DE BEDRIJFSVERGUNNINGEN-WET
AANGENOMEN
RECHTZAKEN
KERKNIEUWS
Wilt U iets weten?
HEI
BEIOOVERDE BOSCH
VRIJDAG 11 MAART 1938
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
Tweede Kamer
De erkenning van de verovering van Abessynlê
De amendementen-Vos
op art. 3.
Voortgezet wordt de behandeling van
het ontwerp-Bedrijfsvergunningenwet.
Bij de artikelsgewijze behandeling zijn
twee amendementen van ir. Vos (S.D.) op
art. 3 aan de orde. Deze amendementen
willen de bevoegdheid van initiatief, behal
ve aan de ondernemers, tevens brengen
aan de overheid, aan de arbeiders-organisa
ties en aan bedrijfsraden.
De heer VOS (S. D.) zegt, dat hij het zou
betreuren, als een punt van het solidaris
tisch programma der R.-K. Staatspartij, bij
gebrek aan medewerking uit de Kamer,
niet tot uitvoering zou komen.
De MINISTER VAN ECONOMISCHE
ZAKEN, de heer STEENBERGHE zegt,
dat hij waar 't mogelijk en wenschelijk is de
arbeiders-organisaties en bedrijfsreden in
schakelt. Hier is dit echter niet het geval.
De heer KORTENHORST .(R.-K.) zegt.
dat de economische samenwerking tusschen
bedrijfsgenooten aan de bedrijfsraden ont
trokken moet blijven. Hier heeft men im
mers te doen met allerlei eigendoms- en
leiderskwesties.
De heer VAN DER WAERDEN (S. D.)
ontkent, dat er tusschen sociaal-democra
ten en Roomsch-Katholieken verschil van
meening bestaat over de toekenning van
economische bevoegdheid aan de bedrijfs
raden. De Roomsch-Katholieken hebben
destijds een langzamer tempo gewenscht.
De R.-K. arbeidersorganisaties niet de
heer Kortenhorst zal op het standpunt
van ir. Vos staan.
Principieel gaat het er om of de arbei
ders en hün organisaties tot de bedrijfs
genooten behooren.
De MINISTER rekent de arbeiders bij de
bedrijfsgenooten. Evenwel blijft hij be
zwaar maken tegen dit bepaalde amende
ment.
Het eerste amendement (overheidsinitia
tief) komt in stemming en wordt verwor
pen met 56 tegen 24 stemmen. (Vóór S. D.
en C. D.).
Het tweede amendement (initiatief aan
bedrijfsraden, arbeidersorganisaties) werd
verworpen met 57 tegen 24 stemmen.
De beroepsregeling.
Op artikel 10 verdedigt de heer VAN
DER GOES NATERS (S. D) een amende
ment, waardoor het beroep van de beslis
sing van den minister niet, zooals in het
ontwerp bij den minister zelf, doch bij de
Kroon wordt gebracht.
Het amendement wordt verworpen met
50 tegen 26 stemmen (vóór de liberalen,
S D. en Comm.).
Het wetsontwerp wordt aangenomen
met 71 tegen 10 stemmen. Tegen stem
den, de liberalen, de nationaal-socialis-
ten, mevrouw MackayKatz (C.-H.),
de heer Weitkamp (C.-H.), en de staat
kundig-gereformeerden.
DE WET OP DE RECHTERLIJKE
ORGANISATIE.
Aan de orde is het wetsontwerp wijzi
ging van enkele artikelen van de wet op
de rechterlijke organisatie en het beleid
der justitie.
De heer DE MARCHANT ET d'AN-
SEMBOURG (N. S. B.) zegt, dat het beleid
van dezen minister, die ingegrepen heeft
in de zaak van het Blauwe Zand, geen ver
trouwen wekt. Hij ziet in dit ontwerp een
poging der R.-K. Staatspartij om zich van
de rechterlijke macht meester te maken
door van den aanvang af de politiek by de
benoemingen te doen gelden.
De MINISTER zegt, dat men wel geheel
verpolitiekt moet zijn om achter een zoo
simpel ontwerp de dingen te zoeken, die
de heer De Marchant et d'Ansembourg er
achter heeft gezocht.
