DYNAMIET-EXPLOSIES IN GEULDAL.
Valsch spel
3)e S^icbofie Goii^ont
Het betaamde Engelsche ijshockey-team, de «Brighton Tigers», heeft Zondagmiddag op de Amster-
damsche kunstijsbaan een wedstrijd gespeeld tegen een Europeesche combinatie, welke in een
gelijk spel (5 - 5) eindigde
Met behulp van dynamiet worden groote hoeveelheden me-gel van den
hoogen rotswand in het Geuldal te Limburg verkregen Een toto na een
der explosies. Zelts op den rijweg zijn groote rotsblokken neergekomen
Prinses Josephine Charlotte en Prins Boudewijn van België bij hun terug
komst te Brussel, na een verblijf van eemge weken in Zwitserland, waar zij
de wintersport beoefend hebben
Op het Oude Vrijthof te Maastricht is de Rijks Voorjaars
Hengstenkeuring gehouden Een der deelnemers voor de
keurmeesters
De heer B Alberts, bekend thee-
makeiaar te Amsterdam, die dit jaar
zijn 40 jang jubileum als zoodanig zou
vieren, isop64 jarigen leeftijdo>er leden
Met niet minder dan 6-1 moest Blauw
Wit te Rotterdam tegen Feyenoord het
onderspit delven Een spelmoment uit
dezen voetbalwedstrijd, waarbij de
sneeuw zoo nu en dan als spelbieker
optrad
Een fraaie Nederlandsche inzending op de internationale
pluimveetentoonstelling, welke te Brussel is gehouden
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ANNIE S. SWAN.
44)
Waar ga je heen? vroeg zij.
Ik wil je niet vervelen; ik kwam
het je alleen maar even vertellen, ofschoon
ik het even goed had kunnen laten, ge
loof ik. Mijn firma, Attwater, zooals je
weet, heeft een nieuwe afdeeling geopend
te Rio de Janeriro en zij zijn van plan het
grootsch op te zetten Zij hebben mij de
leiding ervan aangeboden. En nu vertrek
ik binnen een maand naar Zuid-Amerika.
Het schijnt, dat je Engeland altijd
oven plotseling wilt verlaten, zei zij gevat.
Het is een prachtpositie, veronderstel ik?
Dat wel, maar het is een vreeselijk
land. Ik ken een jong mensch, die een
mooie betrekking moest weggooien, om
dat zijn vrouw er niet wilde blijven.
Maar er staat jou niets in den weg,
zei zij zacht. Ik ken die vrouw niet, maar
wie zy ook moge zijn, het was verkeerd
van haar.
Neen.my staat niets in den weg..
tenminste, dat geloof ik niet. Maar voor
den drommel! Ik ga er niet heen om
mezelf levend te begraven tot ik oud en
gnjs ben en vergeten door het eenige we
zen dat ik liefheb. Annabel, wil je met
me meegaan? Het lijkt misschien vreemd,
dat ik na alles wat er gebeurd is, tegen
jou over liefde durf spreken. Maar ik
waag het. Ik heb je lief! Ik heb jou alleen
noodig! Mijn liefde voor jou is grooter
en machtiger dan ik ooit gekend heb.
Hoor je dat, Annabel? Antwoord je niet?
Zij waren daar geheel alleen en de
groote takken van den ouden vijgeboom
bogen zich beschuttend over hen heen.
Zoo was er niemand die zag hoe hij bij
haar stoel neerknielde en hoe hij met van
aandoening bevende handen haar hoed af
zette om haar in de oogen te zien, in die
heldere, klare diepten die niet konden
liegen.
Maar haar lippen spraken reeds voor
hij haar in de oogen zag en het waren
gulden woorden
Ja, ik ga mee, en hoe het succes
ook moge zijn, je vrouw blijft bij je tot
den dood
Het kind had de wonde geheeld, die in
het hart van Hugo Safford's vrouw ge
slagen was. Toen zij beneden kwam, na
dat zij het in zijn bedje gelegd had, was er
geen rimpel meer in haar voorhoofd. Def
tig en waardig, met een ernstige uitdruk
king op haar gelaat, hield de jonge Mrs.
Safford-Lathom haar stand hoog. Zelfs
haar schoonmoeder moest dit in haar cri-
tische momenten toegeven. De douairière
kwam slechts op verzoek van haar
schoondochter bij haar aan huis. Er waren
oogenblikken, dat Mrs. Hamlyn medelij
den had met de oude Mrs. Safford en dat
zij Jessie wees op de onvriendelijke be
jegening van die dame.
J Moeder, zei Jessie, ik ken haar beter
dan u. Het is de eenige manier. Zij heeft
niet het minste spijt van hetgeen gebeurd
is en als ik niet oppas, zou zij mij nog
uit het huis verjagen! Ik zou zelfs geen
baas mogen zijn over mijn eigen kind. Het
zou volgens haar manieren opgevoed wor
den; hoewel mijn opvoeding van het kind
ook wel niet volmaakt zal zijn, zal ik
tenminste trachten hem niet zelfzuchtig
te maken.
