De C. S. A. R. - af faire duikt
weer op
Beschuldigd van de bomaanslagen
te Parijs
Dc „genadestoot"
voor Tsjang
Kai Sj'ck
De strijd rondom
Teruel
BUITENLAND
Dictatuur ot niet
LUCHTVAART
DINSDAG 11 JANUARI 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Dader gearresteerd, hij bekent
VERKLARING VAN MINISTER VAN
BINNENLANDSCHE ZAKEN
Gisteravond heeft de minister van Bin-
nenlandsche Zaken tegenover vertegen
woordigers van de pers een verklaring af
gelegd over de zaak van de C.S.A.R., die
thans, naar hij zeide, een nieuwe phase
ingetreden is. De daders van den aanslag
bij de Place de l'Etoile zijn bekend; drie
van de vier zijn gearresteerd. Zij zijn lid
van een beruchte terroristische organisatie.
De minister bracht de toedracht in her
innering van den bedoelden aanslag, waar
bij twee ontploffingen ontstonden, een in
de Rue Presbourg in het gebouw van de
C.G.P.F., de organisatie van Fransche werk
gevers en de tweede in de Rue Boissière,
in den zetel van de groep der metaalindus
trieën in het Parijsche gebied; beide ge
bouwen werden gedeeltelijk vernield, er
vielen twee dooden. De aanslag, die nau
welijks vier maanden geleden gepleegd
werd, verwekte groote beroering in het
land. Nauwelijks bemantelde beschuldigin
gen werden uitgesproken tegen de arbei
ders, die de werkgevers zouden willen ter-
roriseeren.
Terstond heeft de minister instructies
gegeven betreffende het onderzoek; de mi
nister was er echter van overtuigd, dat de
arbeidersklasse niet in staat was tot indi-
vidueele daden van terrorisme ter verkrij
ging van haar doel. Het anarchisme is
trouwens steeds door de militante arbei
ders en socialisten verworpen.
Het onderzoek was uiterst moeilijk; de
overtuiging van den minister stond echter
vast, toen een wapendepot ontdekt werd in
de Rue Ribéra, waar men een bom vond,
die van een tijdmechaniek was voorzien.
Men moest zoeken in de richting van de
mannen van de C.S.A.R. De minister
pleegde overleg met de regeering en deel
de Chautemps zijn overwegingen mede.
Chautemps legde toen in de Kamer de ver
klaring af, die zooveel opzien baarde en
nieuwsgierigheid wekte.
„Wij hebben ons niet vergist, de man
nen, die paramilitaire organisaties voor een
burgeroorlog hadden opgericht, die wapen
depots gesticht hadden, waar o.a. mitrail
leurs werden bewaard en machinegewe
ren en munitie, waren ook de openbare
boosdoeners, die, om hun afschuwelijke
doeleinden te bereiken, niet aarzelden ge
bouwen in de lucht te laten vliegen en on
gelukkige en fatsoenlijke vertegenwoordi
gers der wet en der orde te dooden. Het
bewijs is thans in onze handen. Het is zoo
juist geleverd door een van de daders van
den aanslag zelf".
De minister kon niet mededeelen op
welke wijze deze zaak gerechtelijk zal wor
den behandeld. Wel zeide hij, dat de da
ders en degenen, die achter hen stonden,
geen ander doel hadden dan in Frankrijk
een burgeroorlog uit te lokken, die wel
licht een buitenlandschen oorlog ten ge
volge zou hebben gehad. „Zoo zijn de fei
ten, zoo is de waarheid. Tot dusverre heb
ik gezwegen, maar laat men niet meer ver
ontschuldigingen zoeken en niet meer
trachten deze wapens te rechtvaardigen,
die schijnbaar bestemd waren tot de be
scherming van goede burgers tegen een
z.g. communistischen putch. Een veront
schuldiging heeft geen waarde, is kinder
achtig. Bovendien heeft niemand 't recht
in de plaats van de wet te treden, die vol
doende is voor de bescherming van alle
burgers".
