PAASCHVEE-TENTOONSTELLING
Mysteries rondom
„Vredelust"
Rhenen opende Donderdag de rij der Paaschvee-teritoonstel-
lingen met de expositie van een serie exemplaren, waarvoor
veel belangstelling bestond
H. K. H. Prinses
Juliana en Z. K. H.
Prins Bernhard
hebben Donder
dag de cross coun
try der Kon. Mil.
Sportvereeniging
te Ede bijgewoond.
Het rood bonte paukenpaard, dat door eenige inwoners der
residentie aan het 3de halfregiment huzaren te Den Haag ten
geschenke zal worden aangeboden
De nieuwe doopvont, welke dienst zal doen bij den doop van
H. K. H. Prinses Beatrix in de Groote Kerk te Den Haag. Het
ontwerp is van den binnenhuis-architect Cor Alons. Deze
doopvont is een geschenk van het college van collectanten
aan de kerkvoogden ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan
der Ned Herv Gemeente
De minister van Defensie verlaat het stadhuis te Amsterdam, waar hij
Donderdag een bespreking had met burgemeester dr. W. de Vlugt
Luitenant J. Vermeulen met „Adventure" bij een (raaien sprong tijdens de
cross country der Kon. Militaire Sportvereeniging, die Donderdag te Ede
werd gehouden
FEUILLETON
(Een geval uit de practyk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale
Recherche*
door
TJDO VAN EWOUD.
34)
„Dat wordt zoeken naar de naald in de
hooiberg. Als er een paar honderd van die
dingen verkocht zijn, heb je maar 30 pet.
kans, dat zich bij die tachtig namen de
man bevindt, dien je zoekt. Staat er iemand
op de lijst, dien je met reden kunt verden
ken?"
„Met reden kan van dezen moord m.i.
elkeen worden verdacht. Dit is geen grof
beroovingsgeval. Er zijn zeer bijzondere
Motieven geweest, welke tot deze misdaad
aanleiding hebben gegeven. Het is een
wraakneming of.... een voorzorgsmaatre
gel!"
„Een voorzorgsmaatregel? Hoe kom je
daarbij?" Dr. Jurrians was werkelijk een
en al belangstelling en ook Wils luisterde
met lntente aandacht.
„Een voorzorgsmaatregel, teneinde te
voorkomen, dat de man, die uit Parijs naar
ons land kwam een of ander voornemen,
dat hij koesterde, ten uitvoer zou bren
gen. Wat dat voornemen behelsde, blijft
voorloopig nog in het duister gehuld, maar
vast staat voor mij, dat het slachtoffer tot
het laatste oogenbilk toe niet heeft geweten
welk lot hem boven het hoofd hing. Hij
zou naar Amsterdam komen om daar
iemand te ontmoeten, die zich echter lie
ver niet met hem in het openbaar liet zien.
Het slachtoffer heeft zich dat volkomen
kunnen indenken en is daarom onmiddel
lijk bereid geweest gevolg te geven aan het
verzoek van den ander om zich niet in
zijn ware gedaante te vertoonen en zijn reis
in Den Haag te beëindigen. Daar hebben zij
elkaar bij het Vredespaleis ontmoet, waar
na zij samen in een rooden two-seater den
tocht naar Amsterdam hebben gemaakt.
Waarschijnlijk heeft de dader het doen
voorkomen, alsof hy de bewoner van villa
Vredelust was het slot van de huisdeur
vertoonde immers geen spoor van braak!
en tijdens het onderhoud, dat wellicht op
de meest vriendschappelijke wijze plaats
had, is plotseling het doodelijke schot ge
lost".
„Daar is geen speld tusschen te krijgen",
meende dr. Jurrians. „Alleen het blyft
theorie en mist elk overtuigend bewijs".
Sanders reageerde niet op deze opmer
king, maar vervolgde: „Tot zoover was het
een geniaal opgezette misdaad, maar, zoo
als meer gebeurt, heeft de dader, nadat
de daad gepleegd was, het hoofd verlo
ren. Zijn eerste fout was zich telefonisch
in verbinding te stellen met het bagage
depot van het Centraal-station een on
vergeeflijke blunder, waarbij hij vinger
afdrukken achter liet en in zijn haast om
de bagage van den vermoorde machtig te
worden, verzuimde hij de sporen, welke hy
had achter gelaten in dit geval de hak
afdrukken uit te wisschen. In de derde
plaats hebben we dan nog de diefstal van
het lijk...."
„In hoeverre moet dat als een fout wor
den aangerekend?" Het was ditmaal Wils,
die de vraag stelde, doch het duurde even
voor er antwoord kwam. Eindelijk zei San
ders en het leek, alsof hy zich in gedach
ten met iets geheel anders bezig hield:
„Het lijk is vanavond kort vóór we ons
naar Vredelust begaven, door Bartelink ge
vonden begraven in den grond achter
het lijkenhuisje".
