De C. S. A. R. - af faire duikt weer op Beschuldigd van de bomaanslagen te Parijs Dc „genadestoot" voor Tsjang Kai Sj'ck De strijd rondom Teruel BUITENLAND Dictatuur ot niet LUCHTVAART DINSDAG 11 JANUARI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Dader gearresteerd, hij bekent VERKLARING VAN MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN Gisteravond heeft de minister van Bin- nenlandsche Zaken tegenover vertegen woordigers van de pers een verklaring af gelegd over de zaak van de C.S.A.R., die thans, naar hij zeide, een nieuwe phase ingetreden is. De daders van den aanslag bij de Place de l'Etoile zijn bekend; drie van de vier zijn gearresteerd. Zij zijn lid van een beruchte terroristische organisatie. De minister bracht de toedracht in her innering van den bedoelden aanslag, waar bij twee ontploffingen ontstonden, een in de Rue Presbourg in het gebouw van de C.G.P.F., de organisatie van Fransche werk gevers en de tweede in de Rue Boissière, in den zetel van de groep der metaalindus trieën in het Parijsche gebied; beide ge bouwen werden gedeeltelijk vernield, er vielen twee dooden. De aanslag, die nau welijks vier maanden geleden gepleegd werd, verwekte groote beroering in het land. Nauwelijks bemantelde beschuldigin gen werden uitgesproken tegen de arbei ders, die de werkgevers zouden willen ter- roriseeren. Terstond heeft de minister instructies gegeven betreffende het onderzoek; de mi nister was er echter van overtuigd, dat de arbeidersklasse niet in staat was tot indi- vidueele daden van terrorisme ter verkrij ging van haar doel. Het anarchisme is trouwens steeds door de militante arbei ders en socialisten verworpen. Het onderzoek was uiterst moeilijk; de overtuiging van den minister stond echter vast, toen een wapendepot ontdekt werd in de Rue Ribéra, waar men een bom vond, die van een tijdmechaniek was voorzien. Men moest zoeken in de richting van de mannen van de C.S.A.R. De minister pleegde overleg met de regeering en deel de Chautemps zijn overwegingen mede. Chautemps legde toen in de Kamer de ver klaring af, die zooveel opzien baarde en nieuwsgierigheid wekte. „Wij hebben ons niet vergist, de man nen, die paramilitaire organisaties voor een burgeroorlog hadden opgericht, die wapen depots gesticht hadden, waar o.a. mitrail leurs werden bewaard en machinegewe ren en munitie, waren ook de openbare boosdoeners, die, om hun afschuwelijke doeleinden te bereiken, niet aarzelden ge bouwen in de lucht te laten vliegen en on gelukkige en fatsoenlijke vertegenwoordi gers der wet en der orde te dooden. Het bewijs is thans in onze handen. Het is zoo juist geleverd door een van de daders van den aanslag zelf". De minister kon niet mededeelen op welke wijze deze zaak gerechtelijk zal wor den behandeld. Wel zeide hij, dat de da ders en degenen, die achter hen stonden, geen ander doel hadden dan in Frankrijk een burgeroorlog uit te lokken, die wel licht een buitenlandschen oorlog ten ge volge zou hebben gehad. „Zoo zijn de fei ten, zoo is de waarheid. Tot dusverre heb ik gezwegen, maar laat men niet meer ver ontschuldigingen zoeken en niet meer trachten deze wapens te rechtvaardigen, die schijnbaar bestemd waren tot de be scherming van goede burgers tegen een z.g. communistischen putch. Een veront schuldiging heeft geen waarde, is kinder achtig. Bovendien heeft niemand 't recht in de plaats van de wet te treden, die vol doende is voor de bescherming van alle burgers". Aan deze mededeelingen voegde de mi nister nog slechts toe, dat de misdadigers geen helderen blik hebben gehad; de repu bliek is krachtig. Zij is verankerd in het hart der Franschen, die heden eensgezind zouden zijn om haar te verdedigen op alle gebieden. Tenslotte bracht de minister dank aan de politie, wie geen beleediging of laster ge spaard is. Het succes heeft haar inspan ning beloond; zij heeft het republikeinsche recht verdedigd. Dader van den aanslag