3)e £<24cbch& Qomwil EEN GIGANTISCHE ASSENDRAGER Valsch spel Een 60.000 K.G. zware assendrager, bestemd voor het bij de Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam in aanbouw zijnde m.s. «Oranje», is Zaterdag geplaatst. Het gevaarte in de takels De sneltrein Londen Bradford liep nabij Bedford in volle vaart op een stil- staanden trein waarbij 1 persoon werd gedood en velen gewond werden. Een detail van den geweldigen chaos die door de botsing werd veroorzaakt Loer, oe oouvier van net rrinsenjK raar, die, onder de hoede van een stalmeester, een wandeling ging maken, vormde een dankbaar object voor de persfotografen Minister-president dr. H Colijn be- zocht Zaterdag de automobielen-ten toonstelling in het R AI -gebouw te Amsterdam. Z. Exc tijdens den rond gang Ir. W. Kamp hoofdingenieur bij den dienst der Zuiderzeewer ken, die, tijdens het buitenlandsch verlof van prof. ir. J. J I. Spr enger, diens colleges aan de Technische Hoogeschool te Bandoeng zal waarnemen Teneinde ook des avonds op de wegen rond het paleis Soestdijk stilte te ver- zeke-en, zijn aan de borden die straks het verkeer richting zullen geven lan taarns aangebracht FEUILLETON Kaar het Lngelsch van AKNIE S. SWAN. 26) Wat is het leven toch gecompliceerd, zei Mrs. Safford nadenkend. Wat heb ik medelijden met deze arme menschen! Mrs. Colwyn is een van mijn oudste vriendin nen. Misschien kunnen wij een klein huis je voor hen op het landgoed vinden, maar misschien zullen zij deze streek liever ver laten. Zij zullen hier nu niet graag blij ven. Als ik vanmiddag met Fagg alles be sproken heb en er is nog tijd over rijd ik even door naar Slains. Maar zeg aan Lucy, dai zy voor mij niet thuis behoeft te blij ven of iets voor mij moet doen, omdat ik uitsluitend naar Mrs. Colwyn zal gaan, die waarschijnlijk toch thuis is. Deedes zei, dat hij het zijn zuster zou zeggen en keerde zich om teneinde de ka mer te verlaten. Wat ik zeggen wil, wij hebben nog enkele brieven van Jack gehad. Hij zegt, dat het doel van zijn reis volkomen be reikt is. Hij is altijd zoo vaag in zijn mede- deelingen; ik denk omdat hij de ontwikke ling van zijn moeder niet hoog schat. Hoe dan cok, het is goed voor hem geweest en het heeft zijn toekomst meer zekerheid gegeven. Hij krijgt nu een goede betrek king als hij weer naar Engeland vertrekt. Wanneer zal dat waarschijnlijk zijn? Rond Pasehen. Paschen valt vroeg dit jaar. Den 31sten Maart, is het niet? Hij kan dan op zijn laatst eind April thuis zijn. Weet hij iets over het huwelijk van zijn broer? Hebt u hem getelegrafeerd? Wij hebben niet getelegrafeerd. Ten eerste wisten wij zijn juiste adres niet en bovendien zal hij er niet zoo veel belang in stellen. Hij is zoo'n zwerver en het familieleven interesseert hem niet bijzon der. Toen Mrs. Safford dien middag bij Dee des kwam en een gesprek had met Mrs. Colwyn, beleefde zij een teleurstelling. Het bleek, dat lady Ringold had gezorgd dat Annabel leerares zou worden aan de in dustrieschool voor meisjes en dat er dus geen sprake van was, dat zij Slains zouden verlaten. Toen Mrs. Safford, ontstemd en uit de hoogte weer wilde vertrekken, werd de deur plotseling geopend en stond Annabel op den drempel. Toen zij zag wie er bin nen was, bleef zij staan. Een ondeelbaar oogenblik stond zij in de deuropening en keek Mrs. Safford recht in het gelaat. Toen keerde zij zich, met een minachten den trek om den mond, om, juist alsof zij haar niet gezien had, en sloot de deur achter zich. Maar dat is onvergeeflijk brutaal! zei Mrs. Safford. Het is treurig, dat je zoo weinig over je dochter te zeggen hebt, Lilian. Zij weet niet eens hoe ze zich moet gedragen. Er is den laatsten tijd heel wat van het arme kind gevergd en bovendien denkt zij, dat jij haar niet mag 'lijden, zei Mrs. Colwyn, op een toon, waaruit nog haar vroegere waardigheid sprak. Zij heeft geen reden om dat te den ken. Ik heb zelden over haar gedacht. Waarom zou ik? Voor jou zou ik alles wil len doen, Lilian; maar nu zullen we niet meer zoo vriendschappelijk samen kunnen omgaan Het spijt me, maar ook de vriend- schapsbond kan gespannen worden tot hij breekt. Mrs. Safford ging de kamer uit, in