De verzwaring van de Dienstplicht VRIJDAG 3 DECEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE Bi AD - PAG. 7 Tweede Kamer De landsverdediging moet versterkt worden Over het „hoe" verschillen de meeningen Vreedzaam verdedigingsmiddel ter bescher ming van den uitvoer. Vergadering van Donderdag 2 Dec. Voorzitter: mr. J. R. H. van Schaik. (Vervolg). Goedgekeurd worden de wetsontwerpen tot wijziging der begrooting Verkeersfonds 1937 (deelneming in preferent kapitaal der N.V. Stoomvaartmij. Zeeland5, en een ont werp tot bevordering van de vernieuwing der vloot van deze maatschappij. mJZIGÏNG VAN DE CRISISINVOERWET Aan de orde is het voorstel tot wijziging van de crisisinvoerwet. De heer BiEREMA (Lib.) heeft groote bezwaren tegen het wetsontwerp. Het is een illusie, alleen preventief deze wapenen te kunnen gebruiken. Men moet bereid zijn de wapenen die men heeft, te gebrui ken. Gaat men dat doen, dan gaa de crisis invoerwet een aanvallend, in plaats van een verdedigend karakter dragen. Op dit ©ogenblik is van een overmatigen invoer in Nederland geen sprake. Elke zekerheid omtrent de verdeeling der contingenteeringen ontbreekt, daar de wet geen normen stelt. De minister zal van goeden wille zijn, doch ook hem ontbreken Objectieve normen. Het is een verkeerd stelsel, dat men zich tot Kamerleden e.d. wendt om meer toewijzingen te bereiken. Dit is af te keuren. De heer VAN DEN TEMPEL (S.D.) waardeert het streven der regeering tot be vordering van den uitvoer. Het is echter noodig, dat bij de behandeling van dit wetsontwerp duidelijk blijke, dat de toe passing der wet niet zal leiden tot een ©uderwetsche protectionistische politiek. Een nadeel van het voorstel is de groote macht, gegeven aan regeering en bureau cratie, vooral nu een organische vertegen woordiging van het bedrijfsleven ontbreekt. Sprekers fractie heeft besloten niet haar stem aan de wet te onthouden. Daarbij heeft zij tevens overwogen, dat de goed keuring der contingenteeringsbesluiten aan de Staten-Generaal blijft. Het voorbeeld van kleine landen trekt niet. De heer VAN DER PUTT (R.K.) verde digt het wetsontwerp. Het heeft zijn nut ook met het oog op de Indische belangen. Spr. heeft tal van bezwaren, zooals het be zwaar der onzekerheid, doch is tot het in zicht gekomen, dat het niet anders kan. Het belang van onzen buitenlandschen han del eischt, dat wij niet teruggaan, het eischt, dat wij verder gaan. Het is een illusie, dat kleine mogendheden door hun voorbeeld de groote mogendheden van haar politiek zouden kunnen afbrengen. De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM- BOURG (N.S.B.) zegt, dat het wetsontwerp wel zal worden aangenomen, want er zijn geen verkiezingen in zicht. Spr. is niet tegen krachtige oeconomische politiek, doch acht deze wet niet thuisbehoorend in dit regeer- stelsel. De wet zou passen in een corpora tief stelsel. Daar de wet een halve maat regel is zal sprekers fractie tegen stemmen. Het spijt spreker overigens voor den mi nister, wiens moed hij waardeert. Het wetsontwerp Is aanvallend. De heer SCHILTHUIS (V.D.) heeft zich met de Crisisinvoerwet van 1931 kunnen vereenigen, daar zij een defensief karakter had. De -wijziging van 1933 behield het cri terium van „overmatigen invoer". De aan hangige wijziging heeft een aanvallend ka rakter. Aanvallen zullen tegenaanvallen uitlokken. Spr. begrijpt wel, dat meer be wegingsvrijheid voor de onderhandelaars een voordeel beteekent, doch de nadeelen wegen zwaarder dan de voordeelen. De wij ziging, welke de minister in een nota van wijziging in de oorspronkelijk voorgestelde considerans heeft aangebracht, kent naast het criterium van overmatigen invoer de verdediging of bevordering van onzen ex port. Daar de bevoegdheid alleen gevraagd wordt voor het geval van onderhandelin gen, verdedigt spreker een amendement, waardoor het tweede criterium wordt ver vangen door de zinsnede „in verband met ter verdediging en bevordering van den export gesloten verdragen". De heer SCHOUTEN (A.R.) zegt, dat de regeering inderdaad behoefte heeft aan wapenen ten einde de aanvallen op onze oeconomie te kunnen afweren en onzen export te kunnen bevorderen. Spreker vraagt of de loopende onderhandelingen over een nieuw handelsverdrag met Duitschland eenig uitzicht openen op een beperking van het aantal contingenteerin gen. De heer BAKKER (C.H.) begint met te erkennen, dat ons land behoefte heeft aan handelspolitieke wapenen. Een wapen be hoeft niet steeds aanvallend te worden ge bruikt. De heer DE VISSER (Comm.) ziet in de gevraagde machtiging een blanco volmacht voor een voortzetting van den oeconomi- schen oorlog. i Dat gaat te ver! Den heer VAN DER WAERDEN (S.D.) gaat het wetsontwerp te ver. Met alle respect voor den minister ziet spr. een ge vaar in diens .karaktervastheid. De conces sies van den minister zijn met voldoende. ANTWOORD VAN MINISTER STEENBERGHE. De MINISTER VAN OECONOMISCHE ZAKEN, de heer STEENBERGHE, beant woordt de sprekers. De aanhangige wijziging is een legalisee ring van eenige gevestigde gewoonten, wel ker wettigheid twijfelachtig was. Spr. kan niet accoord gaan met de in stelling van commissies van advies inzake de toewijzing der invoervergunningen, doch zegt de instelling van commissies van be roep toe. Een aanvallende handelspolitiek kan men *an geen Nederlandsche regeering verwach ten. De eerste bespreking over een nieuw handelsverdrag met Duitschland heeft plaats gevonden en heeft niet tot re sultaat geleid. De Duitsche regeering heeft het Ne derlandsche standpunt momenteel in studie. Het is spreker niet bekend wan neer de onderhandelingen zullen wor den hervat. Wel echter kan worden gezegd, dat de situatie als moeilijk moet worden beschouwd. De houding van den heer Bierema heeft spreker teleurgesteld. De heer Bierema acht onderhandelingsobjecten noodig, doch hij keurt contingenteeringen en tarieven af. Welke onderhandelingsobjecten heeft de regeering dan volgens den heer Bierema noodig? De Kamer bedenke, dat de minister de zwaarste argu menten voor deze wet niet kan noemendaar juistdeze argu menten de zwakke plekken zijn bij de onderhandelingen met het buitenland. Artikelsgewijze behandeling. De verschillende artikelen komen aan de orde. De heer SCHILTHUIS (V.D.) verdedigt zijn amendement. De MINISTER kan dit amendement niet aanvaarden, daar de onderhandelingstech niek zich daartegen verzet. Men kan niet tegen het buitenland gaan zeggen: wij zijn van plan te gaan contingenteeren, wij wil len er u wel een deel van geven. Zulk een methode van onderhandelen bestaat ner gens. De heer SCHILTHUIS (VJD.) trekt zijn amendement in. Er wordt gestemd. Vóór de wet verklaar den zich 58 leden, tegen 9, te weten de liberalen, nationaal-socialis- ten,communisten en de heer van der Waerde n(S.D.). De vergadering wordt des avonds voort gezet. AVONDVERGADERING, DEFENSIE EN WIJZIGING VAN DE DIENSTPLICHTWET. Aan de orde is de begrooting van het de partement van defensie (hoofdstuk 8 der rijksbegrooting) en het ontwerp tot wijzi ging der Dienstplichtwet. De socialisten gehekeld. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.) had gehoopt, dat de sociaal-democraten en de vrijzinnig-democraten van de dwalingen huns weegs zouden zijn teruggekeerd. Ook spr. heeft oog voor sociale nooden, doch tevens voor de behoeften onzer jongens, die niet moeten worden blootgesteld aan een oorlog, waarbij zij niet voldoende be wapend en geoefend zijn. De aanvang van de weermachtparagraaf in het program der S.D.A.P. is goed, doch de sociaal-democraten bederven dit weer door hun houding jegens de defensieplan nen. De heer Albarda wil wel defensie, maar op een koopje. Dat gaat niet. De defensieplannen der regeering blijven strikt genomen beneden het minimum. Kan de marine in Indië in 1938 nog vol staan met hetgeen in 1930 noodig was? Er dreigen groote gevaren, met name van Ja pan. Bij verwikkelingen van andere mo gendheden met Japan zal onze vloot een groote taak wachten. De vloot heeft daarom uitbreiding