Bonbons
I^S^AIIe soorten van
IPS, verzekeringen
WOENSDAG 26 JANUARI 1938
DE LEÏDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
ALPHEN AAN DEN RIJN.
RECHTVAARDIGHEID EN LIEFDE!
Prof. Cleophas spreekt voor de drie
standsorganisaties.
Op de schouw van de St. Joseph-zaal
staan de woorden gegrift „Aan sterk ge
loof paart wetenslust", en beantwoordend
aan dezen in steen gekerfden oproep, wa
ren gisterenavond vele Alphenaren bijeen
gekomen om hun dorst naar de kennis der
waarheid te lesschen.
Deze avond, belegd door de drie stands-
organisaties, werd geopend en ingeleid
door den weleerw heer C. M. Klaver, die
scherp stelde, dat, indien wij aan de roep
stem van den Paus willen gehoor geven
om te strijden voor de Waarheid, het aller
eerst noodig is tot de kennis der Waar
heid te komen.
Deze kennis aan het gehoor bij te bren
gen, was de taak van prof. Cleophas.
De Warmondsche hoogleeraar onder
scheidde de kennis der waarheid in een na
tuurlijke en een bovennatuurlijke. Door
Gods goedheid is de mensch in staat gesteld,
voorgelicht door de Openbaring, een dieper
kennis van de waarheid te bereiken, dan
waartoe hij met zijn verstand bij machte
was. Christus, die op aarde kwam, „om ge
tuigenis af te leggen van de Waarheid",
heeft de prediking ervan toevertrouwd aan
Zijn Kerk.
De mensch is echter zoo beperkt van in
zicht, dat hij de Waarheid in haar geheel
niet kan overzien. (Ook in het leven der
heiligen vinden wij steeds bepaalde waar
heden geaccentueerd). En de Kerk, of
schoon de geheele Waarheid bezittend en
handhavend, benadrukt steeds m haar pre-
Qiking die onderdeelen van de geheele schat
der waarheid het sterkste welke de men-
schen aan een bepaald tijdperk het meest
roodig hebben. Dat zien wij duidelijk bij
de bestrijding der ketterijen.
Ook in deze dagen beklemtoont de Kerk
juist die geloofspunten, welke het hevigst
worden aangevallen: de goddelijke persoon
van Christus en het gezag der Kerk. In
onze dagen ziet de Kerk het gif der dwa
lingen doordringen langs den weg der maat
schappelijke verhoudingen. In Quadrage-
simo Anno zegt de Paus, dat door de maat
schappelijke mistoestanden massa's zielen
van Christus zijn afgetrokken om te ver
vallen tot het atheïstische communisme en
het nieuw-heidendom.
Datgene, wat in de beleving der
christelijke leer het meest ontbroken heeft,
moet nu het luidst verkondigd worden. Hoe
zal de nieuwe prediking zijn? de Kerk
laten zien als de macht, die het sociaal-
economisch leven draagt even goed als het
privaat leven. Met bizonderen nadruk
wordt door den Paus gewezen op de be
oefening der deugden van de sociale recht
vaardigheid en van het christelijk liefde
besef twee voorname deugden, door vele
katholieken, die overigens hun plichten
angstvallig waarnemen, veelal over het
hoofd gezien.
Op. maatschappelijk terrein is het Chris
tendom niet voldoende doorgedrongen, om
dat wij niet hebben kunnen plaatsen de zui
vere begrippen van liefde en rechtvaardig
heid.
De liefde de al-verwarmende kracht van
het maatschappelijk leven kennen wij
tcch eigenlijk niet in vollen omvang. Vele
katholieken zagen en zien helaas nog in de
naastenliefde, in den vorm van hulp aan
noodlijdenden, de éénige uiting van liefde
en het éénige geneesmiddel voor de maat
schappelijke kwalen. Zij beoefenen de
raastenliefde in hun privé-leven als een
geoorloofde aanvulling van een tekort aan
rechtvaardigheid. Fel hekelde spr. het ge
drag van sommige katholieke patroons, die
in de kerk zich voorbeeldig gedragen, doch
achteraf zoo slecht blijken «mor hun per
soneel. De liefde, met name de „sociale
liefde", waarover de Paus in zijn encyclie
ken spreekt, beperkt zich niet tot hulp aan
noodlijdenden, doch moet voorkomen,
door aan ieder mensch een bestaan te gun
nen, dat de helpende charitas noodig is.
