RECHTZAKEN LUCHTVAART WOENSDAG 9 MAART 1938 DE LEWSCHR COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 GEMENGDE BERICHTEN EXPLOSIE IN EEN LUCIFERS FABRIEK TE WEERT Acht meisjes gewond, één ernstig In de N.V. Nationale Lucifersfabriek, gelegen aan de Willem I kade te Weert, heeft zich gistermiddag een ont ploffing voorgedaan, waarbij acht meisjes brandwonden opliepen, van wie één zeer ernstige. De explosie had omstreeks vier uur plaats in de completeerafdeeling der fa- brief, waar een hoeveelheid licht ontvlam bare stoffen tot ontploffing kwam, het geen met een hevigen slag gepaard ging. Er ontstond een geweldige vlam, welke zoo ver uitschoot, dat telfs enkele meisjes op deze afdeeling werken hoofdzakelijk meisjes die zich op een afstand van acht meter bevonden, nog brandwonden oplie pen. In totaal werden acht meisjes gewond. Slechts één van hen bekwam heel ernstige brandwonden. Een drietal geneesheeren was spoedig aanwezig en verbond de gewonden, die ver volgens allen naar huis konden gaan. De gerequireerde motorbrandspuit van Weert slaagde er na een half uui in den ontstanen brand, welke zich, doordat de aangrenzende afdeelingen door stalen schuifdeuren gescheiden zijn, tot de comple teerafdeeling beperkte, te blusschen. De oorzaak van de explosie is onbekend. OVERVAL MET BEROOVING TE DEN HELDER Een 46-]arige man van zijn geld berooid en ernstig mishandeld Gisteravond heeft in het Timorpark, dat zich aan den buitenkant van Den Helder bevindt, een brutale overval met berooving plaats gevonden, waarvan de 40-jarige heer Nijman het slachtoffer is geworden. De man is namelijk gewond op den ry- weg bij het park aangetroffen. Hij zakte spoedig in elkaar. Hij bleek met een steen of een ander voorwerp aan het hoofd te zijn verwond Bij een onmiddellijk ingesteld onderzoek van de politie bleek, dat een be drag van 90, dat hij bij zich had, was ver dwenen. De aanranding heeft zich voor zoover de feiten bekend zijn als volgt toegedragen. De heer Nijman was op weg van zijn wo ning in de Vischstraat naar het rusthuis Parkzicht, hetgeen zich in de buurt van het park bevindt. Onderweg is hij toen door twee personen aangegrepen, op het hoofd geslagen en van de fiets gerukt. Na het geld, dat hij in een broekzak bij zich droeg, te hebben gestolen, zijn de mannen gevlucht. Een van de bewoners van de Timorlaan, de heer de Wijn, meende kermen te hoo- ren en, buiten gekomen, zag hij het slacht offer op den grond liggen. Hij riep zijn echtgenoote en gezamenlijk brachten zij het slachtoffer binnen. De politie werd opgebeld en ook de St. Lidwina-stichting werd op de hoogte ge steld. KEIZER WILHELM I Hij stierf op 9 Maart 1888 50 jaar geleden, 9 Maart 1888,- stierf de eerste keizer van het moderne Duitsche keizerrijk. Wilhelm I. Geboren 22 Maart 1797. als tweede zoon van koning Frederik Willem III van Pruisen en koningin Louise, bereikte hij dus den hoogen ouderdom van bijna 91 jaar. In 1858 was hij regent gewor den voor zijn krankzinnigen broeder ko ning Frederik Willem IV en 2 Januari 1861 volgde hy dien op als koning van Pruisen. Bij zyn benoeming tot regent had men van Wilhelm geen groote verwachtingen. Immers, tijdens de woelige Maartdagen van de revolutie in 1848 had hij zich als strend absolutist en onverbiddelijk mili tair doen kennen. Om het „Bruder- schiesse!" waarmee hij den koning tot een krachtig optreden tegen de revolutie zou hebben aangespoord, had hij van het volk den bijnaam „Kartetsen-prins" gekregen, en hij was genoodzaakt, de wijk te nemen naar Engeland. Daar leerde hy het consti tutioneel bewind waardeeren. De Pruisische Unie-po'itiek was hy guns tig gezind. De revolutie van 1848 had na melijk een tweeledig doe gehad: een einde maken aan hei absolutisme der vorsten, en het tot stand brengen van de Duitsche eenheid. Onder den druk van de revolutie had Frederik Willem IV plechtig beloofd, cat Pruisen zich aan 't hoofd zou stellen van de Duitsche eenheidsbeweging. Deze Pruisische