Japan viert zijn overwinning De kwestie der Vrijwilligers BUITENLAND Het vorstendom van Nieuwerbrug VRIJDAG 3 DECEMBER 1937 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Met een parade te Sjanghai ENKELE INCIDENTEN. Vanochtend elf uur begon de overwin- nings-parade van het Japansche leger in de internationale nederzetting te Sjanghai. De troepen werden voorafgegaan door een Britschen bereden politie-sergeant en vier sikhs. Op Nankingroad werd een handgranaat naar de paradeerende troepen geworpen uit een Chineeschen winkel. De Japan sche soldaten verbraken onmiddellijk de gelederen en verspreidden zich in alle richtingen. De man, die de granaat ge worpen had, werd onmiddellijk door een Chineesch politieman doodgeschoten. Een Britsch en een Chineesch politie man, alsmede een Japansch soldaat wer den licht gekwetst, terwijl twee Japan sche soldaten ernstig gewond werden. Later deed zich nog een incident voor. Een vreemdeling rukte het papieren vlag getje uit de hand van een Japanschen toeschouwer en verscheurde het. De man werd door Japansche burgers achtervolgd en werd door de politie van de nederzet ting in een Chineesche winkel, waarheen hij de vlucht had genomen, bewaakt. Tien tallen woedende Japansche burgers trok ken daarop naar het hoofdbureau van po litie en wilden den naam van den man weten. Uit vrees, dat de man gelyncht zou worden, heeft de politie hem door een achterdeur uit de winkel weggeleid. De parade eindigde te twee uur in den middag. Niet navolgenswaardige demonstratie. Op het oogenblik, dat de Japansche troepen bij hun parade voorbij het „Grand Monde" Theater trokken, wierp een Chi nees zich van de derde verdieping op straat met de kreet „Leve China". MOORDEND BOMBARDEMENT. VAN SJJAUTSJAN. Zeven honderd dooden. De Chineesch pers bericht, dat Japan sche vliegtuigen gisteren opnieuw Sjaut- sjan hebben gebombardeerd. Zevenhon derd personen zijn om het leven gekomen, zeshonderd werden gewond, waarvan vijfhonderd ernstig. Het blad Takoengpau deelt mede, dat in de provincie Soeijoean de Mongoolsche cavalerie van prins Teh Wang zich gereed maakt het Ordosplateau bij de Gele Ri vier aan te vallen. In de provincie Sjensi hebben de Chi neesche troepen verscheidene plaatsen heroverd, zij rukken thans op naar Joetse Taikoe. Gisteren hebben Japansche vliegtuigen aanvallen gedaan op Nanking. Bij den eersten aanval werd een Japansch vlieg tuig door de luchtdoel-artillerie omlaag geschoten, bij den tweeden aanval grepen de Chineesche jachtvliegtuigen de Japan sche toestellen aan. Van de drie Japan sche machines werden twee omlaag ge schoten. JAPANSCHE OPMARSCH VASTGELOOPEN? Volgens berichten uit Chineesche bron zou de Japansche opmarsch in het gebied tusschen Sjanghai en Nanking hier en daar zijn vastgeloopen. Het gerucht gaat, dat de Chineesche troepen Kwang-Teh zouden hebben heroverd. Ook de opmarsch langs de Jangtsje zou in de nabijheid van Kiang-jin tijdelijk door twee Chineesche divisies zijn opgehouden. Een bevestiging van deze berichten is nog niet verkregen. Verder wordt vernomen, dat de Japannee- zen nabij Kiang-jin de barricade voor de scheepvaart verschillende malen met dy namiet hebben doen springen. Tevens zijn zij begonnen met de opruiming van het achter deze barricade liggende mijnen veld. DE DUITSCHE BEMIDDELING. In officieele Chineesche kringen te Lon den verklaart men in het geheel geen in lichtingen te hebben ontvangen over een Duitsche bemiddeling in het Japansch Chineesche conflict. Men is van meening, dat een dergelijke bemiddeling voorbarig zou zijn, omdat, de militaire hulpbronnen van China nog zeer aanzienlijk zijn. Ook in Japansche kringen weet men niets van een bemiddelingspoging. Zon der de desbetreffende berichten tegen te spreken is men toch geneigd te vermoe den, dat zij óf voorbarig óf sterk over dreven zijn. Volgens een D.N.B.