gearresteerd De Sureté Nationale heeft gisteravond bekend gemaakt, dat een dader van den aanslag bij de Place de l'Etoile gearresteerd is te Clermont Ferrand, waar hij op het oogenblik gehoord wordt door de mobiele brigade. Het is een chemisch ingenieur, re serve-officier, die werkt bij een groote ban denfabriek. Zijn naam is Pierre Jules Lo- cuty, oud 28 jaar. De man heeft erkend, dat hij op instructie van de Csar het ge deelte van het gebouw der C.P.F., de con federatie van Fransche werkgevers, in de Rue Presbourg, op 11 September j.l. heeft in de lucht laten vliegen. Zijn medeplich tige, die bekend staat onder den naam Leon en die de springstof naar de Rue Boissière bracht, waar de tweede ontplof fing geschiedde, is er, zooals men weet, in geslaagd met zijn vrouw naar het rechtsche Spanje te vluchten. Zijn identiteit is even eens vastgesteld: het is Jean Alfred Macon, oud dertig jaar. concierge van het pand Rue Ampère 64. NIEUWE GETUIGENVERKLARINGEN Tijdens de ondervraging van Eugène de rOncle, een van de voornaamste beklaag den in de Csar-afaire, door den rechter van instructie, heeft deze verklaard, dat een vooraanstaand medewerker van deze or ganisatie, Maurice Thomas, alias Maurice Bourlier, was. Deze is thans door den com missaris van politie gehoord en deelde me de lid te zijn van de vuurkruisen op het oogenblik var a ontbinding van dezen bond. Hij hoorde toen spreken van een orga nisatie, welke zich de bestrijding van het communisme ten doel stelde. Na verschei dene besprekingen werd Bourlier bij iemand gebracht, waar hij den gebruikelij- ken eed van de Csar aflegde. Deze eed luidt: „Ik zweer trouw, toewijding en ab solute geheimhouding aan de Csar". Tege lijk met Bourlier moesten drie andere per sonen den eed afleggen; twee weigerden dit. De beide anderen werden gewaar schuwd, dat schending van de geheimhou ding den dood tengevolge zou hebben. Toen Bourlier na het afleggen van ^den eed nadere inlichtingen vroeg, bleek hem, dat de Csar een werkelijke para-militaire instelling was. De organisatie was uit cel len opgebouwd; er bestonden twee soorten cellen, de „lichte" cel, welke uit acht man bestond, die gewapend waren met een lich ten mitrailleur en de „zware" cel, welke bestond uit twaalf of dertien man, gewa pend met een zwaren mitrailleur. Drie cel len vormden een „eenheid", drie „eenhe den" een bataljon, drie bataljons, een re giment en drie regimenten een brigade. Tenslotte vormden twee brigades een di visie. Aan het hoofd van elke afdeeling stond een commandant, die herkenbaar was aan het aantal strepen op zijn epau letten. Bourlier bekende verder, dat hij spe ciaal belast was met de mobilisatie van de auto's en dat hij tegenwoordig was bij de vergaderingen van de brigade-commandan ten in verscheidene arrondissementen van Parijs en de voorsteden. Besluit van de keizerlijke conferentie DE „WEERSPANNIGE" CHINEEZEN. Vandaag is een keizerlijke conferentie in het paleis te Tokio bijeengekomen onder voorzitterschap van den Japanschen keizer. Het schijnt, dat tijdens deze conferentie gezegd is, dat Japan bereid is vrede voor te stellen, doch dat, indien de Chineesche regeering haar oppositie jegens Japan niet zou opgeven, de oorlog zou worden voort gezet tot de vernietiging van het bestuur van Tsjang Kai-sjek. De woordvoerder van het Japansche mi nisterie van buitenlandsche zaken heeft te verstaan gegeven, dat de beraadslaging in hoofdzaak betrekking had op de houding, welke de Japansche regeering zou aanne men tegenover de weerspannige houding der Chineesche regeering. De woordvoer der voegde hier aan toe, dat Japan het te genwoordige regiem in China, dat het ge vaarlijk voor den vrede en het welzijn van Oost-Azië acht, moet omver werpen. Admiraal Soetsoegoe eischt oorlogs verklaring. Volgens de bladen zou admiraal Soet soegoe na de door den Japanschen minister van buitenlandsche zaken, Hirota, gegeven uiteenzetting van den