Japan viert zijn
overwinning
De kwestie der
Vrijwilligers
BUITENLAND
Het vorstendom van Nieuwerbrug
VRIJDAG 3 DECEMBER 1937
DE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Met een parade te Sjanghai
ENKELE INCIDENTEN.
Vanochtend elf uur begon de overwin-
nings-parade van het Japansche leger in
de internationale nederzetting te Sjanghai.
De troepen werden voorafgegaan door een
Britschen bereden politie-sergeant en vier
sikhs.
Op Nankingroad werd een handgranaat
naar de paradeerende troepen geworpen
uit een Chineeschen winkel. De Japan
sche soldaten verbraken onmiddellijk de
gelederen en verspreidden zich in alle
richtingen. De man, die de granaat ge
worpen had, werd onmiddellijk door een
Chineesch politieman doodgeschoten.
Een Britsch en een Chineesch politie
man, alsmede een Japansch soldaat wer
den licht gekwetst, terwijl twee Japan
sche soldaten ernstig gewond werden.
Later deed zich nog een incident voor.
Een vreemdeling rukte het papieren vlag
getje uit de hand van een Japanschen
toeschouwer en verscheurde het. De man
werd door Japansche burgers achtervolgd
en werd door de politie van de nederzet
ting in een Chineesche winkel, waarheen
hij de vlucht had genomen, bewaakt. Tien
tallen woedende Japansche burgers trok
ken daarop naar het hoofdbureau van po
litie en wilden den naam van den man
weten. Uit vrees, dat de man gelyncht
zou worden, heeft de politie hem door een
achterdeur uit de winkel weggeleid.
De parade eindigde te twee uur in den
middag.
Niet navolgenswaardige demonstratie.
Op het oogenblik, dat de Japansche
troepen bij hun parade voorbij het „Grand
Monde" Theater trokken, wierp een Chi
nees zich van de derde verdieping op
straat met de kreet „Leve China".
MOORDEND BOMBARDEMENT.
VAN SJJAUTSJAN.
Zeven honderd dooden.
De Chineesch pers bericht, dat Japan
sche vliegtuigen gisteren opnieuw Sjaut-
sjan hebben gebombardeerd. Zevenhon
derd personen zijn om het leven gekomen,
zeshonderd werden gewond, waarvan
vijfhonderd ernstig.
Het blad Takoengpau deelt mede, dat
in de provincie Soeijoean de Mongoolsche
cavalerie van prins Teh Wang zich gereed
maakt het Ordosplateau bij de Gele Ri
vier aan te vallen.
In de provincie Sjensi hebben de Chi
neesche troepen verscheidene plaatsen
heroverd, zij rukken thans op naar Joetse
Taikoe.
Gisteren hebben Japansche vliegtuigen
aanvallen gedaan op Nanking. Bij den
eersten aanval werd een Japansch vlieg
tuig door de luchtdoel-artillerie omlaag
geschoten, bij den tweeden aanval grepen
de Chineesche jachtvliegtuigen de Japan
sche toestellen aan. Van de drie Japan
sche machines werden twee omlaag ge
schoten.
JAPANSCHE OPMARSCH
VASTGELOOPEN?
Volgens berichten uit Chineesche bron
zou de Japansche opmarsch in het gebied
tusschen Sjanghai en Nanking hier en
daar zijn vastgeloopen. Het gerucht gaat,
dat de Chineesche troepen Kwang-Teh
zouden hebben heroverd. Ook de opmarsch
langs de Jangtsje zou in de nabijheid van
Kiang-jin tijdelijk door twee Chineesche
divisies zijn opgehouden. Een bevestiging
van deze berichten is nog niet verkregen.
Verder wordt vernomen, dat de Japannee-
zen nabij Kiang-jin de barricade voor de
scheepvaart verschillende malen met dy
namiet hebben doen springen. Tevens zijn
zij begonnen met de opruiming van het
achter deze barricade liggende mijnen
veld.
DE DUITSCHE BEMIDDELING.
