Het beeld van Rijnlands Kandel en Industrie in 1937 MAANDAG 17 JANUARI 1938 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BUD - PAG. 9 Nieuwjaarsrede van den voorzitter der Kamer van Koophandel Het kan niet worden ontkend, dat het jaar 1937 in de eerste maanden voor han del en industrie beter is geweest dan zijn laatste voorgangers. Zeker is zulks het geval voor die bedrij ven, welke door de devaluatie met hunne producten of diensten een betere kans op de buitenlandsche markt verkregen. Ook in ons district konden daardoor meerdere on dernemingen hunnen afzet naar het bui tenland vergrooten. Deze export-toename blijkt ook uit de Certificaten van Oor sprong, door de Kamer voor sommige goe deren naar enkele landen afgegeven. Voor de producten Textielgoederen( uit gezonderd kamgarens) visch, boeken en De Heer D. TEN CATE BROUWER. chemische producten, werd dit jaar voor een waarde van 170.000 tegen 124.000 in 1936 geëxporteerd, zulks naar Duitsch- land en Engeland tezamen. Vermeldens-^ waardig is tevens, dat ook de export van visch naar Roemenië en de Baltische Sta ten niet onbelangrijk toenam. Door de ongunstige wending in het we reldconjunctuurverloop in de laatste vijf maanden van het afgeloopen jaar. ver slechterde de marktpositie in ons land hoe langer hoe meer. En thans, nu deze terugslag scherp merk baar is, ziet men wel in, dat er zelfs van een begin van een gezonde, een gefundeer de opleving, waarop wij hoopten en waar naar wij reeds zoovele jaren uitzien, nog geen sprake is. De werkloosheidscijfers vertoonen, over het geheele dis trict genomen, een daling van slechts 5 pet. Op 1 December 1937 wa ren er ingeschreven 8582 werkloozen tegen 9102 op 1 December 1936. Ofschoon deze cijfers niet weergeven de momenteele situatie, geeft de belangrijke teruggang van het belastbaar inkomen in de gemeenten tot het district der Ka mer behoorend, van 64.254.982.— tot 60.832.725.duidelijk aan, dat in het betreffende belastingjaar circa 4.000.000. minder is verdiend en derhalve minder kon worden besteed. Wanneer men met inachtneming van het bovenstaande de balans over 1937 opmaakt, moet men constateeren, dat voor het over- groote deel van het bedrijfsleven 1937 een jaar geweest is, dat belangrijk minder ge geven heeft dan men er van verwachtte. De verslagen uit het bedrijfsleven laten hier omtrent geen twijfel. Toe te schrijven is zulks aan de meedoogenlooze concurrentie op de beperkte- binnenlandsche markt. De concurrentie, vroeger de impuls van een gezond zakenleven, is thans tot een nacht-' merrie voor het bedrijfsleven geworden. Vele bedrijfsleiders schijnen te meenen, dat hun eerste, voornaamste taak is, goe deren te verhandelen, en schijnen gedwon gen te worden te vergeten, dat het doel van de onderneming is om naast het verschaf fen van een behoorlijk bestaan aan de in het bedrijf tewerk gestelden, het. in het be drijf geïnvesteerde kapitaal niet alleen in stand te houden, doch ook productief te doen zijn. Door de buitenmate scherpe concurren tie, welke aan den dag treedt, wordt de be staansmogelijkheid van nagenoeg eiken za kenman bedreigd. Door de internationale handelsbelemmeringen eenerzijds en het groote gemak, waarop door middel van de modernste productie-methoden massa-pro ductie verkregen kan worden, anderzijds, is deze moordende concurrentie op de bin nenlandsche en men kan ook vaak zeg gen op de beperkte buitenlandsche mark ten allerwege te signaleeren. Moordend zeg ik, want op onze over voerde binnenlandsche markt is het een wanhopig vechten om zijn bestaan te hand haven. Of men middenstander of fabrikant is, doet weinig terzake. Bestaanszekerheid is er voor geen van beiden. De roep om ordening. