De verzwaring van de Dienstplicht
VRIJDAG 3 DECEMBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE Bi AD - PAG. 7
Tweede Kamer
De landsverdediging moet versterkt worden
Over het „hoe" verschillen de meeningen
Vreedzaam verdedigingsmiddel ter bescher
ming van den uitvoer.
Vergadering van Donderdag 2 Dec.
Voorzitter: mr. J. R. H. van Schaik.
(Vervolg).
Goedgekeurd worden de wetsontwerpen
tot wijziging der begrooting Verkeersfonds
1937 (deelneming in preferent kapitaal der
N.V. Stoomvaartmij. Zeeland5, en een ont
werp tot bevordering van de vernieuwing
der vloot van deze maatschappij.
mJZIGÏNG VAN DE CRISISINVOERWET
Aan de orde is het voorstel tot wijziging
van de crisisinvoerwet.
De heer BiEREMA (Lib.) heeft groote
bezwaren tegen het wetsontwerp. Het is
een illusie, alleen preventief deze wapenen
te kunnen gebruiken. Men moet bereid
zijn de wapenen die men heeft, te gebrui
ken. Gaat men dat doen, dan gaa de crisis
invoerwet een aanvallend, in plaats van
een verdedigend karakter dragen. Op dit
©ogenblik is van een overmatigen invoer in
Nederland geen sprake.
Elke zekerheid omtrent de verdeeling der
contingenteeringen ontbreekt, daar de wet
geen normen stelt. De minister zal van
goeden wille zijn, doch ook hem ontbreken
Objectieve normen. Het is een verkeerd
stelsel, dat men zich tot Kamerleden e.d.
wendt om meer toewijzingen te bereiken.
Dit is af te keuren.
De heer VAN DEN TEMPEL (S.D.)
waardeert het streven der regeering tot be
vordering van den uitvoer. Het is echter
noodig, dat bij de behandeling van dit
wetsontwerp duidelijk blijke, dat de toe
passing der wet niet zal leiden tot een
©uderwetsche protectionistische politiek.
Een nadeel van het voorstel is de groote
macht, gegeven aan regeering en bureau
cratie, vooral nu een organische vertegen
woordiging van het bedrijfsleven ontbreekt.
Sprekers fractie heeft besloten niet haar
stem aan de wet te onthouden. Daarbij
heeft zij tevens overwogen, dat de goed
keuring der contingenteeringsbesluiten aan
de Staten-Generaal blijft.
Het voorbeeld van kleine landen
trekt niet.
De heer VAN DER PUTT (R.K.) verde
digt het wetsontwerp. Het heeft zijn nut
ook met het oog op de Indische belangen.
Spr. heeft tal van bezwaren, zooals het be
zwaar der onzekerheid, doch is tot het in
zicht gekomen, dat het niet anders kan.
Het belang van onzen buitenlandschen han
del eischt, dat wij niet teruggaan, het
eischt, dat wij verder gaan. Het is een
illusie, dat kleine mogendheden door hun
voorbeeld de groote mogendheden van haar
politiek zouden kunnen afbrengen.
De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM-
BOURG (N.S.B.) zegt, dat het wetsontwerp
wel zal worden aangenomen, want er zijn
geen verkiezingen in zicht. Spr. is niet tegen
krachtige oeconomische politiek, doch acht
deze wet niet thuisbehoorend in dit regeer-
stelsel. De wet zou passen in een corpora
tief stelsel. Daar de wet een halve maat
regel is zal sprekers fractie tegen stemmen.
Het spijt spreker overigens voor den mi
nister, wiens moed hij waardeert.
Het wetsontwerp Is aanvallend.