In officieele Chineesche kringen te Lon
den verklaart men in het geheel geen in
lichtingen te hebben ontvangen over een
Duitsche bemiddeling in het Japansch
Chineesche conflict. Men is van meening,
dat een dergelijke bemiddeling voorbarig
zou zijn, omdat, de militaire hulpbronnen
van China nog zeer aanzienlijk zijn.
Ook in Japansche kringen weet men
niets van een bemiddelingspoging. Zon
der de desbetreffende berichten tegen te
spreken is men toch geneigd te vermoe
den, dat zij óf voorbarig óf sterk over
dreven zijn.
Volgens een D.N.B.-bericht uit Berlijn
zijn de bovengenoemde berichten slechts
een herhaling van ongegronde geruchten,
die reeds eenige weken geleden de ronde
deden.
Het antwoord der
linksctie regeering
ZIJN MAROKKANEN
VRIJWILLIGERS?
Het Spaansche linksche ministerie van
Buitenlandsche Zaken te Barcelona heeft
gisteren de antwoordnota gepubliceerd be
treffende de uitzending van een commis
sie naar Spanje ter bestudeering van de
terugtrekking der vrijwilligers.
In deze nota wordt o.m. gezegd: „De
Spaansche regeering, die enkele maanden
geleden de terugtrekking der buitenland
sche schrijders had voorgesteld, handhaaft
krachtig haar standpunt. Daarom toont zij
zich zeer gunstig gestemd ten opzichte
van de ten uitvoer legging dezer terug
trekking onder internationaal toezicht en
zij is sterk voorstandster van een aan
vaarding van een tusschenkomst door
commissies".
Vervolgens wijst de nota erop, dat pre
ciseeringen noodzakelijk zijn. Zoo vraagt
zij naar de grondslagen der definities van
„buitenlandsche strijders".
„Het comité heeft vastgesteld dat terug
trekking der niet-Spaansche strijders ge
deeltelijk en verhoudingsgewijs zou ge
schieden naar het aantal, dat aanwezig is
in beide kampen. Het zegt echter niets
en hierover zouden nadere aanduidingen
noodig zijn over de vraag of dit „ver
houdingsgewijze" slechts betrekking
heeft op het aantal combattanten, dan wel
of er ook verband zal bestaan met de ver
schillende categorieën van technische
raadgevers die in de beide kampen zijn.
De Spaansche regeering spreekt er haar
groote verrassing over uit, dat in het ont
werp betreffende de terugtrekking der
vreemde combattanten het niet-inmen-
gings-comité als zoodanig niet beschouwt
de onderdanen van den Sultan van Ma
rokko, die resideert in de zone van het in
dit rijk gevestigde Spaansche protecto
raat.
Ten aanzien van de voorstellen van het
Britsche plan en de nota van zes Novem
ber zegt de nota: „Men zou moeten we
ten, welk der beide voorstellen blijft be
staan, het voorstel krachtens hetwelk de
controle te land en ter zee zou worden
hersteld na de benoeming der commissie,
of het voorstel dat bepaalt, dat het con
trolesysteem hersteld wordt voor de be
noeming der commissies". Ten slotte acht
de Spaansche regeering het noodzakelijk,
dat de resolutie, die den voorzitter van
het niet-inmengings-comité machtigt zich
te wenden tot Barcelona zoowel als tot
Burgos, verduidelijkt wordt, teneinde haar
in overeenstemming te brengen met het
accoord in zijn geheel. Vast moet staan of
een zoodanig accoord uitsluitend betrek
king heeft op de terugtrekking der per
sonen van niet-Spaansche nationaliteit
die aan den strijd deelnemen, of even
eens op de andere problemen, zooals dat
der toekenning van een zeker recht van
oorlogvoerende en het herstel van de
controle te land en ter zee, dat met het
probleem verbonden blijft.
Schaarsch nieuws van het gevechtsfront.
Het hoofdkwartier van de troepen van
Franco heeft medegedeeld, dat de recht-
sche troepen een aanval van den vijand
in den sector Riaz hebben afgeslagen.
