Twee ministers zeggen hun meening
BINNENLAND
NED. OOST-INDIE
WOENSDAG 17 NOVEMBER 1937
DE LE1DSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
Tweede Kanier
Dr. Colijn zag geen kans voor een kabinet
„op breede basis" Minister van Binnen-
landsche Zaken houdt hand op de geldbuidel
Minister COLIJN zet zijn rede voort:
Op de volgende drie gronden heeft spr.
aanvankelijk gestreefd naar de samenstel
ling van een kabinet op breede basis; in de
eersLe plaats waren de drie rechtsche par
tijen versterkt uit den strijd gekomen en
hadden deze partijen gepleit voor een be
sliste christelijke politiek.
Vervolgens was er ook zonder neuzen-
tellerij een aigemeene stemming voor de
breede basis waar te nemen en ten derde
achtte spr. een breede samenwerking een
landsbelang, omdat toespitsing van den
partijstrijd koren op den molen van de
N.S.B. zou zijn.
De laatste twee gronden deden spr. stre
ven naar een samenwerking op breede basis,
onder de „mits", dat de eerste grond geen
geweld werd aangedaan. Spr. heeft geheel
zelfstandig een program opgesteld zonder
ruggespraak met derden.
Tot op dit oogenblik meent spr. dat het
program niets bevatte wat voor de aange-
zochten onaanvaardbaar was. Het bevatte
slechts punten waarmee het vrijzinnige
christendom het eens moet zijn.
Oud gooide zijn eigen glazen In.
Het twistpunt werd: het positief-chris
tendom dat men verstond als een tegen
stelling tot het vrijzinnige christendom.
Aanvankelijk was dit meeningsverschil wel
licht nog bij te leggen geweest, doch er lek
te iets uit en de pers scherpte de kwesties
meer 10e dan nuttig en noodig was.
Toen kwam de rede van den heer Oud te
Leeuwarden. Deze rede heeft de formatie
meer ges'.oopt dan hij zelf wellicht vermoed
heeft. „Wij willeen geen slaaf zijn van de
coalitie", riep de heer Oud uit. Had de heer
Oud gedacht, dat spr., met wien hy toch
vier jaar lang had samengewerkt, zooiets
van hem eischte? Noodig was de rede van
den heer Oud niet, want spr. kende de be
zwaren, die bij den heer Oud bestonden.
Toen deze zoo fel zich had uitgesproken is
er ook bij spr-. twijfel over de mogelijkheid
der breede samenwerking ontstaan.
Bovendien is bij spr. toen het vermoeden
gerezen, dat ook op andere zakelijke punten
verschil van meening zou zijn ontstaan, een
vermoeden, dat door de rede van den heer
Oud in de Kamer is verstrekt.
Deze punten kunnen echter blijven
rusten, daar het punt, dat oorzaak van
uiteengaan was, de formuleering van"
een programmapunt was, dat spreker
naar zijn geweten niet kon prijsgeven.
Met den positief-christelijken grondslag
ging de heer Oud niet accoord en ook
de heer Van Lidth de Jeude heeft-dien
grondslag niet aanvaard.
Intusschen doet het spreker leed na
vier jaren goede samenwerking te moe
ten scheiden van vroegere collega's.
Men staat niet vier jaren tezamen op
de brug om bij het afscheid geen wee
moed te voelen.
Het verwijt, dat spr. met den verkiezings
uitslag geen rekening zou hebben gehouden,
berust op speculatieve berekeningen. De
formateur kon slechts rekening houden
met de samenstelling van de Kamer. Kon
de heer Oud niet begrijpen, dat zijn stijf
verzet tegen den term „positief-christelijk"
bij den formateur twijfel moest oproepen
over de mogelijkheid van breede samen
werking?
Men zegt: de formateur had zijn opdracht
moeten neerleggen. Zou een ander een ka
binet op breede basis nebben kunnen sa
menstellen? Zag men mogelijkheden in an
dere richting?