Het wetsontwerp wordt z. h. stemming
aangenomen, met aanteekening van tegen
stemmen van de N. S. B.
DE INTERPELLATIE-WIJNKOOP.
Aan de orde is de interpellatie-Wijnkoop
inzake de erkenning van den koning van
Italië als keizer van Abessinië.
Vragen.
De heer WIJNKOOP (Comm.) stelt de
volgende vragen aan den minister van bui-
tenlandsche zaken:
1. Welk Nederlandsch belang is
eigenlijk gediend bij het overhaaste
initiatief van de Nederlandsche regee
ring en den belangrijken dienst aan fas
cistisch Italië bewezen, ten aanzien van
de z.g. regularisatie van de diplomatie
ke betrekkingen tusschen Nederland en
Italië, nu er immers volgens den mi
nister zelf, van 'n abnormalen toestand
tusschen deze twee landen geen spra
ke was?
2. Acht de minister niet het gevaar
aanwezig, dat tengevolge van de er-
erkenning van den koning van Italië
als keizer van Ethiopië de onafhanke
lijkheid van Nederland en de veilig
heid van Indonesië, dus de levensbelan
gen van beide volkeren, thans nog
meer dan te voren, bedreigd zullen
worden?
3. Waar het vaststaat, dat de erken
ning van Itali'ës souvereiniteit over
Abessinië, niet alleen ingaat tegen art.
10 van het pact van den Volkenbond,
maar ook tegen de door den Volken
bond aanvaardde z.g. verklaring van
Stimson, ziet de minister dan niet in,
dat door het regeeringsbeleid ten deze
de Volkenbond, de collectieve veilig
heid en de nieuwe opvattingen ten aan
zien van het internationale recht, op
nieuw worden ondermijnd en tevens de
band van Amerika met den Volken
bond, ten nadeeile ook van Nederland,
nog losser wordt gemaakt?
4. Waarom heeft de minister op 30
November j.l. de Tweede Kamer van
zijn stappen ten deze niet ingelicht, nu
toch is gebleken, dat zijn initiatief
reeds openlijk in den Finschen Rijks
dag van 23 November j.l. was ter spra
ke gebracht?
5 Wat acht de minister nog de be-
teekenis van het telegram aan den Ne
gus, waarin de mededeeling werd ge
daan, dat de Nederlandsche regeering
niet voornemens was, de verovering
van Abessinië de jure te erkennen, nu
de minister zelf in de Eerste Kamer
uitdrukkelijk aan de erkenning van
het feit de erkenning van de rechtsge
volgen heeft verbonden?
6. Welke ontspanning is er door het
initiatief van den minister bereikt?
MINISTER PATIJN AAN HET WOORD.
De MINISTER VAN BUITENLANDSCHE
ZAKEN, de heer PATIJN, zegt, dat hy wei
nig nieuwe gezichtspunten zal kunnen ope
nen.
Als gezant te Rome heeft spr. de groote
nadeelen voor onzen handel gezien, welke
uit de sancties voortvloeiden. Daarvan
maakt spreker geen verwyt aan de toen
malige regeering. Wij waren ertoe verplicht
De sancties hebben geen gevolg gehad, de
slag is verloren. Er is geen meeningsver-
schil over mogelijk, dat van het oude ge
zag in Abessinië niets meer over is, al is er
dan nog misschien niet alles pais en vree.
Wat heeft toen de Volkenbond ge
daan? Krachtens het Pact had de Vol
kenbond al eerder militaire sancties
moeten toepassen. Men heeft dat na
gelaten, doch dat niet alleen, men heeft
ook de economische sancties opgehe
ven. Men heeft ook Italië niet van het
lidmaatschap van den Bond vervallen
verklaard, ofschoon ook dat door het
Pact werd geëischt. De Bond heeft al
les teruggetrokken. De eenige conclu
sie was, dat ons land volkomen vrij
stond..