De aanvallers verloren 32 dooden. Van
de andere fronten valt niets te melden.
DE BLOKKADE VAN DE OOSTKUST.
Geen rekening met neutrale zones?
Franco heeft de Britsche regeering een
mededeeling gezonden, waarin hij, naar
men meent te weten, hét voornemen aan
kondigt de kust van het republikeinsche
Spanje te blokkeeren. In dezelfde .nota
zou Franco mededeelen, dat hij zijn ma
rine-commandanten opdracht heeft gege
ven, geen rekening met „neutrale zones"
te houden, indien de omstandigheden dat
noodig maken.
Franco zou verder het recht opeischen,
ieder schip, dat een regeeringshaven wil
binnenloopen, aan te houden en aan te
vallen, zoodra het de territoriale wateren
bereikt heeft.
Deze mededeeling zou, zij het op min
der stelligen toon, bevestigen, wat op 28
November door den omroep te Salamanca
is gezegd, namelijk, dat Franco zich het
recht voorbehield, alle maatregelen te ne
men, die voor een blokkade in de territo
riale wateren noodig zouden zijn. Naar
aanleiding van die radiomededeeling had
den de Britsche autoriteiten een stap ge
daan bij den commandant van de zee-
strijdkrachten van Palma, en hem herin
nerd aan het bestaan van neutrale zones.
Na dezen stap is de mededeeling van
Franco verzonden. De volledige tekst is
nog niet te Londen aangekomen, doch
zoodra dat het geval zal zijn, zal de Brit
sche regeering overwegen, of er aanlei
ding tot het doen van nieuwe stappen be-
BELGIË
haafd moet worden. Vandervelde heeft ver
klaard, dat zoolang de Volkenbond zijn
vertrouwen in België voor het toegewezen
mandaat handhaaft, België niet zal kunnen
aanvaarden, dat men daar inbreuk op
maakt. Met voldoening neemt Carton de
Wiart nota van deze verklaring en van
de eensgezinde opvatting der Kamer in
deze kwestie.
„GEEN AFSTAND VAN KOLONIëN".
Verklaring van Spaak in den Senaat.
In den Senaat heeft minister Spaak in
antwoord op een door Van Overbergh, uit
naam van de rechterzijde van den Senaat
gestelde vraag over de geruchten omtrent
Duitsche verlangens ten aanzien van den
Congo verklaard, dat de Belgische regee
ring nooit eenig voorstel is gedaan, waar
bij de integriteit der kolonie betrokken
was.
Met verwijzing naar de van Duitsche zij
de gevolgde tegenspraken zeide de minis
ter, dat men kon aannemen, dat men in
Duitsche kringen ieder denkbeeld, den 3el-
giscnen Congo aan te tasten, verwerpt.
De regeermg zal trouwens nooit toela
ten, dat men aan de integriteit der kolo
nie raakt. Zij heeft teveel vertrouwen in
de medewerking der bevriende mogendhe
den dan dat zij niet zeker ervan zou zijn,
dat zij nooit een dergelijke kwestie ter
sprake zullen laten komen.
De socialist Rolin vroeg daarop, of er
geen onderhandelingen zijn aangeknoopt
betreffende de mandaatsgvbieden, waarop
Spaak ontkennend antwoordde Rolin sprak
de hoop uit, dat voor de bevriende mogend
heden de integriteit van den Congo en de
mandaatsgebieden van hetzelfde belang is
als de eerbiediging van de onafhankelijk
heid van België.
DUITSCHLAND
TOENADERING TUSSCHEN FRANSCHE
EN DUITSCHE JEUGD.
Aanbevolen door von Schirach.
In een artikel in „Wille und Macht" be
veelt de leider der Duitsch jeugdbeweging
Balaur von Schirach toenadering aan tus
schen de Fransche en Duitsche jeugd, daar
de toenadering der beide volken een Euro-
peesche taak van zóó dringende noodzaak
is, dat de jeugd geen oogenbiik verloren
mag laten gaan om haar te verwezenlij
ken. Baldur von Schirach verklaart verder,
dat zijn medestrijders in de leiding der na
tionaal-socialistische partij niet minder
gunstig staan tegenover deze idee.
