De Inventaris van de nalaten
schap van 1937
IN HET BUITENLAND IS NERGENS
„OORLOG" MAAR VREDE IS ER OOK NIET
Het oude jaar laat een warhoel achter
VRIJDAG 31 DECEMBER 1937
DE LfJOSCHE CUURAOT
VIJFDE BLAD. - PAG. 17
Er is veel gebroken en ge
barsten in den politieken
porseleinwinkel
Het Engelsche katholieke weekblad
„Universe" heeft er de aandacht op geves
tigd, dat Kerstmis 1937 de twintigste
Kerstmis voor Engeland was, welke het
in vrede kon vieren.
Gedurende twintig achtereenvolgende
Kerstdagen is Engeland niet op de een ol
andere manier in een oorlog verwikkeld
geweest. Een dergelijke twintig-jarige vre-
desperiode is vroeger slechts eenmaal in
de Engelsche g^chiedenis voorgekomen,
n.l. in de jaren 17201740. Overigens heeft
het Britsche Rijk nimmer een zoo langdu-
rigen vrede beleefd.
Het klinkt ongelooflijk, maar toch is
het zoo.
Ongelooflijk, niet alleen, omdat wij al
tijd de gedachte hebben, dat het vroeger,
in den befaamden „goeden ouden tijd" be
ter was, maar ook omdat de wereld thans
heelemaa! niet den indruk wekt van uit
zonderlijke vredelievendheid.
Wanneer wij eens achterom zien naar
hetgeen het afgeloopen jaar ons gebracnt
heeft en de inventaris opmaken van zijn
nalatenschap, dan vinden we heel wat ka
pot geslagen rommel, waarmede 1937 ons
heeft opgescheept. Er zijn genoeg stukken
gemaakt om het jaar 1937 te rangschikken
onder de ruwste, verwardste en-meest on
bevredigende jaren, welke wij na den we
reldoorlog hebben meegemaakt.
Op twee plaatsen heeft de wereld staan
branden en brandt zij nog, of om met den
Engelschen minister-president Neviüe
Chamberlain te spreken op twee afdee-
lingen van den porseleinwinkel is de boel
aan diggelen geslagen, n.l. in de Spaansche
en de Chineesche afdeeling, terwijl er ook
op de andere afdeelingen mede als ge
volg van de Spaansche en Chineesche ru
zie menig kostbaar stuk is gebarsten.
Daar het Spaansche probleem het mid
delpunt van vele andere kwesties is ge
weest, kunnen wij dit als uitgangspunt ne
men,
SPANJE.
Het is genoegzaam bekend, dat de Spaan
sche burgeroorlog op zich niet het belang
rijkste probleem is; althans van interna
tionaal standpunt beschouwd, want de
Spanjaarden zelf bekijken de zaak natuur
lijk anders.
Aas de fronten
Het verloop van den strijd aan de Spaan
sche fronten is gauw verteld. Toen het jaar
1937 aanbrak, waren er in Spanje vier fron
ten te onderscheiden: een Noord-front
(Baskenland en Asturië), een Oost-front
(aan den kant van Catalonië), een centraal
front (Madrid) en een Zuidelijk front. Het
eerst is het Zuidelijk front verdwenen,
doordat de troepen van Franco begin Fe-
MUSSOLINI.
bruari Malaga innamen en daarmee bijna
de heele Zuidkust van het Iberische schier
eiland in hun bezit kregen. Vervolgens werd
in April het offensief in het Noorden in
gezet, waar generaal Mola begon bij San
Sebastian en achtereenvolgens Bilbao, San
tander en ten slotte (21 October) Gijon
veroverde.