De mooiste suggestie hier gehoord, was
wel, dat het zittende kabinet zou aanblij
ven, na het mislukken van de poging van
anderen. Hoe zou dan de positie tegenover
de Kaïner worden, bovendien: bij aanblijven
zouden er door wisselingen en samenvoe
gingen van departementen drie vacatures
ontstaan.
Nogmaals, de kern van het geschil was,
dat de positief-christelijke grondslag door
spreker niet kon worden prijsgegeven, en
door oe aangezochte vrijzinnigen niet werd
aanvaard.
De heer WENDELAAR: Door alle drie
eiiet?
Minister COLIJN: Neen.
De heer WENDELAAR: Maar!
De heer COLIJN: Formuleer uw bezwa
ren, Jan kan ik u antwoorden.
De heer COLIJN vervolgt zijn rede. Spr.
meent, dat hij gelijk had door naar een
breede basis te zoeken, doch dat hij te vroeg
gelijk heeft gehad.
Met klem ontkent spr. ooit den eisch ge-
stled te hebben, dat de vrijzinnige ministers
vakministers zouden zijn. Hij heeft hen
aangezocht op gelijken voet als de anderen,
gelijk hij ook op voet van gelijkheid met
hen in het vorige kabinet heeft samenge
werkt.
Over program en samenstelling van het
kabinet heeft spreker met niemand overleg
gepleegd. Men heeft fractjeleiders bij spr.
aan huis opgemerkt. Deze fractieleiders
hadden adviezen aan de Kroon uitgebracht
en het was om toelichting van deze advie
zen, dat spr. de fractieleiders heeft geraad
pleegd.
De heer ALBARDA (S.D.): En het bezoek
van den heer Schouten van 18 Juni?
De heer COLIJN protesteert tegen de in
terruptie. Hij heeft geen reden gegeven tot
wantrouwen in zijn woorden.
De besprekingen zijn steeds persoonlijk
geweest. Er zijn in die gesprekken wel wen-
schen geuit van de zijde van de thans zit
tende, en ook van de zijde der thans niet
zittende ministers, doch er is voor spr. geen
reden, deze persoonlijke besprekingen te
openbaren.
Het kaxakter van het kabinet.
Het kabinet noemt zich parlementair. De
heer Deckers meende, dat het dit niet is,
omdat er geen voorafgaande atspraak is ge
weest. Wel heeft ook spr. vroeger een derge
lijk standpunt ingenomen, doch dit stand
punt heeft spr. verlaten. Bij de meest uit
gewerkte overeenkomst zijn na een paar
maanden conflicten niet uitgesloten. Een
kabinet in den zin des heeren Deckers is
parlementair, maar het zittende is het even
goed.
Aangezien de naam „rechtsch kabinet"
aan de oude coalitie te veel herinnert, vindt
spreker dezen naam ongewenscht. De kwes
tie acht hij niet zoo heel belangrijk. What
is in a name?
Waat mogelijk zal de overheid den chris-
telyken grondslag der samenleving bevor
deren. Al is de macht van de overheid op
dit terrein beperkt. Het kabinet roept daar
mee geen antithese in het leven, het kent
eigen gebrek en onvermogen maar al te
goed.
Een toespitsen van tegenstellingen zal
worden vermeden. Natuurlijk zullen er
tegenstellingen zijn. Wanneer zijn zij er niet
geweest? Spreker vreest tegenstellingen
niet. Integendeel, de wisselwerking tus-
schen regeering en loyale oppositie kan het
landsbelang slechts ten goede komen.
Spr. hoopt alleen, dat men niet naar
tegenstellingen zal gaan zoeken. Tenslotte
vraagt spreker Gods zegen en bidt hy om
wijsheid by het bestuur van den staat.
REDE VAN MINISTER DE WILDE.