Spr. wees ook op gebrek aan liefde in het
bedrijfsleven, op de jalouzie tusschen in
dividuen en tusschen de standen (de crisis
wetgeving!) De sociale liefde modt zijn de
z.el van de nieuwe orde, want ook als aan
de rechtvaardigheid is voldaan zal de lief
de, die de „band der volmaaktheid" is, noo-
cig zijn ter bereiking van een goede ver
standhouding en een geest van saamhoorig-
heid.
Vervolgens besprak prof. Cleophas de
tweede voorname deugd in het maatschap
pelijk leven: de rechtvaardigheid. Zelfs
omtrent de rechtvaardigheid in zijn streng-
sten vorm, de ruilrechtvaardigheid, hoort
men onder de katholieken de meest libe
rale beginselen verkondigen.
In een onderhoud, dat spr. had met
menschen van ontwikkeling, die een
gewichtige cultureele positie hebben
in Katholiek Nederland hoorde hij nog
dezer dagen tot zijn verbijstering ver
tellen, toen het ging over concurrentie:
Dat het geoorloofd was wat zij deden.
Als de wet het toestond dan waren zij
immers klaar. Toen spr dit hoorde, was
hem de schrik om het hart geslagen,
want, gelijk gezegd, deze menschen
namen een gewichtige positie in in
Katholiek Nederland.
Spr. wees ook op tekorten op het gebied
der ruil-rechtvaardigheid bij de winkeliers
stand en bij de patroons. In alle geledingen
van de katholieke samenleving dient het
rechtvaardigheidsbegrip scherper gesteld te
worden ook bij de charitatieve vereeni-
gingen, die vaak trachten beneden een be
hoorlijken prijs in te koopen en daarmede
anderen benadeelen.
Doch behalve de rechtvaardigheid in
strikten zin, moeten wij beoefenen de „so
ciale rechtvaardigheid", in welker naam
NIEUWKOOP.
Gouden bruiloft.
Jacobus Stolwijk en Maria Stadsvoort te
Nieuwkoop, die op 27 dezer hun gouden
huwelijksfeest vieren.
De bruidegom is 79 en de bruid is 73 ja
ren, beiden genieten nog een uitstekende
gezondheid.
van de individuen geëischt san worden,
datgene wat noodig is voor het algemeen
welzijn (verkeerd gebruik van eigendom;
te hooge en te lage loonen). In naam der
„sociale rechtvaardigheid" wordt geëischt
een gezinsloon, de verzekeringen tegen
ouderdom, ziekte en werkloosheid der ar
beiders. De sociale rechtvaardigheid vindt
haar beste waarborg in het collectief con
tract.
Ook in de katholieke samenleving wordt
tegen deze maatschappelijke hoofddeugden
van rechtvaardigheid en liefde zwaar ge
zondigd.
In het Nederlandsche katholieke leven is
er nog zoo veel, wat veranderen moet. Wij
behoeven waarlijk niet op andermans borst
te kloppen. Bij al het gejuich en gejubel
over het prachtige Roomsche leven moeten
wij oppassen niet oudbakken te worden.
Bij de jongeren vooral moet het consequen
te Christendom er vooral en desnoods met
de hamer in geslagen worden.
Wij zouden wenschen aldus spr.
dat in de Katholieke Nederlandsche
gemeenschap Christus nog eens kwam
in levenden lijve, niet om complimen
tjes uit te deelen doch om, gelijk Hij
in den Tempel deed, de karwats erover
te leggen en onze fouten te geeselen,
opdat zij bewaard mogen blijven voor
die zoete zelfvoldaanheid, die de dood
is van het Katholieke leven.
Hoe meer wij de deugden van rechtvaar
digheid en liefde overwegen, des te meer
zullen wij begrijpen, dat wij in ons zeiven
nog veel te hervormen hebben, opdat wij,
door onze zonden tegen deze leugden, geen
ergernis meer zullen geven aan de zwak
ken en de Kerk van Christus niet in dis-
crediet zullen brengen.
Kapelaan Klaver sprak een hartelijk
dankwoord tot prof. Cleophas het gehoor
opwekkend in eigen particulier leven te
beginnen met de beoefening der twee groote
deugden van rechtvaardigheid en liefde.
