RIJNSTREEK
Een brandspuit vertelt uit
haar leven.
Van een wissen vuurdood gered!
ONTVLUCHTING VAN GEÏNTERNEERDE
SPANJAARDEN
DINSDAG 7 DECEMBER 1937
OF. I F.mSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Aanrijding. Op den Heerenweg kwa
men gisteren twee vrachtauto's in botsing.
De auto, bestuurd door H. werd aangereden
door W. de R. uit Benthuizen met gevolg,
dat eerstgenoemde wagen belangrijk werd
beschadigd. Omtrent de schuldvraag stelt
de politie een onderzoek in.
BOSKOOP.
DE GEMEENTE-BEGROOTING 1938.
Verhooging van den Gasprijs?
De gemeente-begrooting voor den dienst
1938 is door B. en W. aan den Gemeente
raad ter vaststelling aangeboden. In het
voorwoord tot de begrooting sommen B.
en W. uitvoerig de moeilijkheden op,
waarmede zij te kampen hebben gehad
om de begrooting sluitend te krijgen.
Gelukkig zijn zij hierin geslaagd zonder
belastingverhooging, zonder aantasting
van de algemeene reserve, welke f 50.000
bedraagt, zonder aantasting van de be-
drijfsreserves, welke 130.000.bedragen,
zonder raming van extra bijdragen uit 's
Rijks kas en voorloopig zonder verhooging
der gastarieven.
Wellicht zal aan een verhooging van
den gasprijs in de naaste toekomst niet
zijn te ontkomen. Mocht de ontwikkeling
van den toestand van het gasbedrijf in
verband met prijsverloop van kolen en
gasdebiet daartoe aanleiding geven, dan
zullen B. en W. omstreeks het midden van
1938 genoodzaakt zijn, de noodige voor
stellen te doen.
Om tot een sluitende begrooting te ko
men moesten B. en W. dit maal voor het
eerst een groot bedrag putten, n.l. 15.000
uit het vernieuwingsfonds van het electri-
citeitsbedrijf. Daartegenover staat geluk
kig, .dat de bedrijven winst over 1936
16.556.meer heeft bedragen dan ge
raamd was.
Dank zij de stijging van de inkomens der
ingezetenen, hetgeen aan den belastingop
brengst ten goede komt, kon wegens be
lastingopbrengsten een meerder bedrag
van 13.135.dan voor 1937 worden ge
raamd.
B. en W. heben de hoopvolle verwach
ting, dat deze stijging zich zal voortzetten.
Hiertegenover staat, dat zij de overtui
ging hebben, dat in de toekomst nog groo-
te moeilijkheden zullen zijn te overwin
nen.
De doorgaande vermindering der rijks-
uitkeering (van 69779.48 per jaar in
1934 tot een bedrag van 23886.96 per
jaar in 1944) zal nog heel wat moeilijkhe
den baren, tenzij de wetgeving op dit
stuk in een voor de gemeente gunstigen
zin wordt gewijzigd.
Zoodra er eenige ruimte komt, zalaleer
aan belastingverlaging c.q. verlaging van
bedrijfstarieven kan worden gedacht in
de eerste plaats moeten worden afgelost
de restanten van geldleeningen voor ob
jecten, welke inmiddels zijn verdwenen.
In totaal bij de gemeente en de bedrijven
een som van rond f 50.000.
Het tempo van de reserveering van gel
den tot herkrijging van verbruikte waar
borgsommen, gestort door besturen van
bijzondere lagere scholen, is volgens B.
en W. te traag.
Einde 1938 zal een bedrag van f 5500 in
totaal zijn gereserveerd, terwijl f 21495.75
In de toekomst zal moeten worden terug
betaald.
Uiteindelijk is er nog het risico, ver-
loonden aan de credietverleening aan
boomkweekers en aan door de gemeente
gegeven garanties van geldleeningen.
Tot slot geven wij nog eenige cijfers.