DE NIEUWE REGEERING.
Belgische Kamer neemt een motie van
vertrouwen aan.
De Belgische Kamer heeft gisteren met
129 tegen 32 stemmen en vier stemmen
blanco haar vertrouwen in de Regeering-
Janson uitgesproken.
Tijdens de debatten over de regeerings-
verklaring had Carton de Wiart (katholiek
Minister van Staat) nog het woord gevoerd.
Hij verklaarde, dat er eensgezindheid
heerscht ten aanzien van de buitenland
sche politiek der regeering. De ten opzich
te van Spanje en Italië gevoerde politiek
echter doet bedenkingen opkomen. De rech
terzijde blijft voorstander van een realis
tische politiek. Vandervelde verklaarde, dat
de regeering van Valencia de eenige wet
tige is. Carton de Wiart bestreed dit niet,
maar zeide, dat men rekening moet hou
den met de belangen van België in het
rechtsche Spanje. Ieder zal het er mee eens
zijn, aldus Carton de Wiart verder, dat de
onafhankelijkheid van den Congo gehand
Een wonderlijk dorp in het hart van de Rijnstreek
FRANKRIJK
DE „CSAR"-AFFAIRE.
De huiszoekingen duren voort.
De Sureté Nationale heeft huiszoeking
gedaan in een in het bosch gelegen huis in
de gemeente Echouboulains (dep. Seine et
Marne), dat dienst deed als wapendepot en
werkplaats voor het laden van granaten
voor rekening van de Csar.
Er werd hier een hoeveelheid munitie
gevonden. De huurster van het huis was
reeds bij den aanvang van het onderzoek
inzake de activiteit van de Csar naar het
buitenland gevlucht.
Te Ferroles-Attily, in het kanton Brie-
comte Robert, werden dertig kisten met
dertig geladen granaten ontdekt.
In Noord-Frankrijk heeft de politie een
brief gevonden waarin Moreau de la Meuse
aan een wapenfabriek vraagt, of deze hem
met het oog op een eventueele bestelling
van een Europeesche regeering mitrailleurs
zou kunnen leveren.
In het dorp Limeil Bravannes zijn twin
tig kisten gevonden. Elke kist bevatte twin
tig handgranaten.
ENGELAND
EEN HEFTIGE REDE VAN LLOYD.
GEORGE.
Tegen de imperialistische politiek der
dictaturen.
Lloyd George heeft een heftige critiek
geleverd op de „imperialistische politiek
der totalitaire mogendheden" in een rede,
welke hij gisternamiddag hield op een bij
eenkomst van het comité van actie voor vre
de en heropbouw te Londen.
Hij verklaart o.a.: „Openhartig gespro
ken, is de toestand zeer verergerd sinds het
aan het bewind komen der tegenwoordige
regeering. Nooit nog heb ik een zoo ernsti-
gen toestand gekend, zeker niet sedert het
begin van den oorlog".
Lloyd George vervolgde: „Er is een ver-
eeniging van drie autocratische mogendhe
den, sterker dan ooit, tegenover democra
tieën, die merkbaar verzwakt zijn. Dit is
een nieuwe en bedenkelijke factor", riep
hij uit. „Wanneer gij vrede met hen wilt
siuiten, moet gij zorgvuldig bestudeeren,
wat de voorwaarden voor dien vrede zul
len zijn. Zult gij den weg volgen die leidt
naar de overgave, of zijt gij bereid de vrij
heid in de wereld te verdedigend
Wanneer Franco overwint, zullen er vier
groote dictatoriale mogendheden zijn:
Duitschland, Italië, Japan en Spanje. Een
andere dictator heeft gisteren gemeene zaak
met hen gemaakt: de premier van Joego
slavië".
