BANDJIRS IN ZUID SUMATRA.
De avontuurlijke
opdracht
Wat niet verandert. Batavia vernieuwt Zich, doch één dmg blijft in het stadsbeeld be- Oolc in Zuid Sumatra hebben ongekend he«ige bandjus vele menschenevens geèischt - Bij de brug
houden, n.l. de rij in de kali wasschende waschlieden met hun waschplankjes °ve' d® K|,n99' we»den twaalf personen door het we»«' meegesleurd en zij verdronken De brug
werd geheel vermeld
De verbinding met Zuid Amerika door de lucht - Codos bij zijn vert'ek met
de «Lieutenant Guenero» van Le 8ou get voor zijn poging om een snelle ver
binding tusschen Parijs en Buenos Au es tot stand te brengen
Over den Ouden Rijn tusschen Aerdt (op den achte»g»ond) en Öabbe-ich wordt een brug gebouwd - Deze zal 185 meter lang
worden en een schakel vormen in het verkeer tusschen den Ge'de»schen Achte'hoek en het land van Nijmegen
De Zweedsche keeoe- »edt een moei- Aartshertogin Ade'heid. de zusier van Otto van Habsburg. Aartshertog Eugen en Aartshertog
lijke situatie tijdens den voeibaiwed- l r
strijd Duitschland - Zweden te Hamburg e Weenen> waar Aartshertog t-elix op de militaire academie zijn studies gaat voltooien
FEUILLETON
Naai het Engelach bewerkt
door
J. VAN LiER SLUYS.
(Nadruk verboden).
38)
Maar toch was het dat niet alleen ge
weest, wat hem aan een impuls had doen
gehoorzamen, terwijl zijn leven kon af
hangen van het zich niet laten leiden door
impulsen. Hij was zich nu bewust dat op
den achtergrond van zijn gevoelens het
verlangen had gestaan Restow te helpen
en bij te vallen, hem niet in den steek te
laten bij zijn bluf; een verlangen, zoo sterk
dat zijn eigen veiligheid mee gemoeid
was. Hij mocht Restow, hoe eigenaardig
het ook was dit zichzelf te moeten beken
nen!
Hij bleef staan om een sigaret aan te
steken en verspilde daaraan verscheidene
lucifers en meer tijd dan hij noodig had,
om niet den indruk te wekken, dat hij op
iemand wachtte. Hij had zijn sigaret juist
aan, toen Marian den hoek om kwam. Ze
droeg den bontmantel en het kleine
zwarte hoedje, dat ze aan had gehad toen
hij in den trein bij haar was gekomen, op
den dag, hij haar brief had gekregen.
Maar ze zag er nu heel wat beter uit!
Met een glimlach in haar oogen ^rad ze
op hem toe en samen liepen ze de straat
af. Nadat ze een tweeden hoek waren om
gegaan, riep Lindsay een taxi aan en zei
oen chauffeur naar den Are de Triomphe
te rijden.
Waarom naar den Are de Triomphe?
wilde Marian weien.
De auto begon zich een weg te banen
door net venteer.
ik moet met je praten antwoordde
Lindsay, en ik moet er zeiter van zyn,
dat geen van ons beiden gevoigd is.
Ze zat in het donker legen hem aan.
Dal dat klinki afschuwelijk.
Ja, het zou atscnuweiyk zijn.
Een paar maal keek hij door de achter
ruit.
Marian zei niets meer. Een gevoel van
teleurstelling kwam over haar. Ze had ge
dacht, dat hy zijn arm om haar heen zou
slaan en haar misschien kussen. Het was
eenvoudig wonderbaarlijk dat hy leefde.
Het kostte haar soms moeite zich voor te
stellen dat het werkelijk zoo was.
Toen de taxi stopte beiaalde Lindsay vlug
en spoedde zich met haar weg. Na tien mi
nuten geloopen te hebben, namen ze een
andere taxi.
Zoo, de kust is veilig, verklaarde
Lindsay.
Waar gaan we eigenlijk heen?
Naar een oude vriendin van mij. Ik
kan geen luistervinken diskeeren. Ik heb
daar gelegenheid om veilig en ongestoord
in haar kamer te praten.
Wie is ze?
Lindsay aarzelde.
Ik en haar uit den tyd, dat ik by
den Geheimen Dienst was. Ze heeft een
zoon een eerste-rangs deugniet 'maai
ze verkeeren beiden in de meening dat ik
zyn leven heb gered, daarom heb ik een
wit voetje bij ze.
De auto zette hen af in een somber, ver
vallen, spaarzaam verlicht stadsgedeelte.
Weer uepen ze een minuut oi tien en kwa
men aan een donxere siraat, waar hooge,
armoedige, siecnt-onderhouden huizen
menscnfcnpaKhui2en was een betere naam
stonden.