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de vraag, de roep om ordening, een woord dat men vroeger, evenals het begrip beschermende maatregelen, het liefst uit de woordenboeken zou radee ren, hoe langer hoe krachtiger gehoord wordt. Men begrijpt dat de cirisis, waar aan men vroeger den slechten gang van zaken toeschreef, voorbij is en dat men de economische constellatie en structuur van de Nederlandsche en buitenlandsche markt, zooals deze thans is, als min of meer normaal moet beschouwen. Geen wonder, dat onder deze omstandig heden zeer velen, ook zij die ordening in het algemeen verfoeien, voor eigen vak ordening vragen. Ordening is noodzakelijk en verfoeilijk tegelijk. Noodzakelijk door de moordende concurrentie van thans; ver foeilijk eerstens door de macht daardoor over het bedrijf gegeven aan de ambtenaren en aan hen, die op die ambtenaren invloed weten uit te oefenen, en ten tweede door de nevengevolgen voor andere bedrijven. Daarom dienen de nadeelen van orde ning in elk geval zooveel mogelijk te wor den beperkt. Onze Kamer heeft met groo te energie zich op dit vraagstuk geworpen. Als er ordening komt, hetzij door over heidsingrijpen, hetzij dat belanghebbenden zelf onder toezicht der overheid hun be drijfstak ordenen, dan zoo was het standpunt onzer Kamer moet aan net zoo uitermate sterk gevarieerde bedrijfsle ven met zijn ontzaglijk vele en diepgaan de belangenstellingen, essentieele invloed worden gegeven, middels daartoe in te stellen organen van toezicht en controle. Het is te hopen, dat de Regeering in deze richting zal sturen en op deze wijze reke ning zal willen houden met tegenstellin gen van belangen, die zich, vooral bij han del en nijverheid, laten gelden. Bedrijven verdrijven; waak zaamheid der gemeenten ge boden. Wanneer wij in het district om ons heen zien, zullen wij moeten erkennen, dat er in de laatste 10 jaar bij ons wel veel veranderd is. Hoeveel bedrijven zijn er in den loop van deze periode niet verdwenen. En zulks niet alleen in Leiden, ook in Alphen a. d. Rijn is het aantal der bedrijven en daarbij het gevarieerde karakter van de in dustrie sterk verminderd. De gevolgen van een dergelijk verloo- pen van de industrieele bedrijvigheid zijn ernstiger dan men oppervlakkig zou mee nen. Veelal is men geneigd de zware finan- cieele lasten welke de vermeerdering van het aantal werkloozen met zich mede brengt, als de eenige of de belangrijkste schadepost te beschouwen, althans schenkt men aan deze zijde van het probleem de meeste aandacht, hetgeen ook wel verklaar baar is. Te wéinig realiseert men zich, dat met het verdwijnen van belangrijke bedrijven en de daarmede verbonden werkgelegen heid, de bevolking neiging heeft af te ne men, de waarde van het onroerend goed, grond en gebouwen, langzaam maar zeker terugloopen, de winkelstand gaat kwijnen en de overheidsbedrijven niet meer de ba ten opleveren van weleer. Spoediger dan men denkt voltrekt zich dit proces. Gemeenten, die een dergelijke ongun stige wending willen voorkomen, zullen goed doen, meer dan voorheen scherpe aandacht te wijden aan den gang van za ken in de in hunne Gemeente gevestigde bedrijven. De tijden dat men zich daarom niet behoefde te bekommeren, zijn voorbij. Het in stand blijven van de bestaande bedrijven is voor de Gemeenten