Maar de baby had al wonderen ver
richt; zelfs het hart van zijn moeder was
toegeeflijker geworden tegenover zijn
grootmoeder. Mevrouw Safford was ge
durende een maand buitenslands geweest
en juist dien middag teruggekeerd, was
zij regelrecht naar Hardacres gekomen om
de baby te zien.
Mevrouw Safford had zooveel geschen
ken meegebracht en ze was zoo beschei
den en zoo buitengewoon beminnelijk,dat
Jessie haar hart weeker voelde worden.
Ze hadden een prettigen namiddag
doorgebracht en nu was Mrs. Safford met
haar zoon in de bibliotheek om enkele
familiezaken te bespreken.
Het was een warme Juli-avond en de
groote deuren stonden wijd open, zoodat
de frissche avondlucht kon binnenstroo
men Meestal kwam er tegen denavond
een licht briesje opzetten en dat vond
Jessie heerlijk. Zij ging naar buiten op
het terras om een oogenblik de onbe
schrijfelijke schoonheid van het landschap
gade te slaan. Terwijl zij haar hand boven
de oogen hield om beter te kunnen zien,
bemerkte zij een auto, die over den weg
langs het meer naar het huis kwam.
De tijd van visites ontvangen was voor
bij. Maar er waren allerlei menschen, die
den meester van Hardacres wilden spre
ken, want de belangstelling die hij toonde
in de welvaart van zijn huurders en van
alle anderen, die hij kon helpen, begon
bekend te worden.
Jessie had er geen flauw idee van, hoe
zij zelf bemind werd, hoe men alle goeds,
dat van Hardacres kwam, aan haar meen
de te moeten toeschrijven. Zij was in die
dagen heel bescheiden en vroeg noch ver
wachtte voor zichzelf veel van het leven;
maar zij gaf des te liever met kwistige
hand.
Zij liep het terras op en neer, nieuws
gierig wie de twee menschen (het waren
een man en een vrouw) konden zijn die
in de auto zaten. Door een groep boomen,
die aan den kant van het water stond,
kon zij den wagen niet volgen en toen
hij weer in zicht kwam was hij zoo dicht
bij, dat zij de personen kon onderscheiden.
Zij sloeg haar handen in elkaar en het
bloed steeg naar haar gelaat, toen zij het
terras afliep om de bezoekers te ontvan
gen. Toch voelde zij zich niet zoo heel
verwonderd. Datgene waarop zij gehoopt
had was voltrokken. Zij zag het aan de
gezichten van Jack Safford en Annabel
Colwyn en toen zij uitgestapt waren, gaf
zij hun een hand en kuste Annabel.
Ik wist, dat dit eens zou gebeuren
en ik dank God er voor, zeide zij zoo een
voudig en gemeend, dat Annabel tranen
in de oogen kreeg. Kom binnen. Je moe
der is hier. Jack, en Hugo is ook thuis.
Jack maakte geen haast. Hij vond het
mooi en prettig waar hy nu was. Het
zesde zintuig, waarvan hij gisteren tegen
over Annabel gesproken had, scheen Jes-
j sie ook te bezitten, want zy begreep hem
onmiddellijk. Hij was bang geweest voor
dit bezoek, waartoe Annabel hem had
aangezet, maar nu wist hij, dat het goed
was.
Ik verlaat Engeland binnen een
maand, zei hij eenvoudig. En Annabel
gaat met mij mee. Wij meenden goed te
doen eerst nog hier te komen. Het is niet
gemakkelijk voor mij, maar waarschijn
lijk zullen wij er later blij om zijn. Moe
der en Hugo zijn in de biblotheek, niet
waar? Het is het beste, dat ik er direct
heen ga.
Ja, ga je liever alleen, Jack?
Neen, Annabel gaat mee, zei hij. Het
is haar zaak zoo goed als de mijne. We
zullen geen oude wonden openrijten, maar
de zaak onder de oogen zien. Kom Anna
bel.
Hij liep door de bekende deur; Annabel
en Jessie volgden en niemand voelde zich
angstig of bevreesd.
De deur van de bibliotheek stond open
en Mrs. Safford zat zoo, dat zij het eerst
de binnenkomenden moest zien.
Zij sprong op en de ongevoeligheid, die
altijd op haar gelaat te lezen stond, smolt
plotseling weg.
O, Jack! Ben je daar eindelijk riep
zy uit, haar beide handen uitstrekkend.
Ja, moeder. Over een maand verlaat
ik Engeland. En ik wilde niet vertrek
kenzonder onze vroegere verschillen
bijgelegd te hebben. We zullen er niet
meer over praten. Het is gelukkig voorbij.
Er zijn heel wat vergissingen gemaakt. Hoe
maak je het. Hugo? Ik ben blij, oude jon
gen, om het kind.en om alles.
Z. O. z.