-bericht uit Berlijn zijn de bovengenoemde berichten slechts een herhaling van ongegronde geruchten, die reeds eenige weken geleden de ronde deden. Het antwoord der linksctie regeering ZIJN MAROKKANEN VRIJWILLIGERS? Het Spaansche linksche ministerie van Buitenlandsche Zaken te Barcelona heeft gisteren de antwoordnota gepubliceerd be treffende de uitzending van een commis sie naar Spanje ter bestudeering van de terugtrekking der vrijwilligers. In deze nota wordt o.m. gezegd: „De Spaansche regeering, die enkele maanden geleden de terugtrekking der buitenland sche schrijders had voorgesteld, handhaaft krachtig haar standpunt. Daarom toont zij zich zeer gunstig gestemd ten opzichte van de ten uitvoer legging dezer terug trekking onder internationaal toezicht en zij is sterk voorstandster van een aan vaarding van een tusschenkomst door commissies". Vervolgens wijst de nota erop, dat pre ciseeringen noodzakelijk zijn. Zoo vraagt zij naar de grondslagen der definities van „buitenlandsche strijders". „Het comité heeft vastgesteld dat terug trekking der niet-Spaansche strijders ge deeltelijk en verhoudingsgewijs zou ge schieden naar het aantal, dat aanwezig is in beide kampen. Het zegt echter niets en hierover zouden nadere aanduidingen noodig zijn over de vraag of dit „ver houdingsgewijze" slechts betrekking heeft op het aantal combattanten, dan wel of er ook verband zal bestaan met de ver schillende categorieën van technische raadgevers die in de beide kampen zijn. De Spaansche regeering spreekt er haar groote verrassing over uit, dat in het ont werp betreffende de terugtrekking der vreemde combattanten het niet-inmen- gings-comité als zoodanig niet beschouwt de onderdanen van den Sultan van Ma rokko, die resideert in de zone van het in dit rijk gevestigde Spaansche protecto raat. Ten aanzien van de voorstellen van het Britsche plan en de nota van zes Novem ber zegt de nota: „Men zou moeten we ten, welk der beide voorstellen blijft be staan, het voorstel krachtens hetwelk de controle te land en ter zee zou worden hersteld na de benoeming der commissie, of het voorstel dat bepaalt, dat het con trolesysteem hersteld wordt voor de be noeming der commissies". Ten slotte acht de Spaansche regeering het noodzakelijk, dat de resolutie, die den voorzitter van het niet-inmengings-comité machtigt zich te wenden tot Barcelona zoowel als tot Burgos, verduidelijkt wordt, teneinde haar in overeenstemming te brengen met het accoord in zijn geheel. Vast moet staan of een zoodanig accoord uitsluitend betrek king heeft op de terugtrekking der per sonen van niet-Spaansche nationaliteit die aan den strijd deelnemen, of even eens op de andere problemen, zooals dat der toekenning van een zeker recht van oorlogvoerende en het herstel van de controle te land en ter zee, dat met het probleem verbonden blijft. Schaarsch nieuws van het gevechtsfront. Het hoofdkwartier van de troepen van Franco heeft medegedeeld, dat de recht- sche troepen een aanval van den vijand in den sector Riaz hebben afgeslagen. De aanvallers verloren 32 dooden. Van de andere fronten valt niets te melden. DE BLOKKADE VAN DE OOSTKUST. Geen rekening met neutrale zones? Franco heeft de Britsche regeering een mededeeling gezonden, waarin hij, naar men meent te weten, hét voornemen aan kondigt de kust van het republikeinsche Spanje te blokkeeren. In dezelfde .nota zou Franco mededeelen, dat hij zijn ma rine-commandanten opdracht heeft gege ven, geen rekening met „neutrale zones" te houden, indien de omstandigheden dat noodig maken. Franco zou verder het recht opeischen, ieder schip, dat een regeeringshaven wil binnenloopen, aan te houden en aan te vallen, zoodra het de territoriale wateren bereikt heeft. Deze mededeeling zou, zij het op min der stelligen toon, bevestigen, wat op 28 November door den omroep te Salamanca is gezegd, namelijk, dat Franco zich het recht voorbehield, alle maatregelen te ne men, die voor een blokkade in de territo riale wateren noodig zouden zijn. Naar aanleiding van die radiomededeeling had den de Britsche autoriteiten een stap ge