van de grootste beteekenis. Sluit eenmaal een be drijf zijn poorten, dan is het te laat. Voorts moet men trachten, door het stel len van gunstige voorwaarden, nieuwe in dustrieën tot zich te trekken. Ook voor de Kamer van Koophandel is hier een taak te vervullen. De groote be langen, welke op het spel staan, brachten de Kamer er toe in overleg te treden met de besturen van diverse Gemeenten, ten einde voor gezamenlijke rekening een brochure uit te geven, inhoudende diver se gegevens, welke voor Industrieën, die zich hier willen vestigen, van belang kun nen zijn. Het is verheugend te kunnen memoree- ren, dat deze plannen dadelijk de volle me dewerking kregen van de Colleges van B. en W. van Leiden en Alphen a. d. Rijn. Sa menwerking met alle Gemeentebesturen is noodig. Binnen zeer korten tijd zal deze met zorg samengestelde brochure ver schijnen. Thans reeds kan ik mededeelen, dat ern stige onderhandelingen met twee belang rijke bedrijven, die zich vermoedelijk in ons district willen vestigen, gaande zijn. Hierna ging spr. over tot een overzicht van den toestand in het district in het af geloopen jaar. Textiel-industrie Sajetten en wollen garens. De devaluatie in Sep tember 1936, welke gevolgd werd door een sterke stijging van de wolprijzen, heeft ge leid tot speculatieve aankoopen van den handel. Zoowel de grossiers als de winke liers bleven met hun voorraden zitten. De terugslag in de wolprijzen na Juli 1937, welke in September den vorm van een dé- bacle aannam, accentueerde nog den te rugslag van den verkoop. Zoodoende stag neert de fabricage. Het aantal arbeiders was eind 1937 kleiner dan eind 1936. Eind 1937 wisten de wolprijzen zich weer eenigszins te herstellen. De verkoop blijft echter een vaste basis missen. Br ei er ij. De breieryen ondervonden evenzeer den terugslag, ofschoon de con currentie de situatie van den aanvang af reeds in dit bedrijf moeilijker maakte dan in de spinnerij. Wollendeken-industrie. In het eerste half jaar 1937 bleef de drukte, in 1936 ontstaan door de prijsstijging van de wol en de devaluatie, aanhouden. In het tweede halfjaar en vooral na September ontstond plotseling een groote terugslag. Elke vaste basis voor voorspellingen ont breekt. De export bleef bevredigend tot het laatste kwartaal. L a k e n-i n d u s t r i e. In dit bedrijf heeft men in 1937 op volle kracht kunnen werken. De productie van lakens en andere wollen stoffen voor uniformkleeding nam niet onbelangrijk toe; eveneens werd een verhooging van omzet geconstateerd voor de fantasiestoffen voor burgerkleeding. Haringvisscherij en haring- handel. Een jaar van overvloedige vangst ligt achter ons. De totale besommin gen overtreffen belangrijk die der vorige jaren, n.l. 950.000 kantjes tegen 803.688 kantjes in 1936. Helaas heeft deze gunstige vangst den reeders geen voordeel gebracht. Door den grooten aanvoer liepen de prijzen regel matig terug, zoodat men uiteindelijk van een minder gunstig jaar moet gewagen. Bloembollencultuur en h*an- d e 1 i n 1937. De opbrengst van het hoofd artikel, de tulpen, was in het afgeloopen jaar ver beneden middelmatig. Door het aanhoudende natte weer in het voorjaar hebben de gewassen zeer geleden. De op brengst van de hyacinthen was daarente gen in het algemeen genomen zeer bevre digend, evenals van de narcissen. Crocus, iris en andere bolgewassen gaven een nor male opbrengst. Scilla, anemonen en ra nonkels waren daarentegen beneden nor maal. Het zomergewas van gladiolen en dahlia's was goed. De