noo dig, daar de huidige sterkte onvoldoende is. Ten minste 4 kruiser^ zijn o.m. noodig. Het aantal van zes duikbooten is onvoldoende. De aanschaffing van het materieel wordt voor de kleinste helft uit den gewonen dienst en voor het overige uit den kapitaal- dienst bekostigd. De regeering denkt over het materieel over vier jaar te beschikken. Is dat niet te lang? De sterkte van het beschikbare kader is zoo onvoldoende, dat wij tot 1939 moeten wachten eer de wijziging van de Dienst plichtwet effect kan hebben. Er is een te kort van jaren in te halen. Het corps on derofficieren is verouderd. Een opleidingstijd van 5 maan den is voldoende, doch. Spr. is niet overtuigd dat de opleidings tijd op elf maanden moet worden gebracht. Spr. kan niet aannemen, dat de huidige op leidingstijd niet voldoende is. Bij ons volk mag niet de opvatting ontstaan, dat ons le ger in geval van oorlog ongeoefend is. De ongeoefendheid, zoo zij er is, komt voort uit het gebrek aan opleiding der dienst plichtige onderofficieren en vervolgens uit het feit, dat sinds de invoering van het vooroefeningsinstituut in de opleiding niets veranderd is. In het buitenland heeft de lengte van den opkomsttijd met de op leiding niets te maken. In het algemeen zou spreker dan ook vijf maanden oefentijd voldoende ach ten, ware er niet de kwestie der grens- beveiliging.Ter wille van het laatste be lang, maar dan alleen daarvoor, kan spreker accoord gaan met een dienst tijd van elf maanden, d.w.z. vijf maan den opleiding, vijf maanden, oefentijd en een maand om te waarborgen, dat er voldoende personeel aanwezig is. Toch heeft spreker nog een moeilijk heid, en en wel deze, dat het hem niet dui delijk is, dat de grensbeveiliging voldoende georganiseerd is. De mobilisatie in de grens provinciën zal op moeilijkheden stuiten. Het zou z.i. beter zijn de grensbeveiliging op te dragen aan grensregimenten, waar van een kern in vredestijd aanwezig zou moeten zijn. Indien de minister aan spr. op dit punt klaarheid kan verschaffen, zal spr. gaarne met de plannen accoord gaan. De dienstplicht en de groote gezinnen. De heer IJSSELMUIDEN (R.K.), wijzend op de internationale rechteloos heid, betoogt dat we ons aan de besliste noodzaak moeten houden, ook wat betreft de militaire offers van ons volk, Spr. con stateert verschil van meening bij militaire deskundigen ten aanzien van den duur der eerste oefening. Spr. zou de voorkeur geven aan een nood- offer van ons volk. Men moet zich toch de uitgaven voor de defensie goed realiseeren Wie met de regeering de noodzaak van het voorgestelde wil aanvaarden, moet be dacht zijn op belastingverhooging, en deze aanvaarden. Daarom temeer moet men de noodzaak van het voorgestelde wel bewij zen. Spr. acht aan meerdere uitgaven voor defensie niet meer dan 5 millioen noodig. Spr. wijst ook op het oude katholieke be zwaar van een lang verblijf van dienstplich tigen in de kazerne. Vele ouders zijn van oodeel, dat er in de kazernes voor de jon gens weinig winst is te behalen. Daar moet ook terdege rekening mede worden gehou den. Spr. vindt de specificatie der cijfers o.m. ten aanzien van het contingent on voldoende. Spr. kan een versterking der lichting met 8000 man aanvaarden. Het is wel een dure verjongingskuur, welke de regeering het leger wil doen on dergaan. Wat zal men doen als er, voor die vijf jaren voorbij zijn, een mobilisatie noo dig is? Wat de vrijstellingen wegens broe- derdienst aangaat, spr. zou die willen be houden. In elk geval moet het maximaal bereikbare dienaangaande worden verkre gen, mede ter wille van de grootere gezin nen. Het terugkeeren na den dienstplicht in betrekkingen moet worden vergemakke lijkt. Hetgeen de soldaat moet kennen, is in den grond eigenlijk niet zoo heel veel, aan de oefeningen in grooter verband moet ook niet te groote beteekenis worden gehecht. De instructie zij zoo doeltreffend moge lijk. Bij de specialisten-compagnieën moet de opleiding in handen zijn van volkomen deskundig kader, mede aangaande