen" had
gestemd, waarschijnlijk om dezelfde rede
nen als de Bisschop van Rottenburg. Op
den avond van den verkiezingsdag kwam
het tot samenscholingen voor het huis van
den pastoor. Op de onderste verdieping
werd alles kort en klein geslagen, de pas
toor werd uit het huis gesleept en voor
het raadhuis gebracht Hier werd hij vast
gezet, en een groot plakkaat boven zijn
hoofd luidde: „Zoo ziet er een volksverra
der uit!"
In het stadje Schwabisch-Gmund trok
ken de Nationaal-Socialisten in den nacht
van Maandag op Dinsdag na de verkiezing
omstreeks middernacht naar de woning van
den pastoor. De menigte bleef lang herrie
maken voor het huis, zonder dat de politie
of landraad, die beiden dicht bij het huis
van den pastoor wonen, tusschenbeide
kwamen. Ten slotte werd ook hier het huis
bestormd, en met een boomstam trachtte
men de deur in te slaan. Maar ook dit luk
te niet, en toen een enkele gendarme ten
slotte wilde ingrijpen, werd hij woest be
schimpt. Het tumult eindigde eerst, toen
de pastoor in Schutzhaft genomen werd.
Onmiddellijk trok de menigte naar de wo
ning van den kapelaan wiens deur bezweek.
Ook hij werd in Schutzhaft genomen. In
auto's, waarvan de nummerplaten met zak
doeken bedekt waren, ging men naar de
pastorie van een naburig plaatsje; hier her
haalden zich dezelfde tafereelen met het
zelfde succes. Ooggetuigen konden hier de
deelname van een arts, een hoofdonderwij
zer en verschillende bekende zakenlieden
constateeren. De geheele beweging maakte
den indruk, dat zij degelijk voorbereid
was, en daarna vierden de deelnemers in
een café hun triomf.
millioen, dit jaar zal zij 343 millioen eischen
en volgend jaar zal het eindcijfer nog groo-
ter zijn" zeide de minister.
Teneinde voor het komende begrootings-
jaar de inkomsten in overeenstemming te
brengen met de uitgaven, zal de belasting-
schroef nog verder worden aangedraaid,
met het gevolg, dat de Engelsche belasting
betalers niet minder dan 27 Vi procent van
het belastbaar inkomen zullen moeten af
dragen, terwijl bovendien de accijnzen op
thee, op benzine e.a. zullen worden ver
hoogd. In vrijwel alle landen en ook
ons eigen land moeten geweldige sommen
aan den fiscus worden geofferd, doch v
neer rekening wordt gehouden met de op
offering, welke de belastingbetalers in
Groot-Brittannië zich moeten getroosten,
dan moet men tot de gevolgtrekking ko
men, dat wij ook in dit opzicht ten onzent
er nog betrekkelijk goed afkomen.
SJANGHAI: Aan de monding van de
Yangtse, de bekende Chineesche rivier,
waaraan ook de groote internationale stad
Sjanghai ligt, is het gisteren weer tot een
incident gekomen tusschen de Japanners
en de Engelschen. De Japanners hebben
een Britsch schip opgebracht en dergelij
ke dingen pleegt Engeland niet te „ne
men". Zulke internationale incidenten zijn
altijd gevaarlijk, doch men heeft de ver
wachting, dat men aan beide zijden deze
westie niet op de spits zal drijven.
Onzekerheid omtrent hun lot
Wat zal er overblijven van de actie
ve katholieke Jeugdorganisaties van
Oostenrijk? Het is te vreezen, dat zij
langzaam maar zeker den weg op
zullen gaan van de katholieke orga
nisaties in het Derde Rijk. Om het
groote belang van dit probleem geven
wij een gedetailleerde uiteenzetting
over de huidige situatiS van de Ka
tholieke Jeugdorganisaties in Duitsch-
Oostenrijk.
Oostenrijk bezat zeer actieve en wijd
vertakte katholieke jeugdorganisaties.
