«HERTOG HENDRIK» TERUGGEKEERD. De avontuurlijke opdracht 3)e Op Kerstmis en Nieuwjaar worden traditiegetrouw alle klokken der groote kerk te Dublin met handkiacM geluid. De klokkenluiders oetenen voor het vaai dig hanteer en der touwen De demping van het Rokin te Amsterdam. Het gestorte zand is weer uitgegraven voor het leggen der rioleeringsbuizen De «spekclubs» in Groningen en Drente houden in het midden van December haar jaarlijksche verdeeling van spek, worst en vet aan de «spaarders», die daarvoor wekelijks een klein bedrag hebben geofferd. De buit wordt uitgepakt FEUILLETON Naai het Engelsch bewerkt door J. VAN L»ER SLUYS. (Nadruk verboden). 00) De gelegenheid kwam, toen eer. auto vlak voor hen uit een zijstraat schoot. Beide chauffeurs remden uit alle macht om een botsing te voorkomen en in een oogwenk stond Marian op het asphalt. Ze had de tegenwoordigheid van geest om het portier zacht achter zich te sluiten. Toen glipte ze de zijstraat in. Het was zoo donker, dat het leek of ze door een tunnel ging. Ze hield de hand voor zich uit en snelde voort, zorgend zoo veel mogelijk op het midden van de straat te blfjven. Ze was als kind eens tegen een lantaarnpaal opgeloopen en het instinct om haar gezicht te beschermen sproot voort uit die oude herinnering. De suit-case hing zwaar aan haar linkerm en schouder. Plotseling ontdekte ze in het donker een lichtpuntje een kaarsvlam, die opflikker de voor een venster, waarvoor de gordij nen niet waren dichtgetrokken, niet in de straat waar zy liep, maar in een steegje, rechts van haar. Ze zou dat steegje nooit hebben opgemeirkt als dat licht daar niet geschenen had. Ze sloeg rechts af, en terwijl ze de steeg inrende, hoorde zy 'n auto de zijstraat in komen. Het kaarslicht flakkerde uit eer ze het huis bereikte waar het gebrand had. Marian snelde voort, onder het loopen luis terend met gepliste ooren naar voetstap pen achter haar. Voor een auto zou de steeg veel te smal zijn, dacht ze. Er kwamen geen voetstappen. De steeg liep uit in een breede straat. Nu bleef ze staan. Ze wilde niet de aan dacht trekken en moest tijd hebben om te denken. Ze bevond zich in een tamelijk be hoorlijk verlichte straat en voelde zich vei liger. Ze zette haar suit-case een oogenblik neer, strekte haar vermoeiden arm uit en vervolgde toen haar weg, overleggend wat haar te doen stond. Onder een lantaarn keek ze op haar hor loge. De laatste trein naar Oakshot was weg. Ze zou met een trein tot Guildford kunnen gaan en vandaar een auto nemen, maar het was een lage reis en ze schrok terug voor den eenzamen rit van zeven mijl door de duisternis. Ze voelde zich onzeker, zenuwachtig en gejaagd en verlangde niets liever, dan nu in contact te komen met Lindsay, en hem op de hoogte te brengen van wat er gebeurd was. Met stokkende adem vroeg zij zich af, wat er achter deze ontvoeringspoging school. Het besluit van de Mersons om terug te gaan, was wei heel plotseling opgekomen. Wie wist er van? De Mersons zelfs en de Raynes. Wie wist, dat ze aan Victoria Station zou arri- veeren en met welken trein? Alweer de Mersons en de Raynes Ook al kon ze er komen, ze voelde er niets meer voor om naar Oakshot terug te gaan. Ze wilde weg van die menschen, die orders van Drayton gehoorzaamden. Maar ze had niet voldoende geld voor een hotel! Ze herinnerde zich met ontsteltenis, dat haar portemonnaie ongeveer twintig francs en een Engelsche sixpence bevatte. Er waren genoeg menschen in Londen, waar ze logeeren kon maar er was er niet één bij, van wie ze zeker kon zyn, dat hy of zij de Raynes niet zou opbellen, om te zeg gen waar ze was. Vóór alles moest ze zich op het oogenblik verborgen houden. Haar gedachten dwaalden naar haar on bekende zuster. Lindsay had geweigerd haar Elsie Manning's adres te geven, maar ze wist, dat ze in een hoedenwinkel werk zaam was. Na eenige aarzeling had Lindsay haar den naam van de zaak genóemd. Wat voor nut had het echter daar verder over te denken? De