De nadere verklaring van
Innitzer
29ste Jaargang No. 900)
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Tc Weenen niet gepubliceerd
VRIJDAG 8 APRIL 1938
e £ckl6ch£0oma/nt
Telefoon: Redactie 15.
Telefoon: Administratie 935.
Adv. en Abonn.-tarieven zie pag. 2.
Giro 103003. Postbus 11.
V Hier heelt hel volk niet
te zwijgen
Hier heeft het volk niet te zwijgen
aldus minister Goseling gisteren in de
Tweede Kamer bij de interpellatie over
Oss. Gelukkig, hier kan het volk open
baar maken zijn wenschen, demonstreeren
zijn grieven hier kan het volk eischen
verantwoording van de ministers.
Maar hier kan het volk, helaas, óók te
veel lasteren. In zooverre dit een nood
zakelijke schaduwzijde is van de vrij
heid, die hier genoten wordt, moeten wij
het feit aanvaarden. Maar wij betwijfelen
telkens weer, óf het noodzakelijk is, het
misbruik van de vrijheid zoo ver te laten
gaan, als het vaak gaat.
Hoe het zij ergeniswekkend in de
hoogste mate is het v e n ij n i g geschrijf
van de laatste dagen in „Telegraaf", in
„Nationale Dagblad", in „Volk en Vader
land" over Oss.
Hoeveel menschen zullen door dit ge
schrijf aan het lasteren zijn gegaan. Aan
het lasteren over den katholieken mi
nister Goseling, die tegen de marechaus
see in Oss zou zijn opgetreden, omdat
die marechaussee tegen katholieke pries
ters een aanklacht bij de Justitie zou heb
ben ingediend; omdat die marechaussee
zou hebben ingegrepen in misdragingen
van katholieke priesters! Overtui
gend voor héél de Kamer, behalve ds.
Kersten en Rost van Tonningen dat
deze twee samen gaan is al veel-zeggend
heeft minister Goseling aangetoond, dat
van dat alles niets maar dan ook
volstrekt niets waar is.
Voor wie met open oogen en met eerlij
ken geest de kwestie wil beoordeelsn,
staat het vast, dat minister Goseling
is getreden als overwinnaar uit den strijd,
waarin zijn tegenstanders hem met smaad
en laster bevochten.
Men kan van meening zijn, dat de
tactiek van den minister beter anders
had kunnen zijn maar geen eerlijk
mensch kan beweren, dat minister Gose
ling niet alle reden had, niet den duren
plicht had, om in te grijpen in te grij
pen ter bescherming van de rechtszeker
heid van het volk!
Maar er zal worden voortgegaan met
geroddel! Men noemt immers geen koe
bont, of er is een vlekje aan aidus rede
neert zoo graag de schijnheilige lasteraar.
En onder die roddelaars en lasteraars zul
len, helaas, óók zijn Katholieken, wier
geest vergiftigd is door sensatie-lectuur
van een blad als de „Telegraaf'!
Wij hebben de ochtendbladen voor ons,
die een beschouwing wijden aan de Kamer-
ziting van gisteren.
De Telegraaf is gedwongen, om on
gelijk te erkennen na een, dagen-lange,
ophitserij tegen minister Goseling een
overdreven verheerlijking van de mare
chaussee te Oss. Maar het brave blad doet
het natuurlijk niet. Het tracht aldus uit
zijn moeilijke positie te kruipen:
„Wij hebben ons geen oogenblik de il
lusie gemaakt, dat wachtmeester De
Gier het pleit tegen minister Goseling
kon winnen, want politiek gesproken
is deze minister onaantastbaar. Wie
met de Katholieke Staatspartij wil sa
menwerken kan den heer Goseling niet
op een kritiek moment in den steek
laten, daar diens verleden hem tot den
voornaamsten exponent dier organisa
tie heeft gemaakt. Een hem toege
bracht échec, zou ons land in een
langdurige minstercrisis hebben ge
stort. Het was daadom te voorzien,
dat noch van anti-revolutionaire, noch
van christelijk-historische zijde hulp
voor de marechaussee zou komen.