Door het Concordaat, dat Oostenrijk in
1933 met de H. Stoel gesloten had, kregen
de kerkelijke jeugdorganisaties volle vrij
heid, om volgens de richtlijnen van het
Episcopaat te werken.
Na de Anschluss zijn de verhoudingen
ook hier totaal gewijzigd en waarschijn
lijk zal er van de katholieke jeugdbonden
weinig of niets overblijven. Tot dusver
zijn voor geheel Oostenrijk drie Katholie
ke Jeugdorganisaties geheel opgegeven;
op de verschillende plaatsen werden voorts
ook andere organisaties verboden, maar
dit waren nog slechts maatregelen van
plaatselijk karakter, die niet voor het ge-
neele land geldén.
Over het geheele land zijn thans opge
heven:
1. Alle katholieke studentenverenigin
gen, die waren ingedeeld in de „Katho
lieke Duitsche Universiteitsstudentenbond
van Oostenrijk" aan de universiteiten
van Weenen, Graz en Innsbruck, evenals
aan de katholieke faculteiten van Salz
burg en aan de mijnbouwschool te Leo-
ben. Hierbij aangesloten waren de stu
dentencorporaties van het oude type en de
nieuwe vakgroepen, in totaal 78 vereni
gingen. De oudste katholieke studenten-
corporaties waren de „Austria" in Inns
bruck (opger. in 1864). de „Austria" en de
„Norica" in Weenen (opgericht in 1876 en
1883) en de „Carolina" in Graz (opgericht
1888).
2. De Christelijke Duitsche Turnbond,
die in 1900 opgericht werd en nu 270 ver-
eenigingen en 38.000 leden telde.
3. De Katholieke Padvindersvereeniging
„St. George" met 155 groepen en ongeveer
5000 leden.
Hoe staat het met de overige
organisaties?
Onopgehelderd is nog de toestand van
de „Reichsbund", de „Gezellen vereni
ging" en de vrouwelijke katholieke orga
nisaties. In verschillende streken werden
de verenigingen door de plaatselijke
autoriteiten opgeheven, hun -bezittingen in
beslag genomen en hun leiders gearres
teerd. Maar dit zijn veelal willekeurige
daden van ondergeschikte instanties. Een
groot deel van de verenigingen bestaat
nog. Wij laten hier een kort overzicht vol
gen over de katholieke verenigingen vóór
de Anschluss:
De „Rijksbond van de katholieke Duit
sche jeugd van Oostenrijk" telde meer dan
1200 vereenigingen met 60.000 leden en
15.000 jeugdige aspirant-leden, die nog
niet alle rechten van het lidmaatschap
bezaten.
De eerste katholieke jongelingen vereni
ging werd in 1857 in Weenen opgericht.
In zijn huidigen vorm bestaat de „Rijks-
bond" sinds 1917. Bij dezen Rijksbond wa
ren ook aangesloten de Padvindersver
eeniging „St. George", de „Katholieke
Duitsche Studentenbond" (voor leerlingen
van middelbare scholen) en de „Katho
lieke Duitsche Soldatenbond" met 6 bri
gade-bonden, 40 plaatselijke groepen en
3000 leden; voorts nog de „Oesterreichische
Jugendgraft", de katholieke organisatie
voor lichaamscultuur.
De „Katholieke Gezellen vereeniging"
bestond in Oostenrijk sinds 1852, toen
Adolf Kolping zelf de eerste vereeniging
in Innsbruck oprichtte. Nog in datzelfde
jaar stichtte de Gezellenvader met den
toenmaligen godsdienstleeraar en lateren
Kardinaal Grusche de Gqzellenvereeniging
van Weenen. Deze Gezellen telden vóór
de Anschluss in Oostenrijk 102 vereenigin
gen met 4500 actieve en 3500 niet-actieve
leden. In totaal waren 29 huizen het
eigendom van de plaatselijke groepen.