De heer SCHILTHUIS (V.D.) heeft zich
met de Crisisinvoerwet van 1931 kunnen
vereenigen, daar zij een defensief karakter
had. De -wijziging van 1933 behield het cri
terium van „overmatigen invoer". De aan
hangige wijziging heeft een aanvallend ka
rakter. Aanvallen zullen tegenaanvallen
uitlokken. Spr. begrijpt wel, dat meer be
wegingsvrijheid voor de onderhandelaars
een voordeel beteekent, doch de nadeelen
wegen zwaarder dan de voordeelen. De wij
ziging, welke de minister in een nota van
wijziging in de oorspronkelijk voorgestelde
considerans heeft aangebracht, kent naast
het criterium van overmatigen invoer de
verdediging of bevordering van onzen ex
port. Daar de bevoegdheid alleen gevraagd
wordt voor het geval van onderhandelin
gen, verdedigt spreker een amendement,
waardoor het tweede criterium wordt ver
vangen door de zinsnede „in verband met
ter verdediging en bevordering van den
export gesloten verdragen".
De heer SCHOUTEN (A.R.) zegt, dat de
regeering inderdaad behoefte heeft aan
wapenen ten einde de aanvallen op onze
oeconomie te kunnen afweren en onzen
export te kunnen bevorderen. Spreker
vraagt of de loopende onderhandelingen
over een nieuw handelsverdrag met
Duitschland eenig uitzicht openen op een
beperking van het aantal contingenteerin
gen.
De heer BAKKER (C.H.) begint met te
erkennen, dat ons land behoefte heeft aan
handelspolitieke wapenen. Een wapen be
hoeft niet steeds aanvallend te worden ge
bruikt.
De heer DE VISSER (Comm.) ziet in de
gevraagde machtiging een blanco volmacht
voor een voortzetting van den oeconomi-
schen oorlog.
i
Dat gaat te ver!
Den heer VAN DER WAERDEN (S.D.)
gaat het wetsontwerp te ver. Met alle
respect voor den minister ziet spr. een ge
vaar in diens .karaktervastheid. De conces
sies van den minister zijn met voldoende.
ANTWOORD VAN MINISTER
STEENBERGHE.
De MINISTER VAN OECONOMISCHE
ZAKEN, de heer STEENBERGHE, beant
woordt de sprekers.
De aanhangige wijziging is een legalisee
ring van eenige gevestigde gewoonten, wel
ker wettigheid twijfelachtig was.
Spr. kan niet accoord gaan met de in
stelling van commissies van advies inzake
de toewijzing der invoervergunningen, doch
zegt de instelling van commissies van be
roep toe.
Een aanvallende handelspolitiek kan men
*an geen Nederlandsche regeering verwach
ten.
De eerste bespreking over een nieuw
handelsverdrag met Duitschland heeft
plaats gevonden en heeft niet tot re
sultaat geleid.
De Duitsche regeering heeft het Ne
derlandsche standpunt momenteel in
studie. Het is spreker niet bekend wan
neer de onderhandelingen zullen wor
den hervat. Wel echter kan worden
gezegd, dat de situatie als moeilijk moet
worden beschouwd.
De houding van den heer Bierema heeft
spreker teleurgesteld. De heer Bierema acht
onderhandelingsobjecten noodig, doch hij
keurt contingenteeringen en tarieven af.
Welke onderhandelingsobjecten heeft de
regeering dan volgens den heer Bierema
noodig? De Kamer bedenke, dat de
minister de zwaarste argu
menten voor deze wet niet kan
noemendaar juistdeze argu
menten de zwakke plekken zijn
bij de onderhandelingen met
het buitenland.
Artikelsgewijze behandeling.
De verschillende artikelen komen aan de
orde.
De heer SCHILTHUIS (V.D.) verdedigt
zijn amendement.
De MINISTER kan dit amendement niet
aanvaarden, daar de onderhandelingstech
niek zich daartegen verzet. Men kan niet
tegen het buitenland gaan zeggen: wij zijn
van plan te gaan contingenteeren, wij wil
len er u wel een deel van geven. Zulk een
methode van onderhandelen bestaat ner
gens.
De heer SCHILTHUIS (VJD.) trekt zijn
amendement in.
Er wordt gestemd. Vóór de wet verklaar
den zich 58 leden, tegen 9, te weten de
liberalen, nationaal-socialis-
ten,communisten en de heer van
der Waerde n(S.D.).
De vergadering wordt des avonds voort
gezet.
