RIJNSTREEK Een brandspuit vertelt uit haar leven. Van een wissen vuurdood gered! ONTVLUCHTING VAN GEÏNTERNEERDE SPANJAARDEN DINSDAG 7 DECEMBER 1937 OF. I F.mSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. ALPHEN AAN DEN RIJN. Aanrijding. Op den Heerenweg kwa men gisteren twee vrachtauto's in botsing. De auto, bestuurd door H. werd aangereden door W. de R. uit Benthuizen met gevolg, dat eerstgenoemde wagen belangrijk werd beschadigd. Omtrent de schuldvraag stelt de politie een onderzoek in. BOSKOOP. DE GEMEENTE-BEGROOTING 1938. Verhooging van den Gasprijs? De gemeente-begrooting voor den dienst 1938 is door B. en W. aan den Gemeente raad ter vaststelling aangeboden. In het voorwoord tot de begrooting sommen B. en W. uitvoerig de moeilijkheden op, waarmede zij te kampen hebben gehad om de begrooting sluitend te krijgen. Gelukkig zijn zij hierin geslaagd zonder belastingverhooging, zonder aantasting van de algemeene reserve, welke f 50.000 bedraagt, zonder aantasting van de be- drijfsreserves, welke 130.000.bedragen, zonder raming van extra bijdragen uit 's Rijks kas en voorloopig zonder verhooging der gastarieven. Wellicht zal aan een verhooging van den gasprijs in de naaste toekomst niet zijn te ontkomen. Mocht de ontwikkeling van den toestand van het gasbedrijf in verband met prijsverloop van kolen en gasdebiet daartoe aanleiding geven, dan zullen B. en W. omstreeks het midden van 1938 genoodzaakt zijn, de noodige voor stellen te doen. Om tot een sluitende begrooting te ko men moesten B. en W. dit maal voor het eerst een groot bedrag putten, n.l. 15.000 uit het vernieuwingsfonds van het electri- citeitsbedrijf. Daartegenover staat geluk kig, .dat de bedrijven winst over 1936 16.556.meer heeft bedragen dan ge raamd was. Dank zij de stijging van de inkomens der ingezetenen, hetgeen aan den belastingop brengst ten goede komt, kon wegens be lastingopbrengsten een meerder bedrag van 13.135.dan voor 1937 worden ge raamd. B. en W. heben de hoopvolle verwach ting, dat deze stijging zich zal voortzetten. Hiertegenover staat, dat zij de overtui ging hebben, dat in de toekomst nog groo- te moeilijkheden zullen zijn te overwin nen. De doorgaande vermindering der rijks- uitkeering (van 69779.48 per jaar in 1934 tot een bedrag van 23886.96 per jaar in 1944) zal nog heel wat moeilijkhe den baren, tenzij de wetgeving op dit stuk in een voor de gemeente gunstigen zin wordt gewijzigd. Zoodra er eenige ruimte komt, zalaleer aan belastingverlaging c.q. verlaging van bedrijfstarieven kan worden gedacht in de eerste plaats moeten worden afgelost de restanten van geldleeningen voor ob jecten, welke inmiddels zijn verdwenen. In totaal bij de gemeente en de bedrijven een som van rond f 50.000. Het tempo van de reserveering van gel den tot herkrijging van verbruikte waar borgsommen, gestort door besturen van bijzondere lagere scholen, is volgens B. en W. te traag. Einde 1938 zal een bedrag van f 5500 in totaal zijn gereserveerd, terwijl f 21495.75 In de toekomst zal moeten worden terug betaald. Uiteindelijk is er nog het risico, ver- loonden aan de credietverleening aan boomkweekers en aan door de gemeente gegeven garanties van geldleeningen. Tot slot geven wij nog eenige cijfers. De gewone dienst sluit met 441.745.67 aan inkomsten en uitgaven. Hierin zit een bedrag van 1 15.040.04 wegens onvoor ziene uitgaven (in 1937 S 21.081.10). We gens steun aan werkloozen is geraamd een bedrag van f 81.500.(in 1937 f 8300. en wegens kosten van werkverschaffing 1743.90 (in 1937 nihil). De subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur is uitgetrok ken op 29.500 (in 1937 op f 28.750.—). De uitkeering uit het werkolosheids- subsidiefonds in de kosten van steunver- leening en werkverschaffing is geraamd op 63.767.81 (in 1937 64.325.