Hiermede was het heele Noordfront „op
gerold" en de overgebleven kuststrook in
Franco's handen overgegaan. Aan het cen
trale front bij Madrid kwam geen veran
dering en aan het andere front kwam ïn
zooverre eenige wijziging, dat de regee-
ringstroepen juist in de laatste dagen de
stad Teruel hebben heroverd. De regeering
van Valencia was inmiddels, omdat zij van
Teruel als uitgangspunt een offensief ver
wachtte, dat het overgebleven regeerings-
gebied in twee deelen zou kunnen snijden,
naar Barcelona verhuisd, waar zij zich in
zoo'n geval veiliger voelde. Tot nu toe is
echter nog geen poging tot eenig offen
sief door Franco ondernomen.
Het is mogelijk, dat dit verband houdt
met het feit, dat Mussolini blijkbaar zijn
buik vol heeft van intervenieeren in het.
Spaansche conflict. De pogingen, vooral van
Engeland en Frankrijk, om te voorkomen,
dat de brand zou overslaan naar de „be
lendende perceelen" en de wereld verdeeld
zou worden in twee ideologische kampen,
vormen internationaal bekeken de
belangrijkste kant van dezen burgeroorlog.
Non-interventie.
Het jaar begon in dit opzicht vrij hoop
vol. Want op 2 Januari werd het Middel-
landsche Zee-accoord tusschen Engeland en
Italië gesloten, waarbij de vrijheid van de
Middellandsche Zee werd erkend, en Ita
lië formeel ontkende den wensch te koes
teren. dat de status quo van Spanje, wat
de nationaliteit betreft, zou worden ge
wijzigd. Er kwam een wat mildere stem
ming; ook het dienstnemen van vrijwilli
gers werd verboden en overeengekomen
werd, dat er een keten van internationale
controleurs rondom Spanje gelegd zou
worden, ten einde er voor te waken, dat
het non-interventie-accoord niet ontdoken
zou worden. De Nederlandsche vice-admi-
raal v. Duim en de schout-bij-nacht Oli
vier werden bereid gevonden om als lei
ders van de controle op te treden. Dat was
in Maart. Het duurde evenwel niet lang of
de samenwerking liep weer hopeloos in 't
honderd. De Spaansche minister del Vayo
wendde zich tot den Volkenbond met de
beschuldiging, dat Italië voortging gere
gelde divisie naar Spanje te zenden. Te
vens begonnen op de Middellandsche Zee
de beruchte daden van zeerooverij. Frank
rijk wordt zenuwachtig en de Fransche mi
nister Delbos waarschuwt Italië, om op te
houden met het zenden van „vrijwilligers",
Engeland raadpleegt Berlijn, Parijs, Ro
me, Moskou en Lissabon, over de moge
lijkheid om te geraken tot een wapenstil
stand en terugtrekking der vrijwilligers.
Engelands politiek is klaar en duidelijk: de
Spanjaarden moeten hun twist alleen uit
vechten; om gevaren te vermijden, moes
ten andere landen zich erbuiten houden en
geen vrijwilligers zenden noch toelaten,
dat zij dienst nemen; voorzoover dat reeds
gebeurd is, moeten die „vrijwilligers" aan
beide zijden worden teruggetrokken.
Duitschland had geholpen, maar vond het
nu welletjes; Italië daarentegen was het
intervenieeren nog niet moe. Openlijk zi<;h
verzetten tegen de klare politiek van En
geland en Frankrijk, alsmede van alle mo
gendheden, die het non-interventie-accoord
onderteekend hadden, kon Italië moeilijk.
Maar, geholpen door Duitschland, begint
het een spelletje van traineeren en sabo-
teeren. De omstandigheden zyn gunstig;
een gevaarlijk incident komt de zaken ver
troebelen. Op 29 Mei wordt de Duitsche
controle-kruiser „Deutschland" bij de ha
ven van Ibiza gebombardeerd door link-
sche Spaansche vliegers. Vyf-en-twintig
dooden en 83 gewonden waren het gevolg.
Duitschland liet daar geen gras over
groeien en pakte de zaak meteen forsch
aan. Als represaille werd de havenstad Al-
meria net zoö lang beschoten totdat de ka
nonnen van de forten zwegen. Bovendien
trok Duitschland, gevolgd door Italië, zich
terug uit de non-interventie-commissie, tot
dat zekerheid verschaft zou zijn, dat der
gelijke voorvallen zich niet zouden her
halen.