AVONDVERGADERING,
DEFENSIE EN WIJZIGING VAN DE
DIENSTPLICHTWET.
Aan de orde is de begrooting van het de
partement van defensie (hoofdstuk 8 der
rijksbegrooting) en het ontwerp tot wijzi
ging der Dienstplichtwet.
De socialisten gehekeld.
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.)
had gehoopt, dat de sociaal-democraten en
de vrijzinnig-democraten van de dwalingen
huns weegs zouden zijn teruggekeerd. Ook
spr. heeft oog voor sociale nooden, doch
tevens voor de behoeften onzer jongens,
die niet moeten worden blootgesteld aan
een oorlog, waarbij zij niet voldoende be
wapend en geoefend zijn.
De aanvang van de weermachtparagraaf
in het program der S.D.A.P. is goed, doch
de sociaal-democraten bederven dit weer
door hun houding jegens de defensieplan
nen. De heer Albarda wil wel defensie,
maar op een koopje. Dat gaat niet.
De defensieplannen der regeering blijven
strikt genomen beneden het minimum.
Kan de marine in Indië in 1938 nog vol
staan met hetgeen in 1930 noodig was? Er
dreigen groote gevaren, met name van Ja
pan. Bij verwikkelingen van andere mo
gendheden met Japan zal onze vloot een
groote taak wachten.
De vloot heeft daarom uitbreiding noo
dig, daar de huidige sterkte onvoldoende is.
Ten minste 4 kruiser^ zijn o.m. noodig. Het
aantal van zes duikbooten is onvoldoende.
De aanschaffing van het materieel wordt
voor de kleinste helft uit den gewonen
dienst en voor het overige uit den kapitaal-
dienst bekostigd. De regeering denkt over
het materieel over vier jaar te beschikken.
Is dat niet te lang?
De sterkte van het beschikbare kader is
zoo onvoldoende, dat wij tot 1939 moeten
wachten eer de wijziging van de Dienst
plichtwet effect kan hebben. Er is een te
kort van jaren in te halen. Het corps on
derofficieren is verouderd.
Een opleidingstijd van 5 maan
den is voldoende, doch.
Spr. is niet overtuigd dat de opleidings
tijd op elf maanden moet worden gebracht.
Spr. kan niet aannemen, dat de huidige op
leidingstijd niet voldoende is. Bij ons volk
mag niet de opvatting ontstaan, dat ons le
ger in geval van oorlog ongeoefend is. De
ongeoefendheid, zoo zij er is, komt voort
uit het gebrek aan opleiding der dienst
plichtige onderofficieren en vervolgens uit
het feit, dat sinds de invoering van het
vooroefeningsinstituut in de opleiding niets
veranderd is. In het buitenland heeft de
lengte van den opkomsttijd met de op
leiding niets te maken.
In het algemeen zou spreker dan ook
vijf maanden oefentijd voldoende ach
ten, ware er niet de kwestie der grens-
beveiliging.Ter wille van het laatste be
lang, maar dan alleen daarvoor, kan
spreker accoord gaan met een dienst
tijd van elf maanden, d.w.z. vijf maan
den opleiding, vijf maanden, oefentijd
en een maand om te waarborgen, dat
er voldoende personeel aanwezig is.
Toch heeft spreker nog een moeilijk
heid, en en wel deze, dat het hem niet dui
delijk is, dat de grensbeveiliging voldoende
georganiseerd is. De mobilisatie in de grens
provinciën zal op moeilijkheden stuiten.
Het zou z.i. beter zijn de grensbeveiliging
op te dragen aan grensregimenten, waar
van een kern in vredestijd aanwezig zou
moeten zijn. Indien de minister aan spr. op
dit punt klaarheid kan verschaffen, zal spr.
gaarne met de plannen accoord gaan.
De dienstplicht en de groote
gezinnen.
De heer IJSSELMUIDEN (R.K.),
wijzend op de internationale rechteloos
heid, betoogt dat we ons aan de besliste
noodzaak moeten houden, ook wat betreft
de militaire offers van ons volk, Spr. con
stateert verschil van meening bij militaire
deskundigen ten aanzien van den duur der
eerste oefening.