Mauame Marnier woonde op de bovenste
verdieping van het derde huis linns. Ze be
klommen een smalle steile, giadde irap en
boven genomen klopie Lindsay om het vol
gende oogenblik door een van de dikste
rarrsiemies, die de verbeelding zich kan
afschilderen, op beide wangen te worden
gekust.
Maaame Marnier was in één woord enorm
haar gestalte deed denken aan een ouder-
wetscn ooriogsschipi met volle zeilen. Haai
ravenzwart haar was glad naar ach leien
gekamd en liet een bleek gezicht vry, waar
in twee slimme, om niet te zeggen sluwe,
oogen schitterden. Over haai japon had ze
een blauw geruit schort. De kamer achter
haar had een schuin dak, dat aan" den
eenen kant bijna de vloer raakte. Het was
er haast overdreven proper, maar er hing
een doordringende geur van knoflook en
kool.
Nadat madame Marnier Lindsay omhelsd
had, ging ze terzijde en beduidde hen bin
nen te komen, steeds maar door haar rad
de tong roerend.
En bent u getrouwd? O ja, dat schreef
u in uw brief. Wat vind ik het toch heerlijk
madame uw echtgenoote te leeren kennen!
Ah, madame pas als u zelf een zoon hebt,
zult u leeren begrijpen, hoe myn gevoelens
tegenover uw man zyn. Heeft hy het u ver
teld? Mais non, hy zegt toch altijd, dat
het niets te beteekenen had. Maar ik ik
zal het u vertellen. Stel u voor, myn Cogo,
mijn eenige zoon, de beste zoon van Frank-
ryk
Dindsay stak joviaal zijn arm door den
haren en ponieerde haai nar de andere
zyde van nel vertrek.
Hoor eens hier, ma mère geen
herinneringen opnaien, hè! Daar hebben
we op hel oogenblik trouwens geen tijd
voor.
Madame Marnier's handen gingen eens
klaps in verDij tering omhoog.
Mon Dieu! Wal is er met uw haar
gebeurd?
Het is geverfd anders niet, lachte
Lindsay.
Zit u weer in het schuitje?
En niet zoo'n klein beetje ook! En ik
wilde graag, dat je ir.e je kamer afstond om
een half urtje met mademoiselle te pra
ten.
Wat? Mademoiselle? is ze dan niet
uw vrouw?
Nog niet. Ik speel weer een klein rol
letje, zouals je al begrepen hebt, en ik kan
haar nergens veilig ontmoeten. Het is van
het allergrootste belang, dat ons onderhoud
niet gestoord wordt.
Wel wel! Wie zou u hier storen?
Niemand hoop ik. Hij legdt een hand
op haar schouder. Het is dezen keer 'n
buitengewoon ernstige zaak. Om te begin
nen gen ik dood.
Aha! U bent aood! En verder?
Haar schrandere oogjes glinsterden te
gen hem.
Nu, als bepaalde personen zouden ont
dekken dat ik nog leefde, dan zou het niet
lang duren, of ik was werkelijk dood.
Madame Marnier zei nogmaals: „Aha!"
en legde haar wijsvinger tegen haar neus.
Ik leg myn leven in je handen, door
hier te koraen, vervolgde Lindsay.è 't Is
mei voor het eerst, he?
Ze spreiade haar dixke werkhanden uit,
met ue paimen naar boven.
Hei is hier veilig genoeg, sprak ze en
toen: Dus eigenlijk kwam u heelemaal
niet hier om my op te zoekenl
Linasay lacnie weer.
Dai zou ik toen gedaan hebben. Ik ver
geet myn vrienden niet.
Dn ze vergeten u ook niet. Gogo is op
'n baanije uit. Ais hy u misloopt, is hy in
staai om in de beine te springen van te
leurstelling.
Misscnien treft hij me nog weL
Linasay kwam by Marian terug. Ze had
het waterviugge Erancsn spreken niet kun
nen voigen. z,e zag, dai Madame Marnier
de forscne scnouders ophaalde en een deur
aan den anderen kant van de kamer door
ging. Daarop zag ze haai die deux sluiten.
Marian siaakie een zuchl van verlichting.
Lindsay legde zijn arm om '-aar heen.
Zoo! zei hy en nam haar mee naar
een bank by hei zolderve.ister. Zoo! We
hebben niet al te veel tyd en ik zou graag
willen, dat je me alles vertelt.
Marian sloeg een paar verschrikte oogen
naar hem op. Ze had niet gedacht over
hetgeen ze hem zou moeten vertellen; en
was in haar geest allen maar plaats ge
weest voor de overweging, hoe heerlijk net
was om met hem samen te zyn.
Lindsay nam haar beide handen.
Liefste, het is alle oneindig veel be
langrijker dan je vermoedt.
(Wordt vervolgd).