Na minister COLIJN heeft de Minister
van Financiën de heer DE WILDE de fi-
nancieele politiek van het kabinet verde
digd. Hij erkende dat hot algemeen belang
een hoogere eisch is dan een sluitend bud
get, doch meende, dat een duurzame be
hartiging van het algemeen belang slui
tende budgetten eischt, daar anders op de
belastingsopbrengsten van toekomstige
jaren vooruit wordt geteerd. De door den
heer Teulings aangegeven punten, waarin
de begrooting meer perspectief zou bieden,
werden door den minister bestreden. Het is
buvendien van ondergeschikt belang of er
ergens een paar millioen meer opbrengst
te verwachten is. dan in de begrooting wordt
geraamd, daar die millioen en toch niet als
overschot kunnen worden verteerd: er cs
immers op de begrooting een werkelijk te
kort van 85 millioen gulden, waartegen die
enkele millioenen wegvallen.
Het rijk en de gemeenten.
Ten koste van de innerlijke kracht der
rijksfinanciën heeft het rijk de gemeenten
gesteund. Het rijk heeft voor de gemeen
ten het mogelijke gedaan. Desalniettemin
zijn de schulden der gemeenten aanzienlijk
gestegen. De begrooting voor 1938 van Am
sterdam is een verontrustend bewijs van
den financieelen toestand der gemeenten.
Het is steeds het streven van spreker ge
weest de autonomie der gemeenten te res-
pecteeren en daarom voelt hij ook niets
voor een ingrijpen in de conversieleeningen
der gemeenten ten behoeve van gelijksoor
tige leeningen van het rijk.
Het verlanglijstje van de Kamer
zou millioenen verslinden.
De desiderata door de Kamer geuit, zou
den millioenen en millioenen verslinden.
Wat zou een verhooging van den werk-
loozensteun kosten? Alles te zamen zou het
budget met 56 millioen worden belast, als
aan alle desiderata der Kamer werd vol
daan.
Er zijn onder deze desiderata eenige,
welke bij de regeering ook bestaan. De gel
den echter ontbreken voor een financiering
ervan. Vervullen van de desiderata zonder
dekking zou een positie van gevaarlijken
schijn welstand scheppen, niet het minst
gevaarlijk voor de betrokkenen. Zouden
bijvoorbeeld de salarissen van het over
heidspersoneel worden verhoogd, dan zou
de regeering spoedig op dien maatregel
moeten terugkomen. Voor verlaging der
leerlingenschaal geldt hetzelfde. Een tijde
lijke verbetering, gevolgd door een inzin
king, zou de gezinnen nog erger dupeeren
en zou een wreede barmhartigheid zijn.
Nogmaals herhaalt spr., dat het sluiten
de budget niet de hoogste wijsheid is, doch
wil men het volk naar een gelukkige toe
komst leiden, dan mag men niet op da» be
lastingopbrengsten der toekomst teren.
„Laten wij ons spiegelen aan het voorbeeld
der dwaze maagden en niet al onze olie
verteren".
REPLIEKEN.
De heer KERSTEN (S.G.) repliceert. Om
trent de positie van het Kabinet handhaaft
spr. zijn in eerste lezing ingenomen stand
punt. In Rome ziet hij het groote gevaar
voor het protestantsche Nederland. Uitvoe
rig betoogt hij, dat de Katholieke opvatting
omtrent beelden een afgodisch karakter
heeft. Hij haalde ten bewijze van deze stel
ling de uitspraken aan van het Concilie van
Trente en van den Heidelbergschen Ca
techismus.
De vergadering zal te acht uur worden
voortgezet.
AVONDVERGADERING.
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
In de eerste avondvergadering is aan de
orde de begrooting van Binnenlandsche
Zaken, waarbij minister Van Boeyen voor
het eerst in actie komt.
De Zondagswet.
De heer DREES (S.D.) bespreekt de
voorgenomen integrale toepassing van de
Zondagswet, die ook volgens het getuige
nis van de heeren De Geer en Deckers
immers niet zou kunnen worden afge
dwongen.