Voor de vrouwelijke jeugd bestond voor-
alêde „Rijksbond van katholieke Meisjes-
vereenigingen van Oostenrijk" opgericht
in 1921. Deze bond telde meer dan 60.000
leden over vijf lands- en diocesane bon
den verdeeld. Van de vakorganisaties moet
de „Rijksbond van christelijke dienstbo
den" vermeld worden, die in 1909 opge
richt werd en groote sociale instellingen
bezat. In Oostenrijk bestaan 1500 Mariale
congregaties, waarvan 550 alleen al in
Weenen. De meesten zijn jongens- of
m eis j escongregaties.
Wat zal er overblijven van deze bloe
iende vereenigingen, die de hoop waren
van het Episcopaat, en die in staat zouden
zijn geweest om door gestadig actief werk
het grootste gedeelte van Oostenrijk weer
tot het practiseerend katholicisme terug
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
EEN PARLEMENTAIRE
ENQUETE?
De Maasbode schrijft:
„Zooals men heeft kunnen lezen, heeft
mr. Wendelaar, die zich eerst geheel be
vredigd verklaard had door het antwoord
van minister Goseling op de interpellatie-
Drop, het voorstel ingediend, over de
kwestie-Oss een parlementaire enquete te
doen houden.
Dit voorstel zal nu den weg gaan, dien
cergelijke voorstellen gaan moeten, en
wij kunnen den uitslag in alle gemoeds
rust afwachten.
Vraagt men onze meening, dan zouden
we zeggen: wij achten hier de juiste ver
houdingen wel eenigermate zoek.
De kwestie-Oss is door allerlei, ook si-
nistre, invloeden hopeloos opgeblazen, en
thans wil men hiervoor de zoo uitermate
zeldzaam gehanteerde machinerie van een
parlementaire enquête in werking gaan
zetten.
Maar nog eens: wij staan tegenover het
aJ of niet aanvaarden van dit voorstel ge
matigd onverschillig.
Acht men zich niet bevredigd, dan zou
men nogmaals zijn toevlucht kunnen ne
men tot het stellen van vragen en, zoo noo-
dig, tot het houden van een nieuwe inter
pellatie.
Maar acht men dit niet voldoende, men
ga zijn gang. Als men werkelijk om ge
zonde motieven nog meer licht in deze
zaak verlangt, dan kan daartegen onzer
zijds geen bezwaar bestaan.
Hoe meer licht en hoe meer bevrediging,
hoe liever het ons zijn zal.
Maar of daartoe een parlementaire en
quête noodig is?
Het antwoord berust bij de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal."
De Volkskrant ziet in het enquête-
voorstel een bewijs van wantrouwen in
den minister van Justitie:
„Deze man van voorbeeldige probiteit
en integriteit heeft de uitkomst van geen
enkel onderzoek te duchten, maar het in
stellen van zulk een onderzoek ware een
re wijs van wantrouwen, dat wij tegenover
geen enkelen minister, van welke richting
ook, gemotiveerd zouden achten.
Heeft men twijfels, zijn na de interpel
latie-vergadering „nieuwe feiten" voor den
dag gekomen, is er behoefte aan meer
licht, is er dan geen andere weg om tot
klaarheid te geraken?
Verluidde niet reeds, dat een der N.S.B.-
leden van de Eerste Kamer voornemens
was den minister van Justitie vragen te
stellen?
Of beschouwt de heer Wendelaar de
zaak-Oss als uitsluitend tot de competen
tie van de Tweede Kamer te behooren en
wenscht hij geen inmenging van d§ ande
re Kamer?
Naar onze meening zou de Tweede Ka
mer zich op een verkeerde weg begeven
indien zij de aanvraag van haar medelid
tot het instellen van een enquête inwillig
de.
De zaak-Oss is een opzettelijk vertroe
belde aangelegenheid geworden, die men
tegen den minister van Justitie en in
ruimere zin tegen een der politieke par
tijen als machine de guerre wenscht te be
zigen.