Deze lieden moesten ja zeggen, ook al
zei hun hart neen, en al komt een
groot gedeelte van hun kiezers een
oogenblik in opstand.
Geheel anders stonden de oppositie
partijen ervoor. Wie herinnert zich
niet de felle debatten, die in het ver
leden vaak van links tegen rechts of
van rechts tegen linksch werden ge
voerd? Daarmede vergeleken was de
interpellatie-Drop niet veel meer dan
een natte voetzoeker. De liberale en
vrijzinnige secondanten van den socia-
listischen spreker overtroffen hem nog
in welwillendheid jegens den minis
ter Slechts ds. Kersten en de natio-
naal-socialisten namen geen blad voor
den mond".
Het Vaderland (liberaal) noemt het
ingrijpen van den minister gemotiveerd.
„Wat het bescheid van den Minister
van Justitie betreft, dit gaf de overtui
ging, dat de Regeering mr. Goseling
heeft in nauw contact gehandeld met
den Minister van Defensie, den admi
nistratieven en tuchtrechtelijken chef
der Marechaussee, die mede achter de
groene tafel had plaats genomen
haar besluit heeft genomen op zake
lijke gronden en er bescherming van
de rechtszekerheid, welke door het
optreden van deze brigade, althans
van haar leider, in gevaar was ge
bracht. Op grond van tal van feiten,
die der Kamer niet werden onthouden,
was de Minister, in overeensemming
met den Procureur-generaal bij het
Gerechtshof in Den Bosch, tot de over
tuiging gekomen, dat de brigade te
Oss, althans haar leiding, op hol is ge-
KARD. INNITZER TE WEENEN TERUG
De Weensche correspondent van de
„Tijd" seint:
De aanvullende verklaring, die Zijne
Eminentie Th. Kardinaal Innitzer te
Rome heeft afgelegd, is te Weenen niet ge
publiceerd. Evenmin werd de uitzending
van Radio Vaticana en de verklaring van
het Vaticaan in de Osservatore in Weenen
bekend gemaakt.
Het bezoek van Kardinaal Innitzer aan
het Vaticaan zou hoofdzakelijk geschied
zijn op aandringen van den Apostolischen
Nuntius te Berlijn, Mgr. Orsenigo, die spe
ciaal daarvoor naar Weenen kwam.
Kardinaal Innitzer was op zijn reis ver
gezeld van zijn secretaris dr. Weinbacher
en van den geestelijken leider der Katho
lieke Actie, Mgr. Engelhardt.
Gistermorgen te acht uur is Zijne /Emi
nentie te Weenen teruggekeerd, alleen
vergezeld van zijn secretaris. Mgr. Engel -
hardt is te Rome achtergebleven.
De toestand in Weenen is zeer ongunstig
en laat zich ernstig aanzien. In politieke
kringen heeft men echter nog een zekere
hoop, al is deze slechts zwak.
In nationaal-socialistische kringen meent
men, dat de verklaring van Kardinaal
Innitzer een resultaat is van den invloed
van Mgr. Orsenigo en de Duitsche bis
schoppen.
Mgr. Cicognani, de Pauselijke Nuntius,
heeft Weenen definitief verlaten.
HESS SPREEKT TE WEENEN.
„Onchristelijk" Oostenrijk, „christelijk"
Duitschland.
De plaatsvervanger van den leider,
Rudolf Hess, heeft gistermiddag te Weenen
een redevoering gehouden, waarin hij felle
critiek leverde op de democratie. Ook de
door Schuschnigg uitgeschreven volks
stemming had volgens Hess niets gemeen
met werkelijke democratie. Schuschnigg
en de zijnen konden het niet wagen het
volk tot een werkelijke, vrije geheime ver
kiezing op te wekken.