Volgende maand, in Juni, keeren beide
landen weer terug, doch lang duurde dat
niet, want reeds op 15 en 18 Juni deden
zich nieuwe aanvallen voor. Althans de
commandant van de Duitsche kruiser „Leip
zig" beweerde, dat zyn schip tot tweemaal
toe het mikpunt was geweest van een on
derzee-aanval.
Duitschland eischte nu, dat de gezamen
lijke con troleer ende mogendheden een de
monstratie van al hun oorlogsbodems in
de Spaansche wateren zouden houden voor
de kusten van linkseh Spanje. Engeland
zeide: Dat is goed.,., als die beweer
de aanval een feit is gebleken. Eerst on
derzoeken". „Neen, zei Duitschland, als een
Duitsche commandant zegt, dat het zoo is,
dan is het zoo". En daar Engeland bleef
staan op een voorafgaand onderzoek, trok
ken Duitschland en Italië zich voor de
tweede maal, en thans voorgoed, uit de
controle terug.
„Toch moet er controle zijn", zeiden En
geland en Frankrijk, en zij stelden voor,
het aandeel van Duitschland en Italië voor
hun rekening te nemen. Maar dat willen
de beide weggeloopen landen weer niet. Zij
stellen voor, dat aan Franco de rechten van
oorlogvoerende zouden worden toegekend;
dan zou Franco de Oostkust blokkeeren en
buitenlandsche schepen op contrabande
kunnen doorzoeken. Dat gebeurt nu ook
wel eens, doch zonder recht en de mogend
heid, van wier nationaliteit het schip is,
heeft dan recht op eventueele schadeloos
stelling. Vandaar de begeerde belligeren-
ten-rechten, welke Engeland en Frankrijk
evenwel niet wilden verleen en. Daar bei
de partijen op hun standpunt bleven staan,
zat men in een impasse. Om druk uit te
oefenen op Italië, hief Frankrijk de inter
nationale controle aan de^ Pyreneeën-grens
op. De internationale atmosfeer werd
hoogst onbehagelijk. Toen stelde Neder
land in de non-interventie-commissie voor,
om lord Plymouth te belasten met de rol
van bemiddelaar. Er werden voorstellen
gedaan en Engeland stelde zich de ontwik
keling als volgt voor: de controle zou moe
ten worden hersteld, vervolgens zouden de
vrijwilligers moeten worden teruggetrok
ken en pas daarna zou eens gepraat kun
nen worden over het toekennen van oor
logsrechten aan de beide strijdende par
tijen.
Italië en Duitschland wilden echter de
volgorde omdraaien: eerst oorlogsrechten
en dan terugtrekking der vrijwilligers. Het
werd een verward spel van loven en bie
den en verkapt dreigen, nog vertroebeld
door de piraterij in de Middellandsche Zee.
Daartegen versaderde de conferentie van
Nyon (1012 Sept.), waaraan Italië wei
gerde deel te nemen, omdat Rusland mee
deed. Toen Engeland'en Frankrijk echter
besloten tot politiemaatregelen in de Mid
dellandsche Zee, eischte Italië ook zijn deel
op. Hij kreeg het en sindsdien heerscht er
rust in de Middellandsche Zee. De overge
bleven controle ter zee op de non-interven
tie wordt opgeheven. Na moeizame onder
handelingen kwam men in October einde
lijk zoover, dat Italië zich bereid verklaar
de tot een „symbolische" terugtrekking zij
ner vrijwilligers. Wanneer volgens het oor
deel van de Londensche commissie, die
daarvoor neutrale waarnemers zal zenden,
een bevredigend aantal vrijwilligers aan
beide zijden zullen rijn teruggetrokken,
zullen de oorlogsrechten verleend worden.
Een gedeelte der Italiaansche troepen is in
November teruggetrokken; de oorlogsrech
ten moeten nog verleend wórden.
CHINA.