daan bij den commandant van de zee- strijdkrachten van Palma, en hem herin nerd aan het bestaan van neutrale zones. Na dezen stap is de mededeeling van Franco verzonden. De volledige tekst is nog niet te Londen aangekomen, doch zoodra dat het geval zal zijn, zal de Brit sche regeering overwegen, of er aanlei ding tot het doen van nieuwe stappen be- BELGIË haafd moet worden. Vandervelde heeft ver klaard, dat zoolang de Volkenbond zijn vertrouwen in België voor het toegewezen mandaat handhaaft, België niet zal kunnen aanvaarden, dat men daar inbreuk op maakt. Met voldoening neemt Carton de Wiart nota van deze verklaring en van de eensgezinde opvatting der Kamer in deze kwestie. „GEEN AFSTAND VAN KOLONIëN". Verklaring van Spaak in den Senaat. In den Senaat heeft minister Spaak in antwoord op een door Van Overbergh, uit naam van de rechterzijde van den Senaat gestelde vraag over de geruchten omtrent Duitsche verlangens ten aanzien van den Congo verklaard, dat de Belgische regee ring nooit eenig voorstel is gedaan, waar bij de integriteit der kolonie betrokken was. Met verwijzing naar de van Duitsche zij de gevolgde tegenspraken zeide de minis ter, dat men kon aannemen, dat men in Duitsche kringen ieder denkbeeld, den 3el- giscnen Congo aan te tasten, verwerpt. De regeermg zal trouwens nooit toela ten, dat men aan de integriteit der kolo nie raakt. Zij heeft teveel vertrouwen in de medewerking der bevriende mogendhe den dan dat zij niet zeker ervan zou zijn, dat zij nooit een dergelijke kwestie ter sprake zullen laten komen. De socialist Rolin vroeg daarop, of er geen onderhandelingen zijn aangeknoopt betreffende de mandaatsgvbieden, waarop Spaak ontkennend antwoordde Rolin sprak de hoop uit, dat voor de bevriende mogend heden de integriteit van den Congo en de mandaatsgebieden van hetzelfde belang is als de eerbiediging van de onafhankelijk heid van België. DUITSCHLAND TOENADERING TUSSCHEN FRANSCHE EN DUITSCHE JEUGD. Aanbevolen door von Schirach. In een artikel in „Wille und Macht" be veelt de leider der Duitsch jeugdbeweging Balaur von Schirach toenadering aan tus schen de Fransche en Duitsche jeugd, daar de toenadering der beide volken een Euro- peesche taak van zóó dringende noodzaak is, dat de jeugd geen oogenbiik verloren mag laten gaan om haar te verwezenlij ken. Baldur von Schirach verklaart verder, dat zijn medestrijders in de leiding der na tionaal-socialistische partij niet minder gunstig staan tegenover deze idee. DE NIEUWE REGEERING. Belgische Kamer neemt een motie van vertrouwen aan. De Belgische Kamer heeft gisteren met 129 tegen 32 stemmen en vier stemmen blanco haar vertrouwen in de Regeering- Janson uitgesproken. Tijdens de debatten over de regeerings- verklaring had Carton de Wiart (katholiek Minister van Staat) nog het woord gevoerd. Hij verklaarde, dat er eensgezindheid heerscht ten aanzien van de buitenland sche politiek der regeering. De ten opzich te van Spanje en Italië gevoerde politiek echter doet bedenkingen opkomen. De rech terzijde blijft voorstander van een realis tische politiek. Vandervelde verklaarde, dat de regeering van Valencia de eenige wet tige is. Carton de Wiart bestreed dit niet, maar zeide, dat men rekening moet hou den met de belangen van België in het rechtsche Spanje. Ieder zal het er mee eens zijn, aldus Carton de Wiart verder, dat de onafhankelijkheid van den Congo gehand Een wonderlijk dorp in het hart van de Rijnstreek FRANKRIJK DE „CSAR"-AFFAIRE. De huiszoekingen duren voort. De Sureté Nationale heeft huiszoeking gedaan in een in het bosch gelegen huis in de gemeente Echouboulains (dep. Seine et Marne), dat dienst deed als wapendepot en werkplaats voor het laden van granaten voor rekening van de Csar. Er werd hier een hoeveelheid munitie gevonden. De huurster van het huis was reeds bij den aanvang van het onderzoek inzake de activiteit van de Csar naar het buitenland gevlucht. Te Ferroles-Attily, in het kanton Brie- comte Robert, werden