Uniepolitiek, gericht tegen de Oostenrijksche hegemonie in Duitschland, was uitgeloopen op een smadelijke diplo matieke nederlaag tegen Oostenrijk (1850. Olmützer Punktationen). Deze smaad werd door Prins Wilhelm diep gedoeld: nog in 1866 behoefde men 't woord „Olmütz" maar te noemen en de rancune voor 1850 kwam weer boven. Tijdens den Krimoorlog (18531856) had prins Wilhelm geijverd voor de aansluiting van Pruisen bij de „liberale" mogendheden, Frankrijk en En geland, vandaar zijn naam als liberaal. Om Na overbrenging daarheen werd den heer N. onmiddellijk geneeskundige hulp gebo den. Over den toestand van het slachtoffer is nog niets met zekerheid te zeggen. De politie heeft ijlings het park afgezet, daar men van plan is met speurhonden een onderzoek in te stellen. Uit de vage mede- deelingen van N. kon slechts een gebrekkig signalement worden samengesteld. Uit een nader onderzoek blijkt, dat de heer J. Nijman, die 46 jaar oud is, in afwij king met zijn gewoonte van Maandag dit maal gisteravond naar Rusthuis Parkzicht zich begeven had cm aan den bejaarden heer Verheus, die aldaar inwonend is. dp huur van eenige woningen te brengen. Het is echter wel zeer merkwaardig dat de overvallers juist nu den aanval gepleegd hebben. Bij informatie vernemen wij. dat het slachtoffer een zware hersenschudding be nevens eenige ernstige hoofdwonden heeft opgeloopen. CADET TIJDENS RIJLES ERNSTIG GEWOND. Gistermiddag, te ongeveer half vyf, heeft op het terrein der Kon. Mil. Academie te Breda een ernstig ongeluk plaats gehad, waarbij de cadet-sergeant der infanterie van het Kon. Ned.-Indisch leger, A. W. Koningh, ernstig is gewond. Bij de rijles, op het terrein weigerde K.'s paard plotseling voor een hindernis. De ruiter viel hierdoor van het paard dat voortholde en daarbij den op den grond liggenden K. op het hoofd trapte. Ernstig aan het gelaat gewond en in bewustelnozen toestand moest de jongeman naar het dia- conessenhuis worden overgebracht. Opera tief ingrijpen bleek hier noodzakelijk, daar K., behalve vleeschwonden. een kaakfrac- tuur had opgeloopen; bovendien had hij een hersenschudding. Daar zijn ouders in Indië verblijven, is K.'s voogd, die in Heemstede woont, telegrafisch van het ongeluk op de hoogte gesteld. Hoewel ernstig, was de toestand van het slachtoffer niet direct levensgevaarlijk. FELLE BRAND IN GROOTE BOERDERIJ. TE GEVERIK. Vier varkens omgekomen. In het gehucht Geverik te Beek (L.) is gistermiddag om vier uur brand ontstaan in de uitgestrekte boerderij van den big- genkoopman J. Shols. Het vuur greep snel cm zich heen en slechts met de grootste moeite kon de levende have, althans voor een groot deel, in veiligheid worden ge bracht. De brandweer uit Beek verscheen door den grooten afstand, welke zij moest af leggen, eerst langen tijd na het uitbreken op het terrein van den brand en heeft ge- zyn verzet tegen 't Oostmryksch-Pruisisch verbond van 20 April 1854 werd hij van het Berlynsche hof verbannen naar Co- blenz. Liberaal was prins Wilhelm intusschen geenszins. Wat hy in 1858 wenschte, was een eerlijke toepassing van de grondwet; hij haatte een partybewind; vóói alles was by militair. Wat Pruisen noodig had, was een goedgevulde schatkist en een slagvaar dig leger. Alleen dan zou 't zich kunnen doen gelden. Zyn leidend beginsel in de Duitsche politiek was: Pruisen moet in Duitschland m o r e e 1 e veroveringen ma ken: „De wereld moet weten, dat Pruisen overal bereid is, het recht te beschermen; een vaste, consequente, als het zijn moet energieke gedragslijn in de politiek, ge paard gaande met wijsheid en bezonnen heid, moet Pruisen het politiek aanzien en de machtspositie verschaffen, die het niet in staat is te bereiken door zijn materieele macht alleen". Het conservatieve ministe rie Manteuffel zond hij weg, het nieuwe ministerie bestond uit gematigde conserva tieven en liberalen. Zoo begon „die neue Aera". 