het bewustzijn dat zij tegenover de Colwyns haar handen in onschuld had gewasschen. Lastige zaken. Ik moet vanmorgen naar Slains, Jes sie, zei Hugo tot zijn vrouw op den twee den morgen na hun thuiskomst. Heb je lust mee te gaan? En zullen wij eens twee paar den achter elkaar voor het rijtuig span nen? Ik zou je zoo wel eens willen zien rijden, zei Jessie vroolijk lachend. Ja, ik ga natuurlijk mee. Heb je veel zaken daar te doen? Niet veel. Ik denk een twintig mi nuten. Wellicht heb je in dien tijd een paar boodschappen te doen. Dat deed moe der ook altijd, niet waar, moeder, als wy samen naar Slains gingen. Ik kan Jessie een paar boodschappen meegeven. Ik zou wel graag van de ver antwoordelijkheid af zijn, zei Mrs. Saf ford, onnoodig nadruk op de woorden leg gend. Gisteren nog probeerde ik je vrouw te overtuigen, dat zij de leiding nu maar op zich moest nemen, Hugo. O, er is geen haast bij en het gaat u zoo goed af. Alleen de gedachte, dat ik uw opvolgster ben, vind ik al onprettig, zei Jessie lachend. Door ondervinding leert men, lieve, zei Mrs. Safford hoffelijk. Natuurlijk staat mijn ondervinding je ter beschikking en de afstand naar het Weduwenhuis is niet zoo groot. U zult daar vooreerst nog niet kunnen gaan wonen, zei Jessie. Gisteren zag het er nog;uit of het nog wel maanden zou duren wor het gereed is. Zoolang u nog hier bent, mag ik wel een kleine vacantie hebben, dan zal ik meer geschikt zijn voor de taak, die mij te wachten staat. Jessie zei juist wat zij meende. Zij werd er zenuwachtig onder als Mrs. Safford haar met geweld de eerste plaats in huis wilde geven. Mrs. Safford was heimelijk blij en was al besloten, niet naar het Zuiden terug te keeren. Nu zij bemerkte, dat Jessie niet naar haar vertrek verlangde, waarom zou zij zich dan zoo haasten? Het huis was van alle gemakken voorzien; geen enkel hotel kon zoo comfortabel zijn. En bovendien kon zij alles in het oog houden en zich meer en meer onmisbaar maken. Die lieve beesten! Wat houd ik er veel van! riep Jessie verrukt, toen zij de slanke, steigerende paarden voor de deur zag. Kijk eens naar hun mooie ooren en gewelfde nekken! Hoe kan niemand ver langen naar akelige, stinkende auto's als hij zulke prachtbeesten ter beschikking heeft! Haar lof beviel Hugo. Liefde voor zijn paarden was een hartstocht van hem. Hij hielp zijn vrouw instappen, sprong zelf naast haar en nam de leidsels van den groom over, terwijl hij met vaste hand de paarden mende. Zy verkropte haar jalouzie en ging terug naar de werkkamer om haar dagelijksch onderhoud met Fagg te hebben, die tegen woordig geen gemakkelijk leven had, om dat Mrs. Safford hem met allerlei werk zaamheden belastte. Het is vandaag de 1ste Maart en men voelt het voorjaar al, niet waar? zei Hugo, terwijl de paarden rustig over den breeden gladden weg voortdraafden. Ik heb gister avond naar een ouden rijknecht van ons geschreven, die in Whitechester woont, en hem gevraagd een paar weken over te ko men om je te leeren paardrijden. Hij is de beste rijder, dien ik ooit gezien heb en wellicht ooit zal zien. Jessie knikte vroolijk. Haar rijlessen in Mentone waren een succes geweest en Hu- go had enthousiast voorspeld, dat zij bij het volgend jachtseizoen een eerste klas paardrijdster zou zijn. Prettig, niet waar? vroeg hij, haar een vertrouwelijken blik toewerpend. Jessie gevoelde zich dien dag heel ge lukkig en men kon het ook aan haar zien. Hugo was trotsch op haar, toen hij de blikken der voorbijgangers in de straten van Slains zag. Voor het kantoor van den notaris stond het rijtuig stil en Hugo sprong er af. Wat doe jij zoo lang? vroeg hij. Ga je mee naar het kantoor of wil je liever naar boven gaan? Daar woont miss Lucy Deedes, een zeer aardige dame. Moeder be zoekt haar dikwijls. Ja, maar het is pas half elf, Hugo! Het zal nog niet gelegen komen. Maak je om mij niet bezorgd. Als ik het wach ten moe word, wandel ik even door de straat. Ik heb nog wel een paar boodschap pen. William zal je wel brengen waar je zijn wilt. Je behoeft niet te loopen, zei Hugo, terwijl hij het kantoor van den no taris binnenstapte. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5