DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Spanning rond Tsjecho-Slowakije WOLftóüAG 23 MAARl 1938 29ste Jaargang No. 8987 3)e £ekló<^Goti/tmu Telefoon: Redactie 15. Telefoon: Administratie 935. A dr. en Abonm-tarieven rie paf. Giro 103003. Postbus 11. Dit nummer bestaat uit vier bladen. Absenteïsme in de Eerste Kamer Op 4 Maart j.l. hebben de leden van de N.S.B., tegen hun gewoonte in, stemming gevraagd over de bégrooting van Sociale Zaken. De opzet is geslaagd. Het quorum was niet meer aanwezig, hetgeen voor de Mussert-partij aanleiding was om op haar meetings en zelfs in een speciaal hieraan gewijd pamflet de voorstelling te ver breiden alsof er in het Parlement geen belangstelling was voor de sociale volks- nooden. Dat is, vanzelfsprekend, demagogie. Wij bedoelen die opzienbarende over drijving, alsof uit het feit, dat vele Kamerleden een, waarschijnlijk onver wacht, lang-durige middag-vergadering ver laten, mag geconstateerd worden, dat er geen (nota bene: geen!) belangstelling bij cue afgevaardigden is voor.... de sociale volksnooden! Toch is ook naar onze meening het feit van het absentisme op zich be treur ens- en afkeurenswaardig. Wij schreven er over in ons nummer van 5 Maart: Toen gisteren in de Eerste Kamer ge stemd moest worden over de Begrooting van Sociale Zaken bleken er slechts. 16 leden aanwezig. Zestien van de vijf tig. Het vereischte aantal voor een stemming bleek niet aanwezig. SÏechts zestien leden hadden zich verplicht geacht, de rede van den mi nister tot het einde toe bij te wonen. De middag-vergadering duurde lang. Voor vele leden was het hoogst waar schijnlijk bezwaarlijk om tot het einde te blijven. Maar waren die bezwaren voor zóó velen onoverkomelijk? Goede vormen vragen zelfbedwang en zelf overwinning. Dit had menig lid der Eerste Kamer, dat tijdens de rede van minister Romme is wegigeloepen, o.i. moeten bedenken! Dit had m e n i g lid, zoo schreven wij, o.i. moeten bedenken. Natuurlijk zullen er leden zijn geweest, die om zeer dringende redenen de vergadering niet konden bij wonen of móesten verlaten. Maar, even na tuurlijk, kunnen zulke redenen niet voor a_Te absenteïsten worden aanvaard. Wij verwijzen verder naar wat gisteren in de Eerste Kamer zelf door den voorzit ter, baron de Vos van Steenwijk, over het geval is gezegd. DE WERELD IN VOGELVLUCHT Huesca: Franco heeft een nieuwe offen sief in de richtmg van Catalonië ontketend en wel bij Huesca. De stad Lierta is reeds ingenomen. Over het geheele front duurt de opmarsch voort. Blijkbaar is het de be doeling van Franco om Catalonië aan twee zijden tegelijk aan te pakken en zijn aan val te richten direct naar het hart van het ImksChe Spanje, n.l. Barcelona, waar de linksche regeering zetelt. Zoodra dat ge deelte van Spanje in de macht van Franco zal zijn, is het bezetten van het Zuid' oostelijke gedeelte, waarvan Valencia het centrum is, slechts kinderspel. Madrid valt Franco dan vanzelf als een rijpe vrucht ii den schoot. Het offensief, dat nu ontketend is, is derhalve van ver-gaande beteekenis. Sjanghai: Volgens een bericht uit Ohi- sche bron zouden de Japanneezen aan het Keizer-kanaal een nederlaag hebben ge leden. Een colonne van 10.000 man zou in de pan zijn gehakt. Men moet met deze berichtgeving echter voorzichtig zijn. Wat er daar precies gebeurt in het Verre Oos ten, onttrekt zich aan een betrouwbare ob