toestand, geëischt hebben, dat China den oorlog zou worden verklaard en de „genadestoot" zou wor den gegeven aan de regeering van Sjang- Kai-sjek door haar te verhinderen wapens en mimi tie te ontvangen. Toch verklaarde de minister voor de spoorwegen, Nakajima, zich voorstander van een politiek van gematigdheid en af wachting. Voorts wordt vernomen, dat de ministers Tijdens de beraadslagingen, welke drie uren hebben geduurd, verschillende maat regelen ten aanzien van China zouden heb ben bepleit, met name oorlogsverklaring, intrekking der erkenning van de regeering van Tsjang-Kai-sjek en de terugroeping van den Japanschen ambassadeur te Sjang hai. Wordt Chineesche ambassadeur in Japan teruggeroepen? Uit betrouwbare bron wordt vernomen, dat het personeel van de Chineesche am bassade te Tokio aanstalten maakt om Ja pan te verlaten. De leden van het personeel hebben hun visa gevraagd. Chineesche generaals afgezet. Generaal Tang Tsjen Tsji, oud-bevelheb ber van de Chineesche legermacht rond Nanking, en twee andere generaals zijn van hun functie ontheven, omdat zij de terug tocht van Nanking slecht hebben georgani seerd. De strijd bij Tsining. In de omgeving van Tsining wordt ver woed gestreden. De troepen van Japan dreigen den spoorweg ten Westen van Soetsjau door te snijden en de Chineezen doen tegenaanvallen. Het Tsining-station is in de laatste 48 uur twee keer in andere handen overgegaan en nog steeds wordt om het bezit van het station gestreden. Volgens latere officieele Chineesche be richten zouden de Japansche strijdkrachten die Tsining aanvielen, verslagen zijn, met het gevolg, dat de Loenghai-spoorweg vrij wel niet meer door de Japanneezen be dreigd wordt. SPANNING IN ENGELAND. De bijeenroeping der keizerlijke confe rentie in Tokio verhoogt nog de spanning, waarmede de Engelsche pers de ontwikke ling van de Japansche actie in China volgt. Nog vandaag zal men ongetwijfeld weten, of de vrees voor de officieele uitroeping van den staat van oorlog, welke een indi recte blokkade van de neutrale havens ten gevolge kan hebben, gegrond is of niet. Maar de boven de berichten geplaatste kop pen als „De Britsche handel te Hongkong in gevaar", en de geruchten als verspreid door de „Daily Herald" ni., dat de Japan neezen overwegen de geheele internationale concessie te Sjanghai militair te bezetten, indien de gemeenteraad hun eischen niet inwilligt, toonen aan hoe men over den toestand denkt. Nooit was het Verre Oos ten Londen meer nabij. In een overzicht van de krijgsverrichtingen der laatste zes maanden, komt de „Times" tot de conclu sie, dat Japan meer verloren dan gewonnen heeft, en riskeert nog veel meer te ver liezen. Zal Japan in staat zijn, zoo vraagt het blad, zelfs indien zijn legers voortgaan overwinningen te behalen, het geheele on metelijke China te bezetten? Het verlies van afzetgebieden gaat gepaard met het leegloopen van de schatkist. Japan's betrek kingen met de rest van de wereld kunnen geen voordeel opleveren, zoolang zij in han den zijn van „matadors in uniform", die zonder een greintje politiek intellect lijden onder een gevaarlijken vorm van hoog moedswaanzin. Men moet daarom niet ver baasd zijn, indien sommige leiders onder den grootspraak van him woorden het ver langen verraden een eind te maken aan een toestand, waarvan de logische gevolgen een ramp beteekenen, en op te houden met een actie, welke het nageslacht een erfenis van nationalistischen haat moet nalaten, een haat, welke Azië zal verduisteren tot den dag, waarop China zal zijn gewroken en bevrijd. DE ROODEN VALLEN AAN. De officieele correspondent van het rechtsche hoofdkwartier aan het front van Teruel deelt o.m. mede: De slag wordt in den geheelen sector voortgezet. In de stad zijn nog rechtsche centra van weerstand, die alle aanvallen der tegenstanders af slaan. De rechtsche artillerie bombardeert onophoudelijk de regeeringsstellingen. Het officieele communiqué