de nieu were bewapening. In geval van oorlog..,. Men zegt, dat de oorlogsverklaringen zul len ontbreken. Doch men moet ook aanne melijk maken, dat de waarschuwingen zul len ontbreken. We moeten tijdig een voor mobilisatie voor grens-bewaking aandur ven; niemand kan ons dit kwalijk nemen. Anders baat de grensbeveiliging niet veel. De bevolking der grensstreken moet daar voor doeltreffend georganiseerd worden. Spr. hoopt, dat er tusschen zijn inzichten en die van den minister overeenstemming zal kunnen worden bereikt. De heer VAN DER ZAAL (A.R.) dringt aan op beteer geestelijke verzorging der militairen. De heer VAN HOUTEN (Chr. Dem.) wijst op de onmogelijkheid van een doel treffende verdediging; die is alleen mogelijk door eerder aan te vallen en eerder vrou wen en kinderen te verdelgen. Het christe lijke geweten laat den oorlog niet toe. Het is Gods wil tegen de gedachte van den oor log te strijden. De heer ALBARDAS.D.) erkende, dat onder de huidige internationale verhou dingen de Nederlandsche weermacht moet worden versterkt. Als schuldigen voor een verzwakte weermacht moet men niet de soc.-dem. en vrijz.-dem. aanwijzen. Zij hebben nooit de meerderheid in het Parlement gehad en die meerderheid is steeds vrij geweest om te doen wat zij noodig oordeelde. Ook de heeren Colijn en Van Dijk dachten, 15 jaren geleden, zich de ontwikkeling in de toekomst anders. De bewapening van de autoritaire sta ten dwingt Nederland tot een versterking. Maar daarom mogen de sociale en cultu- reele eischen nog niet worden afgewezen. De werkeloozensteun wordt niet ver hoogd, wettelijke vcantieregeling afgewe zen, ouderdomsvoorziening naar de toe komst verschoven. Natuurlijk willen de soc.-dem. niet alles ineens, maar er moet een plan zijn van de volgorde. Er is zelfs niet over gesproken. Het weerstandsvermogen van ons volk wordt aangetast wanneer de nooden wor den miskend en niet vervuld. Onder deze omstandigheden kunnen de soc.-dem. de plannen der Regeering niet onverminderd accepteeren. Spr. ontkende dat ons leger een volksleger zou zijn. Nog altijd worden de soc.-dem. bij Defensie uit- Onder-langs cn boven-over Kruising Rijksweg en trambaan bij Sassenheim DE TOEKOMST BIJ DE KLINKENBERG. Aan de Klinkenbergerbrug heeft de N.Z. H.T.M. een aanvang gemaakt met de boven bouw op de aan welke de „electrische", na het tot stand komen van de spoorwegvia duct zal volgen vanaf dien brug tot aan de Postbrug. Het hinderlijk wachten voor de spoor- boomen zal binnen betrekkelijk korten tijd dus afgeloopen zijn. Onder de door de Amsterdamsche Ballast Maatschappij tusschen de Dinsdagsche We tering en spoorlijn gebauwde viaduct door zal de tram zich over een afstand van nog geen 300 meter van 1.40 N.A.P. tot 7.10 M. N.A.P., dus 5 M. 40 hebben op te wer ken; een krachtproef waartoe „Bello" nooit in staat geweest zou zijn. Over de spoorwegviaduct zal zij, een hel ling van 1 50 ongeveer 4 M. 80 zakken om op ongeveer deze hoogte (2.27 N.A.P.) aansluiting te vinden op haar thans bestaan de baan aan de Postbrug. De tram zal vanaf de Postbrug tot onder de nieuwe viaduct door een vrije baan heb ben, voorloopig over het grootste gedeelte met enkel spoor. Het snelverkeer uit richting den Haag komende zal over de Postviaduct met een grootste helling van 1 75 ongeveer 2.65 M. moeten stijgen om op de in aanbouw zijn de spoorwegviaduct te komen; diegenen die daarna de richting Sassenheim kiezen, dus niet over de nieuw gebouwde viaduct gaan in richting Amsterdam, zullen echter een zelfde helling vinden als de trambaan. Vanaf Sassenheim zal het verkeer in de richting den Haag vóór de nieuwe Klinken bergerviaduct door een aparte baan op den nieuwen Rijksweg gebracht worden, Krui singen komen dus ook hier niet voor. De Klinkenbergerviaduct is tusschen de leuningen 19.50 M. breed en bestaat uit 5 jukken van gewapend beton, waarop een bovenbouw van eveneens gewapend beton. Zij zal twee doorgangen hebben, de Noor delijkste 6 M. 60 breed, de tweede 9 M. 30. Door de