servatie. In ieder geval staat wel'vast, dat ce tegenstand van de Ghineezen nog aller minst gebroken is. Londen: Morgen zal de Britsche minis ter-president Chamberlain een verklaring afleggen ovei de houding van Engeland tegenover Ce onaantastbaarheid van Tsjecho-Slowakije. Naar thans reeds ver luidt, zou Londen weigeren extra verplich tingen op zich te nemen. Het zou zich hou den aan zijn bestaande Volken bonds ver plichtingen (wat niet zoo veel beduidt, zoo als de jongste geschiedenis heeft aange toond) maar extra waarborgen voor Tsjecho-Slowakije wil Londen niet geven. Een land vol tegen stellingen De sensation «ele gebeurtenissen in Oostenrijk, waarbij een door de dwaze vredesverdragen van na den oorlog ver scheurd en verarmd land door zijn stam- erwanten buurman werd overweldigd, hebben ook de aandacht gevestigd op een vroeger deel van de Oostenrijksche mo narchie, n.l. op Tsjecho-Slowakije. Het grootste deel van den staat, die thans Tsjecho-Slowakije heet, wordt ge vormd door het vroegere Bohemen, dat vóór de splitsing in 1918 tot de Donau- monarchie behoorde. De vrees lag dus voor de hand, dat Duitschland ook aanspraak gaan maken op dat voormalige onder deel van Oostenrijk. En dat deze vrees geen hersenschim was, werd aannemenlijk gemaakt: ten eerste door de geweldige troepenmacht, welke Duitschland over het zwakke Oostenrijk heeft uitgestort en welke in geenerlei verhouding stond tot de opgaaf: een bevriend en naar bevrij ding snakkend volk te hulp te komen. En ten tweede wordt de rechtvaardigheid van deze verondestelling bewezen door het alarm, dat Frankrijk en ook Engeland hebben gemaakt tegen een eventueele in vasie in Tsjecho-Slowakije. Naar men beweert, moet Berlijn danook wel degelijk van plan zijn geweest om het diep in het nieuwe rijksgebied in springende Tsjecho-Slowakije maar met een te annexeeren, doch het zou daarvan afgehouden zijn door Engelsche en Fransche diplomatieke interventie. Hoe dit ook zij: het gevaar is voor Tsjecho- Slowakije nog altijd niet afgewend. Want al mag men aannemen, dat Berlijn niet van plan is of niet meer van plan is, om dat land eenvoudig te bezetten, uit de hou ding der z.g. Sudeten-Duitschers blijkt wel, dat men in Tsjecho-Slowakije een zelfde tactiek wil gaan toepassen als inder tijd in Oostenrijk is toegepast; n.l. steeds verder gaande eischen stellen en als die niet worden ingewilligd, spreken van een onduldbare onderdrukking, welke een zich sterk voelend en zich van zijn vredes- roeping bewust volk niet kan toestaan. Nu ligt de zaak in Tsjecho-Slowakije iets anders dan in Oostenrijk. In Oosten rijk zijn nagenoeg alle inwoners Duitsch en heeft men het nooit onder stoelen of banken gestoken, dat Oostenrijk ook vóór den Anschluss een Duitsche staat was, In Tsjecho-Slowakije zijn de Duitschers ech ter in de minderheid. Zooals op de kaart duidelijk is aangegeven, bewonen zij het randgebied van het vroegere Bohemen. In het feit, dat deze z.g. Sudeten-Duit schers niet kunnen krijgen, wat zij heb ben willen, kan geen aanleiding gevon den worden om geheel Tsjecho-Slowakije in beslag te nemen; hoogstens zou Berlijn met een beroep op het zelfbestemmings- recht der volken de randen kunnen af knabbelen. Of West-Europa dit „afknab belen" al is het dan geen in beslag ne ming van een geheelen staat ook zoo gelijkmoedig zou aanvaarden als de Oos tenrijksche Anschluss, gelooven