prijzen van de tulpen en narcissen bewogen zich aanzienlijk boven de gestelde minimumprijzen. De handel had een vlot verloop. Ook de handel in plantgoed en teeltver gunningen was levendig. Voor het afgeloo pen jaar golden dezelfde saneringsmaat regelen als voor 1936. In 1938 zullen de bin dende minimumprijzen vervallen. Over de export van bloembollen kan men tevreden zijn. Engeland betrok in totaal voor ongeveer 2 millioen gulden meer, de export naar de Ver. Staten en Canada vertoonde een ster ke stijging, de handel op Scandinavië was normaal. De afzet naar Zweden ging wel iswaar in gewicht iets terug, doch de op brengst was niet lager. Met Denemarken werd wederom een regeling getroffen, waarbij Nederland zich verbond Deensche producten uit te wisselen tegen bloembol len. De daling van het Fransche betaalmid del was oorzaak, dat de import van bloem bollen in Frankrijk aanzienlijk terugliep. Bij een uitvoer van 2 y2 millioen K.G. in 1936, bleef die van 1937 met ongeveer 800.000 K.G. ten achter. Dank zij den gunstigen stand van de clearing, ging de export naar Duitschland belangrijk vooruit. In kilogrammen uitge drukt nam dit land 8 pet., in geldswaarde circa 35 pet. meer dan in 1936. De handel met Duitschland verliep tot volle tevreden heid van de exporteurs. De afzet in Argentinië, Zuid-Afrika en Australië gaat langzamerhand iets vooruit. De totale export bedroeg in het afgeloo pen jaar circa 42.900.000 K.G., vertegen woordigende een waarde van f 27.800.000 of wel ruim 4.500.000 meer dan in 1936. Deze vermeerdering is hoogstwaar schijnlijk wel het gevolg van de de preciatie van den gulden, waardoor hoogere prijzen in het buitenland be dongen konden worden. Over het ge heel genomen, is de devaluatie voor het bloembollenvak voordeelig geble ken. Bloemboll en trekker ij Bloementeelt De resultaten van de bloembollentrekkerij waren iets gunstiger dan in 1936. Voornamelijk betrof zulks de trekkerij van tulpen, wat in het algemeen genomen ook het hoofdproduct is. De om zet van de Veilingvereeniging „Flora" be droeg in het afgeloopen jaar 1.046.432.17 hetgeen 137.197.13 meer bedraagt dan in het jaar 1936. Bouwny verheid, Dakpannen, kalkzandsteen, schelpkalk, hout, beton. In het begin van 1937 was er een allerwege merkbare opleving te bespeuren, die eenige hoop gaf op betere tijden. De vraag, naar bouwmaterialen was grooter dan in het voorgaande jaar. De sterk gestegen houtprijzen stimuleerden de prijzen van andere bouwmaterialen, waar door de verkoopen vlotter verliepen dan voorheen. Zeer spoedig zakte de markt echter in, zoodat aan het eind van 1937 de toestand van slecht tot matig varieerde. Niet te ontkennen is, dat er in den Wo ningbouw in het afgeloopen jaar eenige opleving te bespeuren is geweest. In de eerste 10 maanden van 1937 werd aange vangen met den bouw van 27.740 woningen tegen 23.599 in dezelfde periode van 1936. Wanneer men echter weet, dat bovenge noemd aantal nog 4600 minder bedraagt dan het aantal, dat in het zeer slechte jaar 1935 in aanbouw was, begrijpt men, dat de opleving in de praktijk weinig te betee- kenen heeft gehad. Het totale bedrag aan verstrekte hypotheken bedroeg over de eerste 10 maanden 275.960.000, hetwelk over 1936 (eerste 10 maanden) 179.000.000 bedroeg. Van eenige belangrijke toename in de werkgelegenheid van de voor het bouwbe drijf werkende ondernemingen is in het laatste halfjaar evenwel geen sprake. Het werkloosheidspercentage onder de bouw vakarbeiders der gesubsidieerde werklo