eerste zal o.m. de tram geleid wor den, door een hek gescheiden van het overige verkeer. Het viaduct is eenigszins afloopend van Noord naar Zuid. De van den Haag komende peddelaars zullen tot over de bestaande spoorweg overgang den ouden weg volgen, om daar na "echts-af te slaan en onder de in aan bouw zijnde spoorwegviaduct door op het voor hen bestemde rijwielpad te komen. De brug over de Dinsdagsche Wetering zal ook van hen alle krachten eischen want de op- zoowel als de afrit zijn geprojecteerd met een helling van 1 50. Daarna zullen zij ge- noegelijk door kunnen fietsen tot aan de Warmonderdam, waar een zeer ingewikkel de toestand ontstaat. GEMEENTERAAD VAN SASSENHEIM Burgemeester Gouverneur wijdt na ope ning der voltallige vergadering allereerst eenige woorden aan het ongeluk den na- tionalen Prins Bemhard overkomen en ver heugt zich dat er goede hoop op herstel is. Wij hopen en bidden dat het Oranjehuis en Vaderland voor zulke ernstige ongelukken bewaard mogen blijven en dat H.M. de Koningin en de Prinses zich spoedig mogen herstellen van den schok. Daarna stelt de voorzitter voor het laat ste punt der agenda: punt 14: Regeling Steunverleening, Arbeidsbemiddeling en Werkverschaffing, allereerst te behande len, in verband met de geruchten waarover ook in het plaatselijke blad een mededee- ling is verschenen. De Raad ging hiertoe in geheime zitting, welke niet minder dan an derhalf uur duurde. Na heropening deelde de voorzitter on geveer het volgende mede: Bij de controle der steun administra tie is gebleken, dat de ambtenaar be last met de uitvoering der steunrege ling, in de uitbetalingslijsten verande ringen heeft aangebracht, tengevolge waarvan 25.meer ten laste der ge meente is gekomen, dan vermeld in de declaratie aan het Rijk. Daaruit wordt geconcludeerd dat de ambtenaar zich 25.heeft bevoor deeld. Evenwel is aan B. en W. aan nemelijk gemaakt dat hij geen persoon lijk voordeel daarmede heeft beoogd en ook niet heeft gehad. In vorenstaande is niettemin aanlei ding gevonden, administratie en kas van den Gemeente-Ontvanger en van het Burgerlijk Armbestuur aan een uit voerig en nauwgezet onderzoek te on derwerpen, waarbij alles in orde werd bevonden. Al werd dus geoordeeld dat de ambtenaar zichzelf niet heeft willen bevoordeelen, toch waren B en W. van oordeel dat het wenschelijk was hem van de werkzaamheden terzake uitvoe ring van de steunverleening te onthef fen. Na overleg met den Districtsleider van den Rijkscontroledienst is de ont heffing geschied met ingang van 18 No vember j.l. Sinds dien datum wordt het werk gaande gehouden met de hulp en lei ding van een Rijkscontroleur, totdat in dezen dienst weer zai zijn voorzien. B. en W. stellen voor thans een ambte naar te benoemen belasi met de steunver leening, werkloosheidsverzekering en ar beidsbemiddeling; samengevoegd vragen gesloten. Velen die dienst willen nemen worden afgewezen. Er is een voortdurende aandrang tot kruiserbouw en voortdurend ook worden de eischen hooger. Onze vloot eischt nu al 7 kruisers. Wat moet men in een onmetelijk rijk als Indië met enkele kruisers begin nen? Dat is een verspilling van geld en krachten. De kruiser, die nu wordt aange vraagd, zal pas in '42 klaar zijn; wat heeft men er aan in dezen kritieken tijd? Wij moeten het daarom zoeken in ver sterking van de luchtmacht. De soc.-dem. zullen daarom het amendement steunen, door den heer Schilthuis voorgesteld, om den kruiserpost van 5 millioen te schrap pen. De post aankoop van materiaal zou voorts met 1/3 moeten worden verminderd De Dienstplichtwet besprekend, zei spr,, dat uitbreiding van het contingent en ver lenging van diensttijd hij ook noodig acht te, doch niet in die mate als is voorgesteld. Vermindering van den voorgestelden eerste oefentijd is noodig, want deze maakt alles duur. Doeltreffende oefeningen voor de* oude lichtingen achtte spr. beter dan wat de Re geering voorstelt. Zes maanden met 4 ploe gen is voldoende: aldus komt er een jaar- lijksche bezuiniving van 11 a 12 millioen. De soc.