Aan deze mededeelingen voegde de mi
nister nog slechts toe, dat de misdadigers
geen helderen blik hebben gehad; de repu
bliek is krachtig. Zij is verankerd in het
hart der Franschen, die heden eensgezind
zouden zijn om haar te verdedigen op alle
gebieden.
Tenslotte bracht de minister dank aan de
politie, wie geen beleediging of laster ge
spaard is. Het succes heeft haar inspan
ning beloond; zij heeft het republikeinsche
recht verdedigd.
Dader van den aanslag gearresteerd
De Sureté Nationale heeft gisteravond
bekend gemaakt, dat een dader van den
aanslag bij de Place de l'Etoile gearresteerd
is te Clermont Ferrand, waar hij op het
oogenblik gehoord wordt door de mobiele
brigade. Het is een chemisch ingenieur, re
serve-officier, die werkt bij een groote ban
denfabriek. Zijn naam is Pierre Jules Lo-
cuty, oud 28 jaar. De man heeft erkend,
dat hij op instructie van de Csar het ge
deelte van het gebouw der C.P.F., de con
federatie van Fransche werkgevers, in de
Rue Presbourg, op 11 September j.l. heeft
in de lucht laten vliegen. Zijn medeplich
tige, die bekend staat onder den naam
Leon en die de springstof naar de Rue
Boissière bracht, waar de tweede ontplof
fing geschiedde, is er, zooals men weet, in
geslaagd met zijn vrouw naar het rechtsche
Spanje te vluchten. Zijn identiteit is even
eens vastgesteld: het is Jean Alfred Macon,
oud dertig jaar. concierge van het pand
Rue Ampère 64.
NIEUWE GETUIGENVERKLARINGEN
Tijdens de ondervraging van Eugène de
rOncle, een van de voornaamste beklaag
den in de Csar-afaire, door den rechter van
instructie, heeft deze verklaard, dat een
vooraanstaand medewerker van deze or
ganisatie, Maurice Thomas, alias Maurice
Bourlier, was. Deze is thans door den com
missaris van politie gehoord en deelde me
de lid te zijn van de vuurkruisen op het
oogenblik var a ontbinding van dezen
bond.
Hij hoorde toen spreken van een orga
nisatie, welke zich de bestrijding van het
communisme ten doel stelde. Na verschei
dene besprekingen werd Bourlier bij
iemand gebracht, waar hij den gebruikelij-
ken eed van de Csar aflegde. Deze eed
luidt: „Ik zweer trouw, toewijding en ab
solute geheimhouding aan de Csar". Tege
lijk met Bourlier moesten drie andere per
sonen den eed afleggen; twee weigerden
dit. De beide anderen werden gewaar
schuwd, dat schending van de geheimhou
ding den dood tengevolge zou hebben.
Toen Bourlier na het afleggen van ^den
eed nadere inlichtingen vroeg, bleek hem,
dat de Csar een werkelijke para-militaire
instelling was. De organisatie was uit cel
len opgebouwd; er bestonden twee soorten
cellen, de „lichte" cel, welke uit acht man
bestond, die gewapend waren met een lich
ten mitrailleur en de „zware" cel, welke
bestond uit twaalf of dertien man, gewa
pend met een zwaren mitrailleur. Drie cel
len vormden een „eenheid", drie „eenhe
den" een bataljon, drie bataljons, een re
giment en drie regimenten een brigade.
Tenslotte vormden twee brigades een di
visie. Aan het hoofd van elke afdeeling
stond een commandant, die herkenbaar
was aan het aantal strepen op zijn epau
letten.
Bourlier bekende verder, dat hij spe
ciaal belast was met de mobilisatie van de
auto's en dat hij tegenwoordig was bij de
vergaderingen van de brigade-commandan
ten in verscheidene arrondissementen van
Parijs en de voorsteden.
Besluit van de keizerlijke
conferentie
DE „WEERSPANNIGE" CHINEEZEN.