De gewone dienst sluit met 441.745.67
aan inkomsten en uitgaven. Hierin zit een
bedrag van 1 15.040.04 wegens onvoor
ziene uitgaven (in 1937 S 21.081.10). We
gens steun aan werkloozen is geraamd een
bedrag van f 81.500.(in 1937 f 8300.
en wegens kosten van werkverschaffing
1743.90 (in 1937 nihil). De subsidie aan
het Burgerlijk Armbestuur is uitgetrok
ken op 29.500 (in 1937 op f 28.750.—).
De uitkeering uit het werkolosheids-
subsidiefonds in de kosten van steunver-
leening en werkverschaffing is geraamd
op 63.767.81 (in 1937 64.325.—).
HAZERSWOUDE.
Verknoping. Ten overstaan van nota
ris F. C. Engelberts had heden de verkoo-
ping plaats van drie burgerwoonhuizen met
tuin en erven, staande en gelegen aan de
Dorpsstraat en in het Westeinde onder de
gemeente Hazerswoude, kadaster Sectie G
Nos. 1460 en 1483 tezamen groot 23 aren
1 centiare. Perc. 1 werd gemijnd op 10.—
en voor 4710 toegewezen aan J. Koetsier,
alhier. Perc. 2 werd opgehouden op een
bod van ƒ4300.
KOUDEKERK AAN DEN RIJN.
Burgerwacht Door de Koudekerksche
Burgerwacht werd in de lokalen der O.L.
school alhier, een onderlinge schietwed
strijd gehouden om St. Nicolaasgeschen-
ken, welke daartoe door iemand die onbe
kend wenscht te blijven beschikbaar wa
ren gesteld, terwijl door de burgemeester
voor deze wedstrijd een prachtige sigaret
tenkoker beschikbaar was gesteld.
Tot de gelukkigen die het hoogst aantal
punten op deze wedstrijd behaalden, be
hoorden de heeren Jac. Ravenbergen en
Jac. Bijleveld, beiden met 98 punten. De
winnaar van de sigarettenkoker werd Jac.
Ravenbergen.
Na afloop van den wedstrijd werden de
prijzen door den commandant, G. Schou
ten, met een toepasselijk woord uitgereikt,
die de leden aanspoorde om toch vooral ten
alle tijden de oefeningen trouw te blijven
volgen.
Hoogst voldaan gingen een 25-tal schut-
VEERBOOTJE OMGESLAGEN
TE BODEGRAVEN
Reiziger om het
leven gekomen
Gistermiddag voer bij Bodegraven
een 10-jarige jongen van de familie R.
met een wrak bootje op den Ouden
Rijn. De 35-jarige handelsreiziger W.
J. van den Berg, gewoond hebbende
aan de Vlaggemanskade te Rotterdam,
die veel haast scheen te hebben, vroeg
den jongen hem naar den overkant
te zetten, opdat hij niet tot de brug
zou behoeven te loopen.
De knaap wees den man erop, dat
het bootje niet stevig was en dat het
wel zou kunnen kapseizen; de reiziger
stoorde zich hier niet aan en sprong in
het vaartuigje.
Toen het bootje halverwegen was,
drong door een lek water naar binnen
De boot sloeg om en beide inzittenden
kwamen in het water terecht. De jon
gen wist zich te redden, doch de reizi
ger verdween in de diepte.
Enkele buurtbewoners, die het onge
luk zagen gebeuren, sprongen te water
en slaagden erin, den man op het droge
te krijgen. Met zuurstofapparaten van
het Roode Kruis trachtte men de le
vensgeesten van den man, die in be-
wusteloozen toestand verkeerde, op te
wekken.
Hierin mocht men inderdaad slagen,
doch na korten tijd is de ongelukkige,
ten gevolge van een nierverbloeding,
overleden.
Het schijnt dat de man, voordat hij
in het water viel, tegen den rand van
de boot is geslagen.
Het stoffelijk overschot is naar het
ziekenhuis aan den Coolsingel te Rot
terdam vervoerd.
i
ters met een prijs huiswaarts.
De eerstvolgende oefening is bepaald op
Vrijdag 17 December a.s.