—). HAZERSWOUDE. Verknoping. Ten overstaan van nota ris F. C. Engelberts had heden de verkoo- ping plaats van drie burgerwoonhuizen met tuin en erven, staande en gelegen aan de Dorpsstraat en in het Westeinde onder de gemeente Hazerswoude, kadaster Sectie G Nos. 1460 en 1483 tezamen groot 23 aren 1 centiare. Perc. 1 werd gemijnd op 10.— en voor 4710 toegewezen aan J. Koetsier, alhier. Perc. 2 werd opgehouden op een bod van ƒ4300. KOUDEKERK AAN DEN RIJN. Burgerwacht Door de Koudekerksche Burgerwacht werd in de lokalen der O.L. school alhier, een onderlinge schietwed strijd gehouden om St. Nicolaasgeschen- ken, welke daartoe door iemand die onbe kend wenscht te blijven beschikbaar wa ren gesteld, terwijl door de burgemeester voor deze wedstrijd een prachtige sigaret tenkoker beschikbaar was gesteld. Tot de gelukkigen die het hoogst aantal punten op deze wedstrijd behaalden, be hoorden de heeren Jac. Ravenbergen en Jac. Bijleveld, beiden met 98 punten. De winnaar van de sigarettenkoker werd Jac. Ravenbergen. Na afloop van den wedstrijd werden de prijzen door den commandant, G. Schou ten, met een toepasselijk woord uitgereikt, die de leden aanspoorde om toch vooral ten alle tijden de oefeningen trouw te blijven volgen. Hoogst voldaan gingen een 25-tal schut- VEERBOOTJE OMGESLAGEN TE BODEGRAVEN Reiziger om het leven gekomen Gistermiddag voer bij Bodegraven een 10-jarige jongen van de familie R. met een wrak bootje op den Ouden Rijn. De 35-jarige handelsreiziger W. J. van den Berg, gewoond hebbende aan de Vlaggemanskade te Rotterdam, die veel haast scheen te hebben, vroeg den jongen hem naar den overkant te zetten, opdat hij niet tot de brug zou behoeven te loopen. De knaap wees den man erop, dat het bootje niet stevig was en dat het wel zou kunnen kapseizen; de reiziger stoorde zich hier niet aan en sprong in het vaartuigje. Toen het bootje halverwegen was, drong door een lek water naar binnen De boot sloeg om en beide inzittenden kwamen in het water terecht. De jon gen wist zich te redden, doch de reizi ger verdween in de diepte. Enkele buurtbewoners, die het onge luk zagen gebeuren, sprongen te water en slaagden erin, den man op het droge te krijgen. Met zuurstofapparaten van het Roode Kruis trachtte men de le vensgeesten van den man, die in be- wusteloozen toestand verkeerde, op te wekken. Hierin mocht men inderdaad slagen, doch na korten tijd is de ongelukkige, ten gevolge van een nierverbloeding, overleden. Het schijnt dat de man, voordat hij in het water viel, tegen den rand van de boot is geslagen. Het stoffelijk overschot is naar het ziekenhuis aan den Coolsingel te Rot terdam vervoerd. i ters met een prijs huiswaarts. De eerstvolgende oefening is bepaald op Vrijdag 17 December a.s. Overleden: Kaatje van der Mey 59 j. Theodora van den Wolenberg, wed. A. Borkeljon 54 j. Getrouwd: Zacharias van Ginhoven 26 j. en Johanna de Graaff 23 j. NOORDEN. Drankbestrijding. In een gehouden le denvergadering van Kruisverbond en Ma- riavereeniging werd benoemd tot bestuurs lid van de Mariavereeniging in de vaca ture, ontstaan door het vertrek van mej. v. Dam, mej. M. Vervoorn. Evenals vorige jaren zal ook dit jaar en wel op 28 December van 912 uur voor alle schoolgaande kinderen in de St. Fran- ciscuszaal een Kerstfeest worden bereid. Men vertrouwt er op, dat ook dit jaar de parochianen hiervoor een kleine gave be schikbaar willen stellen. Het bestuur van de Mariavereeniging zal voor een en an der zorg dragen. De voorzitter, de heer C. Voorn, stelde voor om in het begin van het volgend jaar nog eens weder een breed opgezette pro- paganda-vergadering met attractie te or- ganiseeren, welk idee algemeen bijval vond. In een eerstvolgende ledenvergade ring hoopt men met een plan te kunnen ko men. De geestelijk adviseur, kapelaan Stet hield een korte inleiding over het voor beeld en het eigen intensief werk van het onthoudingsoffer naar het model van den H. Joannes den Dooper met de gedachte om zichzelf en door middel van de verdien sten hiervan zooveel drankzuchtigen een vredig kerstfeest te verschaffen. Wit-Gele Kruis. Vrijdagavond te 7 uur zal prof. H. M. M. Haring van het Se minarie Hageveld te Heemstede, alhier en om half negen te Nieuwkoop een propa- ganda-rede komen houden voor het Wit- Gele Kruis. Ook het hoofdbestuur van den Z.