Wil iemand in ernst beweren, aldus Hess,
dat dit Oostenrijk van den heer
Schuschnigg waarlijk vrij en onafhanke
lijk was? Is een land vrij en onafhankelijk
wanneer het soms na korten, soms na
langer tijd zich steeds weer millioenen
door het buitenland moest laten geven,
omdat het anders financieel ineen zou
storten, natuurlijk tegen de steeds nieuwe
verplichting, af te zien van de aansluiting,
tegen den wil van het volk?
En was deze oude Oostenrijksche staat
christelijk, die met de bloedigste vervol
ging den wil van millioenen menschen,
die hem waren toevertrouwd, knechtte?
Is een staat christelijk, die ziji. burgers in
de armen van de bolschewistische godde
loosheid drijft om te verhinderen, dat zij
zich aansluiten bij een buurrijk, dat de
leer der goddeloosheid met wortel en tak
heeft uitgeroeid; bij een naburig rijk, dat
een ieder vrijlaat de kerk te kiezen, die
hij wil, om zijn God zoo te dienen, als hij
Hem dienen wil, zonder dat op eenigerlei
wijze gewetensdrang mag worden uitge
oefend?
(Hoe kan iemand dat met zulk een
„stalen gezicht" beweren?)
Rudolf Hess heeft te Dornbach en Mauer
kransen neergelegd bij de graven van de
nationaal-socialistische moordenaars van
Dollfuss, Planetta, Domes en Holzweber.
DE A.S. VERKIEZINGEN.
De candidatenlijst.
In de Reichsanzeiger wordt de lijst ge
publiceerd van de candidaten voor den
Rijksdag. Boven aan de lijst staan Hitier,
Vervolgens Rudolf Hess, Goering, Frick,
Goebbels, Amann, Bohle.
Tot de Oostenrijkers, die op de lijst voor
komen, behooren gouwleider Leopold, Seyss
Inquart en de vroegere Oostenrijksche ge
zant te Rome, Rintelen, en dr. Tavs. Verder
nog dr. Husenberg, von Papen, dr. Thyssen,
Gottfried Feder.
In het geheel bevat de lijst 1717 namen.
Od grond van de kieswet zal op iedere
60.000 uitgebrachte stemmen een afgevaar
digde worden benoemd. Men verwacht, dat
ongeveer de helft der gestelde candidaten
zijn intrede in den Rijksdag zal doen.
Gelijkschakeling der belastingen.
De staatssecretaris van het rijksministe
rie van financiën, Reinhardt, heeft den
ambtenaren van de Oostenrijksche belas
tingkantoren bekend gemaakt, dat binnen
kort een aanvang zal' worden gemaakt met
de gelijkschakeling der Oostenrijksche be
lastingen, waardoor op verscheidene gebie
den belangrijke verlagingen zullen inge
voerd worden.
Het Amerikaansche voorstel betreffende de
vluchtelingen.
Nu Engeland ook een gunstig antwoord
heeft gegeven op het Amerikaansche voor
stel betreffende de Oostenrijksche vluchte
lingen, hebben, naar verluidt, vijftien lan
den in bevestigenden zin geantwoord. Ver
moedelijk zal de eerstvolgende stap zijn een
algemeene bespreking over de in te stellen
machinerie.
Oostenrijk op de zwarte lijst.
Roosevelt heeft Oostenrijk van de lijst
van landen, die op het gebied der invoer
rechten meestbegunstiging genieten, ge
schrapt. Duitschland en Oostenrijk zijn de
eenige landen, die op deze lijst voorkomen.
slagen. Door vedkeerden ijver, dior
een goedbedoelde, maar verkeerd ge
richte mentaliteit, heeft zij bij het op
sporingsonderzoek ernstige fouten be
gaan, die ingrijpen noodzakelijk maak
ten".
De Nieuwe Rott.'Crt. (lib.) komt
tot de conclusie, dat
„romantische verhalen over een wan
hopige poging der autoriteiten, om
twee priesters aan een dreigende straf
te onttrekken, naar het rijk der fanta
sie schijnen te. kunnen worden verwe-
zen.