„Wat zeg je?" vroeg dr. Jurrians en hij
was zoo verrast, dat hij midden op straat
bleef stilstaan. „Waarom heb je me dat
niet eerder verteld?"
„Omdat ik, alvorens de meening van an
deren te hooren eerst zelf eens rustig wil
de overleggen wat 'den dief tot deze zon
derlinge handelwijze kan hebben bewo
gen.'"
Ze waren intusschen het Frederiksplein
genaderd en Sanders vertraagde plotse
ling zijn stap toen een tramhalte in zicht
kwam.
„De heeren zullen mij verder wel willen
excuseeren. Er wacht me op het bureau
nog een berg werk,.zoodat ik tot mijn spijt
genoodzaakt ben deze buitengewoon ge
noeglijke wandeling af te breken."
In de verte naderde zoemend een wagen
van lijn 11. Beiden dr. Jurrians en Wils
voelden, dat Sanders er behagen in
schepte hen in het onzekere achter te laten,
maar beiden begrepen ook, dat de inspec
teur hun geen nadere verklaring zou ge
ven en althans op dit oogenblik het ant
woord op de vraag -van den reporter schul
dig zou blijven. Nochtans waagde dr. Jur
rians op het allerlaatste oogenblik nog een
poging om hem aan het spreken te krij
gen.
„En tot welke conclusie ben je met je
overpeinzingen gekomen?"
Sanders wendde zich glimlachend tot
den politie-deskundige, die hem in ge
spannen verwachting aankeek. Daarna
wees hij naar de besneeuwde daken van de
hooge huizen aan het plein.
„In den nacht van de misdaad is het be
ginnen te sneeuwen, dokter en. dank zij
deze medewerking van de natuur hebben
we het eerste spoor den hakafdruk
gevonden. Nog vóór de laatste sneeuw ge
heel van de daken verdwenen is. heb ik
alle draden in handen, welke voor een ont
knooping van het Vredelust-raadsel noodig
zijn. Louter door recherchewerk, dokter en
zonder eenige medewerking van de zijde
der wetenschap
De tram remde knarsend aan de halte
en het volgende oogenblik wuifde San
ders van het achterbalkon zijn beide met
gezellen vriendelijk toe. Om zijn mond lag
een spottende trek, welke de beide achter-
blij venden lichtelijk irriteerde.
Telefoongesprekken.
Dr. Jurrians en de reporter zetten hun
wandeling nog een eindweegs samen voort.
Voor Wils was het geen al te groote om
weg den politie-deskundige over de Wete
ringschans te vergezellen en daar een ge
sprek met den bekenden criminalist altyd
interessan t was, aarzelde hij geen mo
ment aan diens voorstel om samen te gaan,
gevolg te geven. Ditmaal viel het gezel
schap van dr. Jurrians echter niet mee. Hij
scheen eenigszins gebelgd te zyn over het
geheimzinnige optreden van den inspecteur
dien hy een „poseur" en een „comediant"
noemde, waaraan Wils zich echter op zijn
beurt weer ergerde, omdat hij Sanders
sinds jaren kende en die kwaliifcaties niet
verdiende. Zijn vriendschap met den in
specteur noopte hem het voor deze op te
nemen, maar daar dr. Jurrians niet te
overtuigen was en er nu eenmaal een ze
ker behagen in scheen te scheppen ook
den journalist wat dwars te zitten, werd
de stemming er niet prettiger op, zoodat
Wils blij was, toen zijn metgezel by het
Rijksmuseum afscheid van hem nam met
de opmerking, dat de avond gelukkig nog
niet zóó bedorven was of er waren hem
tenminste nog een paar uurtjes gegund om
in „Parkzicht" een party schaak te spe
len.
Het scheen dr. Jurrians dezen avond ech
ter niet gegund zelf over zijn tijd te be
schikken, want nauwelijks had een zyner
felste tegenstanders op het schaakbord, de
gepensioneerde kolonel bij de artillerie,
de la Brunière, met eenige weloverwogen
zetten zijn koningin in het nauw gedre
ven, toen Karei, de oude ober van de so
ciëteit, zich als een schim over hem heen-
boog en hem op fluisterende toon, tenein
de de spelers niet te storen, meedeelde, dat
hij aan de telefoon werd verlangd.
Dr. Jurrians vloekte en excuseerde zich
daarna in dubbelen zin bij den kolonel,
die van deze gelegenheid gebruik maakte
by Karei een nieuwe whiskey soda te be
stellen.
Wordt vervolgd