-H. Bond zal daarbij tegenwoordig zijn. NIEUWKOOP. Rectificatie. Men verzoekt ons mede te deelen, dat v. d. A., die voor het kan tongerecht te Alphen terecht stond wegens overtreding van art. 9 der Vleeschverorde- ning Nieuwkoop niet slechts ontheven werd van rechtsvervolging (gelijk werd bericht), doch werd vrijgesproken WOERDEN. Gemeenteraad. De Raan dezer ge meente vergadert Donderdag a.s. des na middags half drie ten stadhuize. Agenda: 1. Ingekomen stuken. 2. Capitulantenver- ordening. 3. Verkoop strookje grond ter rein Singel. 4. Exploitatieverordening. 5. Verordening georganiseerd overleg. 6. Grondaankoop. 7. Geldleening. 8. Crediet voor buizen en kabels Tournoijsstrat. 9. Wijziging gastarieven. 10. Begrootingswy- ziging. Bij het gemeentebestuur is van Ge deputeerde Staten de mededeeling in gekomen, dat het raadsbesluit tot ver koop van de oude hand-brandspuit en het spuithuis, is goedgekeurd. De spuit zal dus weldra haar laatste tocht maken. ZEVENHOVEN, Sinterklaas 1937 Daartoe door de welwillende medewer- king van het Gemeentebestuur in staat ge- steld, waren wij in de gelegenheid een on- j derheid met de oude handbrandspuit te hebben. Wij vonden haar weggestopt in een hoekje van haar oude hok, niettegenstaan de haar hoogen léeftijd nog monter en niet zoo aftandsch als men dat op haar leeftijd verwachten zou. Temidden der spinnewebben, bedekt met een stoflaag, slijt ze haar laatste dagen in de gemeente, die haar lief geworden is. Niet alleen omdat ziy deze in haar goede jaren onschatbare diensten heefth bewe zen, maar meer nog, om het lange leven, dat men haar daar beschoren heeft, stem de haar mild tegenover de regeering dezer gemeente en het zal wel om dien reden zijn geweest, dat ze ons zoo graag te woord j stond. Toen ze hoorde, dat wij „van de courant waren", kwam er een zekere trots over haar, want „in de courant te staan", was iets, w.ant „in de courant te staan", was kunnen droomen. We gunden haar die trots. Wij zullen nu de spuit-zelve aan het woord laten. Ik ben geboren in 1859 op een voor mij onbekende plaats; ik herinner mij daar- van alleen, dat er een heel groote werk plaats was en dat daarin eiken werkdag een corverdoovend laaiwaai heerschte. Van mijn eerste dagen herinner ik mij verder niets meer. Toen ik na beproefd te zijn, die werkplaats mocht verlaten, weet ik, dat ik de groote wereld voor mij zag, met al het moois, dat daarin is. Ik was trots op mijn uitrusting, ik zag er in elk opzicht keurig uit. Een enkele maal voelde ik mij wel eens wat neerslachtig, en ten achter gesteld bij mijn grootere zusters, maar ik heb me daar over he&n gewerkt, en herkreeg zoodoende mijn zelfbewust heid, en daaraan heb ik het te danken ge had, dat ik spoedig op eigen beenen staan kon, en „voor uitzending" geschikt was. Zooals echter in elk spuiten-leven, wer den ook mij de harde kanten van het le ven niet bespaard. Voor ik zou worden uitgezonden, kwa men er mannen, die mij bekeken, over mij spraken, mij niet behandelden, zooals ik dat had verwacht; dat alles stelde mij even teleur. Nooit had ik kunnen denken, dat men zoo critisch werd bekeken alvorens j waardig te worden bevonden zijn diensten aan de menschheid aan te bieden, men- schen uit die wereld, waarvan ik mijn i schoonste droomen had gedroomd. Er is over mijn oude hoofd heel wat heengegaan, maar nooit vergeet ik dien dag, waarop