Vermelden wij nog, dat de avond, die
werd bijgewoond door den hoogeerw. heer
Deken, opgeluisterd werd door enkele mooie
i.ederen („Schafer's Sonntagsned" en „Hel
Schoenmakertje"), uitgevoerd door het con
gregatie-koor onder de toegewijde leiding
van mej. M. Schavemaker, met bekwame
piano-begeleiding van mej. N. Scheerder.
HAZERSWOUDE.
Personalia. Op 10 Februari a.s. zal het
25 jaar geleden zijn dat C. Hoeboer in dienst
trad bij de familie Koot alhier.
Verkooping. - Ten overstaan van nota
ris Engelberts te Hazerswoude had heden
de verkooping plaats van het woonhuis
met koestalling, schuur, erf en weiland,
den in massa toegewezen aan den Rijkswa-
straatweg in den Rijnenburger Polder,
groot ongeveer 96 aren. De perceelen wer
den in massa toegewezen aan de Rijkswa
terstaat voor 7000.—
KOUDEKERK
De achterlichtjes. Door de gemeente
en rijkspolitie is gisterenmiddag aangehou
den de 21-jarige J. G. alhier, als verdacht
van diefstal van een lampje uit een ach
terlicht voor een rijwiel, tijdens de vleesch-
verkoop in de noodslachtplaats den vorigen
avond, ten nadeele van den brandstoffen-
handelaar C. de J. alhier.
Nadat hij een volledige bekentenis had
afgelegd en proces-verbaal tegen hem was
opgemaakt, is hij na verhoor weder op
vrije voeten gesteld.
NIEUWERBRUG.
Plotseling doodgebleven. Toen de ar
beider P. Jansen te Bodegraven gister
middag om 12 uur niet van zijn werk thuis
kwam om te eten, maakten de huisgenoo-
ten zich ongerust en gingen zij op onder
zoek uit. De man, die boerenarbeider
was, heeft men toen dood in het land ge
vonden. Vermoedelijk was hij reeds op weg
naar huis, toen hij in elkaar is gezakt en
overleden. Een inmiddels gewaarschuwde
geneesheer constateerde een hartverlam
ming. De man, die 51 jaar oud was en
juist dien dag zijn geboortedag herdacht,
laat een vrouw en 8 kinderen na.
TER AAR
Gemeenteraad. De Raad dezer ge
meente vergadert op Vrijdag 28 Januari,
des voorm. half tien ten gemeentehuize.
De agenda luidt als volgt: 1. Ingekomen
stukken. 2. Voorstel verlenging contract
met de N.V. Gekro te Overschie inzake de
destructie van afgekeurd vleesch. 3. Voor
stel tot het verleenen van een voorschot
aan de Woningbouwvereeniging tot dek
king van de tekorten per 1 Januari 1937.
4. Voorstel tot het verleenen van een bij
drage ten behoeve van het provinciaal in
stituut inzake de voor- en na-zorg van in
gestichten verpleegde krankzinnigen. 5.
Vaststelling van een regeling, op grond
waarvan een bijdrage kan worden ver
strekt in de door werkloozen verschuldig
de ziekenfondspremie. 6. Voorstel tot het
aanvaarden van de voorwaarden, verbon
den aan het verkrijgen van rijksonderstand
7. Voorstel van B. en W. ingevolge artikel
22bis der Lager-Onderwijswet m.b.t. de in
standhouding van de openbare Lagere
School. 8. Behandeling belastingreclame's.
9. Wijziging van de begrootingen over de
diensten 1937 en 1938.
„Arti et Religioni". Voor den jaarlijk-
schen feestavond van de R.K. Muziekver-
eeniging „Arti et Religioni" bestond we
derom een massale belangstelling, ja zelfs
zoo, dat toen de voorz., de heer C. A. Vol-
gering, kwart voor zeven de bijeenkomst
opende, het parochiehuis tot in alle hoeken
bezet was. Dus moeten er ruim vierhon
derd personen de controle gepasseerd zijn.
Onder dit groot aantal bevonden zich o.m.
ce pastoor met zijn beide kapelaans, bur
gemeester en mevr. Hogenboom, de eere-
voorz. L. Wassenburg, donateurs en ge-
noodigden.