van het recht sche hoofdkwartier meldt o.m.: Verschei dene aanvallen der regeeringstroepen in de nabijheid van het station van Teruel zijn afgeslagen. De reohtschen ten Zuiden van La Muela hebben eveneens den vijand te ruggeslagen, die tusschen de rechtsche li nies wilde doordringen. Den geheelen dag hebben de regeerings troepen gepoogd de stellingen, welke zij tijdens het offensief van de rechtschen verloren hebben, terug te winnen. Hun voornaamste aanval was gericht op „La Cota" ten Noorden van Teruel, vanwaar de voornaamste verbindingswegen van de re geeringstroepen worden beheerscht. De generale staf van de troepen van Franco schat, dat de vijand gisteren vijf keer ten aanval is getrokken met meer dan tienduizend man. De verliezen van de re geeringstroepen moeten zeer groot zijn. Ook ten zuiden van Teruel hebben de regeeringstroepen tegenaanvallen gedaan op de stellingen van de Muela van Te ruel, evenwel zonder resultaat. Iedere op- marsch van de regeeringstroepen werd ge stuit door het spervuur van de artillerie der rechtschen. Bij Villastar werden minder grootsch op gezette aanvallen gedaan, die eveneens werden afgeslagen. De troepen van Franco zijn overal meester van den toestand ge bleven en de regeeringstroepen zijn er niet in geslaagd het initiatief van de operaties te nemen. Aangezien de weersomstandigheden be ter zijn geworden, is de luchtmacht van de rechtschen weer in actie gekomen en heeft zonder ophouden de verbindingen van de regeeringstroepen naar het achterland be stookt. DE LLANO OVER TERUELS VAL. Gisteravond heeft generaal Queipo de Llano voor den zender van Sevilla het vol gende medegedeeld: „De verdedigers van Teruel hebben zich moeten overgeven, aan gezien onze troepen hen niet tijdig ter hulp konden snellen.. De geographisohe condi ties waren zeer ongunstig, want, al waren wij er wel in geslaagd, de hoogten, die de stad domineeren, in te nemen, toch scheid de ons nog de rivier, die in dezen tijd van het jaar niet over te steken is, en al onze krachtsinspanningen bleven tevergeefsch. De koude en de sneeuw waren onze meest geduchte vijanden. Het kan niet ontkend worden, aldus ging de generaal verder, dat de rooden een klein succes hebben behaald, dank zij het onwaardig verraad van den commandant der troepen te Teruel, die onbekwaam en laf is. Queipo de Llano deelde dan mede, dat deze officier zich heeft overgegeven zonder overleg met zijn superieuren te ple gen. Laarom luiden de rooden thans de klokken. Er zijn allerlei lezingen over het gebeur de. Sommige berichten zeggen, dat 2000 man zich hebben overgegeven; andere dat het er 200 zijn en vele burgersa. Maar niet wordt gezegd, dat de soldaten hebben ge weigerd, onze gelederen te verlaten. Ra dio Barcelona, aldus besloot de generaal, zegt, dat het verzet bij Teruel is afgeloo- pen, doch ik zeg, dat het wordt voortge zet". ITALIË HET BEZOEK VAN HITLER. Grootsche voorbereidingen. Voor de feestelijke ontvangst van Adolf Hitler ter gelegenheid van zijn tegenbezoek aan de Italiaansche hoofdstad worden reeds druk voorbereidingen getroffen. Zoo is men begonnen met den bouw van een groot station in plaats van het oude station Os- tiense in het zuiden der stad. Het twintig duizend vierkante meter groote stations plein krijgt een nieuw aanzien, en er wordt van hieruit een nieuwe veertig meter breede straat als verbindingsweg met de Via Triumphalis aangelegd. Volgens een be richt in de „Giornale d'Italia" zal Hitier tijdens zijn verblijf te Rome zijn intrek ne men in het prachtige Pallazo Doria. ROEMENIË „HET IS MIJN REGEERING". Verklaring van koning Carol. De „Daily Herald" publiceert een onder houd dat koning Carol van Roemenië zijn specialen correspondent, Eastermann, heeft toegestaan. Op de vraag, of de Roemeensche regee ring geen „koninklijke dictatuur in consti- tutioneelen vorm" beteekende, antwoordde de koning: „In Roemenië is de vorst de eenige stabiele