winkel was uren gele. en ge sloten en ze had geen idee waar hij was... Ze liep langzaam voort. Het regende niet, maar de straat was vochtig; om iedere straatlantaarn deed een krans van licht het plaveisel glimmen. Bij een kruispunt gmg ze naar een politie-agent toe om te vragen waar ze was. Toen hij antwoordde: „Victoria Street", was het alsof een ja loezie voor Marian's geest werd opgetrok ken. Lin's flat! Ze zou naar Lin's flat gaan hët was vlakbij Poole zou haar zeker binnenlaten. Binnen vijf minuten stond ze voor de deur van de flat te luisteren naar de scherpe klanken van de bel. Met feilen schrik vroeg ze zich eensklaps af, of er wel .iemand zou zijn, om haar binnen te laten! Gesteld, dat de flat leeg wasNeen, daarvoor was nog geen tijd geweest, se dert Lin's officieel „overlijden". Maar de flat kon gesloten zyn en Poole ontslagen. By die plotselinge afschuwelijke gedachte, werd ze zich pas ten volle bewust hoe koud en uitgeput ze was. Ze leunde tegen de deurpost en het was ol die bewoog. De vloer deinde onder haar voeten Heel uit de verte klonken voetstappen; ze schenen niet nader te komen. Ze zette de suit-case op den grond, om dat ze hem niet langer kon vasthouden. Hy viel en het geluid van den val leek van een grooten afstand tot haar ooren door te dringen. Toen ging de deur open en hel der licht scheen haar in het gezicht. HOOFDSTUK XL. Poole opende de deur. Het eerste wat hij zag was een hand, die den deurpost omklemde. Toen viel het licht op Marian Rayne. Poole had een zeer methodischen geest. Toen hij de deur opendeed, ontving hij een aantal indrukken en ordende die syste matisch. Met instemming merkte hy op, dat miss Rayne in het zwart was. Verbroken verloving of niet, hij zou toch wel heel min over haar gedacht hebben, als ze zich, zoo spoedig na Lindsay Trevor's dood, in kleurige kleedy had gestoken. Haar bleek heid en de schaduwen onder haar oogen, droegen ook zyn goedkeuring weg; ze be vredigden zijn sterk ontwikkeld gevoel voor wat gepast was. Maar achter, dit scherm van conventie leefde een mensche- lyke, sensitieve, Poole wien het oprecht goed deed, grimmig goed deed, dat het meisje, dat Lindsay Trevor den bons had gegeven, en zoo slecht uitzag. Vervolgens ontdekte hij, dat haar kousen met mod der waren bespat, dat haar hoed niet recht zat, dat de hand, dien den deurpost om vat hield, beefde. Ze was gejaagd, ang stig, ze had hard geloopen. Met zyn meest uitdrukkinglooze stem, zei hij: Goeden avond, miss. Marian's onvaste blik gleed langs hem heen. Er hing een waas voor haar oogen. Ze wist, dat hy er was, maar hij was niet meer dan een nevelige vlek voor haar en ze kon niet verstaan, wat hy zei door het gegons in haar ooren. Haar hand zakte om laag. Ze deed 'n wankelenden stap vooruit en zou gevallen zyn, als hy haar niet onder steund had. Toen de mist voor haar oogen optrok, zat ze in een sofa in Lindsay's stu deerkamer, met Poole midden in het ver trek. Het spijt mij, dat ik je zooveel last bezorgd heb, begon ze stamelend. ik.... ik ben zoo vreeselyk geschrokken. Ja. miss. Hij keek haar met onverholen .afkeu ring aan en zei verder geen woord. Ik heb niets geen geld, vervolgde ze, en ik heb den laatsten trein gemist en eh denk je, dat ik hier vannacht zou kunnen logeeren? Ik weet het niet, miss. Marian vroeg zich plotseling af in hoe verre hy op de hoogte was. Wist hy, dat Lindsay nog leefde? Een zwakke blos kroop over haar ge zicht. Ik geloof, dat mr. Trevor zou wen- schen, dat ik bleef, waagde ze. De menschelijke, sensitieve Poole, die Lindsay verafgoodde, ontstak in een in wendige razernij. -- Dat zei zij die hem verdorie had afgedankt als een ouden handschoen! En waarom? Dat zou ik wa- remne.' wel eens willen weten! Terwyl er geen vrouwspersoon ter wereld is, goed genoeg, om zelfs zijn schoen te poetsen.... En dan hier te komen, en flauw te vallen, en een kleur te krijgen als ze zijn naam uitspirekt. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 11