zenkassen bedroeg voor de geheel werkloo zen 54 in de week van 611 December, te gen 54.9 in de overeenkomstige week van 1936, doch dit percentage wordt, voor zoo ver het 1937 betreft, eenigszins ongunstig beinvloed door het feit, dat deze week in een vorstperiode viel. In de Kalkzandsteenbedrijven kon men, ofschoon de kostprijs van het product ten gevolge van de devaluatie met circa 20 pet. gestegen is, door de moordende concurren tie van de fabrikanten onderling er even min in slagen het product op een behoor lijken, voor de rendabiliteit van het bedrijf noodzakelijken, prijs te brengen. Groote ontstemming heerscht bij de in het district der Kamer gevestigde fabrie ken over de door den Directeur-Generaal van den Arbeid aan één fabriek, buiten het district gelegen, gegeven overwerk-ver- gunning. Ned. Grofsmederij. Het afgeloopen jaar gaf reden tot tevredenheid. Met uit zondering van de afdeeling scheepsbouw had men in andere afdeelingen behoorlijk werk. De export nam eenigermate toe. Constructiewerkplaatsen. De bedrijvigheid was in 1937 beter dan in het vorige jaar. Ofschoon in het algemeen ge nomen in de tweede helft van 1937 een te ruggang te constateeren was, bleef de be zetting dezer fabrieken in ons district goed. Scheepsbouw. In den scheepsbouw was een geringe verbetering te bespeuren, althans, het afgeloopen jaar is minder slecht dan de 5 voorafgaande jaren. Edelmetaalwarenfabrieken. In de strijd met wat had kunnen worden verwacht, zijn de resultaten van het afge loopen jaar niet zeer gunstig geweest. De eerste maanden van 1937 waren zeer goed en gaven aanleiding de productie uit te breiden. Vruchtensap- en Jamfabrie- k e n. Deze maken moeilijke tijden door. De lage prijzen van het versche fruit hadden een ongunstige uitwerking op de vraag naar het product, hetgeen in den laatsten tijd vooral ten aanzien van jam zeer merkbaar was. De verkoopprijzen zijn, zooals vrijwel in elke branche, door de concurrentie tot een zoodanig peil ingezakt, dat van winst geen sprake kan zijn. Gr oenten- en Vleeschconser- industrie. Voor de conservenindustrie heeft het jaar 1937 weinig verandering ge bracht. De groentenprijzen waren ongeveer gelijk aan 1936. Doordat het blik circa 3 pet. in prijs is gestegen, zijn de voorraden, iri het afgeloopen seizoen aangelegd, hooger in kostprijs dan in het vorige jaar. In de vleeschconservenindustrie is de toestand evenmin gunstig. De prijs die voor Vleesohwarenproducten moet worden gevraagd, ligt ongeveer 30 pet. hooger dan de prijzen waarvoor Denemar ken en Polen aanbieden. De toekomst voor deze bedrijven blijt somber. Tuinbouw. Voor de tuinders in de ge meente Alkemade, is het afgeloopen jaar zeer ongunstig geweest. De verwachting, dat de devaluatie van den gulden eenige ver betering zou brengen in de resultaten der tuinbouwbedrijven, is niet in vervulling gegaan. De export heeft zich niet in die mate ontwikkeld, als aanvankelijk werd aangenomen. De mislukking van den aard- beien-oogst, welke teelt de laatste jaren meer en meer één der hoofdbronnen van het bestaan vormde, heeft menigen tuinder aanzienlijke verliezen doen lijden. Het ge was van peulen, boon en eri augurken bleef ver beneden het middelmatige. Hoewel de prijzen op de veiling hooger waren dan in het voorgaande jaar, bleef de totale opbrengst lager. De financieele toe stand der tuinders is wederom bedroevend en velen zijn op overheidszorg aangewezen. De totale omzet op de veiling te Roelof- arendsveen bedroeg 359.055.48 tegen ƒ408.718.