In October j.l. hing de erkenning van den
Koning van Italië als Keizer van Ethiopië
overal in de lucht. In diplomatieke krin
gen was het gemeengoed, dat deze erken
ning spoedig zou komen, ook van de zijde
van Engeland en Frankrijk. Als deze sta
ten waren voorgegaan hadden wij moeten
voLgen. Dit zou in het geheel niet eervol
voor ons zijn geweest. Beide landen hadden
de erkenning beschouwd als een ruilobject
bij onderhandelingen. Daarbij hadden wij
geen enkel belang en wij konden dus ook
onze zelfstandigheidspolitiek volgen.
Aan den vroegeren toestand waren groo
te nadeelen verbonden. Het gaat hier niet
alleen om kapitalistische belangen. Ook de
werkman heeft er belang bij dat het Neder
land goed gaat. Met Engeland of met En-
gelsche groepen is er geen contact ge
weest. Spr. heeft alleen den Engelschen ge
zant van zijn plannen op de hoogte gesteld.
Op de tweede vraag van den heer Wijn
koop antwoordt spr.: denkt gij, dat ik, als
ik dat dacht, dezen stap zou hebben ge
daan?
De verklaring Stimson is bestemd om
met voeten te worden getreden. Het is in
strijd met de geschiedenis om geen door
geweld geschapen toestanden te erkennen.
De Volkenbond heeft zich geenszins aan de
verklaring van Stimson gebonden, doch
slechts een verwantschap geconstateerd.
Op het oogenblik kunnen de kleine sta
ten niet rekenen op de collectieve veilig
heid. De verklaring van de Engelsche re
geering hieromtrent is daarvan voldoende
bewijs.
In den Finschen Rijksdag is sprekers
initiatief slechts terloops besproken. Spr.
heeft het voornemen steeds aan de Kamer
geheimen te verzwijgen, daar de Grondwet
het opperbeleid van het buitenlandsch be
leid bij de Kroon legt.
De minister heeft de aangelegenheid
twee keer in de Kamercommissie voor bui-
tenlandsche aangelegenheden gebracht en
wel een keer voor de stap genomen werd.
Toen de Negus vroeg, of wij de jure gin
gen erkennen, was er geen enkel bezwaar
om neen te antwoorden.
Dat er eenige ontspanning in Europa is
bereikt, blijkt uit den zeer objectieven ba-
i ometer uit de beurs. Dat de stap achter
wege had moeten blijven, nadat Italië ge
weigerd had tot den Volkenbond terug te
keeren, kan spr. niet onderschrijven, daar
het doel van den stap niet was Italië in den
Volkenbond te houden.
Men moet scherp onderscheiden tus
schen een erkenning van een feit en een er
kenning van de oorzaken van een feit. Spr.
verklaart nog eens, dat deze stap geenszins
een goedkeuring inhoudt van hetgeen vroe
ger is geschied, De man in de straat, of lie
ver nog de vrouw in de straat maakt dit
onderscheid niet. Spr. prijst het in som
mige socialistische leiders in het buiten
land dat zij hun volgelingen op het onder
scheid wijzen. Dat is werkelijke leiderspo-
1 litiek.
Andere sprekers.
De heer DE GEER (C.Hwil in het mid
den laien of liet gewenscht was, dat Neder
land op eigen gelegenheid deze stap heeft
gedaan. Het zou een goeden indruk heb
ben gemaakt als de regeering tegenover
de andere staten het „samen uit samen
thuis" had laten gelden.
De heer SMEENK (A R.) meent, dat de
regeering de bedoeling heeft gehad in het
belang van ons land te handelen. Wat nu
het hoofdmotief is geweest, de verbetering
c:er diplomatieke betrekkingen met Italië
of wel de ontspanning In Europa, is niet
duidelijk.
Wat geschied is, kan onze goedkeuring
niet verkrijgen. De erkenning van een vol
dongen feit houdt echter geenszins de goed
keuring van gepleegd onrecht in.
De heer ROST VAN TONNINGEN (N.S.B.
verzet zich tegen de gedachte, dat Neder
land als een schaap de groote mogendheden
zou volgen. Bij de woorden van minister
Patijn hieromtrent heeft spr. in zich trots
gevoeld een volksgenoot van dezen man te
zijn (gelach).
Spr. hoopt, dat de heer Wijnkoop het zal
aandurven een motie in te dienen.