Vandaag is een keizerlijke conferentie in
het paleis te Tokio bijeengekomen onder
voorzitterschap van den Japanschen keizer.
Het schijnt, dat tijdens deze conferentie
gezegd is, dat Japan bereid is vrede voor
te stellen, doch dat, indien de Chineesche
regeering haar oppositie jegens Japan niet
zou opgeven, de oorlog zou worden voort
gezet tot de vernietiging van het bestuur
van Tsjang Kai-sjek.
De woordvoerder van het Japansche mi
nisterie van buitenlandsche zaken heeft te
verstaan gegeven, dat de beraadslaging in
hoofdzaak betrekking had op de houding,
welke de Japansche regeering zou aanne
men tegenover de weerspannige houding
der Chineesche regeering. De woordvoer
der voegde hier aan toe, dat Japan het te
genwoordige regiem in China, dat het ge
vaarlijk voor den vrede en het welzijn van
Oost-Azië acht, moet omver werpen.
Admiraal Soetsoegoe eischt oorlogs
verklaring.
Volgens de bladen zou admiraal Soet
soegoe na de door den Japanschen minister
van buitenlandsche zaken, Hirota, gegeven
uiteenzetting van den toestand, geëischt
hebben, dat China den oorlog zou worden
verklaard en de „genadestoot" zou wor
den gegeven aan de regeering van Sjang-
Kai-sjek door haar te verhinderen wapens
en mimi tie te ontvangen.
Toch verklaarde de minister voor de
spoorwegen, Nakajima, zich voorstander
van een politiek van gematigdheid en af
wachting.
Voorts wordt vernomen, dat de ministers
Tijdens de beraadslagingen, welke drie
uren hebben geduurd, verschillende maat
regelen ten aanzien van China zouden heb
ben bepleit, met name oorlogsverklaring,
intrekking der erkenning van de regeering
van Tsjang-Kai-sjek en de terugroeping
van den Japanschen ambassadeur te Sjang
hai.
Wordt Chineesche ambassadeur in Japan
teruggeroepen?
Uit betrouwbare bron wordt vernomen,
dat het personeel van de Chineesche am
bassade te Tokio aanstalten maakt om Ja
pan te verlaten. De leden van het personeel
hebben hun visa gevraagd.
Chineesche generaals afgezet.
Generaal Tang Tsjen Tsji, oud-bevelheb
ber van de Chineesche legermacht rond
Nanking, en twee andere generaals zijn van
hun functie ontheven, omdat zij de terug
tocht van Nanking slecht hebben georgani
seerd.
De strijd bij Tsining.
In de omgeving van Tsining wordt ver
woed gestreden. De troepen van Japan
dreigen den spoorweg ten Westen van
Soetsjau door te snijden en de Chineezen
doen tegenaanvallen. Het Tsining-station
is in de laatste 48 uur twee keer in andere
handen overgegaan en nog steeds wordt
om het bezit van het station gestreden.
Volgens latere officieele Chineesche be
richten zouden de Japansche strijdkrachten
die Tsining aanvielen, verslagen zijn, met
het gevolg, dat de Loenghai-spoorweg vrij
wel niet meer door de Japanneezen be
dreigd wordt.
SPANNING IN ENGELAND.
De bijeenroeping der keizerlijke confe
rentie in Tokio verhoogt nog de spanning,
waarmede de Engelsche pers de ontwikke
ling van de Japansche actie in China volgt.
Nog vandaag zal men ongetwijfeld weten,
of de vrees voor de officieele uitroeping
van den staat van oorlog, welke een indi
recte blokkade van de neutrale havens ten
gevolge kan hebben, gegrond is of niet.