dertig kisten met dertig geladen granaten ontdekt. In Noord-Frankrijk heeft de politie een brief gevonden waarin Moreau de la Meuse aan een wapenfabriek vraagt, of deze hem met het oog op een eventueele bestelling van een Europeesche regeering mitrailleurs zou kunnen leveren. In het dorp Limeil Bravannes zijn twin tig kisten gevonden. Elke kist bevatte twin tig handgranaten. ENGELAND EEN HEFTIGE REDE VAN LLOYD. GEORGE. Tegen de imperialistische politiek der dictaturen. Lloyd George heeft een heftige critiek geleverd op de „imperialistische politiek der totalitaire mogendheden" in een rede, welke hij gisternamiddag hield op een bij eenkomst van het comité van actie voor vre de en heropbouw te Londen. Hij verklaart o.a.: „Openhartig gespro ken, is de toestand zeer verergerd sinds het aan het bewind komen der tegenwoordige regeering. Nooit nog heb ik een zoo ernsti- gen toestand gekend, zeker niet sedert het begin van den oorlog". Lloyd George vervolgde: „Er is een ver- eeniging van drie autocratische mogendhe den, sterker dan ooit, tegenover democra tieën, die merkbaar verzwakt zijn. Dit is een nieuwe en bedenkelijke factor", riep hij uit. „Wanneer gij vrede met hen wilt siuiten, moet gij zorgvuldig bestudeeren, wat de voorwaarden voor dien vrede zul len zijn. Zult gij den weg volgen die leidt naar de overgave, of zijt gij bereid de vrij heid in de wereld te verdedigend Wanneer Franco overwint, zullen er vier groote dictatoriale mogendheden zijn: Duitschland, Italië, Japan en Spanje. Een andere dictator heeft gisteren gemeene zaak met hen gemaakt: de premier van Joego slavië". In zijn peroratie wees Lloyd George met nadruk op de positie, waarin de politiek der nationale regeering Groot-Brittannië gebracht heeft, „een positie, die noodlottig zou zijn, wanneer wij opnieuw, zooals in 1914, zouden te strijden hebben voor het internationaal recht in Europa". Lloyd George eindigde: „Ik richt een op roep tot de democratische volkeren en na- Bruggemeesters als Burgemeesters Op een gewone landkaart in het geheel niet te vinden en op een groote gespecifi ceerde landkaart slechts met heele kleine letters, staat de naam Nieuwerbrug. Een klein plaatsje, nog juist gelegpn in het uiterste Oostelijke hoekje van de provincie Zuid-Holland, langs den Rijksstraatweg LeidenUtrecht en langs het vaarwater de Oude Rijn, tusschen de meer bekende plaat sen het dorp Bodegraven en het stadje Woerden, bevindt zich Nieuwerbrug. Een dorpje, of zooals het officieel in de ge meenteraad van Bodegraven placht ge naamd te worden het „gehucht Nieuwer brug", van circa 1200 1300 zielen, wat een vorstendom op zich zelf gelijkt. Een curiosum, dat eenig is in zijn soort in Ne derland en zijns gelijke niet vindt. Het be zit rechten van eeuwen her, welke als het ware erfelijk zijn en onaantastbaar. Het is in hoofdzaak de brug te Nieuwer brug, waar alles letterlijk en figuurlijk om draait. Het is op een mooien Novembermiddag, als wij voor de zooveelste maal staan op de brug over den Oude Rijn. De zon weer spiegelt in het rimpelend wateroppervlak van deze oude gekanaliseerde rivier. De vogels vliegen voorbij, juist over een schuit welke zoo juist de brug is gepasseerd. Een schilder is boven in den brug bezig het ijzerwerk van een nieuwe verflaag te voor zien, terwijl de brugwachter met welge vallen toeziet. Het is een echte landelijke idylle op en om deze brug. De brug welke zoo'ri groote historie aan zich verbindt. De brug, het eenige plekje grond, wat nu eigen lijk Nieuwerbrug is. Plotseling roepen ee drietal schelle sla gen van den Onafhankelijkheidstoren ons uit ons gepeins en brengen ons in de wer kelijkheid terug. De Onafhankelijkheids toren verkondigt ons niet alleen dat het drie uur in den namiddag is, doch tevens nog een stuk historie. Ook deze toren vertelt van vroegere tijden, van historische tijden. Een vier-gemeenten-punt. Wij schreven reeds, dat slechts de brag „Nieuwerbrug" was. Gaat men de" Noordelijke afrit