voor mijn geheele verdere le ven werd beslist. De door mijn meester vastgestelden prijs bleek ik niet waard te zijn, en voor min der dan hij zich dacht en waarop ik mij in mijn kinderlijke eenvoud vanzelfsprekend met hem had gelijk gesteld, kon ik mijn ouderlijk huis verlaten. Het was voor mij een vreemde dag, die echter om de emoties van de reis, toch een zeer aangename werd. Ik had enkele ma len den naam Zvenhoven opgevangen; die naam was mij totaal onbekend en ik had er geen flauw begrip van, waar dat lag en hoe ik daar komen moest, en als men niet zulke voorzorgsmaatregelen had genomen, zou ik zeker nooit zijn gekomen, waar ik r.u nog ben. Ik reisde gedeelteljik per trein en grootendeels over water; dat duurde dagen en als men mij niet had ge kleed op een wijze, dat ik de koude kon I trotseeren, zou ik nooit zijn aangekomen in een conditie, die men nu eenmaal aan mij mocht stellen. Ik zie nog de eerste huizen van de~e plaats en daarna de blijde gezichten van zoovele inwoners, dat ik ze niet kon tel len. De geheele gemeenteraad was aanwe zig. Ik werd niet welkom geheeten, maar de uitroeDen van bewondering over mij zelf klonken mij aangenamer in de ooren dan menig nietszeggends welkomstwoord dikwijls doet. Met één slag had ik a'ler harten veroverd, en vanaf datzelfde oogenblik voelde ik me hier thuis en het zijn alleen de jonge iaren geweest, dat de gedachte van altijd hier te moeten blijven, mij een tikje weemoedig stemde. Maar nu moet ik hier eerlijkheidshalve direct aan toevoegen, dat ik er later nooit ook maar de minste spijt van gehad heb; verschil- was doorgeroest. Op een onverwacht mo ment staakte de klok; de kosteres naar bo ven, waar zij wel de klok maar niet de klepel vond, en zij had zoo lustig getrok ken, ook al toen de klepel er af was! ZWAMMERDAM. dende handen van verschillende geslach ten hebben mij beroerd, maar toch altijd Waren er onder hen, die zooals ik, hier hun kinderjaren sleten, vader werden, en wier kinderen ook weer mij bedienden, en dat altijd op een wijze, die ik me nooit had kunnen voorstellen. Bij deze gedachte pinkte het oudje een stille traan weg; wij zwegen een oogenblik en veelden met haar wat er in haar om ging, in haar, die zelve al die geslachten heeft overleefd. Met iets weemoedigs in haar stem ver telde zij ons van hen, die haar hadden be diend, van hen, die haar zijn voorgegaan. Een enkele keer echter flikkerden haar oogen op: dat was toen zij ons vertelde van die brand, waarbij men haar zoo minach tend had' behandeld, en men op haar had geraasd en zelfs gevloekt, en waarom? De trompvoerder schreeuwde om méér water, zette de pompers tot harder werken aan, en heusch, die konden het niet helpen; die hadden on dat moment niet meer kunnen zweeten dan zij al deden en niet vlugger kunnen pompen. Want wat bleek? De sloot, waarin de slangen waren geleed, was zeer modderig, en op zeker oogenblik was er te veel van die substantie door mij op geslurpt en ik zat verstopt! Dat hadden die menschen moeten zien; ik-zelf schree"wde. piepte, knarste, maar niets hielp. Ik wil u wel verraden, waarom men dat niet zag en mij geheel ten onrechte de schuld gaf. Er was een zekere verster king voor de menschen gebracht in den ER ZIJN ER 15 WEG. Thans nog 53 geïnterneerden in ons land. Het is gebleken, dat behalve uit Zeist en Eindhoven, ook uit Den Haag vijf Spanjaarden, die daar geïnterneerd wa ren, sinds eenige dagen spoorloos zijn verdwenen. Gisteren haden zy zich voor controle moeten aanmelden aan het hoofdbureau van politie aan het Alexanderveld te den Haag, zooals zij iedere acht dagen moes ten doen. Zij zijn echter niet opgekomen, en men neemt dus aan, dat zij gevlucht zijn in de richting van Spanje. In de resi dentie is op verschillende plaatsen, in een stichting en bij particulieren, een dertig tal Spanjaarden onder