Overleden: Kaatje van der Mey 59
j. Theodora van den Wolenberg, wed.
A. Borkeljon 54 j.
Getrouwd: Zacharias van Ginhoven
26 j. en Johanna de Graaff 23 j.
NOORDEN.
Drankbestrijding. In een gehouden le
denvergadering van Kruisverbond en Ma-
riavereeniging werd benoemd tot bestuurs
lid van de Mariavereeniging in de vaca
ture, ontstaan door het vertrek van mej. v.
Dam, mej. M. Vervoorn.
Evenals vorige jaren zal ook dit jaar
en wel op 28 December van 912 uur voor
alle schoolgaande kinderen in de St. Fran-
ciscuszaal een Kerstfeest worden bereid.
Men vertrouwt er op, dat ook dit jaar de
parochianen hiervoor een kleine gave be
schikbaar willen stellen. Het bestuur van
de Mariavereeniging zal voor een en an
der zorg dragen.
De voorzitter, de heer C. Voorn, stelde
voor om in het begin van het volgend jaar
nog eens weder een breed opgezette pro-
paganda-vergadering met attractie te or-
ganiseeren, welk idee algemeen bijval
vond. In een eerstvolgende ledenvergade
ring hoopt men met een plan te kunnen ko
men.
De geestelijk adviseur, kapelaan Stet
hield een korte inleiding over het voor
beeld en het eigen intensief werk van het
onthoudingsoffer naar het model van den
H. Joannes den Dooper met de gedachte om
zichzelf en door middel van de verdien
sten hiervan zooveel drankzuchtigen een
vredig kerstfeest te verschaffen.
Wit-Gele Kruis. Vrijdagavond te 7
uur zal prof. H. M. M. Haring van het Se
minarie Hageveld te Heemstede, alhier en
om half negen te Nieuwkoop een propa-
ganda-rede komen houden voor het Wit-
Gele Kruis. Ook het hoofdbestuur van den
Z.-H. Bond zal daarbij tegenwoordig zijn.
NIEUWKOOP.
Rectificatie. Men verzoekt ons mede
te deelen, dat v. d. A., die voor het kan
tongerecht te Alphen terecht stond wegens
overtreding van art. 9 der Vleeschverorde-
ning Nieuwkoop niet slechts ontheven werd
van rechtsvervolging (gelijk werd bericht),
doch werd vrijgesproken
WOERDEN.
Gemeenteraad. De Raan dezer ge
meente vergadert Donderdag a.s. des na
middags half drie ten stadhuize. Agenda:
1. Ingekomen stuken. 2. Capitulantenver-
ordening. 3. Verkoop strookje grond ter
rein Singel. 4. Exploitatieverordening. 5.
Verordening georganiseerd overleg. 6.
Grondaankoop. 7. Geldleening. 8. Crediet
voor buizen en kabels Tournoijsstrat. 9.
Wijziging gastarieven. 10. Begrootingswy-
ziging.
Bij het gemeentebestuur is van Ge
deputeerde Staten de mededeeling in
gekomen, dat het raadsbesluit tot ver
koop van de oude hand-brandspuit en
het spuithuis, is goedgekeurd.
De spuit zal dus weldra haar laatste
tocht maken.
ZEVENHOVEN, Sinterklaas 1937
Daartoe door de welwillende medewer-
king van het Gemeentebestuur in staat ge-
steld, waren wij in de gelegenheid een on- j
derheid met de oude handbrandspuit te
hebben.
Wij vonden haar weggestopt in een
hoekje van haar oude hok, niettegenstaan
de haar hoogen léeftijd nog monter en niet
zoo aftandsch als men dat op haar leeftijd
verwachten zou.
Temidden der spinnewebben, bedekt met
een stoflaag, slijt ze haar laatste dagen in
de gemeente, die haar lief geworden is.