af, dan be vindt men zich in de gemeente Bodegra ven. Gaat men echter de Zuidelijke afrit af, dan bevindt men zich in de gemeente Waarder. Nieuwerbrug is een aaneenscha keling van gemeenten. Een viertal gemeen ten vereenigen zich hier, n.l. de gemeenten Bodegraven, Waarder, Barwoutswaarder en Rietveld. Nieuwerbrug staat onder twee burgemeesters, de burgemeester van Bode graven en de burgemeester van Waarder, Barwoutswaarder en Rietveld. Het wordt dus geregeerd door vier gemeenteraden, waardoor tevens de moeilijkheid ontstaat, dat men vier verschillende politie- en ge meenteverordeningen heeft. Een merkwaardig college van erfelijke bruggemeesters. Toch heeft met dit al Nieuwerbrug nóg een college, dat, naar wij meenen, in geen andere gemeente bestaat. Dat is het College van Bruggemeesters. Dit college bestaat reeds bijna vier eeuwen en de leden zijn als 't ware erfelijk opvolgbaar. Tevens be schikt dit College van Bruggemeesters over verschillende rechten en gebruiken, welke onaantastbaar zijn. Natuurlijk is er in den loop der eeuwen al veel aan veranderd en zoek geraakt; toch bestaat heden ten da ge nog veel „éigens" van dit College. Het college houdt alles liefst geheim. Hoe is nu dit College ontstaan en wat is haar doel en werking? Dit is nu juist dë geheimzinnige sluier waarin alles is ge huld. Om nu deze sluier eens op te lich ten hebben wij ons dezer dagen tot dit College gewend met het verzoek een in terview aan ons te willen toestaan. Hier moest echter eerst over vergaderd worden en toen dit was geschied meende de hee- ren het maar beter geen interview toe te staan. Men maakte verschillende veront- schulligingen welke echter allen hier op neer kwamen, dat het College alles maar liefst zoo geheim hield als het was. „In de krant leest ieder het en nu ja.veront schuldigde het College zich. Met dit al ble ven wij er dus buiten en bleef de sluier ge sloten. Een man van de Pers zooals men dat op het platteland zoo gaarne gelieft uit te drukken laat zich echter maar niet zoo ties der wereld, opdat zij zich oprichten en de vrijheid beschermen tegen den dolkstoot harer moordenaars". De rede werd aan het slot warm toege juicht. PROTEST TEGEN DE DUITSCHE KOLONIALE EISCHEN. Het uiterst conservatieve Lagerhuislid sir Henry Page Croft heeft zich gisteravond in een rede te Newport krachtig verzet tegen de koloniale eischen van Duitschland. Hij voegde hieraan toe: „Wanneer Duitschland bereid is ons te helpen om de wereld te winnen voor de zaak van den vrede, niet alleen door woorden, doch ook door daden, dan zullen wij bereid zijn om de maatregelen in overweging te nemen, I welke ontspanning te weeg kunnen bren- I gen, waarbij de strategische veiligheid van het Britsche rijk evenwel niet in gevaar mag worden gebracht". dadelijk uit het veld slaan en zoo zijn wij wederom op pad gegaan om nadere gege vens. We meenen dan ook thans toch iets van de sluier te hebben opgelicht. Het ontstaan van de Nieuwerbrug. We moeten echter een viertal eeuwen in onze tijdrekening terug gaan om te komen bij de oprichting van het eerste College van Bruggemeesters. Het was in het jaar 1542, dat te Nieuwerbrug een aantal hee- ren werden benoemd, die als het „College van Bruggemeesters" betiteld werden. Deze naam houdt reeds in, dat dit College een College was, welke meesters waren over een brug. Deze brug nu was de brug, wel ke het heden ten dage nog is. De oude op haalbrug is na 4 eeuwen, hoewel enkele malen vernieuwd, nog steeds in stand ge bleven. Was er voordien dan geen brug? Ja ze ker, doch deze vormde een ware hinder laag in het scheepvaartverkeer door den Oude Rijn. Het was een zeer smalle door gang waar geen enkel schip, behoudens een roeiboot misschien, door kon varen. Over deze nauwe spleet, want meer scheen het niet te wezen, bevond zich een smal hou ten boogbruggetje, waar het verkeer in die dagen over moest. Voor het „verkeer" te land was dit echter geen bezwaar, daar dit toch slechts gebaseerd was op