DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Jhr. Mr. Dr. N. C. de Gijselaar
plotseling overleden
29ste Jaargang
WOENSDAG 22 DECEMBER 1937
No. 8911
S)e £ddóelxe(2ou/fca/itt
DE ABONNEMENTSPRIJS
bedraagt bi| vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent Der week2.50 per kwartaal
Bü onze Agenten 20 cent per week f 2.60 pei kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnè's ver-
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, btf
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935. REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003. POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT
Gewone Advertentlën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES "an ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
Oud-burgemeester en trouw vriend van Leiden
Gisteravond is te Wassenaar plotse- f
Jing overleden jhr. mr. dr. N. C. de
Gijselaar, oud-burgemeester van Lei
den en oud-lid van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal.
Met den dood van jhr. De Gijselaar
Is een populaire figuur, een oud-bur
gemeester en een trouw vriend van
Leiden heengegaan, wiens verscheiden
in deze stad met ontroering wordt
vernomen.
Zéér groote verdiensten heeft de heer
De Gijselaar voor de gemeente Leiden,
welker burgemeester hij is geweest van
1910 tot 1927.
Het allerbelangrijkste is, dat burge
meester de Gijselaar aan den financieelen
toestand der gemeente de grootst moge
lijke zorg heeft gewijd: aan zijn groote
bekwaamheid óók vooral op d i t terrein
is het ongetwijfeld nu nog te danken, dat
de financieele toestand der gemeente in
verhouding tot andere steden van gelijke
grootte gunstig mag genoemd worden.
Hard en veel gewerkt heeft jhr. De Gij
selaar in de jaren van zijn burgemeester
schap. Onder zijn beleid is veel tot stand
gekomen; noemen wij slechts den aanleg
van de electrische tram, de overwelving
van het Kort Rapenburg, de vernieuwing
van de Blauwpoortsbrug, den bouw van
de nieuwe gemeentelijke H.B.S., de om
legging van het Rijn- en Schiekanaal, een
provinciaal werk, doch waarbij de gemeen
te haar steun verleende, evenals bij den
bouw van het Nieuwe Academisch Zie
kenhuis en die van het nieuwe station
voor den Haarlemmermeerspoorweg, de
Leidsche Hout, enz. enz.
Tijdens de mobilisatie heeft de Leidsche
burgemeester dag en nacht gewaakt voor
de belangen van de onder zijn bestuur ge
stelde burgerij, voor voeding en kleeding
en voor de handhaving van rust en orde.
De distributie heeft hij in de jaren 1915
1919 geleid en geregeld op voortreffelijke
wijze. Uit dankbaarheid richtte de burgerij
op 23 April 1920 te zijner eere aan het be
gin van het Rapenburg de „De Gijselaars-
bank" op.
Hoezeer zijn werken in het. belang der
stad door de burgerij werd gewaardeerd,
bleek o.m. uit de hulde, welke hem op
zijn 60e jaar door de geheele bevolking
werd gebracht, en zijn groote populariteit
werd wel het beste gekarakteriseerd door
het veel gezongen liedje: Er is maar eene
goeie Leidenaar, dat is De Gijselaar!
Bij zijn installatie als burgemeester in
de gemeenteraadszitting van Maart 1910
zeide jhr. de Gijselaar o.a.:
„Ik zal ernstig streven, een goed
burgemeester van deze gemeente te
worden; ik zal mijn beste krachten,
zoover die mij gegeven zijn, daartoe
inspannen. Het zal mijn plicht zijn
het gezag hoog te houden, het gezag,
zonder hetwelk geen ware vrijheid
mogelijk is. Het zal ook mijn plicht
en tevens mijn doel en streven zijn,
om, staande boven de partijen, zaken
en personen, zoo onpartijdig mogelijk
te beoordeelen en tegenstrijdige mee-
ningeri zoo objectief mogelijk tot haar
recht te laten komen".
Aan dit beginsel-programma heeft jhr.
de Gijselaar zich tot den laatsten dag van
zijn ambtsvervulling stipt gehouden.
Zijn gezondheidstoestand dwong den
heer de Gijselaar om met 1 Januari 1927
zijn burgemeesters-ambt neer te leggen.
Op treffende wijze heeft Leiden toen
noode afscheid genomen van zijn bur
gemeester, die bij die gelegenheid zei-
de. hoe het steeds zijn streven was
geweest, om in Leiden een geest van
vrede en vriendschap te doen heer-
schen. Namens de burgerij is hem bij
die gelegenheid het Gedenkboek „Lei
den tijdens het burgemeesterschap
van jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar
19101927" aangeboden, dat de ge
schiedenis van Leiden in genoemde
periode bevat, door een twintigtal
hoofd-ambtenaren der gemeente be
werkt, onder hoofdredactie van prof.