factor. Hij moet dus voor handhaving van het evenwicht zorgen te midden van de stroomingen der politieke partijen. Dat is de éénige beteekenis, die het woord dictatuur in dit geval kan heb ben. De vorst en zijn kabinet handelen in onderlinge overeenstemming: Dat is het be ginsel van onze grondwet. Ik weet niet of de verkiezingen ooit een juist denkbeeld van de openbare meening hebben gegeven. Het is de taak van den ko ning te beoordeelen, wat eigenlijk de geest van het volk is. Het kan niet ontkend wor den dat die geest op het oogenblik in ons land naar het nationalisme neigt. Het was dus normaal, dat een partij, die deze strek king vertegenwoordigde, aan het bewind werd geroepen. Mijn keuze is slechts opge legd door de behoeften van het volk. De regeering is autoritair en ik meen, dat dit noodig is. Het volk moet den indruk heb ben, dat er orde in het land bestaat". Na de verzekering te hebben gegeven, dat de buitenlandsche politiek geen enkele wijziging ondergaat door de binnenland- sche veranderingen, behandelde de koning de Joodsche kwestie: „Dat in Roemenië een sterke antisemitische strooming be staat, kan niet tegengesproken worden. Dat is overigens niets nieuws. Maar een feit is, dat de laatste jaren een soort invasie van Rusische en Galicische Joden, die illegaal binnenkwamen, heeft plaats gehad, 't Aan tal dier immigré's nadert de 250.000 en zij vormen een goed element in den lande. Ten aanzien van de Joden, die vóór den we reldoorlog zijn binnengekomen, zal geen enkele bijzondere maatregel worden getrof fen. Maar degenen, die daarna zijn geïmmi greerd, kunnen slechts de rechten van vluchtelingen hebben. Wij zullen nagaan, wat te hunnen aanzien zal geschieden. Maar de openbare meening maakt het niet mogelijk, dat wij den indringers staatsrech telijke bevoegdheden geven. Als wij zekere maatregelen nemen, die den Engelschen onlogisch en weinig in over eenstemming met den geest der bescha ving lijken, mag men niet vergeten, dat wij zoo handelen om de Joden, die voor het sluiten van den vrede binnenkwamen, te redden. In dit verband is het van belang op te merken, dat de Joodsche indringers geen beroep kunnen doen op de minderheden- clausules, die slechts betrekking hebben op de bewoners van de na den oorlog overge dragen gebieden". De liberalen en de nieuwe regeering. Hèt bestuur van de liberale partij heeft besloten, na een bestudeering van de alge- meene politieke toestand, dat de liberalen het kabinet-Goga geen moeilijkheden zul len bereiden, maar dat zij beginselvaste be wakers willen blijven van de openbare en grondwettige vrijheden. RUSLAND OOK ZIJ WORDEN „GEZUIVERD". Zelfs bisschoppen van spionnage en terrorisme beschuldigd Naar de Sovjet-pers bericht, zyn sedert einde November een-en-twintig orthodoxe bisschoppen gearresteerd. Zij worden be schuldigd een netwerk van spionnage en terrorisme te hebben gevormd in samen werking met den fascistischen geheimen dienst. PALESTINA DE TERREUR DUURT VOORT. Een onbekende heeft in de oude stad van Jeruzalem een Joodsch koopman ernstig gewond, de dader wist te ontkomen. In den afgeloopen nacht zijn de telefoon lijnen tusschen Bethlehem en Hebron ver nield. De politie volgde de sporen, welke de boosdoeners hadden achtergelaten en kwam bij een Bedoeienenkamp en in een Arabisch dorp. Veertien personen werden gearresteerd, een hoeveelheid buskruit is in beslag genomen. Bij een roofoverval op den weg bij He- bron is de leider van een Britsche archeolo gische expeditie, Starkey, vermoord. AMERIKA HET AMENDEMENT LUDLOW WORDT NIET BESPROKEN. Het Huis van Afgevaardigden heeft met 208 tegen 188 stemmen besloten het araen- dement-Ludlow, strekkende tot het instel len van een volksstemming voor het deel nemen aan een oorlog door de Vereenigde Staten, niet in behandeling te nemen. Juist voordat de leden zich zouden uit spreken over de motie, waarin werd voor gesteld het amendement-Ludlow te behan delen, werd