ADOLF HITLER SPREEKT.
Mysteries rondom
„Vredelust"
3)e£cictocft&Gou/fca/nt
Mussolini tijdens zijn rede voor de Italiaansche Kamer van Afgevaardigden
over de jongste gebeurtenissen in Oostenrijk
Oud-president Hoover (x) arriveerde Vrijdagmiddag op doorreis op Schiphol,
waar hij door den directeur der K.L.M., den heer Plesman (xx) begroet werd
De leden van den Radioraad brachten Vrijdag een bezoek
aan de Jaarbeurs te Utrecht, tezamen met de televisie
commissie en den Raad van Beheer der N.O.ZE.M.A.
FEUILLETON
(Een geval uit de practijk van inspecteur
Sanders, lid der Centrale
Recherche),
door
UDO VAN EWOUD.
29)
Voorts moest de diefstal van het lijk tot
klaarheid worden gebracht en tenslotte
gaf hy den jongen rechercheur nog op
dracht zooveel mogelijk gegevens te ver
zamelen omtrent de antecedenten van den
zonderlingen Loucheur, over wien het Be
volkingsbureau hem slechts zeer opper
vlakkig had kunnen inlichten. Vanavond
om half acht verwachtte hij hem op het
bureau.
Toen Bartelink vertrokken was, nam hij
de telefoon om zich met van Opweeghen
in verbinding te stellen, niet alleen om
met diens medewerking den door Loucheur
gewenschten bijeenkomst in villa „Vrede
lust" te arrangeeren, maar tevens met het
doel den jongen rentenier eens uit te
hooren over het briefje van jhr. Ubels, dat
h(j in diens schrijfbureau had gevonden.
Een half uur later zat van Opweeghen
op dezelfde stoel, welke dien ochtend ook dr
Jurrians en Loucheur reeds tot zitplaats
had gediend. De inspecteur stelde zijn be
zoeker in korte bewoordingen op de hoog
te van de wenschelijkheid om dien avond
allen, die rechtstreeks of zijdelings bij den
moord in zijn woning betrokken waren,
nog eens op de plaats van het misdrijf bij
een te brengen voor 'n afzonderlijk of
zoo dat noodzakelijk mocht blijken ge
combineerd verhoor. De jonge advocaat
toonde zich onmiddellijk bereid zijn mede
werking' te verleenen en voor dit massa
bezoek de noodige maatregelen te treffen
Daarna kwam Sanders op het briefje van
notaris Ubels. Hij viel daarbij ditmaal met
de deur in huis:
„Bij ons onderhoud in de wachtkamer
van het Centraal Station hebben wij iets
voor elkaar verzwegen, meneer van Op
weeghen", zei hij, terwijl hij zijn bezoeker
doordringend aankeek. „Ik heb u gister
middag gevraagd, of u niet een van uw
buren van den moord verdacht en daar
voor had ik een bijzondere reden Tijdens
uw afwezigheid heb ik, bij een inspectie
van uw schrijfbureau, dit briefje van nota
ris Ubels gevonden. Onder de gegeven om
standigheden zult u het zeker niet vreemd
vinden, dat die paar regels mij ten zeer
ste belang inboezemden?"
Een oogenblik kleurde een vlammend
rood het gelaat van den jongen rentenier.
„Wie gaf u het recht....", begon hij,
maar bijna onmiddellijk wist hij zich te be-
heerschen. „Neemt u mij niet kwalijk
ik heb een geval als dit nooit eerder bij
de hand gehad. Als politieman in het be
zit van een opdracht tot huiszoeking zult
u wel degelijk het recht hebben het schrijf
bureau van een verdachte te inspectee-
ren. Vandaar dus uw wel wat heel duide
lijk gesteld vraag gistermiddar' Had ik
toen vermoed, dat u in het bezit was van
dit epistel, dan zpu ik zeker niet hebben
gezwegen. Mag ik vragen, inspecteur, of
dit, naar uw meening, iets met de moord
zaak te maken heeft?"
„Ik had u dezelfde vraag willen stel
len, meneer van Opweeghen", antwoord
de Sanders. „Waarschijnlijk zult u haar
trouwens met meer reden kunnen beant
woorden dan ik. U weet toch waarop dit
briefje betrekking heeft?"
„Ik ben bereid u daarover in te lich
ten, inspecteur, omdat ik wel begrijp, dat
mijn zwijgen een spoedige ontknooping van
den raadselachtigen moord slechts in den
weg zou staan en bovendien wellicht aan
leiding zou geven tot gruwelijke misver
standen. Ik moet echter deze voorwaarde
stellen, dat alles wat ik hier vertel onder
ons blijft en dat u het niet zult beschou
wen als een aangifte, welke politioneel in
grijpen noodzakelijk maakt."