Na een kort openingswoord volgde een
kleine toelichting op het programma en
dan trad terstond de fanfare, onder leiding
van den heer C. van Dam, voor het voet
licht en bracht ten gehoore: „Aan U, o
Koning der eeuwen", Koning Voetbal-
marsch, van Schootemeyer, de Lustspiel-
ouverture van Keler Bela, met als slot
„In het Avondlicht", een fantasie van J. B.
Minne.
Wanneer even is gepauzeerd tot het ge
reed maken van het tooneel, krijgen wij
de clou van den avond, n.i. het optreden
van de Vereenigde Haagsche Spelers, met
„Amor in de Pastorie", een blijspel in drie
bedrijven, van Jac. Ballings, regie Pierre
Balledux.
Wat hebben wij opnieuw genoten van
dit spel! Na ieder bedrijf hadden de spe
lers een spontaan applaus in ontvangst te
nemen, dat bij het laatste bedrijf aan
groeide tot een ovatie. Van het klassiek
ensemble, onder directie van den heer C.
Volgering, dat een tweetal nummers speel
de, mocht vooral het eerste nummer fijn
werk genoemd worden. Tot slot bracht 't
complete muziekgezelschap een fantasie
van J. Martin „Vesper" ten gehoore, met
als finale een marsch „Hup Holland". Aan
critiek op de uitgevoerde muzieknummers
wagen wij ons niet, maar de feiten: het
uitkomen in de eerste afdeelïng met een
eersten prijs en de gedegen voorbereiding
tot dezen feestavond, zeggen ons genoog.
Tusschen de bedrijven zorgde de heer
Ant. C. v. d. Hoorn voor mooi pianospel,
wat de aanwezigen in hooge mate appre
cieerden.
Kwart over elf volgde sluiting met een
opwekking van den voorz., steeds de ver-
eeniging moreel en financieel te blijven
steunen. Uiterst voldaan- toog men huis
waarts.
Landarbeidsbond. Daar deze bijeen
komst speciaal was belegd om eens nau
wer contact te hebben met het Hoofdbe
stuur en ter propaganda, is het wel jam
mer, dat er zooveel leden verstek hebben
laten gaan, ja meer dan de helft
Bij de ingekomen stukken is een belang
rijk schrijven binnengekomen van het ge
meentebestuur, inzake het melden wanneer
men werkloos is. Indien de werkloozen
niet voldoen aan deze eisch, zullen de finan-
cieele gevolgen onvoorwaardelijk ten laste
komen van de steuntrekkenden, waarop
geen beroep staat. Zoodra deze vermaning
met voorbeelden is toegelicht, verkrijgt het
Hoofdbestuurslid, de heer v. d. Ploeg, het
woord, die allereerst de noodzakelijkheid
naar voren bracht van een collectief ar
beidscontract, het bewerkstelligen van een
goede harmonie tusschen werkgever en
werknemer.
Dan hield de kalme, bezadigde spreker,
een warm pleidooi voor de Katholieke or
ganisatie, het gezamenlijk optrekken van
de katholieke landarbeiders, elkander weten
te vinden op het sociaal-economisch terrein,
ons maatschappelijk stelsel bouwen op
Quadragesimo Anno. Aan het slot van zijn
betoog wat met de grootste aandacht
werd gevolgd spoorde hij allen aan,
thans een sterke actie te ontplooien om al
de landarbeiders te krijgen in hun eigen
organisatie, dat als een van de voornaam
ste plichten moet beschouwd worden voor
den katholiek. Bij de rondvraag kwamen
naast een paar huishoudelijke punten, ook
nog aan de orde het begrafenisfonds en de
feestavond, die op twintig Februari is
vastgesteld. Hierna sluiting.
Geboren: Hendrikus, z. van M. W.
Ubink-v. d. Broek Gerardus Cornelus
Adrianus, z. van W. M. v. d. Boogaard-v. d.
Pijl Cornelis Martinus, z. van Joh. Ze-
venhoven-Keijzer.
Overleden: H. I. de Groot 93 j.
P Zwetsloot 75 j. M. N. E. de Witt, wed.
van J. B. Cats 76 j. J. Wildenburg 69 j.