Niet alleen omdat ziy deze in haar goede
jaren onschatbare diensten heefth bewe
zen, maar meer nog, om het lange leven,
dat men haar daar beschoren heeft, stem
de haar mild tegenover de regeering dezer
gemeente en het zal wel om dien reden
zijn geweest, dat ze ons zoo graag te woord j
stond.
Toen ze hoorde, dat wij „van de courant
waren", kwam er een zekere trots over
haar, want „in de courant te staan", was
iets, w.ant „in de courant te staan", was
kunnen droomen. We gunden haar die
trots.
Wij zullen nu de spuit-zelve aan het
woord laten.
Ik ben geboren in 1859 op een voor mij
onbekende plaats; ik herinner mij daar-
van alleen, dat er een heel groote werk
plaats was en dat daarin eiken werkdag
een corverdoovend laaiwaai heerschte.
Van mijn eerste dagen herinner ik mij
verder niets meer. Toen ik na beproefd te
zijn, die werkplaats mocht verlaten, weet
ik, dat ik de groote wereld voor mij zag,
met al het moois, dat daarin is. Ik was
trots op mijn uitrusting, ik zag er in elk
opzicht keurig uit. Een enkele maal voelde
ik mij wel eens wat neerslachtig, en ten
achter gesteld bij mijn grootere zusters,
maar ik heb me daar over he&n gewerkt,
en herkreeg zoodoende mijn zelfbewust
heid, en daaraan heb ik het te danken ge
had, dat ik spoedig op eigen beenen staan
kon, en „voor uitzending" geschikt was.
Zooals echter in elk spuiten-leven, wer
den ook mij de harde kanten van het le
ven niet bespaard.
Voor ik zou worden uitgezonden, kwa
men er mannen, die mij bekeken, over mij
spraken, mij niet behandelden, zooals ik
dat had verwacht; dat alles stelde mij even
teleur. Nooit had ik kunnen denken, dat
men zoo critisch werd bekeken alvorens j
waardig te worden bevonden zijn diensten
aan de menschheid aan te bieden, men-
schen uit die wereld, waarvan ik mijn i
schoonste droomen had gedroomd.
Er is over mijn oude hoofd heel wat
heengegaan, maar nooit vergeet ik dien
dag, waarop voor mijn geheele verdere le
ven werd beslist.
De door mijn meester vastgestelden prijs
bleek ik niet waard te zijn, en voor min
der dan hij zich dacht en waarop ik mij in
mijn kinderlijke eenvoud vanzelfsprekend
met hem had gelijk gesteld, kon ik mijn
ouderlijk huis verlaten.
Het was voor mij een vreemde dag, die
echter om de emoties van de reis, toch een
zeer aangename werd. Ik had enkele ma
len den naam Zvenhoven opgevangen; die
naam was mij totaal onbekend en ik had
er geen flauw begrip van, waar dat lag en
hoe ik daar komen moest, en als men niet
zulke voorzorgsmaatregelen had genomen,
zou ik zeker nooit zijn gekomen, waar ik
r.u nog ben. Ik reisde gedeelteljik per
trein en grootendeels over water; dat
duurde dagen en als men mij niet had ge
kleed op een wijze, dat ik de koude kon I
trotseeren, zou ik nooit zijn aangekomen
in een conditie, die men nu eenmaal aan
mij mocht stellen.
Ik zie nog de eerste huizen van de~e
plaats en daarna de blijde gezichten van
zoovele inwoners, dat ik ze niet kon tel
len. De geheele gemeenteraad was aanwe
zig. Ik werd niet welkom geheeten, maar
de uitroeDen van bewondering over mij
zelf klonken mij aangenamer in de ooren
dan menig nietszeggends welkomstwoord
dikwijls doet. Met één slag had ik a'ler
harten veroverd, en vanaf datzelfde
oogenblik voelde ik me hier thuis en het
zijn alleen de jonge iaren geweest, dat de
gedachte van altijd hier te moeten blijven,
mij een tikje weemoedig stemde. Maar nu
moet ik hier eerlijkheidshalve direct aan
toevoegen, dat ik er later nooit ook maar
de minste spijt van gehad heb; verschil-
was doorgeroest. Op een onverwacht mo
ment staakte de klok; de kosteres naar bo
ven, waar zij wel de klok maar niet de
klepel vond, en zij had zoo lustig getrok
ken, ook al toen de klepel er af was!