Maar de boven de berichten geplaatste kop
pen als „De Britsche handel te Hongkong
in gevaar", en de geruchten als verspreid
door de „Daily Herald" ni., dat de Japan
neezen overwegen de geheele internationale
concessie te Sjanghai militair te bezetten,
indien de gemeenteraad hun eischen niet
inwilligt, toonen aan hoe men over den
toestand denkt. Nooit was het Verre Oos
ten Londen meer nabij. In een overzicht
van de krijgsverrichtingen der laatste zes
maanden, komt de „Times" tot de conclu
sie, dat Japan meer verloren dan gewonnen
heeft, en riskeert nog veel meer te ver
liezen. Zal Japan in staat zijn, zoo vraagt
het blad, zelfs indien zijn legers voortgaan
overwinningen te behalen, het geheele on
metelijke China te bezetten? Het verlies
van afzetgebieden gaat gepaard met het
leegloopen van de schatkist. Japan's betrek
kingen met de rest van de wereld kunnen
geen voordeel opleveren, zoolang zij in han
den zijn van „matadors in uniform", die
zonder een greintje politiek intellect lijden
onder een gevaarlijken vorm van hoog
moedswaanzin. Men moet daarom niet ver
baasd zijn, indien sommige leiders onder
den grootspraak van him woorden het ver
langen verraden een eind te maken aan een
toestand, waarvan de logische gevolgen een
ramp beteekenen, en op te houden met een
actie, welke het nageslacht een erfenis van
nationalistischen haat moet nalaten, een
haat, welke Azië zal verduisteren tot den
dag, waarop China zal zijn gewroken en
bevrijd.
DE ROODEN VALLEN AAN.
De officieele correspondent van het
rechtsche hoofdkwartier aan het front van
Teruel deelt o.m. mede: De slag wordt in
den geheelen sector voortgezet. In de stad
zijn nog rechtsche centra van weerstand,
die alle aanvallen der tegenstanders af
slaan. De rechtsche artillerie bombardeert
onophoudelijk de regeeringsstellingen.
Het officieele communiqué van het recht
sche hoofdkwartier meldt o.m.: Verschei
dene aanvallen der regeeringstroepen in de
nabijheid van het station van Teruel zijn
afgeslagen. De reohtschen ten Zuiden van
La Muela hebben eveneens den vijand te
ruggeslagen, die tusschen de rechtsche li
nies wilde doordringen.
Den geheelen dag hebben de regeerings
troepen gepoogd de stellingen, welke zij
tijdens het offensief van de rechtschen
verloren hebben, terug te winnen. Hun
voornaamste aanval was gericht op „La
Cota" ten Noorden van Teruel, vanwaar de
voornaamste verbindingswegen van de re
geeringstroepen worden beheerscht.
De generale staf van de troepen van
Franco schat, dat de vijand gisteren vijf
keer ten aanval is getrokken met meer dan
tienduizend man. De verliezen van de re
geeringstroepen moeten zeer groot zijn.
Ook ten zuiden van Teruel hebben de
regeeringstroepen tegenaanvallen gedaan
op de stellingen van de Muela van Te
ruel, evenwel zonder resultaat. Iedere op-
marsch van de regeeringstroepen werd ge
stuit door het spervuur van de artillerie
der rechtschen.
Bij Villastar werden minder grootsch op
gezette aanvallen gedaan, die eveneens
werden afgeslagen. De troepen van Franco
zijn overal meester van den toestand ge
bleven en de regeeringstroepen zijn er niet
in geslaagd het initiatief van de operaties
te nemen.
Aangezien de weersomstandigheden be
ter zijn geworden, is de luchtmacht van de
rechtschen weer in actie gekomen en heeft
zonder ophouden de verbindingen van de
regeeringstroepen naar het achterland be
stookt.
DE LLANO OVER TERUELS VAL.
Gisteravond heeft generaal Queipo de
Llano voor den zender van Sevilla het vol
gende medegedeeld: „De verdedigers van
Teruel hebben zich moeten overgeven, aan
gezien onze troepen hen niet tijdig ter hulp
konden snellen.. De geographisohe condi
ties waren zeer ongunstig, want, al waren
wij er wel in geslaagd, de hoogten, die de
stad domineeren, in te nemen, toch scheid
de ons nog de rivier, die in dezen tijd van
het jaar niet over te steken is, en al onze
krachtsinspanningen bleven tevergeefsch.