een brief van president Roo sevelt voorgelezen.. „Ik begrijp zeer wel" zoo schrijft de pre sident, „dat de voorstanders van het amen dement meenen, hiermede de Vereenigde Staten buiten een oorlog te houden. Ik ben evenwel overtuigd van het tegendeel. Een dergelijke maatregel zou anderen doen ge- looven, dat zij ongestraft de rechten van de Vereenigde Staten kunnen schenden. Buitenlandsche Berichten HOE PRAATGRAGE DAMES GESTRAFT WORDEN Drie vrouwen bij Keulen aan den grond vastgevroren. Op een ijskouden morgen waren dezer dagen drie vrouwen water gaan halen aan de marktpomp in een dorpje bij Keulen. Zij hadden wollen kousen aan en droegen klompen. Bij het waterpompen geraakten zij in zoo'n druk gesprek, dat water en weer vergeten werd. Toen zij echter na eenigen tijd besloten naar huis terug te keeren, kwamen de vrouwen tot de ont stellende ontdekking, dat zij zich niet ver plaatsen konden. Haar klompen bleken aan den grond vastgevroren te zijn, terwijl ook de emmers stevig vastzaten. De praatgrage dames zagen zich genoodzaakt op haar kousen huiswaarts te keeren. WAT IS ER MET DE „GARUJA" GEBEURD? Naar wordt medegedeeld, zal een Fran sche torpedoboot de bemanning van de „Garupja", die thans te Almeria vertoeft, gaan afhalen. In Marseille doen geruchten de ronde en maakt men zich ongerust over het lot de zer bemanning, temeer daar geen enkele opvarende iets van zich heeft laten hooren en alle telegrafische verzoeken om inlich tingen zonder antwoord zijn gebleven, ter wijl telefonisch geen verbinding kan wor den verkregen. In sommige Marseillaansche kringen neemt men de veronderstelling ernstig op, volgens welke het schip ge strand zou zijn tengevolge van ernstige gebeurtenissen aan boord. De „Marseille Matin" wijdt in zijn edi tie van Dinsdagmorgen een artikel aan het vergaan van de „Garuja", waarin melding gemaakt wordt van de volgende veronder stellingen: 1. Het schip is uit den koers ge raakt en gestrand. 2. Het is aangevallen of gepraaid om naar een Spaansche haven gebracht te worden. 3. Een communistische cel zou een opstand aan boord hebben ver wekt, teneinde het schip aan de Spaansche anarchisten en communisten uit te leveren. Het blad acht de eerste veronderstelling zeer onwaarschijnlijk, en weigert, tot na dere inlichtingen ontvangen zijn, aan de derde te gelooven. NAKLANK VAN HET LINDBERGH- DRAMA De 25.000 dollar verdeeld De 25.000 dollar groote belooning, die de staat New-Jersey had uitgeloofd voor de opsporing van den ontvoerder van de baby van Lindbergh, is vandaag door den gouverneur onder een honderdtal men- schen verdeeld. Het grootste gedeelte, namelijk 7500 dollar, werd ter hand gesteld aan Walter Lyle, den vroegeren eigenaar van het ben- zine-tankstation te New-York, die het bankbiljet identificeerde, hetwelk tot de arrestatie van Hauptmann leidde. De ne ger William Allen, de vrachtwagenchauf feur, die t' lijk van de baby ontdekte, ont ving 5000 dollar. ARGENTÏJNSCH MILITAIR VLIEGTUIG VERONGELUKT. ZEVEN DOODEN. Vernomen wordt, dat zeven inzittenden van een Argentijnsch militair vliegtuig, dat bij Comensoro is verongelukt, om het leven zijn gekomen. Onder de omgekomenen bevindt zich ook een zoon van den Argentijnschen president. NEGEN DOODEN BIJ VLIEG. ONGELUK. VERKEERSVLIEGTUIG IN MONTANA IN BRAND GEVLOGEN. Bij Bozenam in den Amerikaanschen staat Montana is een vliegtuig van de Northwestern Airlines in een onherberg zaam gedeelte van de Bridgerbergen neer gestort en in brand gevlogen. Twee oog getuigen verklaarden dat de hitte zoo groot was, dat het onmogelijk was het toe stel te naderen. Men kon de inzittenden dus niet redden. Aan boord van het verongelukte vlieg tuig bevonden zich elf menschen, nl. zes passagiers en een bemanning van vijf kop pen. Een reddingsbrigade uitgerust met sneeuwschoenen en ski's begeeft zich ijlings naar de plaats van het ongeluk,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 6