ZWAMMERDAM.
dende handen van verschillende geslach
ten hebben mij beroerd, maar toch altijd
Waren er onder hen, die zooals ik, hier hun
kinderjaren sleten, vader werden, en wier
kinderen ook weer mij bedienden, en dat
altijd op een wijze, die ik me nooit had
kunnen voorstellen.
Bij deze gedachte pinkte het oudje een
stille traan weg; wij zwegen een oogenblik
en veelden met haar wat er in haar om
ging, in haar, die zelve al die geslachten
heeft overleefd.
Met iets weemoedigs in haar stem ver
telde zij ons van hen, die haar hadden be
diend, van hen, die haar zijn voorgegaan.
Een enkele keer echter flikkerden haar
oogen op: dat was toen zij ons vertelde van
die brand, waarbij men haar zoo minach
tend had' behandeld, en men op haar had
geraasd en zelfs gevloekt, en waarom? De
trompvoerder schreeuwde om méér water,
zette de pompers tot harder werken aan, en
heusch, die konden het niet helpen; die
hadden on dat moment niet meer kunnen
zweeten dan zij al deden en niet vlugger
kunnen pompen. Want wat bleek? De
sloot, waarin de slangen waren geleed, was
zeer modderig, en op zeker oogenblik was
er te veel van die substantie door mij op
geslurpt en ik zat verstopt! Dat hadden
die menschen moeten zien; ik-zelf
schree"wde. piepte, knarste, maar niets
hielp. Ik wil u wel verraden, waarom men
dat niet zag en mij geheel ten onrechte
de schuld gaf. Er was een zekere verster
king voor de menschen gebracht in den
ER ZIJN ER 15 WEG.
Thans nog 53 geïnterneerden in ons land.
Het is gebleken, dat behalve uit Zeist
en Eindhoven, ook uit Den Haag vijf
Spanjaarden, die daar geïnterneerd wa
ren, sinds eenige dagen spoorloos zijn
verdwenen.
Gisteren haden zy zich voor controle
moeten aanmelden aan het hoofdbureau
van politie aan het Alexanderveld te den
Haag, zooals zij iedere acht dagen moes
ten doen. Zij zijn echter niet opgekomen,
en men neemt dus aan, dat zij gevlucht
zijn in de richting van Spanje. In de resi
dentie is op verschillende plaatsen, in een
stichting en bij particulieren, een dertig
tal Spanjaarden onder dak gebracht, in
het Kolpinghuis aan den Z. O. Buitensin
gel een twintigtal meest op zichzelf wo
nende Spanjaarden met gezinnen die óf
meegekomen zijn óf later uit Spanje hier
heen zijn gevolgd.
De in het Kolping-huis vertoevende
Spanjaarden zijn allen uit Madrid afkom
stige intellectueelen. Zij waren gedurende
den burgeroorlog in gebouwen der Neder-
landsche legatie gevlucht en later moch
ten zij naai' Nederland, op voorwaarde,
dat zij niet zouden probeeren terug te
keeren om in de legers van Franco te
vechten. Toen zij in Den Haag zijn onder
gebracht, hebben zij hun eerewoord ge
geven, dat zij niet zouden trachten te
vluchten.
De beheerder van het Kolping-huis ver
telde, dat uit zijn inrichting Donderdag
één der Spanjaarden had medegedeeld,
dat hij voor twee dagen wegging, want hij
wilde een kennis in Ede gaan opzoeken.
Een tweede Spanjaard zeide hem Vrijdag,
dat hij niet thuis zou komen om te eten.
De derde had weer iets anders bedacht
om weg te blijven.