Spr. zou de voorkeur geven aan een nood-
offer van ons volk. Men moet zich toch de
uitgaven voor de defensie goed realiseeren
Wie met de regeering de noodzaak van het
voorgestelde wil aanvaarden, moet be
dacht zijn op belastingverhooging, en deze
aanvaarden. Daarom temeer moet men de
noodzaak van het voorgestelde wel bewij
zen. Spr. acht aan meerdere uitgaven voor
defensie niet meer dan 5 millioen noodig.
Spr. wijst ook op het oude katholieke be
zwaar van een lang verblijf van dienstplich
tigen in de kazerne. Vele ouders zijn van
oodeel, dat er in de kazernes voor de jon
gens weinig winst is te behalen. Daar moet
ook terdege rekening mede worden gehou
den. Spr. vindt de specificatie der cijfers
o.m. ten aanzien van het contingent on
voldoende. Spr. kan een versterking der
lichting met 8000 man aanvaarden.
Het is wel een dure verjongingskuur,
welke de regeering het leger wil doen on
dergaan. Wat zal men doen als er, voor die
vijf jaren voorbij zijn, een mobilisatie noo
dig is? Wat de vrijstellingen wegens broe-
derdienst aangaat, spr. zou die willen be
houden. In elk geval moet het maximaal
bereikbare dienaangaande worden verkre
gen, mede ter wille van de grootere gezin
nen. Het terugkeeren na den dienstplicht
in betrekkingen moet worden vergemakke
lijkt. Hetgeen de soldaat moet kennen, is in
den grond eigenlijk niet zoo heel veel, aan
de oefeningen in grooter verband moet ook
niet te groote beteekenis worden gehecht.
De instructie zij zoo doeltreffend moge
lijk. Bij de specialisten-compagnieën moet
de opleiding in handen zijn van volkomen
deskundig kader, mede aangaande de nieu
were bewapening.
In geval van oorlog..,.
Men zegt, dat de oorlogsverklaringen zul
len ontbreken. Doch men moet ook aanne
melijk maken, dat de waarschuwingen zul
len ontbreken. We moeten tijdig een voor
mobilisatie voor grens-bewaking aandur
ven; niemand kan ons dit kwalijk nemen.
Anders baat de grensbeveiliging niet veel.
De bevolking der grensstreken moet daar
voor doeltreffend georganiseerd worden.
Spr. hoopt, dat er tusschen zijn inzichten
en die van den minister overeenstemming
zal kunnen worden bereikt.
De heer VAN DER ZAAL (A.R.) dringt
aan op beteer geestelijke verzorging der
militairen.
De heer VAN HOUTEN (Chr. Dem.)
wijst op de onmogelijkheid van een doel
treffende verdediging; die is alleen mogelijk
door eerder aan te vallen en eerder vrou
wen en kinderen te verdelgen. Het christe
lijke geweten laat den oorlog niet toe. Het
is Gods wil tegen de gedachte van den oor
log te strijden.
De heer ALBARDAS.D.) erkende, dat
onder de huidige internationale verhou
dingen de Nederlandsche weermacht moet
worden versterkt. Als schuldigen voor een
verzwakte weermacht moet men niet de
soc.-dem. en vrijz.-dem. aanwijzen.
Zij hebben nooit de meerderheid in het
Parlement gehad en die meerderheid is
steeds vrij geweest om te doen wat zij
noodig oordeelde. Ook de heeren Colijn
en Van Dijk dachten, 15 jaren geleden, zich
de ontwikkeling in de toekomst anders.
De bewapening van de autoritaire sta
ten dwingt Nederland tot een versterking.
Maar daarom mogen de sociale en cultu-
reele eischen nog niet worden afgewezen.
De werkeloozensteun wordt niet ver
hoogd, wettelijke vcantieregeling afgewe
zen, ouderdomsvoorziening naar de toe
komst verschoven.
Natuurlijk willen de soc.-dem. niet alles
ineens, maar er moet een plan zijn van de
volgorde. Er is zelfs niet over gesproken.