dak gebracht, in het Kolpinghuis aan den Z. O. Buitensin gel een twintigtal meest op zichzelf wo nende Spanjaarden met gezinnen die óf meegekomen zijn óf later uit Spanje hier heen zijn gevolgd. De in het Kolping-huis vertoevende Spanjaarden zijn allen uit Madrid afkom stige intellectueelen. Zij waren gedurende den burgeroorlog in gebouwen der Neder- landsche legatie gevlucht en later moch ten zij naai' Nederland, op voorwaarde, dat zij niet zouden probeeren terug te keeren om in de legers van Franco te vechten. Toen zij in Den Haag zijn onder gebracht, hebben zij hun eerewoord ge geven, dat zij niet zouden trachten te vluchten. De beheerder van het Kolping-huis ver telde, dat uit zijn inrichting Donderdag één der Spanjaarden had medegedeeld, dat hij voor twee dagen wegging, want hij wilde een kennis in Ede gaan opzoeken. Een tweede Spanjaard zeide hem Vrijdag, dat hij niet thuis zou komen om te eten. De derde had weer iets anders bedacht om weg te blijven. Waar zij zich eenmaal in de acht da gen moesten melden, stak er niets vreemd in, dat zij eens een paar dagen er tusschen uit trokken, te meer waar zij zich tot he den stipt aan de voorschriften hadden ge houden. Toen evenwel bekend werd, dat uit Zeist Spanjaarden gevlucht waren, kreeg de huismeester van het Kolping-huis achterdocht en waarschuwde de autori teiten. De drie uit dit Haagsche huis verdwe nen Spanjaarden zijn Delgado, een advo caat uit Madrid, Cenbranos, kapitein van de civiele garde te Madrid en Ponce de Leon, wiens beroep niet bekend is. Hun leeftijden varieeren tusschen de 26 en 28 jaar. Bij een onderzoek op hun kamers bleek, dat zij hun koffers en andere eigendom men hadden achtergelaten. Zoo goed als niets hebben zij meegenomen, om geen argwaan te wekken. Over veel geld kun nen zij naar men meende ook niet beschikken, daar zij van het comité slechts een beperkte geldelijke uitkeering kre gen. Zij moeten dus bij hun vlucht hulp van anderen hebben gehad. Twee andere van de verdwenen Span jaarden hielden bij particulieren in de Celebesstraat verblijf. Eén van deze twee, zekere Ikaran, woon de bij een dame in met zijn vrouw en kind. De Spanjaard is er van door gegaan, zijn familie hier achterlatend. De rijksvreemdeligendienst is hier di rect mede in kennis gesteld. De overgeble ven 17 Spanjaarden in het Kolping-huis zijn zeer verstoord over het optreden van hun landgenooten. Zij wezen er op, dat dezen hun eerewoord hadden gegeven om niet te vluchten en dat nooit hadden mo gen breken. Het gevolg is nu, dat ook de Spanjaarden in Den Haag zich iederen dag moeten melden op het hoofdbureau vorm van een bepaald geestrijk vocht, en nu nog ben ik e rvan overtuigd, dat men bij overmatig gebruik daarvan zijn werk niet goed doet. Dat was toen ook het ge val. Ik ben er nu echter over heen, omdat men later zijn fout heeft ingezien en mij weer behoorlijk heeft opgeknapt. Eenmaal, zoo herinner ik mij, heb ik een hachelijk oogenblik meegemaakt. Het was bij een groote boerderij brand. Ik deed mijn best en spoot wat ik spuiten kon. Ik voelde de hitte der vlammen, maar bleef spuiten, ik voelde me op mijn best, maar wat gebeurde er? Mijn mannen lieten me in den steek, omdat het zoo warm werd; niemand dacht aan mij, ja toch, een jonge kerel vliegt op mij af, rukt aan één van mijn lange armen en het gelukte hem my van een wissen vuurdood te redden. Altijd zal ik hem daarvoor dankbaar blijven. Ik zie nog altijd in die daad een waardeering voor mijn werk, en daar ik die hier weinig heb gehad, stel ik het zooveel te meer op hoogen prijs. Een enkele keer is mijn leven nog eens bedreigd geweest. Dat was toen onze Raad ik mag na zooveel jaar zoo wel spreken, voegde zy er bij er over dacht mij te vervangen door zoo'n stoemding, maar ge lukkig is het er nooit van gekomen. Ik ben de trots van Zevenhoven