DE CROSS VAN BINGERDEN.
De avontuurlijke
opdracht
Het wegen der ruiters die deelnemen aan de bekende cross country van Bingerden welke Donderdag bij het flij de pakketpost in het Centraal Station te Amsterdam heeischt groote drukte in verband met het
Rhedensche Veer werd gehouden, geschiedde onjler toezicht van kapt. W. A. van den Wall 8ake St Nicolaasfeest. Een overstelpend aantal pakjes wordt hier geëxpedieerd
Met de aankomst van de «Reiger» op Schiphol eindigde Donderdagavond de 500ste retourvlucht uit Ned. Indië De heer A. Pies-
man, directeur der KLM. was ter begroeting aanwezig en hield een korte toespraak. Geheel links ir. M H. Damme, rechts com
mandant Hulsebos
De captains der beide elHallen bijeen r j ,-
De Engelsehe Prinsesjes Elizabeth en Margeret Rose verlaten de «Bath Club» te voor de toss bij den aanvang van den Ger«ed v00r d® straatcollecte te Amsterdam ten bate van het door Z. Exc. minister
Londen, waar zij deze week een bezoek brachten, om er te zwemmen, van welke voetbalwedstrijd Engeland - Tsjecho mr' gepropageerde Meeding-, schoeisel- en dekkinglonds. Een kijkje op het collecte-
sport beide vorstenkinderen groote liefhebsters zijn Slowakije bureau aan het Westeinde in de hoofdstad
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
47)
Hij draaide het licht uit en staarde in
de duisternis totdat het vierkant van het
open raam zich in den donkeren muur af-
teekende. Een lichtlooze nacht, een koude
nacht koud zonder vorst en donker zon
der regen. Hij lag op zijn rug, de handen
achter het hoofd gevouwen en zette alle
gedachten aan de gebeurtenissen van den
afgeloopen dag van zich af; gedachten aan
Restow, aan Gloria Paravicini, aan madame
Grandier en mademoiselle Ursule Marie
Marnier en Gogo, de Gier en Drayton, zijn
hersens lieten hen allen los. Alleen voor
Marian bleef plaats in zijn hart. Marian
zou zelfs in het land van den slaap
tot hem komen. Hij voelde zich aangenaam
naar zyn droomen drijven.
Het venster hing als een schilderij tegen
den donkeren muur een verborgen schil
derij achter een sluier van schemering.
Toen leek de sluier opgetild te worden en
hij zag.... Hij wist zioh daarna niet meer
te herinneren wat hij zag, omdat hij eens
klaps klaar wakker was. Iets had hem wak
ker gemaakt. Hij had geen flauw idee wat
dat iets was. Hij had al den eersten stap in
het droomland gedaan en datzelfde iets
had hem teruggehaald. Hij staarde ge
spannen in het duister. Dat was het een
aanraking. Iets had hem aangeraakt. Er
had iets bewogen.
Hij verstarde, iedere spier strak; niet met
de verstijving van den angst, maar gereed,
om oogenbikkelijk tot handelen over te
gaan. Hij wachtte. Er was niets. Een einde-
looze minuut verstrek.
Hijontspande eenigermate, toen weer
iets bewoog, onder zijn hand en onder zijn
hoofd. Zijn hoofd rustte onder zijn handen
en zijn handen op het kussen. Onder het
kussen bewoog zich iets als een spier, die
zich onder de huid beweegt.
Lindsay glipte uit bed en tastte naar den
schakelaar. Het licht in de zoldering flitste
aan. Lindsay een halven meter van het
bed af, staarde naar het verkreukelde kus
sen, naar het haastig afgeworpen bedde-
goed de witte lakens, de blauwe, wollen
deken. Er was niets te zien
En toen, met een haast onmerkbare gol
ving, werd de breede zoom van het kus
sensloop opgeheven en iets duns en donkers
vertoonde zich een riem van donker
bruin leer leek het wel. Deze riem bewoog
zich langs den rand van de kussensloop en
ineens had hij een kleinen, platten kop,
die omhoog schoot, en rondspeurde op de
zelfde plaats, waar nog geen halve minuut
tevoren Lindsay's hoofd gelegen had.
Op het moment, dat hij een stok beet
gepakt had, was het ondier geheel uit zijn
schuilplaats onder het kussen te voorschijn
gekomen. Het was een kleine, levendige
slang van een dof-bruine kleur. Lindsay
brak den rug van hot beest met een fermen
mep en doodde het met een paar verdere
slagen.
Vervolgens nam hij voorzichtig het kus
sen op. Er bleken geen slangen meer te
zijn.
Hij ging op den rechten hotelstoel zitten
en keek naar het doode dier. Hij moest zich
al heel erg vergissen, als het geen karait
was. Hij had karaits gezien in het reptie
lenhuis van den dierentuin. Hij herinner
de zich dat deze beesten een voorliefde heb
ben om in de huizen te kruipen en dat de
meeste doodelijke slangenbeten in Indië
op haar rekening worden gesteld. Als dit
nachtelijk bezoek in Indië had plaats gehad
zou er niets vreemds in zijn geweest. Maar
karaits zwerven niet door Parijs om een
hotel binnen te dringen en onderdak te
vinden in de gastvrije kussens.