G e v e s t i g d: M. M. de Blieck van Bergh
A. M. Binken van Boskoop.
Vertrokken: A. A. v. d. Kley en ge
zin naar Nieuwkoop J. v. d .Kooy en ge
zin naar Alphen N. C. van Leeuwen
naar Zwammerdam H. G. Hooenboom
naar Alphen T. Koetsier naar Oegst-
geest.
„Nee juffrouw, ik heb niets voor u op
't oogenblik", zei André Marsac, toen zijn
secretaresse binnenkwam. „Enne", vervolg
de hij, toen hij haar veibaasd gezicht zag.
„u kunt wel weggaan, ik werk vandaag
niet meer. Dus tot morgen negen uur. Goe-
cen morgen."
Maar het meisje bleef staan, terwijl Mar
sac zich verdiepte in een brief.
„Er zijn nog een massa brieven te teeke-
nen, mijnheer. Bovendien zoudi u vandaag
een conferentie hebben met Delhaye. En
vergeet u het onderhoud met de firma
Journet? U zoudt me een brief dicteeren
aan RhodeBent u misschien ziek, mijn
heer Marsac? Dan zal ik de conferenties
afzeggen? Of kunt u alles alleen af?" Het
meisje keek verontwaardigd van een stapel
brieven, die nog beantwoord moesten wor-
oen naar haar patroon, die slechts aandacht
scheen te hebben voor een brief, dien hij
tusschen zijn vingers kneep.
„Ben ik overbodig geworden, en gaat u
voortaan de zaken alléén afhandelen?" ra
telde ze verder, toen ze niet direct antwoord
kreeg. „In dat geval...."
André Marsac wuifde afwerend met zijn
hand. „U bent vanochtend ontzettend druk,
juffrouw Vidal. Neen, u bent niet over
bodig, maar ik word hier op een onaange
name manier herinnerd aan iets, wat door
zeker iemand gesteld wordt boven belang
rijke zaken en boven conferenties, 't Gaat
om mijn levensgeluk, althans, dat...."
„Maar dat is onmogelijk, mijnheer!"
„Onmogelijk? Hier, lees dezen brief. Ik
weet eigenlijk wel niet of ik u dit mag
vragen, daar u in dienst bent van de firma,
en dit een privé-kwestie is, absoluut privé".
Hij wierp haar dan den fijn geparfumeer-
cen brief toe, dien hij had zitten lezen.
De secretaresse las hardop, terwijl Mar-
oac belangstellend naar haar keek. 't Was,
alsof hij plotseling iets in haar gezicht ont
dekte, wat hij vroeger achteloos was voor
bijgegaan.
„André", las ze, ,,'t is nu over negenen.
Noch moeder, noch Adèle (dat is haar
kamermeisje", onderbrak Marsac), noch ik
zelf op de eerste plaats begrijpen iets van
je gedrag. Hoe kun je zoover gaan. Ik heb
geïnformeerd bij den hu'sknecht, maar ook
hij beweert, dat er hedenmorgen niets van
jou is gekomen. Je gedrag is beneden peil.
«<e veronachtzaam* me. Hoe kan ik ooit
gelukkig met jou worden, wanneer je der
gelijke dingen eenvoudig vergeet? Wan
neer je niet alleen mijn verjaardag ver
geet, maar zelfs.... maar wat praat ik,
waarom schrijf ik je dit allemaal? Je bent
hardvochtig, je onthoudt me, wat ik nóódig
heb. Je verwaarloost me op een meer dan
schandelijke manier. Wat beteekenen jouw
zaken vergelijken bij dit?
Lucienne".
Van den brief keek Ginette Vidal naar
haar patroon. „U moet een verschrikke
lijke fout gemaakt hebben, mijnheer. Is het
onherstelbaar?"
„Ik vrees van wel. Maar.... enfin, zoo
als u weet, is Lucienne mijn verloofde. Of
was mijn verloofde, ik weet 't waarachtig
zelf niet meer. Ze is woest op me. Als ik
vanavond bij haar kom, zal het huis te klein
zijn voor al de verwijten, die ze op mijn
hoofd zal stapelen".
„Maar u moet vooral al deze dingen niet
tegen me zeggen, mijnheer. Ik mag u hier
in niet raden, 't zou zijn, alsof 't eigenbe
langehehneen, dat wilde ik
niet zeggen, neen heusch niet, Andr....
ach nu verknoei ik het nog meer. Het
meisje keerde zich af van het bureau van
André Marsac en begon hartstochtelijk te
snikken.