De heer BONGAERTS (R.K.) is van
meening, dat overleg met andere mo
gendheden achterwege had kunnen
blijven. Nederland is steeds zelfstan
dig opgetreden. Nederland is met zijn
overzeesch gebied een belangrijke mo
gendheid. De verbindingslijn tusschen
zijn gebied loopt door de Middelland-
sche Zee. Het heeft daar eigen belan
gen. De toestand in Abessinië kan niet
de historische vriendschaps- en cultu-
reele betrekkingen met het Italiaan-
sche volk afbreken. Spr herinnert aan
de houding van Italië tegenover ons
land bij de vredesonderhandelingen van
1918. De Italiaansche vertegenwoordi
ger heeft ons grondgebied t^n verde
digd.
Spr. heeft waardeering voor het beleid
van den minister.
De heer ALBARDA (S.D.) zegt, dat nie
mand houdt van mosterd na den maaltijd
en dat de Kamei dan ook niet een uitspraak
verlangt welke het prestige der regeering
zou aantasten.
Spr. komt ook op tegen 's ministers uit
lating over de verklaring van Stimson,
welke „nog erger zou zijn dan de Volken
bond". Daarbij heeft de minister zich ge
ringschattend uitgelaten ovei de mannen
en vrouwen van de straat. Spr. verklaart
te staan aan de zijde dier mannen en vrou
wen van de straat. Spr hoopt, niet weer
zulk een ministerieele rede in het parle
ment te zullen hooren.
Het aanvaaiden van een fait accompli
moet eerst geschieden door degenen die in
de actie steeds voorop stonden, door den
Volkenbond. Zoo had het hier moeten gaan.
Spr. acht de houding van den minister
betreurenswaardig, afkeurenswaardig en
geen trotsche politiek.
De heer BIEREMA (Lib.) vraagt zich qf
of ons land niet te veel haantje de voorste
:s geweest. Ons land past een bescheiden rol.
Genève heeft het ons dooi een onduidelijke
houding niet gemakkelijk gemaakt.
De heer JOEKES (V.D.) is van meening,
dat de Nederlandsche regeering niet zon-
aer overleg met andere staten had kunnen
optreden.
De heer VAN HOUTEN (C.D.U.) meent,
dat de drijfveer van den minister zeer ma-
lerialistisich is geweest, namelijk de schade
der sancties.
De heer DE MARCHANT ET d'ANSEM-
EOURG (N.S.B.) zegt, dat een motie van
de zijde van den heer Wijnkoop niet te ver
wachten is. Spr. dient een motie in, waarin
het beleid van den minister wordt goedge
keurd.
Omdat zij niet voldoende wordt onder
steun, komt zij niet in behandeling.
De MINISTER zegt, dat het geheel in
strijd is met de bedoeling van de regeermg,
oat wij niets meer te maken zouden heb
ben met den Volkenbond Zoo iets heeft spr.
nooit bedoeld. Hij hecht veel waarde aan
oen Volkenbond.
Dat de Oslo-staten niet accoord gingen
is onjuist. België zal hoogstwaarschijnlijk
de volgende week de erkenning doen.
De Volkenbond is niet geraadpleegd, om
dat de Volkenbond in feite de annexatie
als voldongen feit had aanvaard. Een raad
plegen zou nooit tot eenstemmigheid heb
ben geleid.
De heer WIJNKOOP constateert, dat de
groote meerderheid over den maatregel der
iegeering niet opgetogen is, dat er geen
ontspanning door is ontstaan en dat toe
nadering tot de fascistische staten toegeven
is aan oorlogsgevaar.
De vergadering wordt te 7 uur 10 ver
daagd tot Dinsdag 5 April één uur.
HAARLEMSCHE RECHTBANK.
RONSELARIJ VOOR SPANJE.
De 29-jarige K. en de 26-jarige B., bei
den uit Beverwijk, hebben voor de Haar-
lemsche rechtbank terecht gestaan omdat
zij aan drie personen reisgeld hadden ver
strekt om naar Spanje te gaan.
De drie mannen werden als getuigen ge
hoord. De eerste, een 22-jarige los-werk-
man, had aan K. geld gevraagd, omdat hij
graag een avontuurtje wilde beleven. Hij
kreeg van den tweeden verdachte B. zeven
en-twintig gulden en eer. sigaret, waarin
een papiertje verborgen was met een adres
ir. Parijs, waar hij zich moest vervoegen.