Van Spanje zullen we maar meteen een
forsche sprong nemen naar het Verre Oos
ten.
Het aloude China-land was daar lang
zaam maar zeker aan het opbloeien onder
het bestuur van Tsjang Kai-Sjek, De uni
ficatie van de aanvankelijk sterk verbrok
kelde republiek was nagenoeg voltooid,
het nationale gevoel begon door te drin
gen in alle lagen van de Chineesche bevol
king en het economische weerstandsvermo
gen was geleidelijk versterkt. Aan de vor
ming van een sterk leger werd gewerkt.
Dat alles vervulde Japan met eenige on
rust Japan wil de hegemonie ïn Azië en
kan beter een zwakken buurman dan een
sterken hebben. Het voorwendsel om China,
aan te vallen, vóór het te sterk geworden
was, was gemakkeliik te vinden. Er was
een toenemende anti-Japansche strooming
in China waar te nemen, de Chineezen be
gonnen zich meer onafhankelijk te voelen
en stoorden zich niet meer aan de Japan
ners, die vroeger in China zoo ongeveer
deden wat zij wilden.
Zoo ging bijv. de Chineesche regeering
over tot versterking van haar troepen
macht in de provincie Sjantoeng, waarop
van Japansche zijde te kennen werd gege
ven, dat een dergelijke troepenverplaatsing
naar een provincie, waarin Japan „bijzon
dere belangen" had, niet gewenscht werd.
De Chineezen antwoordden daarop: „Wij
hf^ben in ons eigen land het recht om zoo
veel troepen te verplaatsen als wij zelf
willen".
De strijd begint,
„Het" incident, dat de aanleiding tot een
ingrijpen van Japan moest vormen, kon
nu niet lang meer uitblijven. Het kwam op
7 Juli, toen er gevechten ontstonden bij de
Chineesche stad Wang Ping. waar de Ja
panners op „manoeuvre" waren. De ge
vechten breidden .zich uit tot in de onmid
dellijke nabijheid van Peiping, waarheen
in allerijl Chineesche versterkingen wer
den gezonden. De oorlog werd nooit ver
klaard, maar aan den eenen kant werd
gevochten, terwijl aan den anderen kant
voortdurend onderhandeld werd.
Peiping en Tientsin werden al spoedig
(in Augustus) door de Japanners bezet en
weldra werd ook Sjanghai, de groote ha
venstad, aangepakt. Een Japansche officier
verlangde n.L toegang tot het militaire
vliegveld van Sjanghai en werd door de
Chineezen doodgeschoten. Op 13 Augustus
werd Sjanghai voor het eerst gebombar
deerd. Hier boden de Chineezen sterken
tegenstand en het heeft tot 9 November
geduurd voordat men zeggen kon, dat
Sjanghai gevallen was. Daarna rukten de
Japanners op naar Nanking, dat begin De
cember viel, en thans zyn de Japanners
bezig hun veroveringen uit te strekken
naar het Zuiden. Hangtsjau en Tsïnanfoe
zijn reeds genomen. De regeering van
■Tsjang Kai-sjek wordt niet meer erkend
en een nieuwe regeering wordt te Peiping
door de Japanners op de been gezet; wel
ke natuurlijk niets meer dan een vazal van
Janan is.
Daar verschillende buitenlandsche mo
gendheden groote belangen in China heb
ben, sprak het vanzelf, dat deze getracht
hebben, een einde te maken aan dezen oor
log.
Succes hebben zij evenwel niet bereikt.
De Volkenbond verwees de aangelegen
heid naar de Negenmogendheden-conferon-
tie, welke te Brussel gehouden werd, maar
Japan weigerde tot tweemaal toe daar te
verschijnen en de conferentie moest vol
staan met een moreele veroordeeling van
het Japansche optreden. Op 24 Nov. ging
de Brusselsche conferentie uiteen, zonder
igts te hebben uitgericht. Men had gere
kend op de daadwerkelijke steun van Ame
rika, maar zelfs het incident met de „Pa-
nay", welke Amerikaansche kanonneer
boot óp de Jangtse door Japansche vlieg
tuigen in den grond werd geboord, ver
mocht de Amerikanen niet te trekken uit
hun angst voor „buitenlandsche verwikke
lingen", welke zy tot eiken prys willen ver
mijden.