wü niet. Wij moeten met voorspellingen voorzich tig zijn, want wat thans als onaanvaard baar geldt, wordt over een jaar of twee als een voldongen feit wel aanvaard. Twee jaar geleden had men zich bijv. de hou ding van Italië tegenover Oostenrijk ook anders .voorgesteld. Op het oogenblik ver klaren Frankrijk en Sovjet-Rusland, dat zij hun bondgenootschap met Tsjecho-Slo wakije desnoods met militaire hulp ge stand zullen doen; wat Engeland van plan is, weten we nog niet; Donderdag zal Chamberlain te dien opzichte een verkla ring afleggen. Doch het kan best mogelijk zijn, dat over eenigen tijd de internatio nale situatie dermate veranderd is en wij leven snél in dat opzicht dat er van alle beloften en toezeggingen niets terecht komt. Tsjecho-Slowakije is een eigenaardige staat en de invloeden, die het naar buiten uitoefent zijn onberekenbaar. De kern van den staat wordt gevormd door de Tsjechen, een West-Slavisch volk, dat in de 6e eeuw na Christus zich daar vestigde erv in den loop der tijden een sterken in vloed van de Duitsche cultuur onderging. Reeds in de vorige eeuw brak zich ech ter een verzet baan tegen dien Duitschen invloed en dit heeft ten slotte tijdens en na den wereldoorlog geleid tot afsplitsing van het oude Oostenrijk. Het tweede hoofdvolk vormen de Slowaken, een met da Tsjechen stamverwant ras, wier taal zich echter in den loop der tijden van de Tsjechische stamtaal tamelijk verwijderd heeft. Zij hoorden vroeger onder Honga rije. Hun huidige saamhoorigheid wordt in den officieelen naam van het land aange duid. Voorts leven er in Tsjecho-Slowa kije, behalve de reeds genoemde Sudeten- Duitschers, nog ras-echte Hongaren, Roe- thenen en Polen. De in 1918 nieuwbakken staat is dus wel een samenraapsel van al lerlei soort rassen en de daarin onderge brachte minderheden vormen een voort durende bron van oneenigheid met de na buurlanden. Zoo gaan er in de grenslan den Hongarije en Polen reeds stemmen op, om de tegenwoordige moeilijkheden met de Sudeten-Duitschers en de daaruit voortvloeiende bedreiging uit Duitsch land te benutten om ook voor de Poolsche en Hongaarsche minderheden gunstiger levensvoorwaarden en meer autonomie te verkrijgen. Voegt men daar nog bij, dat ook de Slowaken, al zijn ze een broedervolk der Tsjechen, het toch in vele opzichten niet met de Tsjechen eens zijn, dan is het dui delijk, welke spanningen er in en rondom de schepping van wijlen Masaryk en Be- nesj heerschen, spanningen, welke een ra dicale omkeer in dé verhoudingen teweeg kunnen brengen. Tsjecho-Slowakije is al tijd een min of meer kunstmatige staat geweest en heeft niet zoo heel veel noo- dig om in elkaar te zakken. Tenslotte nog een korte opmerking naar aanleiding van het bericht, dat ons zoojuist bereikt, dat de Duitsche Handwer kerspartij zich ontbonden heeft, evenals de Agrarische partij en zich gevoegd heeft bij de Sudeten-Duitsche partij van Hen- lein. Hieruit blijkt, dat er streven bestaat om door samenvoeging van alle Duitsche elementen kracht bij te zetten aan de eischen der Sudeten-Duitschers, welke zijn: opname naar evenredigheid van Duitsche elementen in de administratie van den staat en autonomie voor de Duit sche gebieden. Men kan thans nog niet voorspellen, waartoe het samengaan van de kleine Duitsche partijen met de partij van Hen- lein zal leiden. Henlein wordt met 49 af gevaardigden de grootste