Valsch spel 3)e ÊcictocHe (Bomwnt FEUILLETON Naar het Engelsch van ANNIE S. SWAN. 11) Zij legde haar lange, slanke vingers zacht op zijn arm. Dat ben ik niet met je eens. Jack stelt belang in dat meisje en het is niet on mogelijk dat zy ook belang stelt in hem! Als da' zoo is, waar blijft dan je kans? Hugo Safford keek somber. Het is een verduiveld gemeene boel, zei hij, en het moest wettelijk verboden zijn, dat oude menschen zooals oom Kit hun zaken zóó behandelen. Ik weet zeker, dat Jack niets om Hardacres geeft. Hij heeft mij herhaaldelijk gezegd, dat hij het niet cadeau zou willen hebben !Wat het meisje betreft Vraag er hem liever niet naar beste jongen! zei zijn moeder veelbeteekenend. Veronderstel, dat Jack vertrekt zon der ergens van te weten. Wat gebeurt er dan? Jij legt dadelijk beslag op miss Ham- lyn! Dat kan voor jou niet moeilijk zijn. Een man zooals jij, Hugo, kan elke vrouw binnen twaalf maanden winnen! Ik vind de heele zaak ellendig moe der! Ik houd er niet van. Ik zeg u: het is afschuwelijk, ook tegenover Jack. 't Kan zijn, maar jy kunt er niets aan doen, Hugo. Zou jij je kalmpjes van Hardacres willen laten verdrijven? Denk je overigens, dat ik het prettig vind? Ik haat de Hamlyns en dat meisje hoort niet bij ons. Maar wij moeten haar ten koste van andere zaken verdragen! Maar de sombere trek verdween niet van Hugo's gelaat. Toen Jack een uur later te Lyncastle afscheid van Hugo nam werd hij getroffen door de uitdrukking in zijn oogen. Ik wensch je veel geluk, oude jongen, zei Jack met een warmte in zijn stem waarover hij zelf verrast was. Wij hebben beiden gekregen wat wij verlangden, daar om behooren wij tevreden te zijn. Ik zal Maandag aan je denken en ik wensch je sterkte op dien droevigen dag. Ik vind het naar, dat je zóó weggaat, Jack. Het lijkt me of er iets niet in orde is, zei Hugo met een brok in de keel. Jack schonk geen aandacht aan die vreemde woorden. De rol van landedelman zou my niet afgaan. Ik heb wat anders op het oog. Zal ik je eens wat zeggen, Hugo? Over een poos ga ik met de rechte vrouw een eigen huishouden opzetten! Heb je haar reeds gevonden? Ik heb haar gezien, dat beken ik, maar ik moet haar nog veroveren en ik kan er niet méér van zeggen tot ik terug kom. Ik bezit nog niets om een vrouw aan te bieden. Doch daar komt de trein. Vaar wel, kerel, en succes! Hugo drukte wederkeerig de hand van zyn broer, maar durfde hem niet in de eerlijke oogen zien. Toen Jack van uit het portier Hugo toewuifde, werd hij getroffen door de vreemde uitdrukking op zyn ge laat. Een uitnoodiging. Vijfduizend pond! riep Jessie en haar zelfbeheersching verliezend barstte zij in tranen uit. Dit was voor Jessie zoo iets ongewoons, dat de aandacht van haar moeder werd afgeleid. Zij meende, dat Jessie ziek moest zijn wat Jessie met heftigheid ontkende. Och wel neen moeder, ziet u dan niet, dat dat maar een reactie is? Ik heb hierop sinds ons bezoek gerekend en als er niets van gekomen was, dan had ik op een andere manier 'ets anders moeten be- 'ginnen. Je bent toch bepaald niet goed, kind, om dat te denken! Wat voor recht hadden wij om op zulk een legaat te rekenen? Hoe konden wij zelfs maar verwachten, dat sir Christopher Lathom zich ons zou herin neren? Dat kan wel zijn. moeder, maar ik wist dat zoo iets komen zou en ik heb den laatsten tijd gevoeld, dat ik het niet lang meer zou volhouden alle dagen naar die school te gaan. Wanneer u van die 5000 pond 5 pet. rente krijgt en dan uw pensioen daarbij voegt, veronderstel ik, moedertje, dat u ten minste voor een jaar tje wel een luie dochter kunt onderhou den? Zou dat niet gaan, denkt u? Zij liet zich naast haar moeder op de knieën zinken en keek naar haar op met een kinderlijk beroep in haar oogen. Kind, ik wist niet, dat je zoo ver moeid was. Maar natuurlijk, je gaat uit die school weg en we gaan voor den win ter op reis. Jessie klapte van pleizier in haar han den. Voor den winter op reis! Moeder, één van mijn droomen wordt althans verwe- zelijkt. Wat