De fel anti-papistische aanvallen van
de heeren Rost van Tonningen en Ker
sten vonden dan ook bij de heeren
Wendelaar, Joekes en De Geer geen
weerklank".
Het Handelsblad (lib.) constateert:
„Met de verklaringen van den mi
nister hebben de heeren Wendelaar
(lib.), Joekes (v.d.). De Geer (c.h.) en
Truijen (r.k.) in het algemeen hun in
stemming betuigd. Zij allen waren hem
dankbaar, dat hij met zijn „afdoende"
(mr. Wendelaar) uiteenzettingen op
heldering heeft gegeven. Maar ook de
interpelleerende heer Drop en zijn par
tijgenoot Van der Goes van Naters
(s.d.a.p.) hebben blijkbaar niet de
minste aanleiding gezien, om bijvoor
beeld door een motie het oordeel van
de Kamer te vragen.
Zoo blijven slechts de heeren Wijn
koop (comm. p.) en in meerdere mate
nog ds. Kersten (staatk. geref.) en mr.
Rost van Tonningen (N. S. B.) die zich
tegen den minister hebben gekeerd".
De Maasbode schrijft o.m.:
„De liberale mr. Wendelaar .-ver
klaarde royaal, dat het relletje als af-
geloopen kon worden beschouwd.
Maar de vrijz. dem. mr. Joekes, zich-
baar verontwaardigd over wat hij
noemde „de volstrekt onjuiste en val-
sche voorstellingen" van ds. Kersten,
ging eerst dezen anti-papistischen af
gevaardigde te lijf en brandmerkte
toen de onwaarachtigheid van den nat.
soc. spreker. Van zijn kant kwam ook
jhr. de Geer met kracht op tegen de
volkomen onjuiste bewering als zou de
minister, in strijd met zijn eed, pries
ters expresselijk aan den gewonen
rechter onttrekken, iets wat deze zelf
met nadruk ontkende en wat, zooals
mr. Truyen opmerkte, in het hoofd
van geen enkelen katholieken ambte
naar opkomt. Trouwens, waarom zou
de eene katholiek dit wel doen en de
ander de overgeplaaste wachtmees
ter De Gier is zelf immers ook kaho-
liek niet?
De bom, die anti-papisten en haters
van de Katholieke Staatspartij legden,
is verkeerd gesprongen, Hun poging,
het gezag van minister Goseling aan
te tasten, is mislukt. Ieder ordentelijk
burger zal blij zijn, dat deze minister,
al zal het hem, zcoals mr. De Geer te
recht zei, zwaar gevallen zijn, dit te
doen, met kracht ingreep, toen hij, op
grond van de verbalen der marechaus
sees zelf, bemerkte, dat deze ambte
naren der rijkspolitie van hun be
voegdheden een gebruik maakten, dat
geheel in strijd is met ons recht en
slechts aannemelijk is voor hen, die
zwijgend gestapo- of gepoe-methoden
willen ondergaan".
De T ij d besluit een beschouwing:
„Terecht mocht minister Goseling ten
slotte constateeren, dat deze interpel
late het vertrouwen in het recht ver
sterkt heeft.
Toen applaudisseerde de Kamer nog
demonstratiever dan tevoren. De in
terpellatie is een succes geworden voor
minister Geseling.
De heeren Rost van Tonningen en
Kersten konden zich met van schaam
rood overtogen kaken verwijderen".
Inaugureele oratie
van
prof. dr. I. M. v. d. Vlerk
Bij aanvaarding van zijn hoog-
leeraarsambt aan de Leid-
sche Universiteit.
In tegenwoordigheid van curatoren, leden
van den Academischen Senaat, besturen
van faculteiten, hoogleeraren, vertegen
woordigers van studentencorporaties en
verdere belangstellenden onder wie we
o.m. opmerkten den hoogbejaarden oud-
hoogleeraar prof. dr. K. Martin heeft
hedenmiddag de nieuwbenoemde buitenge
woon hoogleeraar in de faculteit der wis-
en natuurkunde, prof. dr. I. M. van der
Vlerk zijn ambt aanvaard met het houden
van een inaugureele rede over: „Neder
land in het IJstijdvak".