ENGELAND.
Keeren wy thans terug naar „good old
Europe", waar we op de eerste plaats een
terugblik op de wederwaardigheden van
Engeland werpen.
De Engelsche regeering is dit jaar in me
nig politiek web verwikkeld geweest. Zy
heeft een eerste viool gespeeld in het
Spaansche en het Chineesch-Japansche
BALDWIN.
conflict, alsmede in verschillende andere
Europeesche kwesties. Haar succes is niet
altijd even overdonderend geweest, maar
er zit in den tegen woordigen tijd niet an
ders op, dan geduld te oefenen en tactisch
te laveeren, teneinde de Britsche belangen,
die over de heele wereld verspreid liggen,
zonder al te veel schade in veilige haven
te brengen. „Vrede, bijna tot eiken prijs"
is ook dit jaar het motto van de Engelsche
politiek geweest en de Engelschen hebben
er inderdaad een zuren prijs, noodgedwon
gen, voor moeten betalen.
Met Italië, Duitschland en Japan zijn de
betrekkingen vrij stroef geweest. Italië had
z'n grieven, in verband met de n'iet-erken-
ning van Abessynië; Duitschland wilde zijn
voormalige koloniën terug en Japan ver
denkt de Britten van heimelijken steun aan
de Chineezen.
In Palestina heeft Engeland dit jaar
weinig plezier beleefd van zijn mandaat.
Het heeft een commissie ingesteld om de
zoozeer uiteenloopende eischen van Joden
en Arabieren met elkander te verzoenen
en deze commissie is tot de slotsom geko
men, dat er niets anders op zit, dan het
land in twee deelen te splitsen. Deze Salo-
mons-oplossing bevredigt geen van beide
partijen, maar de Arabieren het allerminst.
Voortdurend hebben daden van terreur
plaats gehad, welke iets verminderd zijn
sinds de Britsche koers met ingang van I
October aanzienlijk verscherpt is. De ge
vechten met de Arabieren, zelfs tijdens de
Kerstdagen, bewijzen, dat de rust nog altijd
niet geheel en al is teruggekeerd.
Wat de binnenlandsche aangelegenheden
betreft, herinneren wij aan de kronings
plechtigheden op 12 Mei en aan de staking
van de Londensche bussen, welke vlak
daarvóór uitbrak en een groot ongerief voor
de Londenaars heeft beteekend. De vroege
re koning, de tegenwoordige hertog van
Windsor, trouwde op 3 Juni op het kasteel
Candé in Frankryk,
Voorts is Baldwin op 28 Mei afgetreden
en is het roer van staat overgenomen door
Neville Chamberlain, terwijl op 9 Nov. de
oud-premier Ramsay Macdonald aan boord
van een schip naar Zuid-Amerika over
leed.
FRANKRIJK.
Met Frankryk heeft Engeland in het af
geloopen jaar een politiek van nauwe sa
menwerking gevoerd. Moeilijkheden van in-
wendigen aard hebben de positie van
Frankrijk echter zeer verzwakt. In het be
gin van het jaar was de Volksfrontregeering
van Blum nog aan het roer, welke regee
ring met haar sociale hervormingen der
mate spaak liep, dat zij in Februari haar
befaamde,, adempauze" moest afkondigen.
Doch ondanks alle pauze's kon Blum zich
niet handhaven, toen de Fransche franc in
HET BRITSCHE KONINGSPAAR, DAT IN MEI j.L GEKROOND WERD.
LEON BLUM.
Juni angstwekkend ging zakken en Blum
van den Senaat de financieele volmachten
niet krijgen kon, welke hij noodig had.
Chautemps volgde hem op als premier.