De koude en de sneeuw waren onze meest
geduchte vijanden.
Het kan niet ontkend worden, aldus ging
de generaal verder, dat de rooden een
klein succes hebben behaald, dank zij het
onwaardig verraad van den commandant
der troepen te Teruel, die onbekwaam en
laf is. Queipo de Llano deelde dan mede,
dat deze officier zich heeft overgegeven
zonder overleg met zijn superieuren te ple
gen.
Laarom luiden de rooden thans de klokken.
Er zijn allerlei lezingen over het gebeur
de. Sommige berichten zeggen, dat 2000
man zich hebben overgegeven; andere dat
het er 200 zijn en vele burgersa. Maar niet
wordt gezegd, dat de soldaten hebben ge
weigerd, onze gelederen te verlaten. Ra
dio Barcelona, aldus besloot de generaal,
zegt, dat het verzet bij Teruel is afgeloo-
pen, doch ik zeg, dat het wordt voortge
zet".
ITALIË
HET BEZOEK VAN HITLER.
Grootsche voorbereidingen.
Voor de feestelijke ontvangst van Adolf
Hitler ter gelegenheid van zijn tegenbezoek
aan de Italiaansche hoofdstad worden reeds
druk voorbereidingen getroffen. Zoo is men
begonnen met den bouw van een groot
station in plaats van het oude station Os-
tiense in het zuiden der stad. Het twintig
duizend vierkante meter groote stations
plein krijgt een nieuw aanzien, en er wordt
van hieruit een nieuwe veertig meter
breede straat als verbindingsweg met de Via
Triumphalis aangelegd. Volgens een be
richt in de „Giornale d'Italia" zal Hitier
tijdens zijn verblijf te Rome zijn intrek ne
men in het prachtige Pallazo Doria.
ROEMENIË
„HET IS MIJN REGEERING".
Verklaring van koning Carol.
De „Daily Herald" publiceert een onder
houd dat koning Carol van Roemenië zijn
specialen correspondent, Eastermann, heeft
toegestaan.
Op de vraag, of de Roemeensche regee
ring geen „koninklijke dictatuur in consti-
tutioneelen vorm" beteekende, antwoordde
de koning: „In Roemenië is de vorst de
eenige stabiele factor. Hij moet dus voor
handhaving van het evenwicht zorgen te
midden van de stroomingen der politieke
partijen. Dat is de éénige beteekenis, die
het woord dictatuur in dit geval kan heb
ben. De vorst en zijn kabinet handelen in
onderlinge overeenstemming: Dat is het be
ginsel van onze grondwet.
Ik weet niet of de verkiezingen ooit een
juist denkbeeld van de openbare meening
hebben gegeven. Het is de taak van den ko
ning te beoordeelen, wat eigenlijk de geest
van het volk is. Het kan niet ontkend wor
den dat die geest op het oogenblik in ons
land naar het nationalisme neigt. Het was
dus normaal, dat een partij, die deze strek
king vertegenwoordigde, aan het bewind
werd geroepen. Mijn keuze is slechts opge
legd door de behoeften van het volk. De
regeering is autoritair en ik meen, dat dit
noodig is. Het volk moet den indruk heb
ben, dat er orde in het land bestaat".
Na de verzekering te hebben gegeven,
dat de buitenlandsche politiek geen enkele
wijziging ondergaat door de binnenland-
sche veranderingen, behandelde de koning
de Joodsche kwestie: „Dat in Roemenië
een sterke antisemitische strooming be
staat, kan niet tegengesproken worden. Dat
is overigens niets nieuws. Maar een feit is,
dat de laatste jaren een soort invasie van
Rusische en Galicische Joden, die illegaal
binnenkwamen, heeft plaats gehad, 't Aan
tal dier immigré's nadert de 250.000 en zij
vormen een goed element in den lande. Ten
aanzien van de Joden, die vóór den we
reldoorlog zijn binnengekomen, zal geen
enkele bijzondere maatregel worden getrof
fen. Maar degenen, die daarna zijn geïmmi
greerd, kunnen slechts de rechten van
vluchtelingen hebben. Wij zullen nagaan,
wat te hunnen aanzien zal geschieden.
