Mysteries rondom „Vredelust" £c4cbdic Gou/^ant Het vliegtuig van Wlassow wordt na de landing op de ijsschots, waarop de Papanin-expeditie aan de Noordpool vertoefde, uit elkaar genomen door de bemanning van den ijsbreker „Taimyr" Emile Allais, die bij de wereld-ski- kampioenschappen te Engelberg eerste werd in de gecombineerde afdaling, in actie De „Jangadeiro", het vijfde schip voor de Braziliaansche regeering, gebouwd op de werf de „Noord" Koning George V van Engeland te paard. - Dit standbeeld van den Ie Alblasserdam, heeft Dinsdag op de Noordzee zijn technische proefvaart gemaakt overleden vorst, dat voor^Ausftahê ^bestemd is, zal in Queensland De Douglas D C 2 .Oeverzwaluw" wordt op het oogenblik op Schiphol in gereedheid gebracht voor een rondvlucht over Iran en Perzië, welke de piloot Frijns de volgende week met een gezelschap Amerikaansche archeologen zal gaan maken. De machine tijdens de revisie in een der hangars Voor de zesde maal heeft te Cocherel een herdenking van Aristide Briand plaats gehad. Minister Delbos tijdens zijn rede FEUILLETON (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN EWOUD. 20) De vreemdeling in de residentie. Dienzelfden avond trof Wils inspecteur Sanders in diens gezellig ingerichte vry- gezellenwoning aan den Koninginneweg. Hij was hier, zoo me dat noemt „kind in huis". Hun vriendschap dateerde reeds van de schoolbanken, toen de reporter welis waar nog aan geen journalistiek en de po litieman aan geen criminaliteit dacht, maar andere, onschuldiger liefhebberijen hen el- kaars gezelschap deden zoeken. In die da gen was tusschen de beide knapen een hechte vrendschap gegroeid, welke doör de jaren stand hield, ook toen in het maat schappelijke leven hun wegen uiteen lie pen. Tijdens de mobilisatie en ook daarna, toen Wils eenigen tijd in het buitenland werkzaam was, hadden zij elkaar meer dan eens uit het oog verloren, maar nauwelyk* waren zij beiden weer in de hoofdstad ge vestigd, of de oude vriendschapsband werd opnieuw aangeknoopt en van dien tijd af ontmoetten zij elkaar, ook al doordat Wils' werkkring hem voortdurend met de politie in contact bracht, vrijwel dagelijks. Sanders zat grootendeels achter het avondblad van de „Mercuur" verscholen, diep in een gemakkelijke fauteuil en met zijn beide beenen op een andere stoel, toen de reporter binnentrad. „Op het bureau van de centrale recher che wordt dag en nacht gewerkt om dit, wel zeer geheimzinnige misdrijf tot klaar heid te brengen", las de inspecteur hardop, als antwoord op den groet van zijn bezoe ker. Hij liet het blad zakken, nam een fer me teug van de dampende rhumgrog, wel ke naast hem op het tafeltje rond de gezel lige schemerlamp stond, deed vervolgens een diepe haal aan zijn sigaret en terwijl hij de rook behaarlijk in den lichtkring blies, vervolgde hij: „Nog hedenavond wa ren wjj er getuige van, hoe de ve.el te laag gesalarieerde inspecteur, die met het on derzoek in deze duistere zaak is belast, in het zweet zijns aanschijns over zijn schrijf tafel gebogen zat om wat orde te schep pen in de chaos van mededeelingen, welkt de politie over dit geval bereikt.... Goeien avond, Miel!" „Als je er prijs op stelt, wil ik wel een fotograaf opbellen om het dramatische beeld van die werker op de gevoelige plaat vast te leggen, misschien ter illustratie var verdere mededeelingen in het ochtendblad" zei Wils sarcastisch. „Je zou er succes mee hebben, Miel, on getwijfeld. Jullie werken nog veel te wei nig met plaatjes. De menschen willen geer artikelen en verslagen meer. Zoo'n geval als dit moet je met foto's vertellen in den zelfden trans als een kinderverhaal: 1. Plaats van handeling: de eenzaam gelegen Villa Vredelust, 2. Het lijk van het slacht offer. 3. De afwezige eigenaar, mr. van Opweeghen. 4. Sporen van den dader: af druk van den afschuifbaren gummihak. 