gebleven! En dat men mij nu, om de reeds in uw courant gepubliceerde redenen, wil ver- koopen, kan ik billijken. Ik heb hierbij het gevoel, dat men mij recht doet weder varen. Er is zelfs een besluit over mij ge nomen in onzen Raad, en niemand minder dan Gedeputeerde Staten in den Haag zul len over mij beslissen. Ik wacht nu al ruim twee maanden op die bslissing; ik hoop, dat ze ten mijne gunste zal uitvallen. Ik zal u dat ter zijner tijd heel graag zelf nog vertellen. Hierna namen wij afscheid met een ge voel, dat we hier kennis hadden gemaakt met iemand, die steeds het algemeen be lang trouw en met volle toewijding heeft gediend, en die wij ten alle tijde aan allen ten voorbeeld kunnen stellen. van politie en dat zjj onder veel strenger toezicht zijn gekomen. Van den rijksvreemdelingendienst ver namen wij nog, dat heden door geheel Nederland een telling is gelast van de nog hier vertoevende geïnterneerde Span jaarden. Het is gebleken dat er thans nog 53 geïnterneerde mannelijke Spanjaarden in ons land zijn. Er'waren er tot voor kort 68, zoodat er dus in totaal vijftien ver dwenen zijn uit Zeist, Eindhoven en Den Haag. Uit andere plaatsen wordt geen mel ding gemaakt van vermissing van Span jaarden. „Tel." Vragen aan de Ministers van Buitenlandsche Zaken en van Justitie. De heer Van der Goes van Naters heeft aan de ministers van Buitenlandsche Zaken en van Justitie de volgende vragen gesteld: 1. Hebben de Ministers kennis genomen van de berichten, dat sinds 2 Dec. j.l. "tien te Zeist en Eindhoven met beperkte bewe gingsvrijheid geïnterneerde Spanjaarden voortvluchtig zijn? 2. Zijn de Ministers wanneer deze be richten juist zijn niet van oordeel, dat, waar reeds eerder geïnterneerde Spaansche combattanten in strijd met hun eerewoord ontvluchtingspogingen hebben gedaan, de thans nog aanwezige Spaansche geïnter neerden aan een strengere bewaking moeten onderworpen, zoowel in verband met de tegenover de Spaansche regeering aange gane verplichtingen, als ingevolge de wet van 8 April 1937 en het Koninklijk besluit van 11 Juni 1937 betreffende de non-inter- ven'tie-overeenkomst? 3. Zijn de Ministers bereid mede te dee- len, welke maatregelen zij te dien einde zullen nemen of wellicht reeds hebben ge nomen? DE OVERGEBLEVEN SPANJAARDEN IN VERZEKERDE BEWARING. De regeeringspersdienst meldt ten ver volge op de mededeeling van gisteren be treffende de ontvluchting van een aantal hier te lande geïnterneerde Spanjaarden, dat, met het oog op de onzekerheid, die mede daardoor aan den dag is getreden ten aanzien van de overgebleven Spanjaarden, de Regeering besloten heeft, deze in ver zekerde bewaring te houden tot van het bewind van generaal Franco bevestiging zal zijn ontvangen, dat de gevluchte Span jaarden, die hun aan de Nederlandsche Re geering gegeven woord hebben gebroken, bij aankomst in het onder dat bewind staan de deel van Spanje, naar Nederland zullen worden teruggezonden. De betrokken Spanjaarden zijn In de plaats waar zij vertoefden in politiebewa- ring gesteld in afwachting van overbren ging naar een gezamenlijke verblijfplaats. Kellner. heb Je kou we melk? 1 Zeke* mynheer. Nop geef me dan maar heefe tu aüioEU v-r* mi/ (Bouillabaisse) ZEVENHOVEN. Zij wist niet, waar de klepel was. Tijdens het luiden van de kerkklok van den gemeentetoren tot oproep der kerkgangers naar den Dienst van tien uur is de klepel losgeraakt, doordat op een niet met het bloote oog zichtbare plaats een onderdeel Arbeidsbeurs. Aantal ingeschrevenen bij de Arbeidsbemiddeling: Mannen 53. Vrouwen 4. Verdeeld naar de beroepen: steenfabr.arb. 5, bouwbedrijven 10, hout- bew. 1, kleeding 1, metaalnijverh. 3, voed. en genotmiddelen 2, landbouwbedr. 22, ver keerswezen 2, huiselijke diensten 3, onge schoolde arbeiders 8. Totaal 57.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8