Het zal ons benieuwen, niet of de Kamer
het voorstel-Wendelaar zal aannemen,
maar welke partijen, moeten we zeggen
Jeden, zich daarvoor zullen verklaren.
En dan zal men een, vreezen we, zonder
ling gezelschap zien.
Het kabinet en de minister van Justitie
staan buiten deze aangelegenheid: het is
een zaak van de Kamer: maar het kan het
volk niet onverschillig zijn wie aan het
voortzetten van het relletje in deze vorm
willen deelnemen.
En men moet er eens op letten, welke
organen daarbij zich het luidruchtigst zul
len doen gelden en daardoor hun stempel
zullen drukker op deze vertooning."
KONING ZOGOE IN HET HUWELIJK
GETREDEN.
TIRANA, 27 April. (A. N. R.). Heden
ochtend is in het koninklijk paleis het bur
gerlijk huwelijk voltrokken tusschen ko
ning Zogoe en gravin Apponyi. De bruid
droeg een Parijsch toilet van wit satijn,
waarop paarls en zilver waren geborduurd.
Op het hoofd droeg zij een kroon van oran
jebloesems'. Koning Zogoe was gekleed in
de groote tenue.
De plechtigheid werd voltrokken door
den voorzitter van het Albaansche parle
ment, bijgestaan door den voorzitter van
den Hoogen Raad. Als getuigen van den
koning traden op de Italiaansche minister
van buitenlandsche zaken graaf Ciano en
een zwager van den koning en als getui
gen van de bruid fungeerden haar oon-
graaf Anton Apponyi en de Hongaarsch
gezant te Rome.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Een nieuw BritschJapansch incident
in China. (2de blad).
Het probleem der geïmmigreerde Joden
in België. (2de blad).
De Engelsche begrooting. (2de blad).
Binnenland
Een gezanten-conferentie te 's-Graven-
hage. (1ste blad).
Commissie van advies nopens vraagstuk
ken op belastinggebied ingesteld. (2de
blad).
De zaak Oss; inhoud van het voorstel-
Wendelaar tot het houden van een en
quête. (1ste blad).
Verruiming toewijzing mest varkens. (2de
blad).
'A /VU.,
k,
VEERTIGJARIG JUBILEUM
Dr. J. R. DE BRUINE
GROENEVELDT.
Zooals reeds eenige weken geleden ge
meld, zal het Vrijdag a.s. veertig jaar gele
den zijn, dat dr. J. R. de Bruine Groene-
veldt het artsdiploma behaalde.
Jan Rudolph de Bruine Groeneveldt
werd den 13den October 1872 te Mole
naarsgraaf geboren.
Hij bezocht de gymnasia te Dordrecht
en Haarlem, studeerde daarna in de medi
cijnen aan de Leidsche Universiteit en werd
den 29sten April 1898 tot arts bevorderd.
Na zijn artsexamen bezocht hij verschil
lende klinieken in Weenen en Berlijn en
werd in Februari 1899 assistent te Leiden
van Prof. van Iterson en na diens dood
van Prof. Korte weg tot 1907. Intusschen
had hij zich te Leiden gevestigd als chi
rurg.
Vanaf 1910 heeft hij zich aan de studie
van het kankervraagstuk gewijd, speciaal
de vroegtijdige diagnose. In zijn labora
torium is o.a. de kwestie-Bendien opgelost.
Het jubileum van dr. de Bruine Groe
neveldt zal niet onopgemerkt voorbijgaan.
Er is een comité gevormd om dit feit te
herdenken.
De jubilaris zal Vrijdagmiddag te zijnen
huize, Rapenburg 34, van 3.305 uur re-
cipieeren.
hof. dr. G. W. J. Drewes uit Batavia, die,
zooals gisteren in ons blad vermeld, tijde
lijk prof. dr. C. C. Berg aan de Leidsche
Universiteit zal vervangen.