5. De volijverige politie, die geen rustig uur meer kent: het conterfeitsel van inspecteur Sanders in een luie stoel met een rhum grog; 6. De stille werker achter de scher men: Emiel Wils....", ging de reporter op den zelfden toon voort. Sanders slingerde met een zwaai zijn beenen van de stoel en zat plotseling recht op. „Wat vertel je me daar, Miel? Heb je iets belangrijks ontdekt?" „Of het belangrijk is, zal nog nader moe ten blijken", antwoordde Wils zoo rustig mogelijk, hoewel hij er niet geheel in slaag de het triomfantelijke in zijn stem te ver vergen, „maar het leek me toch de moeite waard je van een en ander op de hoogte te stellen", en al aandacht. De reporter bracht beknopt, maar dui delijk verslag uit over zijn ontmoeting in café Schiller met den man, die zooveel be langstelling getoond had voor alles, wal door de bladen in verband met de zaak „Vredelust" werd gepubliceerd. Sanders viel hem slechts een enkele maal in de re de, voornamelijk met het doel een of an dere bijzonderheid nog eens te vernemen en deze nauwkeurig in zijn geheugen te kunnen vastleggen. Toen zijn vriend aan het eind was van zijn, zeker niet van alle belang ontbloot relaas, staarde hij gerui- men tijd zwijgend voor zich uit. Eindelijk zei hij bedachtzaam: „Ik moet toegeven, dat een dergelijk verhaal uit jouw mond interessant is, Miel. Laat ik je eerlijk zeggen, dat ik er heel wat minder waarde aan zou hechten als de eerste de beste hulpvaardige geest, zooals ik er van daag zooveel op m'n bureau heb gehad, er mee kwam aandragen 't Is merkwaardig telkens weer opnieuw te constateeren hoe veel menschen er toch altijd zijn, die mee- nen, voor het onderzoek waardevolle in lichtingen te kunnen verschaffen, terwijl dan in negentig van de honderd gevallen blijkt, dat zij ons slechts noodeloos werk bezorgen. Maar wat jij daar vertelt, mag niet zonder meer als onbruikbaar terzijde worden gelegd. Niet alleen de gedragin gen, ook de persoon, het uiterlijk van den man, die je beschrijft, interesseert me. Klein, zwart haar, goed zelfs eenigszins overdreven goed gekleed, type vreemde ling. Wat ze hij eigenlijk toen hij den kellner riep om af te rekenen?" „Niéts maar dan ook letterlijk niets. Hij wenkte slechts, betaalde met vijfender tig cent, maakte een beweging van, „laat maar zitten", liet zich zwijgend by het aan trekken van zijn jas assisteeren en was het volgende oogenblik verdwenen. Geheel on opvallend. Ik geloof niet, dat iemand aan de leestafel er iets van bemerkt heeft." Sanders noteerde het nummer van de taxi. „We zullen zien, of dat ons wat ver der kan helpen, hoewel met nummers van huurtaxi's gewoonlijk niet zoo heel veel te bereiken is. Zoo langzamerhand gaan we over Wat meer gegevens beschikken, die ons althans eenigszins een, zy het voorloo- pig nog zeer vagen indruk geven van de toedracht van de zaak. Ik heb niet den ge- heelen dag in deze stoel doorgebracht, Miel!" Nu was de beurt aan den reporter om aandachtig te luisteren. Nadat Sanders hem zijn sigarettenétui had toegeschoven en op zyn aanbod ook voor zijn gast een grog te bereiden een voorloopig afwijzend antwoord had ontvangen, deelde hy dezen in de eerste plaats eenige bijzonderheden mede over zijn onderhoud met mr. van Op weeghen en hetgeen daaraan vooraf ging. „Voor een ernstige verdenking tegen van Opweeghen bestaat dus geen enkele re den". besloot hij dit gedeelte van zijn ver haal. „Ik heb hem later nog met het lijk geconfronteerd en daarbij bleek wel, dat ook hij dezen man voor het eers* zag. Naar zijn gedragingen in Parijs en Brussel heb ben wij, voor zoover dat mogelijk was, langs telefonischen weg een onderzoek in gesteld en wat wy op die wijze te weten zijn gekomen, klopt heel aardig met hetgeen hij zelf daarover heeft meegedeeld Er is daar om niet de minste aanleiding om ons per soonlijk nog eens van de juistheid van dit alibi te gaan vergewissen, teminder, om dat ik in den loop van den dag andere ge gevens heb ontvangen .die mij op het oogenblik meer interesseeren...." Wils' gelaat verried een en al spanning en de inspecteur, wien dat niet pntging, achtte dit een geschikte gelegenheid om een nieuwe sigaret op te steken. Eerst een volle minuut later vervolgde hij: ,Wij hebben vanmiddag aan het bureau bezoek gehad van een kellner uit Den Haag, die in de beschrijving uit de bladen een man meende te herkennen, dien hij Za terdagavond in café „Hollandais" tegenover het Hollandsche spoor station heeft be diend. *^ordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5