Daar trof hy een aantal anderen, met wien
hy de reis naar Spanje maakte. Hij werd
naar het front gezonden, maar was ge
vlucht, omdat hij niet wilde vechten. Na
veel avonturen is de man in Beverwijk
teruggekeerd.
De tweede getuige, een dertigjarige los-
werkman, was op dezelfde manier naar
Spanje gezonden. Ook hij weigerde te vech
ten en werd daarom opgesloten in een con
centratiekamp bij Valencia, waaruit hij
wist te ontvluchten. De derde getuige, een
29-jarige varensgezel, had f 13.50 ontvan
gen, doch dit geld in een logement te Be
verwijk verteerd.
Het O.M. eischte tegen beide verdachten
twee maanden gevangenisstraf. De verde
diger, mr. S. de Jong. pleitte clementie.
Uitspraak 24 Maart.
Een auto-reserve-wiel gestolen.
De Haarlemsche Rechtbank veroordeelde
gisteren den gedetineerden lossen arbei
der G. P. uit Haarlemmermeer we
gens diefstal van een nieuwe reserve bin-
ren- en buitenband met velg van een
vrachtauto tot 5 maanden hechtenis onder
aftrek van voor-arrest.
Waarschijnlijk de goeden te pakken!
Voor de Haarlemsche Rechtbank ston
den gisteren terecht de losse arbeiders T. H.
en A. L. B. uit Haarlemmerme er,
thans gedetineerd, die in den nacht van
8 op 9 Januari door verbreking van een
;uit zich toegang hadden verschaft tot de
slagerij van der heer A. v. d. D. te Haar
lemmermeer. Beide verdachten bekenden;
zij hadden een ham meegenomen. Daar het
reclasseeringsrapport vrij ongunstig luid
de, eischte de officier van justitie tegen
ieder der verdachte 10 maanden hechtenis.
De officier constateerde in zijn requisitoir,
dat sinds deze beide mannen zich in arrest
bevinden, het aantal inbraken in de Haar
lemmermeer aanzienlijk is gedaald.
PATER LAGRANGE f
Vermaarde Bijbelkenner.
Naar de Parijsche correspondent van de
Maasbode" mededeelt, is in den ouderdom
van drie en tachtig jaren in het Domini
canenklooster St. Maximin aan de Cöte
c Azur overleden pater Lagrange O.P., die
om zijn Bijbelstudiën een groote vermaard
heid heeft verworven.
Pater Lagrange werd in 1884 priester ge
wijd. In 1890 stichtte hij de bekende Ecole
pratique d'études bibliques in het klooster
van Sint Stephanus te Jerusalem, van welk
klooster hij in 1892 de prior werd. Hetzelfde
jaar stichtte hij de bekende Revue biblique.
Tal van werken de Bijbelstudies betref-
lende verschenen van zijn hand. De voor
naamste zijn: La méthode historique a pro
pos de l'Ancien Testament, dat in 1903 ver
scheen, Etude sur les religions sémitiques,
dat eveneens in 1903 verscheen, Le Mes
sianisme chez les Juifs, dat in 1907 het licht
zag, en de uitgave van de vier Evangeliën,
die van 1911 to+ 1927 plaats had.
In het 'bijzonder is bekend zijn groote
werk tot bestrijding van het Vie de Jésus
van Renan.
Pater Lagrange was lid van de Fransche
academie voor inscripties en letteren en
correspondeerend lid van het Institut de
France.
s* 'Ovl
Vriendelijk verzoek ik u het volgende te
willen plaatsen in uw veelgelezen dagblad.
Bij voorbaat mijn hartelijke dank.