ZOETERWOUDE
K.J.M.V. afd. L.T. Gisteravond ver
gaderde de K.J.M.V. afd. L.T. bij den
heer Ant. v. Well. De voorzitter, J. Groene-
wegen Jr., opende als gewoonlijk en heette
in 't bijzonder den spreker van dezen avond
Dr. Dijselbloem, welkom. Spr. veront
schuldigde den zeereerw. heer Pastoor
die, verhinderd door andere bezigheden,
dezen avond niet aanwezig kon zijn. Daar
na gaf hij het woord aan den spreker.
Spreker begon met een uiteenzetting te
geven van de hedendaagsche toestanden
op sociaal terrein en welk begrip men
heden nog heeft van rechtvaardigheid, als
gevolg van het oppermachtig liberalisme
der vrije eeuw. Wat wettelijk juist is, al
dus spreker, is nog niet rechtvaardig. Als
een arbeider tien gulden per week verdient,
kan hij daar onmogelijk een gezin van
onderhouden, dat loon is dus onrechtvaar
dig, maar wettelijk kan hij er niets tegen
doen. Het liberalisme leerde ieder voor
zich en God voor ons allen maar het
Christendom leert, bemint uw naaste als u
zeiven en dezen twee beginselen sluiten
elkaar volkomen uit. Wij zitten nog te veel
vast aan de liberale beginselen zoodat wij
dikwtfks den juisten weg niet meer weten
te vinden. De leiddraad voor ons leven
moeten zijn de encyclieken over de sociale
toestanden, zooals die door de Pausen zijn
uitgegeven. Maar ik ben er zeker van dat
velen die encyclieken niet gelezen zullen
hebben, Maar daarom is een vereeniging
als deze zoo nuttig waar gij door uw leiders
een betere kijk op het leven krijgt en alzoo
een kern gaat vormen, die de beginselen,
vastgelegd in de encyclieken, uitdraagt over
de wereld. Gy zijt immers de jeugd die de
toekomst in handen hebt.
Na deze rede werd er gelegenheid ge
geven tot het stellen van vragen, welke door
den spreker allen beantwoord werden. De
vele vragen aan den spreker gesteld, bewe
zen wel het beste hoezeer de rede van den
spreker ingeslagen had. De zaal was be
hoorlijk bezet, maar er konden er zeker
nog meer zijn. Deze niet-aanwezigën heb
ben zeker veel gemist, wat zij juist zoo
Stom-verwonderd zag Marsac naar het
meisje en verbaasde zich hoe langer hoe
meer, terwijl hij nadacht over hetgeen ze
't laatst gezegd had.
„Eigenbelang? Wat bedoelt u eigenlijk?
En wie geeft u verlof, mij bij mijn voor
naam te noemen?" Tot zijn eigen opluch
ting klonk dit heelemaal niet als een ver
wijt, integendeel, er knapte plotseling iets
ir. zijn binnenste, en de zon begon weer te
schijnen. Hij stond op, en legde zijn arm be
schermend om het meisje heen.
„Waarom antwoordt u me niet?"
„Omdat 't privé is. 't Zijn mijn eigen za
ken! Ontslaat u me maar, en werkt u u
zelf maar heelemaal op de flesch". Ze rukte
zich los, en ging op een paar pas afstand
staan.
„Ik zou 't heusch niet erg vinden, als u zich
een beetje duidelijker zou uitdrukken, juf
frouw Vidal", antwoordde hij lachend.
„Duidelijker? Nog duidelijker?" scham
perde zij terug. „Kan ik 't helpen, dat U
de firma- en persoonlijke zaken dooréén
haspelt? Heel die ongelukkige brief van dat
schepsel, uw zoogenaamde verloofde, gaat
om een doos bonbons. U hebt vergeten,
bonbons bij haar te laten bezorgen. Zij kan
niet leven zonder bonbons. Ze eet den hee-
len dag bonbons, en daar vergooit u uw
goede geld en zaken aan".
„Mijn zaken?"
„Komt u dit zoo vreemd voor? Maar ach
ja, dat zijn dingen, die een secretaresse moet
opknappen, hè?" Haar tranen waren ver
dwenen, haar houding werd een en al
strijdlust.