En daarop volgde het verhaal van een
gederailleerd leven:
Jhr. Ubels was de telg van een bekende
adellijke, maar vooral de laatste jaren
sterk verarmde familie. Na een even kost
bare als langd xrige studie was hij in
Utrecht nog juist op tijd geslaagd voor zijn
notarieel examen. Van Opgweeghen kende
hem reeds uit dien studententijd, waarin
vooral menige kroegavond in eikaars ge
zelschap werd doorgebracht. Reeds toen
echter ontpopte Ubels zich als een zwak
keling, die zich maar al te gemakkelijk liet
overhalen tot avonturen, die zijn finan-
cieele draagkracht ver te boven gingen en
onvermijdelijk tot gevolg moesten hebben,
dat hij zich diep in de schulden stak. On
getwijfeld zou dit op den duur tot een
conflict hebben gereid met zijn vader, die
niet in staat was het hooge maandgeld op
te brengen, dat de jonge Ubels voor zijn
studie bleek noodig te hebben, wanneer
de oude heer niet juist in die jaren was
overleden. Een bescheiden erfenis stelde
den aspirant notaris, die tot driemaal toe
voor zijn candidaatsexamen zekte, in staat
zijn uitspattingen nog eenigen tijd voort te
zetten, doch toen ook de laatste P-igatie
van deze nalatenschap te gelde was ge
maakt, begon hij in te zien, dat er ook nog
zooiets als een toekomst was en dat zijn
adellijke titel alleen niet voldoende zou
zijn om deze te verzekeren. Dank zij den
steun van zijn moeder, die zich twee jaar
lang alles ontzegde om haar zoon in staat
te stellen zijn studie te voltooien, bracht
hij het ten slotte tot een benoeming als
candidaat te Rijswijk, maar daar in de on
middellijke nabijheid van de lokkende re
sidentie begon het vroolijke leven opnieuw.
Zijn huwelijk met de dochter van een
gepensionneerd referendaris van een der
departementen, die niet veel meer had dan
zijn bescheiden pensioen, maakte hieraan
voorloopig een einde, maar Ubels was nu
eenmaal gewend het geld te laten rollen
en toen hij al vrij spoedig, tengevolge van
het overlijden van den notaris, die zijn va
der was opgevolgd, in Amstelveen werd be
noemd, scheen het, dat hij daartoe in de
gelegenheid zou worden gesteld. Het was,
vooral dank zij de populariteit van zijn
voorganger, een vrij goed notariaat, dat
het echtpaar Ubels een ruim bestaan ople
verde, maar juist daardoor verviel hij weer
in zijn oude kwaal. En toen kwam de cata
strophe, welke in wezen niet veel verschil
de van vele andere in deze soort. Toen het
peil van de uitgaven dat der inkomsten
dreigde te overschrijden en slechts een zui
nig beheer van zijn financiën de situatie
had kunnen redden, liet hij zich verleiden
tot speculaties. Het was juist in de perio
de, dat alle aandeelen ter beurze met spron
gen omlaag gingen en schier dagelijks was
zijn bank aan de telefoon met verzoeken
om dekking van het tekort. Toen besloot
hij den grooten slag te slaan, die reeds zoo
menigeen noodlottig is geworden. Hij had,
volgens zijn berekening, tienduizend gul
den noodig om zijn verlies te dekken, vijf
tigduizend om een gefortuneerd man te
zijn. Het verschil was voor een man als
hy, die gewend was, het geld uit te ge
ven, te gering om lang te aarzelen. Tien
of vijftigduizend voor beide bedragen
zou hij zijn toevlucht moeten nemen tot
een geraffineerde malversatie, welke in
zijn oogen niet als zoodanig moest worden
gekwalificeerd, omdat zij binnen zeer kor
ten tijd weer ongedaan zou worden ge
maakt. Hij leende geld hoogstens voor
een jaar al was het dan op een minder
gebruikelijke manier. Eenige cliënten ,die
gelden wilden beleggen, werden 't slacht
offer. Boeren uit Amstelveen, die zijn va
der hadden gekend als een respectabel man
en ook diens opvolger alle achting hadden
toegedragen, aarzelden geen oogenblik
„den jongen Ubels", zooals hij, ondanks zijn
veertig jaren in dien kring algemeen ge
noemd werd, om raad te vragen voor een
belegging van hun spaarduitjes en de nota
ris verstrekte hun het soliede hypotheekje
tegen een mooie rente, dat zij zoo gaarne
wenschten. Jonge Hollandsche boeren in
Noord Frankrijk hadden geld noodig voor
de stichting van landbouwbedrijven. Jhr.
Ubels kende er eenigen van zeer goede fa
milie persoonlijk, ferme boerenjongens,
die een mooie toekomst tegemoet gingen
en het zeker beter zouden hebben dan
hun, met minder ondernemingsgeest be
zielde vrienden, die straks wellicht bij het
ryk om steun moeten aankloppen.
^ordt vervolgd