2 Januari 1861 besteeg prins Wilhelm den troon. Om zijn volk te bewijzen dat hij zich beschouwde als koning „bij de gratie Gods", nam hij tijdens de plechtige kroning te Koningsbergen zelf de kroon van 't altaar. Spoedig kwam hij in conflict met de volks vertegenwoordiging, waar in het Huis van Afgevaardigden (de Tweede Kamer) de liberale „Fortschrittspartei" de meerderheid had. Aanleiding tot het conflict waren de militaire plannen van den koning. Hij wil de het leger verbeteren door den drie jarigen dienstplicht in te voeren en het aantal dienstplichtigen uit te breiden. De liberalen duchtten daarvan een versterking van den koninklijken macht en een be dreiging van de vrijheid, en verwierpen de begrooting. Uit dit conflict groeide een beginselstrijd (zooals onze volksvertegen woordiging dien gestreden heeft in de jaren 1866—1868): zal de koning in regeerings- zaken den doorslag geven of zal het zwaar tepunt van de regeering berusten bij de volksvertegenwoordiging? De koning ontbond het Huis van Afge vaardigden; de verkiezingen brachten voor durende eenige uren water op het vuur ge worpen. De laaiende vuurzee verteerde vijftig sta pels graan en een aanzienlijke hoeveelheid hooi en stroo. Drie zeugen en een beer kwamen in de vlammen om. Slechts een gedeelte van de woning kon behouden worden. De rest der gebouwen brandde uit. De oorzaak van den brand is onbekend. De schade wordt door verzekering gedekt. BRAND IN EEN SLAGERSROOKERIJ. In den afgeloopen nacht omstreeks half vier werd de brandweer te Amsterdam ge alarmeerd voor een uitslaanden brand in een perceel, gelegen aan den O.Z. Voor burgwal 272, hoek Sintpieterspoortsteeg. In genoemd perceel is gevestigd een slagerij van H. J. M. Hesseling. De winkel is ge legen aan den O.Z. Voorburgwal en het smalle diepe perceel grenst met den zij kant aan genoemde steeg. De brand bleek te woeden op een zolder op de vierde étage, waar zich rookhokken bevonden voor het rooken van worst en andere vleeschwaren. Hiertoe gebruikt men nat zaagsel en andere stoffen, die in brand gestoken veel rook ontwikkelen. Door te groote hitteontwikkeling zyn de rookhok ken in brand geraakt en staken een voor raad in de nabijheid gelegen papier, karton en ander emballage materiaal aan De vlammen grepen om zich heen en tastten ook de balken van het schuine dak aan en sloegen weldra door het aar? de Sintepieters- poortsteeg gelegen dakvenster. Met behulp van twee stralen was de brandweer het vuur spoedig meester. De achterzolder, waar de rookhokken gelegen zijn, was toen echter nagenoeg geheel uit gebrand. Een rookzolder op de derde etage en daaronder gelegen slaapvertrekken der familie Hesseling ^p de tweede en eerste etage liepen waterschade op. WONING AFGEBRAND. In den afgeloopen nacht omstreeks half een is door tot nu toe onbekende oorzaak brand uitgebroken in de woning van G. D. V. te Midlum De bewoner, die alleen thuis was, moest zich in nachtgewaad naar buiten begeven. De brandweer uit Harlingen was spoedig ter plaatse en wist uitbreiding van den brand te voorkomen. De geheele inboe- doel is verbrand. Verzekering dekt echter de schade. DEVIEZENZAAK IN GRONAU. Belangrijke som van textielfirma zon zich in ons land bevinden. Geruimen tijd geleden werd in Grcmau een opzienbarende arrestatie verricht. De vertrouwensman van een der groottse Gro- nauer firma's de heer G. P., werd aange houden verdacht van overtreding van de deviezenbepalingen. Hij werd weer vrijge laten, maar later opnieuw aangehouden. Deze zaak heeft in het grensgebied groot opzien gebaard. De aangehoudene was een algemeen bekende persoonlijkheid. Mede- deelingen over de reden van de arrestatie werden niet verstrekt. Alleen stond vast, dat ze verband hield met overtreding van dc deviezenverordening. Aan „Tubantia" werd over deze devie- zenzaak medegedeeld, dat de geheele zaak aan het licht zou zijn gekomen door een Nederlander, die vroeger in dienst was bij de regeering, ondanks „piumpster Wahlbe- einflüssung", een zware nederlaag en de begrooting werd opnieuw verworpen. De koning, diep