Blok.
Jhr. de Gijselaar heeft toen het groote
patriciërshuis op het Rapenburg verlaten
en is sedertdien te Wassenaar gaan wo
nen. Hij gaf ook het presidium van het
college van. curatoren aan zijn opvolger,
mr. Van de Sande Bakhuyzen, over en
bleef nog slechts lid der Eerste Kamer.
Zijn gezondheidstoestand heeft langen
tijd te wenschen overgelaten en meer dan
eens is hij den dood zeer nabij geweest,
doch zijn krachtig gestel heeft hem telkens
weer doen herstellen.
Jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar werd op
21 October 1885 te Gorinchem geboren.
Na de H.B.S. aldaar en het Gymnasium
te Haarlem te hebben doorloopen, stu
deerde hij aan de Leidsche Universiteit en
promoveerde in 1891 in de rechtsweten
schap op stellingen en in de staatsweten
schap op een proefschrift getiteld: „Hel
Panamakanaal". In een interview met
mevr. Itallievan Embden voor de „N.
R. Crt." heeft hij met betrekking tot dit
proefschrift en zijn studie eens verteld:
„Geschiedenis, hè, dat trok me, en het
volkenrecht. Ik had niet zoo vlug gewerkt
als vóór mijn student-zijn. Pret kost tijd!"
Na zijn promotie trad hij, na eerst een
half jaar advocaat te Amsterdam te zijn
geweest, in de directie van de bankiers
firma De Gijselaar en Co. te Gorinchem.
Voor het district Gorinchem werd hij in
1908 afgevaardigd naar de Provinciale
Staten van Zuid-Holland. Hoewel hij naar
het burgemeestersambt niet had gesolli
citeerd werd hij in 1910 onder het bewind
van het ministerie-Heemskerk aangezocht
om burgemeester van Leiden te worden
in de vacature van wijlen mr. N. de Rid
der. Op 20 Januari 1910 werd jhr. de Gij
selaar als zoodanig benoemd. Hij was
toen 44 jaar en had zelfs nog nooit een
raadsvergadering bijgewoond. Kort voor
zijn benoeming was hij reeds curator der
Leidsche universiteit geworden.
Reeds spoedig was te Leiden, waar
meerderen hem nog uit den tijd dat hij er
studeerde 'kenden, van den nieuwen bur
gemeester bekend geworden, hoe hij als
lid der Prov. Staten van Zuid-Holland en
als hoogheemraad van de Tielerwaard
(19001910) was gebleken iemand te zijn
van practischen zin, van onpartijdigheid
in politieke aangelegenheden en van groo
te persoonlijke innemendheid. Deze per
soon is de Gijselaar in de jaren van zijn
burgemeesterschap te Leiden ook alles
zins gebleken te zijn. Spoedig verwierf hij
zich dan ook in breede kringen der be
volking een haast ongekende populariteit.
Jhr. De Gijselaar, die de Christelijk-
historische beginselen was toegedaan, had
in Maart 1913 zijn intrede in de Eerste
Kamer gedaan. Onafgebroken had hij ge
durende 24 jaar in dezen tak der volks
vertegenwoordiging zitting, doch bij de
Eerste Kamerverkiezing van dit jaar, noo-
dig in verband met de Grondwetsherzie
ning, stelde hij zich niet meer voor het.
lidmaatschap van onzen Senaat beschik
baar.
Van 1913 tot 1916 is hij lid geweest van
de Prov. Staten van Zuid-Holland.
Gedurende 19121927 was de overle
dene voorzitter van het college voor de
visscherijen.
Gisternamiddag voelde hij zich plot
seling onwel, waarop hij zich naar zijn
slaapkamer begaf om wat te rusten.
Toen eenigen tijd later mevr. de Gij
selaarViruly kwam kijken, vond zij
haar man reeds overleden.
De begrafenis van jhr. mr. dr. de Gij
selaar is bepaald op Vrijdagmiddag om
2 uur op de begraafplaats Rhijnhof.
Van Burgemeester de Gijselaar zal Lei
den de herinnering bewaren, dat geen en
kel Leidsch belang hem onverschillig was,
dat hij voor alle Leidsche belangen open
oog en open hart had, en zich steeds met
groote bekwaamheid en onvermoeiden
ijver in alle gemeentelijke belangen in
werkte. Nooit werd er in den Raad een
onderwerp behandeld, of hij was er uit
nemend van op de hoogte vandaar dat
zijn meening bij de Raadsbeslissingen
steeds een zeer grooten invloed had.
Voor iedereen rijk of^ arm, hoog of
laag had hij steeds, zooals men dat
noemt: eenvriendelijk woord.
En bovenal, zooals gezegd, zijn onpar
tijdigheid stond boven elke verdenking.