In zijn peroratie wees Lloyd George met
nadruk op de positie, waarin de politiek
der nationale regeering Groot-Brittannië
gebracht heeft, „een positie, die noodlottig
zou zijn, wanneer wij opnieuw, zooals in
1914, zouden te strijden hebben voor het
internationaal recht in Europa".
Lloyd George eindigde: „Ik richt een op
roep tot de democratische volkeren en na-
Bruggemeesters
als
Burgemeesters
Op een gewone landkaart in het geheel
niet te vinden en op een groote gespecifi
ceerde landkaart slechts met heele kleine
letters, staat de naam Nieuwerbrug. Een
klein plaatsje, nog juist gelegpn in het
uiterste Oostelijke hoekje van de provincie
Zuid-Holland, langs den Rijksstraatweg
LeidenUtrecht en langs het vaarwater de
Oude Rijn, tusschen de meer bekende plaat
sen het dorp Bodegraven en het stadje
Woerden, bevindt zich Nieuwerbrug. Een
dorpje, of zooals het officieel in de ge
meenteraad van Bodegraven placht ge
naamd te worden het „gehucht Nieuwer
brug", van circa 1200 1300 zielen, wat
een vorstendom op zich zelf gelijkt. Een
curiosum, dat eenig is in zijn soort in Ne
derland en zijns gelijke niet vindt. Het be
zit rechten van eeuwen her, welke als het
ware erfelijk zijn en onaantastbaar.
Het is in hoofdzaak de brug te Nieuwer
brug, waar alles letterlijk en figuurlijk om
draait.
Het is op een mooien Novembermiddag,
als wij voor de zooveelste maal staan op
de brug over den Oude Rijn. De zon weer
spiegelt in het rimpelend wateroppervlak
van deze oude gekanaliseerde rivier. De
vogels vliegen voorbij, juist over een schuit
welke zoo juist de brug is gepasseerd. Een
schilder is boven in den brug bezig het
ijzerwerk van een nieuwe verflaag te voor
zien, terwijl de brugwachter met welge
vallen toeziet. Het is een echte landelijke
idylle op en om deze brug. De brug welke
zoo'ri groote historie aan zich verbindt. De
brug, het eenige plekje grond, wat nu eigen
lijk Nieuwerbrug is.
Plotseling roepen ee drietal schelle sla
gen van den Onafhankelijkheidstoren ons
uit ons gepeins en brengen ons in de wer
kelijkheid terug. De Onafhankelijkheids
toren verkondigt ons niet alleen dat het drie
uur in den namiddag is, doch tevens nog
een stuk historie. Ook deze toren vertelt
van vroegere tijden, van historische tijden.
Een vier-gemeenten-punt.
Wij schreven reeds, dat slechts de brag
„Nieuwerbrug" was.
Gaat men de" Noordelijke afrit af, dan be
vindt men zich in de gemeente Bodegra
ven.
Gaat men echter de Zuidelijke afrit af,
dan bevindt men zich in de gemeente
Waarder. Nieuwerbrug is een aaneenscha
keling van gemeenten. Een viertal gemeen
ten vereenigen zich hier, n.l. de gemeenten
Bodegraven, Waarder, Barwoutswaarder en
Rietveld. Nieuwerbrug staat onder twee
burgemeesters, de burgemeester van Bode
graven en de burgemeester van Waarder,
Barwoutswaarder en Rietveld. Het wordt
dus geregeerd door vier gemeenteraden,
waardoor tevens de moeilijkheid ontstaat,
dat men vier verschillende politie- en ge
meenteverordeningen heeft.
Een merkwaardig college van
erfelijke bruggemeesters.
Toch heeft met dit al Nieuwerbrug nóg
een college, dat, naar wij meenen, in geen
andere gemeente bestaat. Dat is het College
van Bruggemeesters. Dit college bestaat
reeds bijna vier eeuwen en de leden zijn
als 't ware erfelijk opvolgbaar. Tevens be
schikt dit College van Bruggemeesters over
verschillende rechten en gebruiken, welke
onaantastbaar zijn. Natuurlijk is er in den
loop der eeuwen al veel aan veranderd en
zoek geraakt; toch bestaat heden ten da
ge nog veel „éigens" van dit College.