Het weerstandsvermogen van ons volk
wordt aangetast wanneer de nooden wor
den miskend en niet vervuld.
Onder deze omstandigheden kunnen de
soc.-dem. de plannen der Regeering niet
onverminderd accepteeren. Spr. ontkende
dat ons leger een volksleger zou zijn. Nog
altijd worden de soc.-dem. bij Defensie uit-
Onder-langs cn boven-over
Kruising Rijksweg en trambaan
bij Sassenheim
DE TOEKOMST BIJ DE KLINKENBERG.
Aan de Klinkenbergerbrug heeft de N.Z.
H.T.M. een aanvang gemaakt met de boven
bouw op de aan welke de „electrische", na
het tot stand komen van de spoorwegvia
duct zal volgen vanaf dien brug tot aan
de Postbrug.
Het hinderlijk wachten voor de spoor-
boomen zal binnen betrekkelijk korten tijd
dus afgeloopen zijn.
Onder de door de Amsterdamsche Ballast
Maatschappij tusschen de Dinsdagsche We
tering en spoorlijn gebauwde viaduct door
zal de tram zich over een afstand van nog
geen 300 meter van 1.40 N.A.P. tot 7.10
M. N.A.P., dus 5 M. 40 hebben op te wer
ken; een krachtproef waartoe „Bello" nooit
in staat geweest zou zijn.
Over de spoorwegviaduct zal zij, een hel
ling van 1 50 ongeveer 4 M. 80 zakken om
op ongeveer deze hoogte (2.27 N.A.P.)
aansluiting te vinden op haar thans bestaan
de baan aan de Postbrug.
De tram zal vanaf de Postbrug tot onder
de nieuwe viaduct door een vrije baan heb
ben, voorloopig over het grootste gedeelte
met enkel spoor.
Het snelverkeer uit richting den Haag
komende zal over de Postviaduct met een
grootste helling van 1 75 ongeveer 2.65 M.
moeten stijgen om op de in aanbouw zijn
de spoorwegviaduct te komen; diegenen
die daarna de richting Sassenheim kiezen,
dus niet over de nieuw gebouwde viaduct
gaan in richting Amsterdam, zullen echter
een zelfde helling vinden als de trambaan.
Vanaf Sassenheim zal het verkeer in de
richting den Haag vóór de nieuwe Klinken
bergerviaduct door een aparte baan op den
nieuwen Rijksweg gebracht worden, Krui
singen komen dus ook hier niet voor.
De Klinkenbergerviaduct is tusschen de
leuningen 19.50 M. breed en bestaat uit 5
jukken van gewapend beton, waarop een
bovenbouw van eveneens gewapend beton.
Zij zal twee doorgangen hebben, de Noor
delijkste 6 M. 60 breed, de tweede 9 M. 30.
Door de eerste zal o.m. de tram geleid wor
den, door een hek gescheiden van het
overige verkeer.
Het viaduct is eenigszins afloopend van
Noord naar Zuid.
De van den Haag komende peddelaars
zullen tot over de bestaande spoorweg
overgang den ouden weg volgen, om daar
na "echts-af te slaan en onder de in aan
bouw zijnde spoorwegviaduct door op het
voor hen bestemde rijwielpad te komen. De
brug over de Dinsdagsche Wetering zal ook
van hen alle krachten eischen want de op-
zoowel als de afrit zijn geprojecteerd met
een helling van 1 50. Daarna zullen zij ge-
noegelijk door kunnen fietsen tot aan de
Warmonderdam, waar een zeer ingewikkel
de toestand ontstaat.
GEMEENTERAAD VAN SASSENHEIM
Burgemeester Gouverneur wijdt na ope
ning der voltallige vergadering allereerst
eenige woorden aan het ongeluk den na-
tionalen Prins Bemhard overkomen en ver
heugt zich dat er goede hoop op herstel is.
Wij hopen en bidden dat het Oranjehuis en
Vaderland voor zulke ernstige ongelukken
bewaard mogen blijven en dat H.M. de
Koningin en de Prinses zich spoedig mogen
herstellen van den schok.