Waar zij zich eenmaal in de acht da
gen moesten melden, stak er niets vreemd
in, dat zij eens een paar dagen er tusschen
uit trokken, te meer waar zij zich tot he
den stipt aan de voorschriften hadden ge
houden. Toen evenwel bekend werd, dat
uit Zeist Spanjaarden gevlucht waren,
kreeg de huismeester van het Kolping-huis
achterdocht en waarschuwde de autori
teiten.
De drie uit dit Haagsche huis verdwe
nen Spanjaarden zijn Delgado, een advo
caat uit Madrid, Cenbranos, kapitein van
de civiele garde te Madrid en Ponce de
Leon, wiens beroep niet bekend is. Hun
leeftijden varieeren tusschen de 26 en 28
jaar.
Bij een onderzoek op hun kamers bleek,
dat zij hun koffers en andere eigendom
men hadden achtergelaten. Zoo goed als
niets hebben zij meegenomen, om geen
argwaan te wekken. Over veel geld kun
nen zij naar men meende ook niet
beschikken, daar zij van het comité slechts
een beperkte geldelijke uitkeering kre
gen. Zij moeten dus bij hun vlucht hulp
van anderen hebben gehad.
Twee andere van de verdwenen Span
jaarden hielden bij particulieren in de
Celebesstraat verblijf.
Eén van deze twee, zekere Ikaran, woon
de bij een dame in met zijn vrouw en
kind. De Spanjaard is er van door gegaan,
zijn familie hier achterlatend.
De rijksvreemdeligendienst is hier di
rect mede in kennis gesteld. De overgeble
ven 17 Spanjaarden in het Kolping-huis
zijn zeer verstoord over het optreden van
hun landgenooten. Zij wezen er op, dat
dezen hun eerewoord hadden gegeven om
niet te vluchten en dat nooit hadden mo
gen breken. Het gevolg is nu, dat ook de
Spanjaarden in Den Haag zich iederen
dag moeten melden op het hoofdbureau
vorm van een bepaald geestrijk vocht, en
nu nog ben ik e rvan overtuigd, dat men
bij overmatig gebruik daarvan zijn werk
niet goed doet. Dat was toen ook het ge
val. Ik ben er nu echter over heen, omdat
men later zijn fout heeft ingezien en mij
weer behoorlijk heeft opgeknapt.
Eenmaal, zoo herinner ik mij, heb ik
een hachelijk oogenblik meegemaakt. Het
was bij een groote boerderij brand. Ik deed
mijn best en spoot wat ik spuiten kon. Ik
voelde de hitte der vlammen, maar bleef
spuiten, ik voelde me op mijn best, maar
wat gebeurde er? Mijn mannen lieten me
in den steek, omdat het zoo warm werd;
niemand dacht aan mij, ja toch, een jonge
kerel vliegt op mij af, rukt aan één van
mijn lange armen en het gelukte hem my
van een wissen vuurdood te redden. Altijd
zal ik hem daarvoor dankbaar blijven. Ik
zie nog altijd in die daad een waardeering
voor mijn werk, en daar ik die hier weinig
heb gehad, stel ik het zooveel te meer op
hoogen prijs.
Een enkele keer is mijn leven nog eens
bedreigd geweest. Dat was toen onze Raad
ik mag na zooveel jaar zoo wel spreken,
voegde zy er bij er over dacht mij te
vervangen door zoo'n stoemding, maar ge
lukkig is het er nooit van gekomen. Ik ben
de trots van Zevenhoven gebleven!
En dat men mij nu, om de reeds in uw
courant gepubliceerde redenen, wil ver-
koopen, kan ik billijken. Ik heb hierbij
het gevoel, dat men mij recht doet weder
varen. Er is zelfs een besluit over mij ge
nomen in onzen Raad, en niemand minder
dan Gedeputeerde Staten in den Haag zul
len over mij beslissen. Ik wacht nu al ruim
twee maanden op die bslissing; ik hoop,
dat ze ten mijne gunste zal uitvallen. Ik
zal u dat ter zijner tijd heel graag zelf nog
vertellen.