Het college houdt alles liefst
geheim.
Hoe is nu dit College ontstaan en wat is
haar doel en werking? Dit is nu juist dë
geheimzinnige sluier waarin alles is ge
huld. Om nu deze sluier eens op te lich
ten hebben wij ons dezer dagen tot dit
College gewend met het verzoek een in
terview aan ons te willen toestaan. Hier
moest echter eerst over vergaderd worden
en toen dit was geschied meende de hee-
ren het maar beter geen interview toe te
staan. Men maakte verschillende veront-
schulligingen welke echter allen hier op
neer kwamen, dat het College alles maar
liefst zoo geheim hield als het was. „In de
krant leest ieder het en nu ja.veront
schuldigde het College zich. Met dit al ble
ven wij er dus buiten en bleef de sluier ge
sloten.
Een man van de Pers zooals men dat
op het platteland zoo gaarne gelieft uit te
drukken laat zich echter maar niet zoo
ties der wereld, opdat zij zich oprichten en
de vrijheid beschermen tegen den dolkstoot
harer moordenaars".
De rede werd aan het slot warm toege
juicht.
PROTEST TEGEN DE DUITSCHE
KOLONIALE EISCHEN.
Het uiterst conservatieve Lagerhuislid sir
Henry Page Croft heeft zich gisteravond in
een rede te Newport krachtig verzet tegen
de koloniale eischen van Duitschland.
Hij voegde hieraan toe: „Wanneer
Duitschland bereid is ons te helpen om de
wereld te winnen voor de zaak van den
vrede, niet alleen door woorden, doch ook
door daden, dan zullen wij bereid zijn om
de maatregelen in overweging te nemen,
I welke ontspanning te weeg kunnen bren-
I gen, waarbij de strategische veiligheid van
het Britsche rijk evenwel niet in gevaar
mag worden gebracht".
dadelijk uit het veld slaan en zoo zijn wij
wederom op pad gegaan om nadere gege
vens. We meenen dan ook thans toch iets
van de sluier te hebben opgelicht.
Het ontstaan van de
Nieuwerbrug.
We moeten echter een viertal eeuwen in
onze tijdrekening terug gaan om te komen
bij de oprichting van het eerste College
van Bruggemeesters. Het was in het jaar
1542, dat te Nieuwerbrug een aantal hee-
ren werden benoemd, die als het „College
van Bruggemeesters" betiteld werden. Deze
naam houdt reeds in, dat dit College een
College was, welke meesters waren over
een brug. Deze brug nu was de brug, wel
ke het heden ten dage nog is. De oude op
haalbrug is na 4 eeuwen, hoewel enkele
malen vernieuwd, nog steeds in stand ge
bleven.
Was er voordien dan geen brug? Ja ze
ker, doch deze vormde een ware hinder
laag in het scheepvaartverkeer door den
Oude Rijn. Het was een zeer smalle door
gang waar geen enkel schip, behoudens een
roeiboot misschien, door kon varen. Over
deze nauwe spleet, want meer scheen het
niet te wezen, bevond zich een smal hou
ten boogbruggetje, waar het verkeer in
die dagen over moest. Voor het „verkeer"
te land was dit echter geen bezwaar, daar
dit toch slechts gebaseerd was op de „bee
nenwagen". Het scheepvaartverkeer van
Leiden naar Utrecht en omgekeerd onder
vond hier echter een ondoorvaarbare nauw
te. Men was dan ook genoodzaakt om hier
het eindpunt te houden en bij verder ver
voer alles over te laden in schepen, welke
aan de andere zijde van de „brug" lagen,
om dan weer verder vervoerd te worden.
Ook in die dagen bemerkte men deze groo
te moeilijkheid en werd naar middelen ge
zocht om dit te verhelpen. Nadat enkele
vooraanstaande personen uit de onmid-
delijke omgeving een initiatief hadden ge
nomen, werd na rijp beraad besloten het
genomen initiatief ten uitvoer te brengen.