In economisch en sociaal opzicht was hij
eigenlijk een man van de oude liberale
beginselen. Dat is herhaaldelijk gebleken
zoowel tijdens zijn burgemeesterschap als
in de Prov. Staten en Eerste Kamer, waar
in hij zitting heeft gehad. Hij verdoezelde
of verborg zijn liberale opvattingen, die
vaak in strijd bleken met die zijner par
tij genooten de Chr. Historischen
geenzins. En, bij alle verschil van mee
ning, werd deze eerlijkheid en oprechtheid
gewaardeerd.
Hij was populair. Zonder de populari
teit te zoeken, versmaadde hij die echter
geenzins; hij was er heel gevoelig voor.
En de Leidsche burgerij heeft hem steeds
omgeven met de sfeer van de populariteit
van een burgervader.
Als Leidsch burgervader blijft zijn na
gedachtenis in eere.
Hij ruste in vrede.
Een vergadering van Burgemeester en Wet houders. Van links naar recnts: weth. A. L. Reimeringer f» secretaris mr. dr. C. E.
van Strijen, burgemeester jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar t, wethouder A. Mulder t, weth. ouder J. B. Meijnen f, wethouder
J. F.. X. Sanders.
DU nummer bestaat uil
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Chamberlain en Eden over den interna
tionalen toestand. (2de blad).
De stad Teruel gevallen. (2de blad).
Frank Kellogg overleden. (2de blad), s
Binnenland
De Tweede Kamer behandelt de begroo
ting van Economische Zaken. (2de blad).
De voorbereidende werkzaamheden tot
invoering van de Pachtwet zijn in vollen
gang. (1ste blad).
Steunregeling voor de pluimveehouderij
in 1938. (1ste blad).
Inzake het incident tijdens den Jambo-
ree-marsch is het vrijsprekend vonnis van
den krijgsraad door het H. M. G. beves
tigd. (Rechtzaken, 2de blad).
STEUN PLUIMVEEHOUDERIJ
De regeling voor 1938
De minister van Economische Zaken
heeft, naar wij van bevoegde zijde verne
men, besloten, ook in 1938 aan pluimvee
fokkers en houders van vermeerderings-
bedrijven steun te verleenen. z
Behoudens enkele kleine wijzigingen
is deze regeling gelijk aan die, welke
in 1937 heeft gegolden. Slechts is het
steunbedrag voor kuiken, door fokkers
aan houders van vermeerderingsbedrij-
ven afgeleverd, verlaagd van 0.15
tot 0.12 per kippenkuiken en van
0.36 tot 0.15 per vrouwelijke een
den-kuiken.
Inlichtingen omtrent de stuenregeling
kunnen worden ingewonnen b ijde Neder-
landsche centrale voor eieren en pluimvee
te Beekbergen.
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
De stad Teruel is gisteravond in handen
van de linksche regeeringstroepen geval
len. Zij hadden met hun offensief de recht-
sche legerleiding volkomen verrast en
Franco kon niet spoedig genoeg nieuwe
troepen aanvoeren om voldoenden weer
stand te bieden. Natuurlijk groote vreugde
in Madrid en Barcelona, waar men deze
overwinning voorstelt als een wapenfeit
van internationale beteekenis. Zoo erg is
het nu wel niet. Het is een handige zet,
zooals er steeds voorkomen in iederen oor
log. De linksche legerleiding was er achter
gekomen, dat Franco op een andere plaats
den aanval wilde beginnen en geen aan
dacht schonk aan de vooruitgeschoven post
van Teruel. Zij maakte daarvan gebruik
om de zwakke bezetting te overvallen en
te omsingelen. Het is een succes, ongetwij
feld, en de rechtschen hebben er een ge
weldige hekel aan. Zoo seinde bijv. gis
teravond nog Radio Nacional: „Teruel, de
groote plaats, die in de geschiedenis aan
zeer veel invallen weerstand heeft gebo
den, slaat nog steeds de Marxistische hor
den, die zich hardnekkig op haar werpen,
af. De strijd is in de verschillende secto
ren zeer hevig. Naar schatting zijn in de
laatste drie dagen meer dan 10.000 vijan
den gesneuveld. De Marxistische aanval
len hebben thans hun doeltreffendheid ver
loren. De vijandelijke strijdkrachten zijn
geheel omsingeld. Zij strijden om zich te
ontzetten en zich terug te trekken. Bij de
gevechten werden tien republikeinsche
vliegtuigen omlaag geschoten".
Ook generaal Queipo de Llanu heeft in
zijn radiotoespraak gezegd niets te weten
van de verovering van Teruel door de re
geeringstroepen en hieraan toegevoegd, dat
het overigens slechts een episode zonder
groot belang zou beteekenen.