STERREWACHT TE EINDHOVEN Het stoffelijk overschot der Engelsche en Ame-ikaansche journalisten, die tijdens het bombardement van Teruel om het leven kwamen, bij aankomst te Parijs De chemici der Weensche politie tijdens het onderzoek van de opium, waarvan dezer dagen een smokkelarij op groote schaal in de Oosten* rijksche hoofdstad ontdekt werd Nederland heett zijn Prins terug. Z K H. Prins Bernhard begat zich Donder- dag in gezelschap van zijn broer Prins Aschwin naar de garage bij paleis Soestdijk, om er de verbouwing m oogenschouw te nemen De Prins tijdens deze ee*s*e wandelmo na ziin aelukkige thuiskomst Op de Londensche fruitmarkt woedde deze week een hevige brand, welke door de brandweer der Engelsche hoofdstad met groot materiaal bestreden moest worden De 4 meter lange telescoop in de nieuwe Sterrewacht. welke door minister prof dr. J. R Slotemaker de Bruïne in het Stads* wandelpark te Eindhoven geopend wordt, heeft een diameter van 50 c M De verbouwing van den Baarnschen vleugel van Paleis Soestdijk tot Prinselijk kwartier is thans zoover gevordeid. dat deze in gebruik kon worden genomen. Hier zijn de kamers gelegen van H K H Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard benevens de kinderslaapkamer en speelkamer FEUILLETON Valsch spel Waar het Engelsch van ANNIE S. SWAN. 12) Zij legde haar mantel op een stoel, zette haar hoed af en streek over haar krullend haar, blijkbaar ongevoelig voor de koude, critische blikken, die Mrs. Safford op haar wierp. Toen de thee binnengebracht was, haast te Jessie zich de kopjes gereed te zetten, terwijl zij zich verwonderd afvroeg, welke reden Mrs. Safford hierheen gebracht kon hebben. Zij had er een voorgevoel van, dat er een bijzondere reden voor bestond en dat het geen eenvoudige beleefdheids visite was. Ik ben met een bepaald doel gekomen, Miss Hamlyn, zei Mrs. Safford op min- zamen toon, en ik hoop, dat ik u op mijn hand zal krijgen. Waarvoor dan? vroeg Jessie kortaf. Wij zouden graag hebben, dat u en uw moeder voor enkele dagen naar Har- dacres kwamen. O .maar ik denk niet, dat dat gaan zal. Wij gaan op reis. Maar uw moeder vertelde mij, dat er er geen haast bij is. Hebt u geen medelij den met onze eenzaamheid en zult u niet een paar dagen bij ons komen? Trao^* uw moeder over te halen, alstublieft Wat kan dat beteekenen? zei Jessie in zichzelf, terwijl zij een kopje thee in schonk. Zy keek haar moeder vragend aan, maar las in de oogen van Mrs. Ham lyn geen antwoord. Wat zegt u er van moedertje? Hebt u zin om naar Hardacres te gaan? Het is allervriendelijkst van Mrs. Safford ons uit te noodigen. Het is een beetje onverwacht, dat is alles, antwoord de Mrs. Hamlyn. Ik verzocht haar reeds óns een paar dagen tijd te laten om er over na te denken. Op dat oogenblik klonk de huisbel en Mrs. Safford keek een weinig verschrikt. Dat zal Hugo zijn. Hij moest even in de buurt zijn en als hij niet te lang werd opgehouden, zou hij mij hier komen af halen. Ik hoop dat u het niet kwalijk zult nemen, dat wij die afspraak maakten. Het was inderdaad Hugo. Even later stond hij in de kamer. Hij zag er knap uit in zijn dikke, zware overjas en had een frissche kleur, die van fen uitstekende ge zondheid getuigde. Toen zijn moeder over het bezoek der dames op Hardacres sprak, keek hij Jessie bijna smeekend aan. Een half-spottend lachje speelde om haar mond. De toestand amuseerde en verwon derde haar tegelijkertijd. Zij was er zeker van, dat er iets achter stak en zij stelde er belang in, dat de ontdekken, weshalve zij dan ook hoopte, dat haar moeder de uit- noodiging zou accepteeren. Hugo Safford deed dien middag zijn uiterste best zoo aangenaam mogelijk te zijn en hij prees Jessie, zooals hij den vorigen keer niet gedaan had. Zij was rus tiger dan anders en sprak niet op dien schertsenden toon, dien Hugo zoo karak teristiek vond en die zoo'n indruk op hem gemaakt had. Hij vond haar het merk waardigste meisje, dat hij ooit ontmoet had en haar buitengewone zelfbewustheid deed haar alleen reeds boven anderen uitblin ken. Ik geloof niet, dat zij zullen komen, moeder, zei hij moedeloos, toen zij weer