Dit initiatief bestond uit het afbreken der
oude brug en het plaatsen van een nieuwe.
De nieuwe brug zou dan tevens aanzienlijk
worden verbreed, zoodat het scheepvaart
verkeer zonder over te laden, regelrecht
doorgang kon vinden. Dit initiatief werd
van alle zijden toegejuicht, doch hier was
veel geld voor noodig. Besloten werd hier
voor gelden in te zamelen, welke poging
met succes bekroond werd. In de omge
ving werd rijkelijk gegeven en nadat nog
een tweetal schippers, welke- het meeste
overlast van deze brug ondervonden, het
comité met een gave verrijkten, kon tot
het leggen van een nieuwe brug overgegaan
worden.
Zoo kwam in 1542 deze nieuwe brug
tot stand, welke brug toen in eigendom
toebehoorde aan de gevers der gelden.
Ook de Overheid waardeerde het ini
tiatief en bij acte door de Overheid
werd bezegeld, dat de brug toebehoor
de aan die personen, welke hiervoor
hun offers hadden gebracht en dez©
verkregen tevens het recht, bij de door
vaart gelden te heffen voor het on
derhoud der brug. Het land-gedeelte,
waar de schenkers zich bevonden, werd.
uitgestippeld en kreeg later de offi
cieele naam van de „Brandschouwerij
Nieuwerbrug".
Hierbij kreeg toen dus Nieuwerbrug, wat
eigenlijk niets was, nu recht van bestaan
en kon dan ook een gedeelte van het Rijk
worden aangeduid als de plaats Nieuwer
brug. Zoo kan het dus thans in de 20e eeuw
bestaan, dat Nieuwerbrug, hoewel geen
gemeente, toch een plaats in Nederland is.
Die Brandschouwerij Nieuwerbrug strekt
zich circa 2 K.M. Oost- en 2 K.M. West
waarts uit vanaf de brug en zoowel Zui
delijk als Noordelijk van den Oude Rijn.
Om nu die brug te beheeren werd uit de
Brandschouwerij Nieuwerbrug een College
benoemd welke officieel werd aangeduid
met den naam van het „College van Brug
gemeesters". Sedert 1542 bezit dus Nieu
werbrug een curiosum n.l. het „College van
Bruggemeesters". Dit College kreeg van
den aanvang af reeds groote rechten. De
opbrengst der gelden konden geheel naar
eigen goeddunken aan den brug worden
besteed. In de acte was echter tevens nog
iets opgesloten betreffende eventueele te
korten. De Overheid had alles in handen
gegeven van het College van Bruggemees
ters, doch dezen moesten ook tevens zorgen,
dat financieele tekorten weer aangezui
verd werden. Bij acte werd toen opge
maakt, dat eigenaars van perceelen in de
„Brandschouwerij Nieuwerbrug" verplicht
waren ponds-ponds gewijs bij te dragen in
het tekort. Was er dus te kort dan was
iedere eigenaar van perceelen in de Brand
schouwerij Nieuwerbrug Verplicht hier naar
vermogen aan bij te dragen tot het tekort
weer was gedekt. Ook heden ten dage rust
deze verplichting nog op eigenaars van
perceelen te Nieuwerbrug. Het is echter
slechts één maal voorgekomen, dat eige
naars hebben moeten bijdragen. Dit was in
het begin der 17e eeuw.
Een bijzonderheid is hier nog aan ver
bonden, daar één der toenmalige eigenaars
weigerde zijn deel bij te dragen. Er is toen
een proces gevoerd met als gevolg het
proces is eveneens nog bij de andere stuk
ken aanwezig dat de eigenaar veroor
deeld werd tot het bijdragen in het tekort
aan den brug. benevens de proceskosten.
Het proces geeft nog juist aan hoeveel
„daalders, stuivers en halve stuivers etc."
dit den eigenaar heeft gekost. Hieruit blij
ken dus wel de wettige verplichtingen.
J. E.
(Wordt vervolgd).