terneergeslagen, wilde aftre den. Reeds wa's de kroonprins telegrafisch naar Berlijn ontboden en lag de oorkonde van den troonafstand gereed. Toen over reedde Von Roon, de minister van oorlog, den koning, nog een laatste poging te doen en aan Von Bismarck (die toen gezant was te Parijs) de regeering op te dragen. „Hij lj hier niet, en zal het niet doen", meende Wilhelm. „Hy is hier, en zal het doen", antwoordde von Roon: uit eigen beweging had hij Bismarck telegrafisch naar Berlijn ontboden. In 't park te Babelsberg had het historisch onderhoud plaats tusschen den koning en Bismarck; Bismarck werd tot voorloopig minister-president benoemd. „Dat is de staatsgreep" was de meening van de publieke opinie, die Bismarck uit een Vereenigde Landdag van 1847 kende als een aarts-conservatief. Bismarck was geen partyman; hij was opportunist en rea list tegelijk; de publieke opinie verachtte hy. Hij kende slechts één beginsel; het be lang van Pruisen. Bij de keuze van zijn middelen vroeg hij zich alleen af, of ze doel treffend waren. Het stond voor hem vast, dat Pruisen geroepen was, in Duitschland ce hegemonie te voeren en hij was vast- cesloten dat te bereiken. Toen onderhande lingen met de Fortschrittspartei mislukten, bond Bismarck den strijd met haar aan. Reeds bij zijn eerste optreden uitte hij zich op zijn brutaal-openhartige wijze: „Niet op Pruisens liberalisme ziet Duitschland, maar op zijn ma^it.Niet door redevoe ringen en meerderheidsbesluiten worden de groote kwesties van den tijd beslist, dat is de fout van 1848 en 1849 geweest, maar door ijzer en bloed" (dus door oorlog). De koning, die toen juist te Baden verbleef, was het hiermee heelemaal niet eens; mede onder invloed van z'n omgeving, kwam de oude neerslachtigheid weer terug. Bismarck, die zooiets had verwacht, reisde hem tot Jütersbog tegemoet. En in den trein sprak hij den koning weer moed in. „Daar, op de Opernplatz, onder mijn ramen, zal men U het hoofd afslaan, en wat later mij". Bis marck tastte hem in zyn zwak, appelleerde op zijn plichtsgevoel van Pruisisch officier, ZEDEN-MISDRIJVEN TE OSS. Als er ergens vergrijpen worden begaan tegen de zeden, mag de pers daarvan niet een s e n s a t i e-verhaal maken. Zóó doen de, handelt die pers zelf in strijd met de goede zeden! Ieder Christen moet de zonde, hetzij door hem zelf, hetzij door anderen bedreven, betreuren. Sensatie-opwekken en genieten van op sensatie berekend uitge sponnen nieuws is nu juist niet in overeen stemming met gevoelens van droefheid. En, nogmaals: droefheid moet het grond-gevoe- len zyn van den Christen, die constateert, dat er moreel kwaad is begaan. Op dat ge voel van droefheid kunnen gebaseerd zijn andere gevoelens, als van ergernis, veront waardiging, afschuw. Het bovenstaande beteckent niet, dat de pers altijd over „zedenzaken" moet zwij gen. Als deze vaststaan, kan zy, om meer dere redenen, tot publicatie er van ge drongen zijn ook ter wille van een ware, juiste voorlichting van het publiek. Dat ter inleiding, om onzen hardgrondi- gen afkeer te uiten over de sensatie-zucht van enkele bladen, die inhoud-looze ko lommen hebben geschreven over een „ze- denschandaal" te Oss zelfs reeds vóór dat feiten vaststonden, toen er nog slechts geruchten rondgingen. Nu er feiten vaststaan, willen wij het vol gende mededeelen over bedroevende wan daden op zedelijk gebied, die te Oss heb ben plaats gegrepen. Dezer dagen is te Oss gearresteerd de directeur van de N.V. tot bereiding van or ganische producten Organon", die ver dacht wordt zich te hebben schuldig ge maakt aan overtreding van art. 248 W. v. S. Reeds langen tijd liepen er geruchten, dat er op de fabriek, waar 600 menschen werken, onder wie bijna 250 vrouwen, iets niet in den haak zou zijn. Er zouden mis toestanden heerschen op zedelijk gebied. De Koninklijke marechaussee stelde een onderzoek in, waarby zij op groote moei lijkheden stuitte, omdat het personeel er voor terugschrok bezwarende verklaringen