Aan deze rede ontleeneri we het volgende:
De methodes, die gedurende de laatste
jaren toegepast zijn om te trachten een ab
solute tijdschaal in de geologie in te voe
ren hebben er toe geleid om aan te nemen,
dat het leven reeds gedurende een mil
liard jaar op aarde is. De ervaring, die de
mensch echter op het gebied van tijd heeft,
is zoo gering, dat het buiten het vermogen
van het menschelijk denken ligt van dit
tijdbestek de juiste beteekenis voor geolo
gische en biologische processen te begrij
pen. Wanneer men de tijdschaal een mil
liard maal zou verkleinen en voor den
duur van het leven op aarde 1 jaar zou ne
men, dan zou dit beteekenen, dat de men-
schelijke historie slechts 3 minuten geduurd
zou hebben.
Het IJstijdvak begon ongeveer 600.000 en
eindigde ongeveer 10.000 jaar geleden. In
dit tijdvak zijn er tot 4 maal toe tijden van
zeer lage temperaturen geweest, n.l. tijdens
het Günz, Mindel, Riss en Wurm. Daar-
tusschen lagen de interglaciale tijden, zoo
dat het geheele tijdvak in 7 tijden uiteen
valt. Deze temperatuurschommelingen
vindt men in de in ons land gedeponeerde
afzettingen weerspiegeld. Ir het Günz was
het grootste gedeelte van Nederland zee,
waarin arctische schelpen en o.a. een wal
rus, nauw verwant aan de nog recent voor
komende, leefden. De landfauna was geken
merkt door het voorkomen van een groo-
ten, omnivoren olifant met slagtanden in
onder- en bovenkaak en van een uitgestor
ven hert, Cervus falconeri. In het Günz-
Mindel werd de zee dichtgeslibd, door fijn
korrelige rivierafzettingen. Hierin zijn
(kleigroeven bij Tegelen) overblijfselen
van niet minder dan 24 zoogdieren aange
troffen, o.a. de 5 M. groote Elphas meridio-
nalis, een zeer groot, waarschijnlijk uit In-
dië geëmigreerd varken, een neushoorn,
een hyena en een aap. De geheele fauna
wijst op een wannen tijd. Gedurende het
Mindel en het Mindel-Riss waren de af
zettingen resp. grofkorrelig (in vérband
met de sterke erosie in een ijstijd) en fijn
korrelig. De sedimenten uit Günz-Mindel,
Mindel en Mindel-Riss vormen, wat Tesch
noemde, het voetstuk van Nederland. In
deze tijdens leefde het nijlpaard nog in ons
land. Gedurende het daarop volgend Riss
was ook ons land ten deele door de gletsjer
bedekt. Van de zoogdieren uit dezen tijd
kennen we slechts het edelhert, het ren
dier, de lemming en enkele woelmuizen.
Mej. Schreuder kon b:; deze dieren een
zeer geleidelijke ontwikkeling, van het be
gin van het IJstijdvak af. aantoonen. In
het 6e tijdvak, het Riss-Würm is de zee
door het smelten van veel ijs sterk geste
gen en overstroomt een groet deel van ons
land, om in het Würrn weer terug te trek
ken. De rivierafzett!ngen uit dezen laat-
sten tijd zijn, mede d>x»r de. ontsluitingen
van de Twentekanaal. bc>»r.d. Flor-
schütz toonde, dank 2'j zij het onderzoek
van stuifmeelkorrels aan, dót Iet sAootege-
wijze terugtrekken van den 250 K.M. van
ons afgelegen gletsjerrand, ten onzent dui
delijk waarneembaar is.
Naast edelhert en rendier bewonen reu-
Dit nummer bestaat uit
vijf bladen
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
De nadere verklaring van kardinaal
Innitzer in Oostenrijk niet gepubliceerd.
(2e blad).