Lindsay's gedachten gingen naar Gloria
Paravicini. Iemand had haar een slang ge
stuurd. Maar dat was zeker geen karait.
Hij had er Gloria mee zien spelen, voor
zijn plicht hem geroepen had om madame
Grandier en mademoiselle Ursule te es
corteeren. Het was een groote, mooie, en
volmaakt onschadelijke rotsslang. Nu
monsieur Arèsne afgedaan had, schepte
zij groot behagen in zijn geschenk.
Welk verband kon er bestaan tusschen
Gloria l^aravicini's rotsslang en de doode
karait?
Hij dacht na. Hij kon het gevoel niet van
zich afzetten dat de dank voor deze karak
teristieke attentie aan „De Gier" toekwam.
De Gier? Drayton? Iemand had die karait
onder zijn kussen verstopt. Die persoon
moest op de hoogte zijn geweest van mon
sieur Arèsne's cadeau aan madame Gloria
en had van zijn kennis gebruik gemaakt.
Daarvan was Lindsay overtuigd De eene
slan^ vorm de eene aannemelijke verkla
ring voor de andere. Charles Arèsne had
zijn exemplaar waarschijnlijk van een ge-
regelden handelaar betrokken. Men zou na
tuurlijk veronderstellen, dat de karait bij
ongeluk in dezelfde kist als madame Pa-
ravicini's rotsslang terecht gekomen was
en door den corridor naar Lindsay's kamer
geschuifeld was. Lindsay zou doodgevon-
den worden de karait voorloopig mis
schien niet en. de slang^.nhandelaar zou
waarschijnlijk aansprakelijk worden gesteld
voor het noodlottige ongeval. Het was een
duivelsch vernuftig plan. Misschien had
Charles Arèsne er de hand in, of madame
zelf mogelijk ook Restow.
In ieder geval had iemand een aanslag
op zijn leven gepleegd. Drayton leek het
meest waarschijnlijk als de dader, besloot
Lindsay, na het incident nog eens van alle
kanten bekeken te hebben. En zoo hij niet
de directe dader was, dan was hij toch de
aanstichter, die de bemiddeling van een
handlanger ingeroepen had. Waarom? Om
dat Trevor Fothering zijn bruikbaarheid
overleefd had en als ex-werktuig een
voortdurend gevaar voor hem vormde. Of
had hij zijn rol met minder succes ge
speeld dan hij dacht en was het Lindsay
Trevor, die uit den weg moest worden ge
ruimd? Hij zag geen kans. het probleem
op te lossen.
De vraag bleef nu wat moest hij
doen? Wat zou Trevor Fothering gedaan
hebben als hij een slang onder zijn kus
sen aantrof?
Bij nader inzien was het niet noodig zich
in gissingen te verdiepen omtrent Froth's
doen en laten in een situatie als deze. Hij
nam de karait met de punt van den stok
op en smeet de doode slang zoo ver hij kon
op straat. Als het verkeer strak aanving,
zou er weldra weinig meer van het dier
over zijn. Zelfs als het stoffelijk overschot
opgemerkt werd, zou het nog niets hinde-'
ren. Drayton of De Gier, of wie het ook
mocht zijn, kon toch niet met zekerheid
weten wat er gebeurd was. De slang kon
uit zijn bed gekropen zijn, door de lift
schacht naar beneden gevallen zijn en
buiten op honderd manieren den dood
hebben gevonden. Uit niets bleek, dat Lind
say hem gedood had.
Hij trok het beddegoed op den grond,
schudde elk stuk voorzichtig uit voor hij
het weer op het bed legde, ging toen zelf
op het bed liggen en viel ten slotte in slaap.
Hij droomde, dat hij in een loopgraaf be
zig was met een vlindernet slangen te van
gen. Marian riep hem om by haar te ko
men en een verlovingsring met haar te
gaan koopen. Hij van zijn kant wilde dat
zij hem behulpzaam zou zijn bij de slan-
genjacht maar daar voelde ze niets voor.
En toen opeens legde Garratti een hand op
zijn schouder en zei: H ij zit er weer
achter!
HOOFDSTUK XXXI
Den volgenden morgen sleepte Restow
zijn heele gezelschap mee terug naar Lon
den. Hij viel om zes uur 's morgens als een
wervelwind Lindsay's slaapkamer binnen.
Wij pakken wij vertrekken! Het
leven is niet gemaakt voor verdriet, Fothe
ring. Zet de zorgen aan den kant en be
groet den blijden dag! We gaan terug
naar Londen zoodra we maar een trein
en een boot kunnen pakken. Ik zou het
liefst willen vliegen. Maar dat wil Gloria
niet. Ze trotseert honderd wilde beesten,
ze speelt met een slang, dat ik er de koude
rillingen van krijg, maar ze zet geen voet
in een vliegmachine.
(Wordt vervolgd).