buiten waren. Ik denk het wèl. Wij zullen hen nog twee dagen langer tijd geven om er over te denken en dan opnieuw probeeren, Hu- go. En, kan het niet anders, dan moeten wij hen naar het Zuiden volgen, het gaat niet anders. Hugo's gelaat kreeg een verlegen en kommervolle uitdrukking. Hij had nog iets- in orde te brengen waarvan zijn moeder niets afwist. Hij was niet zoo vry als zij dacht. Hij was nog niet op Jessie verliefd, maar hij kon het worden. En alleen de gedachte daaraan deed zijn hart sneller kloppen. Intusschen zat Jessie Hamlyn in de klei ne zitkamer, die zij zoo juist verlaten had den, tegenover haar moeder, keek haar strak aan en zei: Kom, laten we naar Hardacres gaan, moeder. Ik heb een voor gevoel, dat wij het moeten doen. Het geheim verraden. Lucy Deedes, de zuster van den notaris, ongehuwd evenals hij, gaf haar vrijen tijd en haar krachten aan het welzijn der jon ge meisjes, met wie zij bijzonder goed kon opschieten. Tot dusver had zij haar lief sten wensch nog niet kunnen vervullen: een eigen gebouwtje voor haar bescherme lingen op te richten, maar zij had gedaan wat zij kon, namelijk een groote kamer van haar huis voor hen beschikbaar gesteld. Zij was bezig een handwerk op te zoe ken, dat op een plank in de hooge muur kast was opgeborgen, toen een van haar helpsters, hoofdzakelijk belast met les ge ven in costuumnaaien, de kamer binnen trad. Annabel Colwyn was een opvallend knap meisje, te knap, werd gezegd, voor haar positie en beroep. De Colwyns waren niet van Slains afkomstig en niemand kon gissen wat hen daarh°en gedreven had. Men kon niet zeggen, welke positie zij in de stad eigenlijk innam, ofschoon de rang van kapitein Colwyn hem een zekere ach ting bezorgde. Maar ongelukkigerwijze was hij niet iemand, die in den smaak viel. Hij had ruwe manieren en door zijn drank zucht was hij zoo diep gezonken, dat hij geen goede vrienden meer had. Zij, die in het begin met hem omgingen, trokken zich langzamerhand terug, terwijl zijn vrouw en dochter beklaagd werden. Het heele huishouden leed onder de fou ten van den vader. En daar zij uitsluitend van zijn pensioen moesten bestaan was het leven op Rose Cottage, het kleine huisje aan de rivier, voor hen niet ge makkelijk, zoodat Annabel verplicht was door handenarbeid iets bij te dragen. Zij gaf zich uit voor costuumnaaister en de dames, die haar handigheid kenden, be taalden haar gaarne flink wat voor haar werk. Deze positie dreigde het wèl begaafde meisje echter te verbitteren Lucy Deedes was haar beste vriendin in Slains. Zij was hun in die moeilijke jaren trouw gebleven en hen in alle zooveel mogelijk behulp zaam geweest. Uit dankbaarheid had Anna bel zich op een avond aangeboden om miss Lucy voortaan bij haar werk voor de jon ge meisjes te helpen en dit was een groot succes geweest. Ben je daar, Annabel? vroeg Lucy, die achter de kastdeur stond en iemand hoor de binnenkomen. Ik kan die akelige nacht japon van Maud Barret niet vinden. Ze zat zoo slecht in elkaar, dat ik wilde pro beeren ze nog in orde te maken voor zij komt. Maar ik kan ze niet vinden. Ik denk haast, dat Maud ze meegenomen heeft. Dat is zoo, antwoordde Annabel met haar lieve heldere meisjesstem. Ik zag, dat zij ze oprolde en in haar schort stak. Het is veel te alledaagsch werk voor Maud, miss Lucy. Laat haar een hoed garneeren of een toque maken van die roestkleurige tule, dat zal voortreffelijk gaan! Miss Lucy zuchtte, toen zij achter de kastdeur uitkwam. Ik ben bang, dat er vele zijn zooals zij. Het is moeilijk hun belangstelling gaan de te maken voor werkelijk nuttige din gen. Dat verwondert mij niets. Ik heb er ook een hekel aan, zei Annabel openhar tig. Wie maakt nu graag een nachtjapon van goedkoope flanel? Ik stond vanavond met mijzelf in tweestrijd of ik zou ko men, ging zij voort. Wij hebben een naren "dag gehad thuis. Miss Lucy kwam dicht bij Annabel staan, legde haar de hand zacht op den arm en keek met haar vriendelijke oogen in het vermoeide gelaat van het meisje. Maar Annabel, bevreesd dat zij in tranen zou uitbarsten, weerde haar af. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 13