Maar de openbare meening maakt het niet
mogelijk, dat wij den indringers staatsrech
telijke bevoegdheden geven.
Als wij zekere maatregelen nemen, die
den Engelschen onlogisch en weinig in over
eenstemming met den geest der bescha
ving lijken, mag men niet vergeten, dat
wij zoo handelen om de Joden, die voor het
sluiten van den vrede binnenkwamen, te
redden.
In dit verband is het van belang op te
merken, dat de Joodsche indringers geen
beroep kunnen doen op de minderheden-
clausules, die slechts betrekking hebben op
de bewoners van de na den oorlog overge
dragen gebieden".
De liberalen en de nieuwe regeering.
Hèt bestuur van de liberale partij heeft
besloten, na een bestudeering van de alge-
meene politieke toestand, dat de liberalen
het kabinet-Goga geen moeilijkheden zul
len bereiden, maar dat zij beginselvaste be
wakers willen blijven van de openbare en
grondwettige vrijheden.
RUSLAND
OOK ZIJ WORDEN „GEZUIVERD".
Zelfs bisschoppen van spionnage en
terrorisme beschuldigd
Naar de Sovjet-pers bericht, zyn sedert
einde November een-en-twintig orthodoxe
bisschoppen gearresteerd. Zij worden be
schuldigd een netwerk van spionnage en
terrorisme te hebben gevormd in samen
werking met den fascistischen geheimen
dienst.
PALESTINA
DE TERREUR DUURT VOORT.
Een onbekende heeft in de oude stad van
Jeruzalem een Joodsch koopman ernstig
gewond, de dader wist te ontkomen.
In den afgeloopen nacht zijn de telefoon
lijnen tusschen Bethlehem en Hebron ver
nield. De politie volgde de sporen, welke
de boosdoeners hadden achtergelaten en
kwam bij een Bedoeienenkamp en in een
Arabisch dorp. Veertien personen werden
gearresteerd, een hoeveelheid buskruit is
in beslag genomen.
Bij een roofoverval op den weg bij He-
bron is de leider van een Britsche archeolo
gische expeditie, Starkey, vermoord.
AMERIKA
HET AMENDEMENT LUDLOW WORDT
NIET BESPROKEN.
Het Huis van Afgevaardigden heeft met
208 tegen 188 stemmen besloten het araen-
dement-Ludlow, strekkende tot het instel
len van een volksstemming voor het deel
nemen aan een oorlog door de Vereenigde
Staten, niet in behandeling te nemen.
Juist voordat de leden zich zouden uit
spreken over de motie, waarin werd voor
gesteld het amendement-Ludlow te behan
delen, werd een brief van president Roo
sevelt voorgelezen..
„Ik begrijp zeer wel" zoo schrijft de pre
sident, „dat de voorstanders van het amen
dement meenen, hiermede de Vereenigde
Staten buiten een oorlog te houden. Ik ben
evenwel overtuigd van het tegendeel. Een
dergelijke maatregel zou anderen doen ge-
looven, dat zij ongestraft de rechten van
de Vereenigde Staten kunnen schenden.
Buitenlandsche Berichten
HOE PRAATGRAGE DAMES GESTRAFT
WORDEN
Drie vrouwen bij Keulen aan den grond
vastgevroren.
Op een ijskouden morgen waren dezer
dagen drie vrouwen water gaan halen aan
de marktpomp in een dorpje bij Keulen.