Hierna namen wij afscheid met een ge
voel, dat we hier kennis hadden gemaakt
met iemand, die steeds het algemeen be
lang trouw en met volle toewijding heeft
gediend, en die wij ten alle tijde aan allen
ten voorbeeld kunnen stellen.
van politie en dat zjj onder veel strenger
toezicht zijn gekomen.
Van den rijksvreemdelingendienst ver
namen wij nog, dat heden door geheel
Nederland een telling is gelast van de nog
hier vertoevende geïnterneerde Span
jaarden. Het is gebleken dat er thans nog
53 geïnterneerde mannelijke Spanjaarden
in ons land zijn. Er'waren er tot voor kort
68, zoodat er dus in totaal vijftien ver
dwenen zijn uit Zeist, Eindhoven en Den
Haag.
Uit andere plaatsen wordt geen mel
ding gemaakt van vermissing van Span
jaarden. „Tel."
Vragen aan de Ministers van
Buitenlandsche Zaken en van Justitie.
De heer Van der Goes van Naters heeft
aan de ministers van Buitenlandsche Zaken
en van Justitie de volgende vragen gesteld:
1. Hebben de Ministers kennis genomen
van de berichten, dat sinds 2 Dec. j.l. "tien
te Zeist en Eindhoven met beperkte bewe
gingsvrijheid geïnterneerde Spanjaarden
voortvluchtig zijn?
2. Zijn de Ministers wanneer deze be
richten juist zijn niet van oordeel, dat,
waar reeds eerder geïnterneerde Spaansche
combattanten in strijd met hun eerewoord
ontvluchtingspogingen hebben gedaan, de
thans nog aanwezige Spaansche geïnter
neerden aan een strengere bewaking moeten
onderworpen, zoowel in verband met de
tegenover de Spaansche regeering aange
gane verplichtingen, als ingevolge de wet
van 8 April 1937 en het Koninklijk besluit
van 11 Juni 1937 betreffende de non-inter-
ven'tie-overeenkomst?
3. Zijn de Ministers bereid mede te dee-
len, welke maatregelen zij te dien einde
zullen nemen of wellicht reeds hebben ge
nomen?
DE OVERGEBLEVEN SPANJAARDEN
IN VERZEKERDE BEWARING.
De regeeringspersdienst meldt ten ver
volge op de mededeeling van gisteren be
treffende de ontvluchting van een aantal
hier te lande geïnterneerde Spanjaarden,
dat, met het oog op de onzekerheid, die
mede daardoor aan den dag is getreden ten
aanzien van de overgebleven Spanjaarden,
de Regeering besloten heeft, deze in ver
zekerde bewaring te houden tot van het
bewind van generaal Franco bevestiging
zal zijn ontvangen, dat de gevluchte Span
jaarden, die hun aan de Nederlandsche Re
geering gegeven woord hebben gebroken,
bij aankomst in het onder dat bewind staan
de deel van Spanje, naar Nederland zullen
worden teruggezonden.
De betrokken Spanjaarden zijn In de
plaats waar zij vertoefden in politiebewa-
ring gesteld in afwachting van overbren
ging naar een gezamenlijke verblijfplaats.
Kellner. heb Je kou we melk? 1
Zeke* mynheer.
Nop geef me dan maar heefe
tu aüioEU v-r*
mi/ (Bouillabaisse)
ZEVENHOVEN.
Zij wist niet, waar de klepel was.
Tijdens het luiden van de kerkklok van den
gemeentetoren tot oproep der kerkgangers
naar den Dienst van tien uur is de klepel
losgeraakt, doordat op een niet met het
bloote oog zichtbare plaats een onderdeel
Arbeidsbeurs. Aantal ingeschrevenen
bij de Arbeidsbemiddeling: Mannen 53.
Vrouwen 4. Verdeeld naar de beroepen:
steenfabr.arb. 5, bouwbedrijven 10, hout-
bew. 1, kleeding 1, metaalnijverh. 3, voed.
en genotmiddelen 2, landbouwbedr. 22, ver
keerswezen 2, huiselijke diensten 3, onge
schoolde arbeiders 8. Totaal 57.