Wanneer men alle publieke vermake
lijkheden zou willen uitstellen tot nè de
laatste godsdienstoefening, zouden deze
pas 's avonds 8 uur kunnen beginnen.
Zooiets zou niet meer van onzen tijd zijn;
en hoe moet het gaan met de katholieke
ministers, die graag internationale voet
balwedstrijden bijwonen?
Volkshuisvesting is het eerste onder
werp van den heer STEINMETZ (R.K.).
Deze post behoorde vroeger bij Sociale
Zaken en spr. acht geen doorslaggevende
motieven aangevoerd voor de verhuizing.
Dat een ontwerp tot wijziging van de
Pensioenwet zal worden ingediend, juicht
spr toe; evenals het voornemen van de
Regeering om de eerbaarheid te bevorde
ren De verkoop van voorbehoedmiddelen
e.d. moet zooveel mogelijk worden tegen
gegaan.
De zelfstandigheid van de gemeenten
dient zooveel mogelijk geëerbiedigd. Deze
minister late de touwtjes wat vieren in
zake het toezicht op de salarissen der ge
meente-ambtenaren.
Dit laatste onderwerp bespreekt ook de
heer SWEENS (R.K.) in zijn maiden
speech. Een wijziging van de grondslagen
der wet cp de financieele verhouding, los
van conjunctuurverband kan volgens spr.
niet uitblijven.
De organisatie van de plattelandspolitie
laat weinig te wénschen, slechts moet het
gewestelijke verband worden gecomple
teerd.
De houding van de Regeering tegen
over de gemeentebesturen lokt ook cri-
tiek uit van den heer v. d. TEMPEL (S.D.)
De autonomie is slechts in theorie onaan
getast en het bedenkelijke is, dat dit ab
normale dreigt normaal te worden. De
vrijheid die de gemeenten gekend hebben
zal wel nooit terugkeeren; spr. dringt aan
op instelling van een staatscommissie, die
de verschillende vraagstukken op korten
termijn zal bestudeeren.
De heer VOS (Lib.) bepleit grootere
bijdragen aan burgerwachten en den B.
V. L. In dezen tijd zijn deze instituten
zeer noodig, want het extremisme zoekt
uitbreiding. De preventieve werking van
deze instituten is grooter naarmate zij
zelf krachtiger zijn.
De toepassing van de Zondagswet wordt
ook besproken door den heer KROL (C.-
H.). Een nieuwe wet acht spr. noodig. Het
salai.s van de commissarissen der Konin
gin dient volgens spr. verhoogd te wor
den.
De heer POSTHUMA (C.D wil de ge
volgen van de uitvoering der voorne
mens van de Regeering in zake de Zon
dagswet afwachten. Als de sportdemon-
straties nar den Zaterdagmiddag worden
vei schoven, kan de treinenloop op Zon
dag een inperking ondergaan.
D*» minister geve meer aandacht aan de
positie en de loonen van het waterschap-
personeel, bepleit de heer VAN SLEEN
(S.D.). Optreden tegen reactionaire water
schapsbesturen is hoog noodig.
De heer IJZERMAN (S.D.) klaagt over
een circulaire in zake het optreden van
Surinamers in het amusementsbedrijf.
Hei bestaan wordt dezen menschen moei
lijk gemaakt. Zij kunnen buiten dit be
drijf hoogstens als knechten van Sinter
klaas optreden, doch dit is een zeer onbe
vredigende functie, omdat zy zoo kort
duurt. (Vreugde).
De heer TER LAAN (S.D.) wil niet
herhalen wat tegen de plannen van de
Regeering in zake de Zondagswet is inge
bracht. Een oplossing van het salaris-
vraagstuk zou spr. van het georganiseerd
overleg wenschen.
„De Grazige Weiden".
De heer TERPSTRA (A.R.) acht het on
juist dat de film „De Grazige Weiden"
niet is verboden. De inhoud heet te berus
ten op kinderfantasie, doch er wordt ge
spot met het heilige, God zelf wordt als
een bejaard man in de film voorgesteld.