Zij hadden wollen kousen aan en droegen
klompen. Bij het waterpompen geraakten
zij in zoo'n druk gesprek, dat water en
weer vergeten werd. Toen zij echter na
eenigen tijd besloten naar huis terug te
keeren, kwamen de vrouwen tot de ont
stellende ontdekking, dat zij zich niet ver
plaatsen konden. Haar klompen bleken aan
den grond vastgevroren te zijn, terwijl ook
de emmers stevig vastzaten. De praatgrage
dames zagen zich genoodzaakt op haar
kousen huiswaarts te keeren.
WAT IS ER MET DE „GARUJA"
GEBEURD?
Naar wordt medegedeeld, zal een Fran
sche torpedoboot de bemanning van de
„Garupja", die thans te Almeria vertoeft,
gaan afhalen.
In Marseille doen geruchten de ronde en
maakt men zich ongerust over het lot de
zer bemanning, temeer daar geen enkele
opvarende iets van zich heeft laten hooren
en alle telegrafische verzoeken om inlich
tingen zonder antwoord zijn gebleven, ter
wijl telefonisch geen verbinding kan wor
den verkregen. In sommige Marseillaansche
kringen neemt men de veronderstelling
ernstig op, volgens welke het schip ge
strand zou zijn tengevolge van ernstige
gebeurtenissen aan boord.
De „Marseille Matin" wijdt in zijn edi
tie van Dinsdagmorgen een artikel aan het
vergaan van de „Garuja", waarin melding
gemaakt wordt van de volgende veronder
stellingen: 1. Het schip is uit den koers ge
raakt en gestrand. 2. Het is aangevallen
of gepraaid om naar een Spaansche haven
gebracht te worden. 3. Een communistische
cel zou een opstand aan boord hebben ver
wekt, teneinde het schip aan de Spaansche
anarchisten en communisten uit te leveren.
Het blad acht de eerste veronderstelling
zeer onwaarschijnlijk, en weigert, tot na
dere inlichtingen ontvangen zijn, aan de
derde te gelooven.
NAKLANK VAN HET LINDBERGH-
DRAMA
De 25.000 dollar verdeeld
De 25.000 dollar groote belooning, die
de staat New-Jersey had uitgeloofd voor
de opsporing van den ontvoerder van de
baby van Lindbergh, is vandaag door den
gouverneur onder een honderdtal men-
schen verdeeld.
Het grootste gedeelte, namelijk 7500
dollar, werd ter hand gesteld aan Walter
Lyle, den vroegeren eigenaar van het ben-
zine-tankstation te New-York, die het
bankbiljet identificeerde, hetwelk tot de
arrestatie van Hauptmann leidde. De ne
ger William Allen, de vrachtwagenchauf
feur, die t' lijk van de baby ontdekte, ont
ving 5000 dollar.
ARGENTÏJNSCH MILITAIR VLIEGTUIG
VERONGELUKT.
ZEVEN DOODEN.
Vernomen wordt, dat zeven inzittenden
van een Argentijnsch militair vliegtuig,
dat bij Comensoro is verongelukt, om het
leven zijn gekomen.
Onder de omgekomenen bevindt zich ook
een zoon van den Argentijnschen president.
NEGEN DOODEN BIJ VLIEG.
ONGELUK.
VERKEERSVLIEGTUIG IN MONTANA
IN BRAND GEVLOGEN.
Bij Bozenam in den Amerikaanschen
staat Montana is een vliegtuig van de
Northwestern Airlines in een onherberg
zaam gedeelte van de Bridgerbergen neer
gestort en in brand gevlogen. Twee oog
getuigen verklaarden dat de hitte zoo
groot was, dat het onmogelijk was het toe
stel te naderen. Men kon de inzittenden
dus niet redden.
Aan boord van het verongelukte vlieg
tuig bevonden zich elf menschen, nl. zes
passagiers en een bemanning van vijf kop
pen. Een reddingsbrigade uitgerust met
sneeuwschoenen en ski's begeeft zich
ijlings naar de plaats van het ongeluk,