omtrent den directeur af te leggen. Ten slotte echter had men zooveel feitenmate riaal verzameld, dat men tot arrestatie van M. v. Z. overging. De verdachte is voor den Officier van Justitie te Den Bosch geleid en heeft een volledige beken tenis afgelegd. Het onderzoek duurt nog steeds voort en de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat meerdere arrestaties te wachten zijn. de Nederlandsche firma waarmede verd. P. namens zijn fabriek zaken deed. Deze Ne derlander zou naar verd. heeft medegedeeld later bij den verd. en diens firma zijn ge komen met het verzoek hem een bepaald bedrag te geven, daar hij anders de zaak aan de Duitsche autoriteiten zou mededee len. Toen hem het gevraagde geweigerd werd, zou hij inderdaad de affaire aan het licht hebben gebracht. Het Sondergericht te Dortmund heeft nu de zaak tegen den 63-jarigen G. P. in be handeling genomen. Verd. P. wordt ten laste gelegd, dat bij een bedrag van in totaal 64.000 aan de Duitsche Deviezenstellen heeft onttrokken. Volgens informaties van het blad moet de zaak zich als volgt hebben toegedragen: Eenige jaren geleden kwam de zaak P. reeds aan het rollen. Hij zou toen echter order de amnestie kunnen vallen, welke bepaalde, dat allen, die alsnog aangifte de den van het vermogen, dat zij in het bui tenland zouden bezitten, van straf zouden en zoo ontwaakte de oude strijdlust. In het Huis van Afgevaardigden slonk de conser vatieve partij tot elf man. „Ze kunnen met z'n allen in één omnibus naar het parle ment rijden", spotte men, maar steunend op 't Heerenhuis, waarvan de meerderheid conservatief was. hield Bismarck vier jaar den strijd vo.. Door zyn succes in de bui- tenlandsche politiek (de snel bevochten overwinning op Oostenrijk in 1866) bewees Bismarck zijn juist inzicht en verzoende hij de meerderheid van z'n tegenstanders (Indemniteitswet). De succesvolle oorlog tegen Frankrijk leidde tot het hoogtepunt in 't leven van Wilhelm: zijn verheffing tot keizer, 1871 te Versailles Daarmee verbon den is de herinnering aan een conflict met Bismarck, zooals er meermalen tusschen den gryzen vorst en zyn „treuen Diener" zyn geweest. Het kostte veel moeite, Wil helm te bewegen, den Keizerstitel aan te nemen; de geërfde keizerstitel achtte hy veel hooger. Toen hij tenslotte toegaf, eisch- te hij, dat de titel luider, zou „Keizer van Duitschland" en niet „Duitsch keizer"; dat wenschten de Duitsche vorsten niet, orn aat zij niet in hun souvereiniteitsrechten beperkt wilden worden (wat de titel „Kei zer van Duitschland" kon beteekenen). Bis marck, die de Duitsche vorsten moest ont zien, was het met hen eens en na een hef tige scène met den koning schikte deze zich morrend. De groothertog van Baden, die t „hoch" op den keizer zou uitbrengen, ontging tactisch de moeilijkheid door te roe pen: „Leve Keizer Wilhelm", maar na af loop van de plechtigheid, terwijl hij de ge- lukwenschen in ontvangst nam van de vorsten, negeerde de keizer Bismarck en hij, .die hem tot keizer gemaakt had, mocht zelfs geen handdruk van hem ontvangen. In de latere levensjaren van den keizer bleef Bismarck den domineerenden per soon. De geloovig-Protestantsche keizer was tijdens den Kulturkampf den katho lieken niet ongunstig gezind, maar stond geheel onder B'smarcks invloed. In 1878 werd Wilhelm twee maal kort echter elkaar het slachtoffer van een moordaanslag, een gevolg van de agitatie der socialisten. De eerste maal, 11 Mei, lost- t*. een blikslagersknecht, Max Hödel, twee schoten uit een revolver op den keizer, die HOE WE ALLEN VASTEN KUNNEN. Pater Rongen O.C.R. wijst er in het „Dagbl. v. N.