„Dacht u", ging zij voort, „dat het voor
r!e firma Hancourt niet uiterst lachwekkend
was, toen zij op een prijsopgaaf voor staal
als antwoord kreeg een prijslijst van diver
se merken bonbons? Dat meisje werkt u
den put in, mijnheer. Het is haar schuld,
dat u geen verschil meer weet tusschen
bonbons en staal, en u de brieven doet ver
wisselen. Gelukkig heb ik de order nog
weten te redden. En dacht u, dat de „Com
pagnie industrielle" niet ging twijfelen aan
uw geestvermogens, toen zij op een order
voor rails een persoonlijken brief van u
kreeg, waarin u schreef, dat u geen bon
bons verkoopt! Rails en bonbons, ha, ha,
ha! Dat zijn twee voorbeelden, maar ik
kan er nog wel drie noemen".
„Maar...." hakkelde Marsac, terwijl hij
bleek werd.
„Daar heb ik u nooit iets van gezegd, be
doelt u? Ik ben immers de secretaresse in
dienst van de firma? Ik heb me alleen te
bemoeien met staal en ijzer, en niet met
staal en bonbons. Bonbons hooren thuis bij
de privé-zaken, mijnheer Marsac?" Ze be
gon opnieuw te snikken. „Ziet u nu in, dat
Lucienne op uw zenuwen werkt? En aan
bonbons de voorkeur geeft boven uw za
ken? Heeft ze er ooit naar geïnformeerd
hoe het gaat met de firma?"
Maar André Marsac antwoordde niet. Hij
keek slechts naar zijn kleine secretaresse,
die hem een licht had doen opgaan, en van
wie hij nu wist, dat zij de firma en zijn
persoon gered had van een ondergang.
Een uur later stonden zij beiden voor het
raam met de handen op elkaar's schouder,
en zei hij, terwijl hij haar diep in de oogen
keek:
„Ik zal je toch als secretaresse moeten
omslaan, mijn kleintjenu je mijn
vrouwtje wil worden.Zou ze mijn brief
al hebben?"
De brief, waarop hij doelde, behelsde een
bericht aan Lucienne Tellet, waarin zijn
secretaresse haar trachtte duidelijk te ma
ken, dat bonbons en staal en ijzer van ge
heel verschillende substanties zijn, die niet
rret elkaar te vergelijken zijn, en dat het
liegrip liefde weer iets heel anders is.
noodig hebben. De voorzitter wees daar
dan ook terecht op bij de sluiting. Hij
hoopte, dat op een volgende vergadering
allen aanwezig zouden zijn en dankte dr.
Dijselbloem voor zijn rede, waarna sluiting.
Geboren: Jannetje, d. van H. Rietveld
en M. A. Hage Jacoba Petronella, d. van
W. Ammerlaan en A. Janson Martina
Apolonia Theresia, d. van J. M. G. v. Goo-
zen en M. J. Heijneman Martinus An
dreas Petrus, z. van F. A. A. Hendriks en
P. M. Voordouw Wilhelmina Petronella
Maria, d. van J. C. de Ridder en J. A. v.
Leeuwen Cornelis, z. van Q. Hulsbos en
A. van Tilburg.
Ondertrouwd: W. C. J. v. d. Salm
28 j. van Breezand en A. de Jong 25 j. van
Zoeterwoude.
Getrouwd: N. H. Onderwater en J.
C. v. d. Salm J. G. v. d. Ploeg en C. M.
W. v. Veen.
Overleden: Maria Brouwer 20 j.
Petronella Maria de Jong 87 j., wed. van
A. v. d. Poel.
Gevestigd: Th. J. Zandbergen van
Hazerswoude G. Anders en gez. van
's Gravenhage J. M. W. Schoenmaker van
's Gravenhage A. C. M. Schouten van
Bleiswijk H. Simonse en gez. van Lei
den.
Vertrokken: C. J. v. d. Poel naar
Rotterdam M. A. Wijtenburg naar Lei
den M. A. Wolf naar Maasbree Tr.
A. Zandbergen naar Vlissingen H. W.
v. d. Akker naar Leidschendam C. J. Dis
seldorp naar Woubrugge L. P. Dessens
naar Vlaardingen W. A. J. Fontijn naar
Leiden A. v. d. Werken naar Koudekerk.