— in 1936; te Ter Aar ƒ408.000.— tegen 376.000.in het jaar 1936. Ofschoon de omzet van de Coöp. Groen ten-, Fruit- en Bloemenveilingsvereeniging „Leiden en Omstreken" in het afgeloopen jaar ruim ƒ33.000.meer bedroeg dan in het voorafgaande jaar, was het resultaat voor de leden, bij de veiling aangesloten, zeer slecht. Door het koude voorjaar wa ren aanvankelijk in het eerste kwartaal de invoeren niet groot, waardoor er vrijwel voor elk product dat ter veiling kwam, een goede prijs bedongen kon worden. Toen echter de aanvoer grooter werd, bleek het moeilijk een loonenden prijs te krijgen. Het is niet te verwonderen, dat er door de tuinders in het afgeloopen jaar met ver lies is gewerkt en dat men meer dan ooit aangewezen is op overheidssteun. Wanneer deze steun voor de telers van de koude gewassen niet spoedig wordt ver leend, gaat deze groep onherroepelijk te gronde. Kaashandel. Verwachtte men in het begin van het nieuwe seizoen 1937, toen de prijzen ongeveer gelijk waren aan die van 1936, in het algemeen lagere prijzen, zoo dra de graskaas aan de markt kwam bleek, dat deze verwachting niet juist was ge weest. De prijzen waren belangrijk hooger., De productie was in het begin van het seizoen ongeveer gelijk aan die van 1936. doch werd aanzienlijk verminderd door de gunstige ontwikkeling van de botermarkt en mede door het uitbreken van een heftige eruptie van mond- en klauwzeer. Uitgeversbedrijf. Evenals in de laatste jaren, had ook in 1937 het Uitge versbedrijf zijn zorgen. Het aantal arbeiders bleef vrijwel con tant. De omzet van Uitgeverij en Druk kerij is in 1937 ten opzichte van 1936 ge stegen. De financieele resultaten zijn in het algemeen genomen niet gunstig, daarvoor zijn de prijzen van het drukwerk door de zeer scherpe concurrentie van ongeorgani seerde bedrijven te laag. Toch moet gecon stateerd worden, dat 1937 voor het Uitge versbedrijf en voor Drukkerij een kleine opleving heeft gebracht. Middenstand. Voor den midden stand is het jaar 1937 zeer teleurstellend geweest. Te verwonderen is zulks niet, want in den aanvang van 1937 was men hoopvol gestemd. De ongunstige resultaten van de laatste jaren waren in niet geringe mate veroorzaakt door de gestadige vermindering van de waarde van den winkelvoorraad. Bijna ieder product was onderhevig aan een voortdurende prijsdaling. Toen nu in het najaar van 1936 en in het begin van 1937 de prijzen een stijgende tend enz ver toonden en de winkelier zulks bij zijn in- koopen bemerkte, verwachtte hij vanzelf sprekend van dezen ommekeer een gunstige reflex in het resultaat van zijn bedrijf. Helaas is zulks niet het geval geweest. Zeer spoedig bleek, dat de stijgende prij zen niet gepaard gingen met een verhoogde koopkracht. Daardoor liep de omzet, zooal niet in waarde, dan toch in beteekenis achteruit. Dat er in Leiden in deze kringen pro testen opgaan tegen de verhooging van de electriciteitstarieven, zal niemand verwon deren. Vreemdelingenverkeer. Het be zoek aan de Noordzee-badplaatsen Noord- wijk en Katwijk gaf dit jaar alleszins re den tot tevredenheid. De bezetting der hotels en pensions in het hoogseizoen is goed geweest. Het aan tal badgasten in Katwijk en Noordwijk bedroeg resp. 14.845 en 17.000. Bevrachtingscommissie. Tot en met eind November van 1937 werd in totaal bevracht 41240 ton tegen 33810 ton in dezelfde periode van 1936. Deze toename, die wijst op een grootere bedrijvigheid, is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de toe genomen verladingen