partij in de Ka mer en naar verluidt zoeken de Tsjechen een nieuwe politieke constellatie om hier aan het hoofd te bieden. Mr. H. F. A. GEISE. STREKEN IN TSJECHO-SLOWAKIJE WELKE DOOR DUITSCHERS WORDEN s~. BEWOOND VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Een nieuw offensief van Franco bij Huesca. (2de blad). De arrestaties te Weenen. (2de blad). Londen wil geen waarborgen geven voor Tsjecho-Slowakije. (2de blad). Van Chineesche zijde wordt een neder laag der Japanners gemeld bij het Keizer- kanaaL (2de blad). NIEUW THERESIABEELD IN ST. PETRUSKERK. In de St. Petruskerk zal hedenavond worden gewijd een beeld van de H. There- sia, ontworpen door den beeldhouwer Al- bert Termote uit Voorburg. Het beeld toont de H. Theresia,- met in de handen een boek, waarop te eener zijde het H. Aanschijn is geteekend, te ahderèr zijde de woorden: „H. Aanschijn van Je zus, druk in mij Uw Goddelijke Gelijke nis", een samenvatting uit een der gees telijke gedichten van de H. Theresia. Eerste Kanier ABSENTEÏSME IN DE EERSTE KAMER. Voorzitter geeft middelen aan om den leden tegemoet te komen. Vergadering van gisteren. Gisteravond kwam de Eerste Kamer te 3.30 uur bijeen. Wederom wordt gestemd over hoofdstuk XI (departement van sociale zaken) der rijksbegrooting voor 1938 (bij de stemming op 4 Maart waren er niet voldoende leden aanwezig). De VOORZITTER houdt tevoren de vol gende rede: Een nieuwe stemming is noodig over het ontwerp van wet tot vaststelling van hoofd stuk XI der rijksbegrooting voor 1938. Een en andermaal heb ik van deze plaats er bij de leden op aangedrongen, de verga deringen van den aanvang tot het einde bij te wonen. Van zoodanigen aandrang zal ik mij verder onthouden. Er komt een oogen blik, waarop men moet weten af te laten. Ik benaal er mij toe vast te stellen, dat op 4 Maart 1.1. bij de toen vóór 5^ uur in den namiddag gehouden stem ming niet minder dan 70 pet. van de leden afwezig was. Mocht het absenteïsme hieraan te wijten zijn, dat, met het oog op werk zaamheden elders, voor verschillende leden onze vergaderingen allengs te tal rijk en te langdurig zijn geworden mede als gevolg van de zich steeds meer uitbreidende taak van den wet gever dan moet hieraan worden te gemoet gekomen. Het moet en het kan. Zie ik wel, dan zou dit op tweeërlei wijze zijn te bereiken. Vooreerst zou aan allerlei zaken, die toch waarlijk niet verdienen in een senaat on derwerp van discussie uit te maken, geen plaats meer in onze, laatstelijk menigwerf al te zeer uitgesponnen, voorloopige versla gen ik denk daarbij o.a. aan het verslag betreffende hoofdstuk XI der rijksbegroo ting 1938 behooren te worden ingeruimd. Bij de mondelinge behandeling van de be trokken wetsontwerpen zouden zij dan immers, als niet schriftelijk voorbereid, on besproken blijven. Ten tweede zou veelal gevoeglijk een kleiner aantal leden aan het debat hebben deel te nemen, met inperking wijders van hunne redevoeringen. Zoowel de schriftelijke als de mondelin ge gedachtenwisselingen zouden, wel verre van door een en ander te lijden, ongetwij feld er bij winnen. Wellicht is hier een taak weggelegd voor de fractie-voorzitters en zouden zij te de zen nuttig werk kunnen verrichten. Daar toe doe ik op hen een beroep. Het begrotingshoofdstuk wordt aange nomen met 42 tegen 4 stemmen (die van de N.S.B.). Afdeelingen. Bij loting door den VOORZITTER wor den