Iets meer ruggegraat heeft deze regeering
getoond tegenover de overdreven eischen
der vakvereenigingen, doch een sterke re
geering is het niet. Vrij goed geslaagd is de
reis van Delbos, eerst naar Londen en ver
volgens via Berlyn naar Warschau, Boeka
rest, Belgrado en Praag, waardoor de bond
genootschapsbanden weer wat nauwer zijn
aangehaald. Minder goed geslaagd is de
sensationeel bedoelde „onthulling" ge
weest van het geheime genootschap, de
Csar, (23 Nov.). Dit genootschap zou ge
weldig gevaarlijk geweest zijn voor den
staat, maar de personen, die tot nog toe
gearresteerd zijn, en de wapen voorraden,
welke ontdekt zijn, zyn heelemaal niet zoo
gevaarlyk gebleken. Geheimzinniger was
de verdwijning van twee Russische gene
raals uit Parijs n.l. Miller en Skoblin.
En tot slot werd op 25 Nov. de Parijsche
wereldtentoonstelling gesloten, terwyl men
nog niet weet, of deze volgend jaar nog eens
zal worden „opgewarmd".
DUITSCHLAND.
Duitschland is doorgegaan op den weg,
dien het eenmaal besloten was te volgen.
Op 30 Jan. verlengde de Rijksdag Hitiers
volmacht weer voor 4 jaar en bij die gele
genheid zei Hitier, dat het tijdperk der ver
rassingen voorbij was. Tevens werd toen
plechtig d$ Duitsche onderteekening van
(Duitsohlands schuld aan den oorlog, wel
ke de grondslag vormde van het Vredesver
drag van Versailles, ingetrokken. Aan Bel
gië en Nederland bood Hitier de garantie
van hun integriteit aan. Nederland heeft
daarop geantwoord, dat Nederlands integri
teit vanzelfsprekend was en geen onder
werp van een verdrag kon zijn. België heeft
die garantie later geaccepteerd in den vorm
van een eenzijdige verklaring van Duitsch
land.
Voorts heeft de Duitsche regeering dit
jaar bij herhaling de eisch tot teruggave
der voormalige Duitsche kolonies naar vo
ren geschoven. Aanvankelijk werd op die
eisch van Britsche zijde geantwoord, dat
Engeland er niet aan dacht, om de onder
Britsch mandaat staande gebieden terug te
geven, en dat Duitschland, als het gebrek
had aan koloniale waren, deze bij Engeland
koopen kon; maar langzamerhand is men
toch tot het besef gekomen, dat er iets ge
daan moest worden. Lord Halifax is eens
met de Duitschers gaan praten in Novem
ber en heeft geïnformeerd, wat de Duit
schers nu precies willen. Wat er gesproken
is, is niet meegedeeld; de besprekingen
waren informeel en informatorisch en van
vertrouwelijken aard.
In de Kerkvervolging kwam geen veran
dering; ook hier ging men voort op den
eenmaal ingeslagen weg, ondanks alle ver-
toogen en alle protesten. Op 21 Maart werd
in alle kerken de Encycliek „Mit brennen-
der Sorge" van den Paus voorgelezen,
waarin deze de Kerkpolitiek van Hitier
veroordeelt en een beroep doet op de heele
wereld. Als antwoord daarop verzoent Hit-
Ier zich openlijk met den heiden en Wodan-
aanbidder Ludendorff en op 13 April wordt
een protest op het Vaticaan overhandigd,
waarin de Paus ervan beschuldigd wordt,
de wereld stelling te willen laten nemen
tegen Duitschland.
Op 1 Juni protesteert de Duitsche gezant
bij het Vaticaan tegen de uitlatingen van
kardinaal Mundelein van Chicago en eischt
van den Paus een berisping van den kar
dinaal. Kardinaal Pacelli weigert en wijst
de Duitsche regeering erop, dat deze ook
nimmer stappen heeft gedaan, om te ver
hinderen, dat leden van de Duitsche regee-
ring aanvallen deden op de Kerk, het Va-
tioaan en den Paus. Hoewel men dacht,