PRINS BERNHARD BIJ DE K.N.A.C.
De avontuurlijke
opdracht
3)e£cidóclie@oti4a/rit
Z. K H. Prins Bernhard woonde Vrijdag in de groote zaal van den Dieren»
tuin (e Den Haag den derden Wegverkeersdag van de K.N.AC, bij
De aankomst van Ramsay Macdonalds
stot'elijk overschot te De*onpoit.
Boven: de lijkkist woidt van boord
gebracht Onder: de familieleden
De heer R P. van Royen. wien ee< vol
ontslag verleend is als directeur der
gemeentewater leidingen ^e Amster dam
De eerste schreden worden gezet op het niet gemakkelijke
pad der beoefening van de ski-sport Op de Knorr-Hutte
wordt nu druk getraind
De jocKey heakes was onto«lumujk in oe race ie honiwe>i r-aik in bussex. Het
oogenblik, waarop paard en berijder ten val komen
In de bakkerijen heeft men nu de handen vol werk om aan de traditioneele
vraag naar de lekkernijen voor de komende feestdagen te voldoen
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
42)
Hij begon de laatste ontmoeting op te ra
kelen, een dwaas en humoristisch avontuur
waarin een gendarme, een geit en een
overijverig journalist een levendig aan
deel hadden gehad. Terwijl hij sprak zag,
hij, dat er iets in Gogo ontspande. Lindsay
verstond de moeilijke kunst om over een
bepaald onderwerp te denken.
Gogo was niet bepaald in zijn voordeel
veranderd de laatste jaren. Hij zag er uit
als een onvervalschte gootrat. Hij had een
knap gezicht gehad, met scherp-gesneden
trekken en donkere oogen. Die trekken
waren nu te scherp; de zwarte oogen had
den een rustelooze wreedheid gekrgen en
nu de nawerking van de oorlogs-discipline
verdwenen was. bleef er een kruiperig,
verschrompeld wezen over, met een air,
die belachelijk aandeed bij zijn misvormde
gestalte.
Lindsay praatte door. Toen hij hierheen
ging, had hij gedacht, dat als Dratyon in
contact was met de onderwereld. Gogo hem
van nut zou kunnen zijn. In de onder
wereld circuleert het nieuws met ver
bazingwekkende snelheid en Gogo kon
heel wat gehoord hebben om zijn voor
deel mee te doen.
Uit de diepten van zijn herinnering
doemde de gedachte aan den „Gier" op Hij
had den Gier nooit gezien dat wil zeg
gen niemand van de mannen der Geheime
Diensten van vijf landen, wier geconcen
treerde pogingen om hem gedurende en
na den oorlog, te pakken te krijgen, op
niets waren uitgeloopen. Misschien is het
niet juist te zeggen dat niemand hem ge
zien had. Hugo Leroy, Hans Gottried Mül-
ler en wellicht ook Hiram J. Lee, hadden
van aangezicht tot aangezicht met hem ge
staan, maar ze hadden helaas de ontmoe
ting niet overleefd en dus geen beschrij
ving van hem kunnen geven. Een oorlogs
winstmaker van de onderwereld was de
..Gier" geweest, die beide strijdende par
tijen aan elkaar verkocht. Garratt had ver
geefs jacht op hem gemaakt. Lindsay, Gar
ratt en Gogo hadden gevaarlijke oogen-
blikken beleefd bij deze jacht. Lindsay
meende, dat als de Gier nog in leven was,
het voor de hand lag, dat hij betrokken
moest zijn in welke internationale be
weging ook, die tegen wet, recht en maat
schappelijke orde gericht was, dus ook in
de actie, waaromtrent het zijn taak was
gegevens te verzamelen.
Terwijl hij sprak was hij zich bewust
van een soort trillende gevoeligheid voor
de in drukken, die van de zijde van Gogo
en madame Marnier tot hem kwamen. Zijn
geest geleek op eén fotografische plaat,
waarop de beelden zich gaan afteekenen bij
het ontwikkelen. Hij eindigde zijn verhaa)
en terwijl madame Marnier nog schudde
van den lach, zei hij:
En de Gier? Nog altijd springlevend?
Hij sloeg Gogo's oogen gade, terwijl hij
sprak. Niets in Gogo's gezicht veranderde
- alleen de pupillen van zijn oogen. Lind
say zag ze vertrekken alsof er plotseling fel
licht langs gleed. Het was ternauwernood
merkbaar. Maar het was voldoende: De
snelle reactie, die een minder nauwlettend
toeschouwer ontgaan zou zijn, vertelde
Lindsay meer, dan hij had durven ver
wachten. Het verklaarde ook de ongecon
troleerde, zenuwachtige beweging van ma
dame Marnier's hand. Die hing omlaag op
haar blauw geruit schort. Bij het uitspre
ken van den naam van den Gier sloot de
hand zich eensklaps om een plooi van de
stof en bleef daar, star, onbeweeglijk.