Verder is de film in hooge mate oneer
biedig. De Allerhoogste wordt in allerlei
komische toon eel tj es voorgesteld. Spr.
noemt het vreeselijk.
De heer DE MARCHANT (N.S.B.)
komt ook op tegen het ingrijpen in de ge
meentelijke autonomie. Wettelijke werke-
loozenverzekering acht spr. gewenscht; hij
is het niet eens met het standpunt van
den minister in zake de toelating van den
heer Van Duyl tot lid ^ler Eerste Kamer.
Spr. keurt het af, dat soc.-dem. tot bur
gemeester worden benoemd. De N.S.B.
zal tegen deze begrooting stemmen.
De heer ZIJLSTRA (A.R.) verdiept zich
op zijn beurt in de mogelijkheden van de
huidige Zondagswet, die hij zeer wel toe
pasbaar acht.
Wanneer de regeering de burgemees
ters maar krachtig steunt, zal dit best in
orde komen.
Een urnenbewaarplaats.
Het inrichten van een urnenbewaar
plaats te Den Haag is volgens spr. in stryd
met de Begrafeniswet.
De heer WENDELAAR (Lib.) betwij
felt of wel bekend is wat in de Zondags
wet staat. Spr. leest art. 4 voor, waarbij
alle publieke vermakelijkheden op Zondag
zijn verboden tot 's avonds na 9 uur. Spr.
kan zich begrijpen dat men geen genoe
gen neemt met den huidigen toestand,
maar de minister spitse de tegenstellingen
niet toe, door naar den heer Zylstra te
luisteren. De bewindsman ga met voor
zichtigheid te werk. Hij kan moeilijk de
wet niet toepassen in het Zuiden en wèl
in het Noorden.
Natuurlijk is ook de heer DE VISSER
(Comm.) tegenstander van strenge toe
passing van de Zondagswet. Spr. hoopt,
dat de heer Duymaer hier evenmin als in
den gemeenteraad succes zal hebben met
zijn bestrijding van het kermisvermaak
in den Dierentuin. De crematie is een
vorm van nieuw leven (groote vreugde
bij de weinige Kamerleden die nog aan
wezig zijn).
De heer TIL ANUS (C.H.) spreekt over
de pensioenwetgeving. Spr. beveelt een
wijziging van het tweede lid van art. 48
der Pensioenwet aan.
Ten slotte houdt de heer DUYMAER
VAN TWIST (A.R.) een pleidooi voor de
binnenschippers het is inmiddels
Woensdag geworden en vraagt verla
ging van lasten voor deze nijvere bur
gers.
Nat.-socialisten hooren in de Burger
wacht niet thuis. Zij leggen den eed van
trouw aan den leider af.
De vergadering wordt daarne verdaagd
tot Woensdagmiddag 1 uur.
RIJKSMIDDELEN.
De opbrengst is over October ruim 1 mil
lioen minder dan over October 1936.
De Rijksmiddelen hebben ever October
opgebracht 34.173.827, hetgeen f 1.133.599
minder is dan over October 1936, doch
3.030.077 meer dan de raming was.
Over de eerste tien maanden van 1937
bedroeg de opbrengst f 360.920.287, hetgeen
58.094.293 meer is dan over hetzelfde tijd
vak van 1936 en 49.482.787 meer dan de
raming.
DE VONDEL-HERDENKING TE
AMSTERDAM
Onthulling gedenksteen
Vandaag is te Amsterdam het eigenlijke
Vcnrielfeest, dat drie dagen zal duren,
plechtig ingezet, met de onthulling van een
gedenksteen, die in het gebouw van de
tegenwoordige efectenbeurs aan de War-
moess'iaat te Amsterdam is ingemetseld.
Daar immers heeft de kousenwinkel ge
staan, waar Joost van den Vondel zoo lan
gen tijd van zijn leven zijn nering dreef
en waar hij woonde.
Bij deze onthulling heeft prof. B. H.