van de beton-industrie in het district der Kamer, die in het afge loopen jaar iets beter met orders bezet was. Markt- en Havendienst. Het aan tal aangevoerde partijen kaas liep terug, zoomede was de aanvoer van boter gerin ger dan in 1936. Bruggelden en doorvaart A1- phensche brug. Zoowel de opbrengst van de bruggelden als het aantal doorvaar ten bij de Alphensche Brug nam in het af geloopen jaar belangrijk toe. Het aantal betalende vaartuigen bedroeg in 1936 23.254, welk aantal in het afgeloopen jaar steeg tot 26.917. Poster ij en en Telefonie. De op leving, welke zich in het afgeloopen jaar in meerdere bedrijven vertoonde, kwam eveneens tot uiting in het aantal verzonden en ontvangen poststukken. Zoo nam het aantal brieven in het interlocale verkeer, ontvangen aan het Postkantoor te Leiden, toe met 413.543 stuks, in het locale ver keer met 106.652, het aantal briefkaarten in het interlocale verkeer met 256.438 stuks. Deze totalen, verkregen door vermenigvul diging van de uitkomsten der tellingen over diverse tijdvakken, waren in de hierboven genoemde volgorde: 4.987.672, 452.634, 2.049.359. Het aantal locale telefoongesprek ken tot en met 18 November 1937 bedroeg te Leiden 3.894.797. Het aantal uitgaande interlocale telefoongesprekken tot en met 30 November 1937: 4.187.799. Aan het Postkantoor te Alphen aan den Rijn werden over het tijdvak 1 Januari tot 30 November 1937, 225.664 brieven, brief kaarten en drukwerken meer ontvangen dan in het vorige jaar. Het totaal ontvan gen aantal bedroeg van bovenstaande cate gorieën 1.995.264. Het aantal uitgaande in terlocale telefoongesprekken nam in deze periode toe met 23.760 en bedroeg in totaal 108.829. Ook het aantal locale telefoonge sprekken vermeerderde en bedroeg 194.959 tegen 181.491 in dezelfde periode in het vo rig jaar. Spoorwegvervoer. De ontvangsten voor reizigersvervoer aan de stations H.S.M. en S.S. bedroegen over de eerste elf maan den 1937 ƒ844.487.23 tegen ƒ799.618.36 over gemelde periode in 1936, zoodat een ver meerdering te constateeren valt van ca. 45.000. Aan vracht- en snelgoed werd in totaal evenwel minder dan in 1936 verzonden, ge lijk de hiernavolgende cijfers laten zien, n.n.: 6.822 ton in Januari tot en met No- vermber 1937, tegen 7.542 ton over dezelf de periode in 1936. H. T. M. Het aantal reizigers op het tra ject LeidenZijdeweg was in de eerste elf maanden van het afgeloopen jaar niet on beduidend grooter en steeg van 1.382.915 tot 1.478.293. De ontvangsten bedroegen 208.984.of ruim 12.000.meer dan in het vorige jaar. N. Z. H. T. M. Op de lijnen Schevenin- genDen HaagLeidenKatwijkNoord- wijk, inclusief de stadslijn LeidenOegst- geest, alsmede de lijn LeidenHaarlem, werden in de eerste elf maanden van het afgeloopen jaar vervoerd 9.759.178 perso nen, hetgeen een toename beteekent van 237.103 reizigers in vergelijking met het vorige jaar. De opbrengst per Dagkilometer op de lijn Sch evening en Den Haag Leiden Katwijk Noordwijk bedroeg 70.48 te gen 70.16 in het vorige jaar. Ook op de lijn LeidenHaarlem was de opbrengst per Dagkilometer dit jaar grooter dan in vorige jaren, n.l. in 1937: 26.10; in 1936: ƒ24.55. Over beide lijnen bedroegen de totale ontvangsten in het afgeloopen jaar 1.229.494.tegen 1.202.095 in het vorig jaar. Spr, besloot zijn rede met eenige gege vens over de belangrijkste onderwerpen, welke door de Kamer behandeld werden en over de huishoudelijke aangelegenheden der Kamer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9