-dem. zullen voor het desbetreffende amendement-IJaselmuiden stemmen. De VOORZITTER betreurde dat niet meer sprekers zich hadden laten inschrij ven en hoopte, dat zich dat niet zou her halen nu er nog zooveel valt af te doen. De vergadering werd daarna verdaagd tot Vrijdagmiddag 1 uur. deze 3 diensten een volle dagtaak. De te benoemen persoon zal op arbeidscontract worden aangesteld; salaris 1200.per jaar. Aldus besloten. Bij de ingekomen stukken was een schrij ven van de Commissie voor den school- ar'tsendienst, waaruit bleek dat de Ge meente Noord wijk een vergoeding van 700.voor de auto van dr. Zijerveld wil geven. Sassenheim wil 1000.handhaven, zooals tot nu toe gewoonte. De heer van Zonneveld wil 700.per jaar geven, dat vindt hy voldoende. Uit eindelijk stelt hij voor dat de Commissie aan eenige bekende handelaren te vragen voor welk bedrag zij den dokter een wagen ter beschikking konden stellen. De voorzitter zeide toe dit voorstel over te brengen. De Rek.-Courant-overeenkomst met de Bank voor Nederlandsche Gemeenten werd voor 1938 goedgekeurd. Punt 4. Op voorstel van B. en W. werd besloten toe te treden tot de Rraude-Risico- Onderlinge. De voorschotpremie zal 85.50 bedragen. Op een vraag van den heer Ver- Kley stemde de voorzitter toe dat hij even- tuëele frauden de te betalen premie hoo ger zou zijn. Door de heeren J. P. Warmerdam, J. van Resteren en H. Slegtkamp was een request ingediend over de bebouwing van de Lin delaan. Adressanten meenen hunne be langen geschaad. Midden in de Lindelaan wordt een huis gebouwd, waardoor het uit- pad waarop adressanten recht hebben, moeilijker wordt. Ook aan Ged. Staten was een verzoekschrift gericht. De voorzitter deelt mede dat het hier een kwestie is tusschen adressanten en den heer Reijnen, waarmede de gemeente niets te maken heeft. Trouwens vindt spr. zoo'u huis midden in de straat heel geschikt als windbreker, terwijl tevens het mooier is een bocht in de straat te hebben. De heeren van Zonneveld, Bisschops en van Breda, hoewel accoord gaande met de meenmg van B. en W. dat de gemeente met deze kwestie niets te maken heeft, meenen toch dat met het geven van bouw vergunningen wel wat soepel wordt ge handeld. Adressanten zullen als antwoord de bovenvermelde meening van B. en W. hoo- ren. Sluiten kasgeldleeningen. Besloten wordt een kasgeldleening van 50 000.aan te gaan. Rente 1/2% incl. kosten. Begrootingswijziging 1937. Hierin was niet veel te volgen, door het gemis van stuk ken. De heer van Zonneveld kantte .zich tegen het verschuiven van uitgaven voor het Middelbaar onderwijs naar volgende jaren, zooals door deze voorgesteld wijzi ging van den kapitaaldienst. Spr. vond dit een absoluut verkeerde financieele politiek en vroeg zich af wat van een huishouden terecht moest komen hetwelk een zelfde politiek volgde. Ook de heer van Breda voel de er niets voor en wilde dezelfde politiek volgen van ons eigen L.O. Daar er toch niets aan te veranderen is, wordt ten slotte besloten tot de voorgestel de begrootingswijzigingen. De heer P. Caspers wordt met ingang van 1 Januari a.s. aangesteld als gemeente werkman. Doo' aanneming van punt 9 werden de 75 opcenten op de Gemeentefondsbelasting weer vastgesteld. De verandering in het gastarief zooals reeds in ons blad vermeld, werd vastge steld. De heer van Breda prefereerde het sys teem van Lisse: goedkooper gas naar ge lang van meer verbruik met afschaffing van het vastrecht. De voorzitter stelde voor het maar eens een jaar te probeeren. Aan genomen, tegen de heeren van Breda en Dannijs De heer Beekman had intusschen de vergadering veriater.. Het was ruim half 6. Punt 13, benoeming lid van het Burger lijk Armbestuur werd door de herbenoe ming van den heer P. van Dijk afgehandeld toen de meeste leden reeds aanstalten maak ten om te vertrekken. Punt 11 en 12 werden aangehouden tot a.s. Donderdag half 3. Dan komt dus de be grooting aan de orde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7