de „bee nenwagen". Het scheepvaartverkeer van Leiden naar Utrecht en omgekeerd onder vond hier echter een ondoorvaarbare nauw te. Men was dan ook genoodzaakt om hier het eindpunt te houden en bij verder ver voer alles over te laden in schepen, welke aan de andere zijde van de „brug" lagen, om dan weer verder vervoerd te worden. Ook in die dagen bemerkte men deze groo te moeilijkheid en werd naar middelen ge zocht om dit te verhelpen. Nadat enkele vooraanstaande personen uit de onmid- delijke omgeving een initiatief hadden ge nomen, werd na rijp beraad besloten het genomen initiatief ten uitvoer te brengen. Dit initiatief bestond uit het afbreken der oude brug en het plaatsen van een nieuwe. De nieuwe brug zou dan tevens aanzienlijk worden verbreed, zoodat het scheepvaart verkeer zonder over te laden, regelrecht doorgang kon vinden. Dit initiatief werd van alle zijden toegejuicht, doch hier was veel geld voor noodig. Besloten werd hier voor gelden in te zamelen, welke poging met succes bekroond werd. In de omge ving werd rijkelijk gegeven en nadat nog een tweetal schippers, welke- het meeste overlast van deze brug ondervonden, het comité met een gave verrijkten, kon tot het leggen van een nieuwe brug overgegaan worden. Zoo kwam in 1542 deze nieuwe brug tot stand, welke brug toen in eigendom toebehoorde aan de gevers der gelden. Ook de Overheid waardeerde het ini tiatief en bij acte door de Overheid werd bezegeld, dat de brug toebehoor de aan die personen, welke hiervoor hun offers hadden gebracht en dez© verkregen tevens het recht, bij de door vaart gelden te heffen voor het on derhoud der brug. Het land-gedeelte, waar de schenkers zich bevonden, werd. uitgestippeld en kreeg later de offi cieele naam van de „Brandschouwerij Nieuwerbrug". Hierbij kreeg toen dus Nieuwerbrug, wat eigenlijk niets was, nu recht van bestaan en kon dan ook een gedeelte van het Rijk worden aangeduid als de plaats Nieuwer brug. Zoo kan het dus thans in de 20e eeuw bestaan, dat Nieuwerbrug, hoewel geen gemeente, toch een plaats in Nederland is. Die Brandschouwerij Nieuwerbrug strekt zich circa 2 K.M. Oost- en 2 K.M. West waarts uit vanaf de brug en zoowel Zui delijk als Noordelijk van den Oude Rijn. Om nu die brug te beheeren werd uit de Brandschouwerij Nieuwerbrug een College benoemd welke officieel werd aangeduid met den naam van het „College van Brug gemeesters". Sedert 1542 bezit dus Nieu werbrug een curiosum n.l. het „College van Bruggemeesters". Dit College kreeg van den aanvang af reeds groote rechten. De opbrengst der gelden konden geheel naar eigen goeddunken aan den brug worden besteed. In de acte was echter tevens nog iets opgesloten betreffende eventueele te korten. De Overheid had alles in handen gegeven van het College van Bruggemees ters, doch dezen moesten ook tevens zorgen, dat financieele tekorten weer aangezui verd werden. Bij acte werd toen opge maakt, dat eigenaars van perceelen in de „Brandschouwerij Nieuwerbrug" verplicht waren ponds-ponds gewijs bij te dragen in het tekort. Was er dus te kort dan was iedere eigenaar van perceelen in de Brand schouwerij Nieuwerbrug Verplicht hier naar vermogen aan bij te dragen tot het tekort weer was gedekt. Ook heden ten dage rust deze verplichting nog op eigenaars van perceelen te Nieuwerbrug. Het is echter slechts één maal voorgekomen, dat eige naars hebben moeten bijdragen. Dit was in het begin der 17e eeuw. Een bijzonderheid is hier nog aan ver bonden, daar één der toenmalige eigenaars weigerde zijn deel bij te dragen. Er is toen een proces gevoerd met als gevolg het proces is eveneens nog bij de andere stuk ken aanwezig dat de eigenaar veroor deeld werd tot het bijdragen in het tekort aan den brug. benevens de proceskosten. Het proces geeft nog juist aan hoeveel „daalders, stuivers en halve stuivers etc." dit den eigenaar heeft gekost. Hieruit blij ken dus wel de wettige verplichtingen. J. E. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6