Gogo lachte o, heel natuurlijk en met
een zweem van aarzeling, die niet langer
dan een onderdeel van een seconde duurde.
Dit Hij liet een onaangenaam, min
achtend geluid hooren. Bah, die is al
lang dood!
En neem jij orders aan van iemand
die dood is?
Gogo's hand schoot naar zijn rechter
zijde en bleef daar. Lindsay vermoedde een
mes in zijn gordel. De hand bleef geklemd
om een veoborgen heft. Het fliste door
Lindsay's bewustzijn dat, als hij iemand
anders was geweest, het mes al in zijn hart
had gezeten.
Marian Rayne had geen oog van het too-
neel af. Ze was opgestaan. Ze begreep geen
woord van hetgeen er gezegd werd, maar
Gogo's gebaar was welsprekend genoeg.
Een zwakke kr^et ontsnapte haar.
Gogo wierp haar een duisteren, arg-
wanenden blik toe. Zijn Imker was klaar
voor iedere beweging van Gogo's rechter.
Toen viel hem eensklaps iets in. Hoe kwam
Gogo op zoo'n gelegen moment binnen?
Toeval? Er waren te veel toevallige om
standigheden in de zaak.
De gedachte kwam in hetzelfde mo
ment als het neerdalen van zijn hand op
Gogo schouder. En direct begon Lindsay te
lachen.
Tiens, mon vieux! Je bent een kraan!
Niemand anders zou dat hebben kunnen
doen zonder dat ik het merkte! Een mooi
stuk werk! Hij klapte hem weer op den
schouder.
Als het niet direct gekomen was na dat
verhaal, dat hun oude kameraadschap had
opgehaald, als Lindsay's lach minder zeker
was geweest, dan zou Gogo zijn agressieve
houding niet prijs gegeven hebben, maar
de blik, de aarraking, de herinnering aan
het avontuur, brachten hem den tijd weer
voor den geest toen Lindsay voor hem de
betoovering had, die een oudere man heeft
voor een jongen, den tijd, toen ze beiden
Garratt hadden gediend en bewonderd.
Hij was geschokt, bang, ontzenuwd door
hetgeen Lindsay blijkbaar wist. Zijn hand
bewoog op het heft van het verborgen mes.
zijn oogen knipperden schichtig teggen die
van Lindsay. Toen, met een ruk van den
schouder bevrijdde hij zich en ging een
stap achteruit.
Wat is dit voor onzin? gromde hij.
Lindsay was nu zeker van hetgeen hij
eerst alleen maar vermoed had. Er was een
lach in zijn blik toer. hij antwoordde:
Nu, ie volgde ons toch, nietwaar?
Gogo deed nog een stap achteruit.
Waarom zou ik u volgen? vroeg hij.
Omdat de Gier het bevolen heeft!
Madame Marnier hief haar handen met
een scherpen uitroep omhoog. Gogo zei
niets. Hij bleef naar Lindsay staren met
een eigenaardige uitdrukking in zijn half
toegeknepen oogen. Het was duidelijk, dat
hij geschrokken was, bang, en niet in staat
om zijn angst te verbergen. Maar boven dit
alles uit was er een flikkering van de oude
bewondering.
Marian keek van hem naar Lindsay en
weer terug. Ze was doodsbang voor het mes
en die zenuwachtig trekkende vingers. Als
ze zichzelf niet geweldig in bedwang had
gehouden, zou ze weer gegild hebben.
Waar heb je ons in de gaten gekre
gen? ging Lindsay, nog steeds lachend
voort. Dat zou ik werkelijk graag willen
weten. Was het bij het hotel?
M'sieu M'sieu! Waar praat u over?
kwam madame Marnier tusschenbeide.
Vraag het Gogo, zei Lindsay. Kom,
Gogo, wees een kerel en spreek op.
Gogo's koppige tegenstand verslapte.
Wanneer u alles weet, moet u ook we
ten hoe ik het deed. U zegt, dat ik u volg
de? Wel. dan weet u ook hoe. Wat moet ik
anders op zoo'n vraag antwoorden?
Beroepsgeheim, hé? Nu, ik zal je niet
vragen, iets te verklappen we hebben
allemaal onze ambtsgeheimen. Wat heeft
de Gier nu weer aan de hand?
Gogo's hand omklemde het onzichtbare
gevest weer. Met een ruk werden de wenk
brauwen samengetrokken.
Waar praat u over?
Over den Gier, gaf Lindsay met een
langen strakken blik, ten antwoord.
Gogo kwam naderbij. Hij kwam zoo
dichtbij dat Marian een kreet in haar keel
voelde omhoogkruipen.
Waarom praat u over hem? fluisterde
Gogo.
(Wordt vervolgd).