.De financieele commissie van den Fran-
schen Senaaa heeft de volmachten van Blum
verworpen. Linksche betoogingen trachten
den Senaat te intimideeren (2e blad).
De electrische centrale van Tremp door
de Franco-troepen bezet. (2de blad).
De nederlaag der Japanners in Sjangtoeng
(2de blad).
Binnenland
De kwestie-Oss in de Tweede Kamer.
(1ste blad).
Op een onbewaakten overweg bij Gouda
is de heer Donker, oud-wethouder van
Gouda, door een trein overreden en gedood.
(lste blad).
Lelden
Ambtsaanvaarding van prof. dr. L M. van
der Vlerk, (lste blad).
zenhert en eland ons land, voorts steppen-
wisent, oeros, mammoet, wolharige neus
hoorn en misschien steenbok en poolvos,
terwijl ook de mensch niet ontbrak, hetgeen
gebleken iJ uit de vondst van een mensche
lijk schedeldak bij Hengelo. De Batavieren
uit onze geschiedenisboekjes zullen hun
plaats moeten inruimen aan den 300 eeuwen
eerder geleefd hebbende mensch van Hen
gelo.
In de gebruikelijke toespraken sprak de
nieuwe hoogleeraar zijn hoogachting uit
voor prof. Escher als mensch en als direc
teur van het Rijksmuseum van Geologie.
Dank bracht hij aan zijn oud-leermeester
prof. Bonnema, terwijl het een treffend
moment was toen spreker zich richtte tot
zijn leermeester prof. Martin, die ruim 60
jaar geleden op dezelfde plaats het hoog-
leeraarsambt aanvaardde en thans in de
professorenbanken had plaats genomen om
de rede van zijn leerling mede aan te hoo-
ren.
WEER EEN SLACHTOFFER
VAN DEN ONBEWAAKTEN
OVERWEG
Oud-wethouder van Gouda
gisteravond verongelukt
Gisteravond even na elf uur is de oud
wethouder van Gouda, en oud-sigarenfabri
kant, de heer J. A. Donker, het slachtoffer
geworden van een onbewaakten overweg
onder de gemeente Gouda.
De heer Donker keerde per rijwiel van
een bezoek aan kennissen terug naar het
St. Joseph-paviljoen aan den Graaf Floris-
weg, waar hij woonde. Hij passeerde den
onbewaakten overweg aan den Zwarteweg
en is door den trein gegrepen en gedood.
Het ongeval is coor het treinpersoneel
niet opgemerkt. Ook het stationspersoneel
in Gouda, waar de trein stopte, heeft in den
donkeren avond op het in verbouwing
zijnde perron, niets bem?rkt. Eerst bij aan
komst in Den Haag ontdekte men, dat er
een rijwiel aan de machine hing. Een direct
daarop ingesteld onderzoek had tot resul
taat, dat om half twee op zeventig meter
van den overweg het verminkte lijk van
den heer Donker werd gevonden.
Het stoffelijk overschot is naar het St.
Joseph-Paviljoen overgebracht.
Het slachtoffer was weduwnaar en 74
jaar oud. Hij was lid van den gemeente
raad en vroeger een vooraanstaande figuur
in de R. K. Raadsfractie.
Nader wordt nog medegedeeld, dat uit
het politie-onderzoek is gebleken, dat het
ongeluk gebeurd is op den overweg aan
de Burgvlietkade, een door klaphekken,
welke door de voorbijgangers zelf moeten
worden geopend en gesloten, afgesloten
overweg.
De heer Donker was directeur van de
N.V. J. A. Donker's sigarenfabrieken, ge
durende 35 jaar lid van den gemeenteraad,
oud-wethouder, lid van den Kamer van
Koophandel en voorzitter van de afdeeling
grootbedrijf, lid van den Nederlandschen
Werklooaheidsraad en mede-oprichter en
oud-voorzitter van de R. K. Vereeniging
van Sigarenfabrikanten in Nederland.
De verongelukte was ridder in de orde
van Oranje-Nassau en ridder in de orde
van den H. Gregorius de Groote.