heerlijk uit Londen weg te gaan juist nu de tijd voor den mist weer komt, en dan den heelen winter weg te blijven! Brave sir Kit! Mrs. Hamlyn gaf geen antwoord. Haar kin rustte in de hand en Jessie zag, dat althans voor dit oogenblik haar moeder haar vergeten was, dat haar gedachten vertoefden in lang vervlogen jaren, in den tuin van het verleden. Den volgenden dag zond Jessie haar ont slag in en begon zij met haar moeder toe bereidselen te maken voor het vertrek uit Londen. Het scheen, dat het geluk hun bleef toelachen. Dadelijk vonden zij een goeden huurder voor hun huis gedurende de wintermaanden. Daarna beslisten zij, dat zij op 15 December uit Londen zouden vertrekken en de Kerstdagen doorbren gen in Biarritz. Het was de laatste dag op school voor Jessie en Mrs. Hamlyn wachtte haar thuis reeds met de thee, toen een bezoekster werd aangekondigd: Mrs. Safford. Mrs. Hamlyn was verbaasd, maar volstrekt niet uit haar evenwicht. Mrs. Safford, die er in haar rouwkleed heel knap en indrukwekkend -uitzag, sloeg den sluier omhoog en glimlachte aller vriendelijkst. Mrs. Hamlyn, ik moet beginnen met myn verontschuldigingen te maken voor het bezoek. Wellicht acht u het min of meer overbodig. Ik ben reeds een of twee maal begonnen met een brief voor u, maar het leek me moeilijk op papier de juiste woorden te vinden. Ik vind het bijzonder vriendelijk van u Mrs. Safford, dat u my komt bezoeken. Gaat u zitten alstublieft en doe uw man tel uit. Jessie zal dadelijk thuis komen en dan drinkt u een kopje thee met ons, niet waar? Heel graag antwoordde Mrs. Saf ford, terwijl zy haar imponeerenden bont mantel, losknoopte. Mrs. Safford ging rechtop zitten en keek met plotselinge belangstelling strak naar de deur. Immers, in de handen van Jessie Hamlyn lag de heele toekomst van de bei de Saffords, ja zelfs van heel Hardacres. Jessie van niets bewust, kwam zonder aar zeling de kamer binnen. Zij zag er zeer goed uit. Zij had vlug geloopen en door de kou waren haar wangen rood geworden; zoo dra zij binnenkwam, zag haar moeder, dat zij gehuild had. Zij toonde zeer weinig be langstelling voor Mrs. Safford. Hoe maakt u het? vroeg zij beleefd. Och, moedertje, ik vind zoo'n afscheid vreeselijk! Ik wou, dat ik niemand gezegd had, dat het de laatste dag was. Het was gewoonweg afschuwelijk, al die menschen" rondom mij te zien staan. Het moest ver boden zijn! Je wordt er zenuwachtig van en het duurt lang voordat je er weer over heen bent. Ik kan het me indenken, dat zij u niet graag willen missen, zei Mrs. Safford poeslief. Neen, dat was het niet; maar de kinderen houden je vast! Ik weet zeker, dat ik nooit gemakkelijk voor hen ben geweest. Ik had gedacht, dat zij blij zou den zijn mij te zien gaan. Mag ik om de thee bellen, moeder? Ik heb er trek in. (Wordt vervolgd). Een kijkje tijdens het diner, dat Woensdagavond ter gelegenheid van het gouden jubileum der Ned Heide Maatschappij te Arnhem werd gehouden Achter de tafel vln.r.: mr. S. baron van Heemstra, com missaris der Koningin in Gelderland; E. v. d. Mortel; minister mr. M. P. L. Steenberghe; dr. Lovink en oud minister mr. J. R. H. van Schaik Op de ski naar school. Wintersche gewoonte in het besneeuwde landschap rond Oberstdorf In het vooruitzicht der blijde gebeurtenis worden op het Lange Voorhout te Den Haag de poffertjeskramen opgezet, waar straks de Hagenaars zich aan beschuit met muisjes te goed zullen doen Eden, de Engelsche minister van Bui- tenlandsche Zaken, met zijn echtge- noote tijdens hun verblijf te Cannes op het terras van het hotel, waar zij hun intrek hebben genomen De nieuwe Engelsche gecombineerde vliegboot, welke speciaal gebouwd is voor de lange trajecten, Oe sneeuwval en de koude drijft het wild in vele streken van Duitsch- maakt thans te Rochester haar laatste proefvluchten, alvorens olficieel in dienst te worden gesteld ^nd naar de meer bewoonde plaatsen, waar het toegeworpen voedsel gretig aanvaard wordt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5