-Brabant" op, hoe in den loop der eeuwen steeds meer verzachtingen in het vasten zijn ingevoerd. Maar, zoo gaat hij voort, al heeft de Vastenwet rekening gehouden met de verslapping van den eer sten geloofyver en van de menschelijke constitutie in het algemeen, toch moeten wij allen, groot en klein, zonder uitzon dering vasten in een ruimeren zin. Dit vasten beteekent: niet aan alle gril len, neigingen en verlangens van het oogenblik toegeven, maar hier en daar, af en toe, opzettelijk en bewust zich iets ont zeggen. Niemand is hiervoor te jong, nie mand is hiervoor te zwak. Het leven van iederen dag biedt een ruime verscheiden heid van dergelijke gelegenheden. Eén ding kunnen w allen doen: onzen huisge- nooten 't leven aangenamer maken. Hier bij zal onze eigenliefde moeten vasten, maar dit soort vasten bezorgt ons geen hoofdpijn. worden vrijgesteld. Verd. P. deed toen ook aangifte van een bedrag van ƒ5000, dat zich bij een bank te Hengelo bevond. De douane zette het onderzoek In deze zaak echter voort, waarby zij nadere in lichtingen zou hebben gekregen van den Nederlander. Daarbij zou aan het licht zijn gekomen, dat een veel grooter bedrag 64.000 zich op naam van P. in het bui- tenland zou bevinden. ONBEVOEGD UITOEFENEN VAN DE GENEESKUNDE. Het vonnis van den kantonrechter te Utrecht, waarby de 32-jarige S. C. de G.-H. uit Woerden wegens het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunde was ver oordeeld tot eer geldboete van 350, heeft de rechtbank bevestigd. Mevrouw de G. had na een onderzoek van de urine van per sonen, die bij haar om raad kwamen, ge neesmiddelen voorgeschreven. Tegen haar had de ambtenaar van het O.M. bij het kan tongerecht vierduizend gulden boete ge- eischt. In hooger beroep had de officier van justitie tweeduizend gulden boete ge vraagd. PARACHUTIST SPRINGT VAN RECORDHOOGTE. De Fransche parachutist, James Wil liams, heeft bij Chartres het wereldrecord valscherm-suringen verbeterd door van een hoogte van 10.800 meter te springen. Eerst op 200 meter van den grond opende hij zijn valschrem. Tot de opening van het scherm duurde zijn val 2 minuten 50 se conden, daarna 18 seconden. Het oude record stond met 7900 meter op naam van den Rus Efdokimof. i echter ongedeerd bleef; 2 Juni werden door dr. Nobiling twee schoten gelost uit een jachtgeweer, en werd de 81 jaar oude vorst door verschillende hagelkorrels getroffen. Bismarck trachtte de actie der socialisten te smoren door middel van uitzonderings wetten en door sociale wetgeving. In 1881 richtte de grijze keizer zich in verband met de sociale wetten persoonlijk in een indrukwekkende keizerlijke boodschap tot den Rijksdag: „Wij zouden met des te groo- tere bevrediging op alle resultaten, waar mee God onze regeering zichtbaar gezegend heeft, terugzien, wanneer het ons zou ge lukken, eens het bewustzijn mee te nemen, aan het vaderland nieuwe en blijvende waarborgen voor zijn inwendigen vrede, en den hulpbehi>e'renden grootere zekerheid en hoogene bijstand, waarop ze aanspraak hebben, na te laten". De laatste dagen van zyn leven werden versomberd door de ernstige ziekte van den kroonprins, bij wien zich een onge neeslijke keelkanker openbaarde. 23 Fe bruari trof den keizer een nieuwe slag, door het overlijden van zijn lievelingskleinzoon prins Lodewijk van Baden. Sindsdien ging de gezondheidstoestand van Wilhelm snel achteruit; 6 Maart trad een bedenkelijke verzwakking ui, maar nog steeds bleef hij vervuld van zijn regeeringsplichten en op de vermaning van zijn dochter, die hem verpleegde, antwoordde hij: „Ik heb geen tijd, moe te zijn". Nog op. 8 Maart had hij een onderhoud met Bismarck. 9 Maart, des morgens om half negen trad de dood in en een week later werd het stoffelijk over schot bijgezet in het Mausoleum te Charlot- tenburg. Wilhelm I was groot als mensch en als vorst. Als vorst, omdat hij, met behulp van zijn ministers, v Roon en v. Bismarck, het leger schiep, dat voor Pruisen de hegemo nie in Duitschland bevocht. Als mensch, omdat hij, naast de reuzengestalte van Bis marck, zijn zelfstandigheid wist te hand haven, en toch wist te buigen voor diens inzicht, als hij begreep dat hij, door zoo te handelen, handelde in het belang van zijn volk. Dat heeft Bismarck intusschen meni- gen zwaren strijd gekost! P. J. HUIBERS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9