Daarna stelt de voorzitter voor het laat
ste punt der agenda: punt 14: Regeling
Steunverleening, Arbeidsbemiddeling en
Werkverschaffing, allereerst te behande
len, in verband met de geruchten waarover
ook in het plaatselijke blad een mededee-
ling is verschenen. De Raad ging hiertoe in
geheime zitting, welke niet minder dan an
derhalf uur duurde.
Na heropening deelde de voorzitter on
geveer het volgende mede:
Bij de controle der steun administra
tie is gebleken, dat de ambtenaar be
last met de uitvoering der steunrege
ling, in de uitbetalingslijsten verande
ringen heeft aangebracht, tengevolge
waarvan 25.meer ten laste der ge
meente is gekomen, dan vermeld in
de declaratie aan het Rijk.
Daaruit wordt geconcludeerd dat de
ambtenaar zich 25.heeft bevoor
deeld. Evenwel is aan B. en W. aan
nemelijk gemaakt dat hij geen persoon
lijk voordeel daarmede heeft beoogd en
ook niet heeft gehad.
In vorenstaande is niettemin aanlei
ding gevonden, administratie en kas
van den Gemeente-Ontvanger en van
het Burgerlijk Armbestuur aan een uit
voerig en nauwgezet onderzoek te on
derwerpen, waarbij alles in orde werd
bevonden.
Al werd dus geoordeeld dat de
ambtenaar zichzelf niet heeft willen
bevoordeelen, toch waren B en W. van
oordeel dat het wenschelijk was hem
van de werkzaamheden terzake uitvoe
ring van de steunverleening te onthef
fen. Na overleg met den Districtsleider
van den Rijkscontroledienst is de ont
heffing geschied met ingang van 18 No
vember j.l.
Sinds dien datum wordt het werk
gaande gehouden met de hulp en lei
ding van een Rijkscontroleur, totdat in
dezen dienst weer zai zijn voorzien.
B. en W. stellen voor thans een ambte
naar te benoemen belasi met de steunver
leening, werkloosheidsverzekering en ar
beidsbemiddeling; samengevoegd vragen
gesloten. Velen die dienst willen nemen
worden afgewezen.
Er is een voortdurende aandrang tot
kruiserbouw en voortdurend ook worden de
eischen hooger. Onze vloot eischt nu al 7
kruisers. Wat moet men in een onmetelijk
rijk als Indië met enkele kruisers begin
nen? Dat is een verspilling van geld en
krachten. De kruiser, die nu wordt aange
vraagd, zal pas in '42 klaar zijn; wat heeft
men er aan in dezen kritieken tijd?
Wij moeten het daarom zoeken in ver
sterking van de luchtmacht. De soc.-dem.
zullen daarom het amendement steunen,
door den heer Schilthuis voorgesteld, om
den kruiserpost van 5 millioen te schrap
pen. De post aankoop van materiaal zou
voorts met 1/3 moeten worden verminderd
De Dienstplichtwet besprekend, zei spr,,
dat uitbreiding van het contingent en ver
lenging van diensttijd hij ook noodig acht
te, doch niet in die mate als is voorgesteld.
Vermindering van den voorgestelden eerste
oefentijd is noodig, want deze maakt alles
duur.
Doeltreffende oefeningen voor de* oude
lichtingen achtte spr. beter dan wat de Re
geering voorstelt. Zes maanden met 4 ploe
gen is voldoende: aldus komt er een jaar-
lijksche bezuiniving van 11 a 12 millioen.
De soc.-dem. zullen voor het desbetreffende
amendement-IJaselmuiden stemmen.
De VOORZITTER betreurde dat niet
meer sprekers zich hadden laten inschrij
ven en hoopte, dat zich dat niet zou her
halen nu er nog zooveel valt af te doen.
De vergadering werd daarna verdaagd
tot Vrijdagmiddag 1 uur.
deze 3 diensten een volle dagtaak. De te
benoemen persoon zal op arbeidscontract
worden aangesteld; salaris 1200.per
jaar.
Aldus besloten.