Naar aanleiding van het bericht onder
de rubriek „Luchtvaart" in uw blad van
Woensdag ben ik zoo vry over den inhoud
hiervan een aanmerking te maken. Daarin
werd vermeld, dat een parachutist van een
hoogte van 10.800 M. gedurende een tijds
verloop van 170 sec. tot op 200 M. van den
grond was genaderd, waarna hij het val
scherm opende. Dit nu is volgens mijn be
rekening in strijd met de gegevens. Aange
nomen, dat de hoogte juist is, zal deze val
tijd moeten bedragen 46.51 sec., terwijl
verondersteld, dat de valtijd juist is, de
hoogte zou moeten geweest zijn 141.600 M.!
welker hoogte volgens mijn bescheiden ken
nis tot nu toe nog nooit door een levend we
zen is bereikt. Bovendien blijkt dat de
snelheid van den parachutist j>p het mo
ment, dat deze het valscherm opende, 1659.6
K.M. per uur bedroeg!
Leek zijnde op het gebied van val
schermconstructie ben ik zeer benieuwd
naar de gevolgen van de schok, welke èn
parachutist èn valscherm zullen hebben on
dervonden!
Graag zag ik hierin eenige opheldering.
U nogmaals dankend voor de verleende
plaatsruimte, teeken ik,
Hoogachtend,
Opmerker.
Naschrift. Wij hebben niet nage
rekend of de gemelde tijd van het val
len (2 min. 50 sec.) klopt met de theore
tische gegevens over de valsnelheid van een
menschelijk lichaam in deze luchtlagen.
Wel weten we, dat een snelheid van 1659
K.M. per uur een onbestaanbare snelheid
is, doch dit cijfer komt voor rekening van
den inzender. Voor zoover wij weten, be
reikt een vallend lichaam geleidelijk een
bepaalde snelheid, welke ook bij verder
vallen niet wordt verhoogd, tengevolge van
den weerstand van de lucht.
Vraag: Welke is de mooiste en beste
weg van Zouterwoude per fiets naar Eg-
mond aan Zee?
Antwoord: Zoeterwoude, Leiden,
Oegstgeest, Sassenheim, Lisse, Hillegom,
Bennebroek, Haarlem, Santpoort, Bever
wijk, Heemskerk, Castricum, Egmond Bin
nen, Egmond aan Zee.
Vraag: Is er in Leiden een Heim of
een andere bijeenkomst voor Duitsche
meisjes?
Antwoord: U kunt bij het R.K. Te
huis voor Bescherming van Meisjes. Te
huis „Huize Maria", Pieterskerkkoorsteeg
15 Leiden.
Vraag: Hoe kan ik roestvlekken uit
een wit-steenen waschkom verwijderen?
Antwoord: Roestvlekken uit een wit
steenen waschkom zijn te verwijderen
door op de vlekken een papje te leggen
van zuringzout en water.
Vraag: Hoe moet een taftzijden japon
gewasschen worden.
Antwoord: Het wasschen van een
taftzijden japon moet geschieden in lauw
sop van vlokkenzeep. Na het spoelen
moet ze een weinig gestéven worden in
een arabische gom-oplossing (plm. yK ons
op 4 L. water). De taftzijde moet nat ge
streken worden.
Vraag: Is het geoorloofd voor iemand
onder de 21 jaar en voor iemand boven de
59 jaar gedurende den Vasten (op vas
tendagen, die geen onthoudingsdagen zijn)
meermalen vleeschspijzen per dag te ge
bruiken.
Antwoord: Ja.
Vraag: betreffende goudvischjes (de
zer dagen beantwoord.
Antwoord: Een onzer lezers maakt
er ons nog op attent, dat u de goudvisch
jes teveel voer geeft. Bovendien moet het
water voorzichtig worden ververscht en
moet de glazen bak goed open zijn. Een
nauwer toeloopende kom is dus minder ge
schikt.
(SPROOKJE)
261. Voorzichtig wikkelde zij de strooken van de hand
doek om de voeten van Petertje. Zoo zou hij straks beter
door het bosch kunnen loopen. Het ging eerst nog wel wat
moeilijk, maar het loopen ging gaande weg beter. En vol
trots stapte Peter de keuken rond. Op een afstand leek
het net of hij pantoffeltjes aan had.
262. Nu moesten ze toch zorgen, dat ze zoo vlug mogelijk
wegkwamen. Stel je voor, dat de heks eens wakker werd!
Anneke nam Petertje, die met de poes zat te spelen aan
de ééne hand en het mandje met etenswaren in de andere
hand en liep op de deur af.