de afdeelingen samengesteld. De vergadering wordt geschorst; de af deelingen vergaderen voor het kiezen van voorzitters en onder-voorzitters. De vergadering wordt te 9 u. 10 verdaagd tot Woensdag elf uur. Binnenland Regeling consumptie-aardappeloogst 1937 (2de blad). Lelden Een bejaarde vrouw is door verstikking om het leven gekomen (1ste blad). Omgeving Doodelijk ongeluk onder Koudekerk. (4de blad). Vergadering van heden. In de heden gehouden vergadering, die te 11 uur aanving, heeft de Eerste Kamer een reeks wetsontwerpen aangenomen, o.a. betreffende contingenteeririgen. De Minister van Economische Zaken, de heer STEENBERGHE, deelde mede, dat de contingenteering van toiletzeep en van benzol ic vervallen. De vergadering wordt te 11.20 uur ge sloten. De Kamer gaat in de afdeelingen voor het onderzoeken van de Surinaamsche en Indische begrootingen voor 1938, de wets- ontworpen ruilverkaveling en bedrijfsves tiging, enz. DE ANSCHLUSS EN ZIJN GEVOLGGEN. Opschorting van gerechtelijke verkoopen. WEENEN, 23 Maart. (A. N. P.). De regeering heeft besloten iedere gerechte lijken verkoop van landbouwbedrijven, die wegens het niet-betalen hunner schulden veroordeeld zijn, uit te stellen. Het bureau -voor landbouwinlichtingen schat de schuld van den Oostenrij'kschen landbouw op meer dan een milliard schel lingen. In Stiermarken zijn de gerechtelijke/exe cuties van 1933 tot 1935 met 300 procent Aartshertog Josef Ferdinand gearresteerd. WEENEN, 23 Maart. (A. N. P.). De 64-jarige aartshertog Josef Ferdinand van Toscane, is te Mondsee gearresteerd, omdat hij zich beleedigend over het nationaal- socialisme heeft uitgelaten. Naar Havas aan de „Voelkischer Beob- achter" ontleent, zou de aartshertog heb ben gezegd: „Ik zal mij de krachtige woor den van Goetz von Berlichingen in de hand laten griffen, zoodat, wanneer ik iemand groet, deze dit citaat zal kunnen zien." Tegenspraak van geruchten en berichten. WEENEN, 23 Maart. (A. N. P.). Ten aanzien van in het buitenland gepubliceer de geruchten en berichten, o.m. inhouden de, dat alle leden van het voormalige ka binet Schuschnigg van hun vrijheid be roofd zijn, kan medegedeeld worden, dat slechts twee leden dier regeering in Schutz- haft zijn genomen. Het gerucht, dat aarts hertog Anton van Habsburg gearresteerd is, is niet juist, evenmin als het juist is, dat de dochter van Bruno Walter is gear resteerd. NEDERLAND EN DUITSCHLAND. De Deutsche Allgemeine Zeitung komt terug op de radioverklaring van minister Colijn en schrijft o.m.: Blijkbaar is men in Nederland sterk onder den indruk ge raakt van de gebleken paraatheid van de Duitsche weermacht en in het bijzonder van de gemotoriseerde troepen. Zorgen van deze soort verraden een naar het ons voorkomt geheel misplaatst wantrouwen. Bij de debatten, welke onlangs in de Tweede Kamer zijn gevoerd, is er terecht aan herinnerd, dat de Duitsche r-ksregee- ring zich bij herhaling bereid heeft ver klaard, met Nederland een niet-aanvals- pact te sluiten en de onaantastbaarheid van Nederland op dezelfde wijze te waar borgen als die van België. De regeering in Den Haag heeft daar echter geen be langstelling voor getoond. Het Duitsche Rijk wenscht ook thans, nadat het grooter geworden is, van Nederland niet anders dan vertrouwen, een ruil van goederen en voortzetting van de oude vriendschap.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1