Bij de ingekomen stukken was een schrij
ven van de Commissie voor den school-
ar'tsendienst, waaruit bleek dat de Ge
meente Noord wijk een vergoeding van
700.voor de auto van dr. Zijerveld wil
geven. Sassenheim wil 1000.handhaven,
zooals tot nu toe gewoonte.
De heer van Zonneveld wil 700.per
jaar geven, dat vindt hy voldoende. Uit
eindelijk stelt hij voor dat de Commissie
aan eenige bekende handelaren te vragen
voor welk bedrag zij den dokter een wagen
ter beschikking konden stellen.
De voorzitter zeide toe dit voorstel over
te brengen.
De Rek.-Courant-overeenkomst met de
Bank voor Nederlandsche Gemeenten werd
voor 1938 goedgekeurd.
Punt 4. Op voorstel van B. en W. werd
besloten toe te treden tot de Rraude-Risico-
Onderlinge. De voorschotpremie zal 85.50
bedragen. Op een vraag van den heer Ver-
Kley stemde de voorzitter toe dat hij even-
tuëele frauden de te betalen premie hoo
ger zou zijn.
Door de heeren J. P. Warmerdam, J. van
Resteren en H. Slegtkamp was een request
ingediend over de bebouwing van de Lin
delaan. Adressanten meenen hunne be
langen geschaad. Midden in de Lindelaan
wordt een huis gebouwd, waardoor het uit-
pad waarop adressanten recht hebben,
moeilijker wordt. Ook aan Ged. Staten was
een verzoekschrift gericht.
De voorzitter deelt mede dat het hier
een kwestie is tusschen adressanten en den
heer Reijnen, waarmede de gemeente niets
te maken heeft. Trouwens vindt spr. zoo'u
huis midden in de straat heel geschikt als
windbreker, terwijl tevens het mooier is
een bocht in de straat te hebben.
De heeren van Zonneveld, Bisschops en
van Breda, hoewel accoord gaande met de
meenmg van B. en W. dat de gemeente
met deze kwestie niets te maken heeft,
meenen toch dat met het geven van bouw
vergunningen wel wat soepel wordt ge
handeld.
Adressanten zullen als antwoord de
bovenvermelde meening van B. en W. hoo-
ren.
Sluiten kasgeldleeningen. Besloten wordt
een kasgeldleening van 50 000.aan te
gaan. Rente 1/2% incl. kosten.
Begrootingswijziging 1937. Hierin was
niet veel te volgen, door het gemis van stuk
ken. De heer van Zonneveld kantte .zich
tegen het verschuiven van uitgaven voor
het Middelbaar onderwijs naar volgende
jaren, zooals door deze voorgesteld wijzi
ging van den kapitaaldienst. Spr. vond dit
een absoluut verkeerde financieele politiek
en vroeg zich af wat van een huishouden
terecht moest komen hetwelk een zelfde
politiek volgde. Ook de heer van Breda voel
de er niets voor en wilde dezelfde politiek
volgen van ons eigen L.O.
Daar er toch niets aan te veranderen is,
wordt ten slotte besloten tot de voorgestel
de begrootingswijzigingen.
De heer P. Caspers wordt met ingang van
1 Januari a.s. aangesteld als gemeente
werkman.
Doo' aanneming van punt 9 werden de
75 opcenten op de Gemeentefondsbelasting
weer vastgesteld.
De verandering in het gastarief zooals
reeds in ons blad vermeld, werd vastge
steld.
De heer van Breda prefereerde het sys
teem van Lisse: goedkooper gas naar ge
lang van meer verbruik met afschaffing
van het vastrecht. De voorzitter stelde voor
het maar eens een jaar te probeeren. Aan
genomen, tegen de heeren van Breda en
Dannijs De heer Beekman had intusschen
de vergadering veriater..
Het was ruim half 6.
Punt 13, benoeming lid van het Burger
lijk Armbestuur werd door de herbenoe
ming van den heer P. van Dijk afgehandeld
toen de meeste leden reeds aanstalten maak
ten om te vertrekken.
Punt 11 en 12 werden aangehouden tot
a.s. Donderdag half 3. Dan komt dus de be
grooting aan de orde.