Molkenboer, de voorzitter van het Natio
naal Vondelcomité, een rede uitgesproken.
Deze p'pchtigheid in de open lucht werd
onmiddei-ijk gevolgd door de herdenking
aan den zerk van Vondel's graf in de
Nieuwe Kerk. Alvorens prof. dr. C. Ger-
retser zijn herdenkingsrede uitsprak, klonk
orgelspel van den organist Henk Lochuvs,
een fantasie en een toccata van Eweelinck.
Na de rede trad de vertegenwoordiger van
H.M. de Koningin, jhr. mr. F. Röell, ka
merheer in buitengewonen dienst, naar
voren en legde een krans op den blauw-
grijzen zeik. Vervolgens was het burge
meester dr. W. de Vlugt, die eveneens een
krans neer.1 egde,.
Mor orgf-lmuziek, de, fantasie in g-kl.
van Johan Sebastiaan Bach, werd de by-
eenkomst in de Nieuwe Kerk besloten.
Vanmiddag om drie uur was er rond
om Vondel's standbeeld in het reeds win-
lersche Vondelpark een bijeenkomst, waar
de dichter D. A. M. Binnendijk een rede
hield. Een geluidsversterkerinstalietie zorg
de er voor, dat het gesproken woord tot
ver buiten het schiereilandje, waarop de
genoodigdn waren bijeengekomen, ver
staanbaar was.
Met kopermuziek en kwalmende fakkels
heeft Amsterdam's jeugd gisteravond der
dichtTen vorst geëerd. Reeds voor half
acht begon de toeloop naar het Museum
plein, waar onder de lindenboomen langs
de Paulus Potterstraat een groote twee dui
zend jongens en meisjes van de jeugd
organisaties van alle gezindten samenkwa
men om den stoet te formeeren die een
tocht om en door een gedeelte van het
Vondelpark maakte.
SINT NICOLAASFEEST EN DE WINKEL
SLUITINGSWET.
Geen ontheffing van verbodsbepalingen
op Zondag.
Naar wij van bevoegde zijde vernemen
hebben den minister van Economische Za
ken verzoeken bereikt om bij aigemeene
beschikking, bedoeld in art 9a der winkel
sluitingswet burgemeester en wethouders
van alle gemeenten te machtigen op Zon
dag 5 Dec. ontheffing van verschillende
verbodsbepalingen, in die wet opgenomen,
te verleenen.
De minister van Economische Zaken
heeft op deze verzoeken afwijzend beschikt,
aangezien zich ten deze niet de „bijzondere
omstandigheden" voordoen, bedoeld in ar
tikel 9a der winkelsluitingswet, die een
verdere inperking van de Zondagsrust op
dien dag motiveeren. Het behoeft geen
groote bezwaren mede te brengen het Sint
Nicolaasfeest in plaats van op Zondag
avond op Zaterdagavond of Maandagavond
te vieren.
TEELTBEPERKING VAN RUNDVEE.
Vooralsnog wordt geen einde aan de rege
ling gemaakt.
Minister Steenberghe heeft vragen beant
woord van het liberale Tweede Kamerlid
Bierema betreffende beëindiging van de
teeltbeperking van rundvee.
De minister erkent, dat de teeltbeperking
van rundvee voor de inkrimping der melk-
IGNATZ EN IGNATIUS.
De „Volkskrant" vestigt de aandacht op
een leerzaam geval dat intusschen ook een
vermakelyken kant heeft.
Daar was in Duitschland een advocaat,
die een zoon had met name: Ignatz. Dat
was in orde! De naam: Ignatz komt voor in
het lijstje van voornamen die Duitsche
ouders aan hun kinderen kunnen geven.
Alles is gemaszregelt in het Derde Rijk en
dus zijn de ouders natuurlijk ook niet vrij
in het geven van voornamen aan hun kin
deren.
Nu wilde die advocaat den naam „Ignatz"
veranderen in „Ignatius" en daar kwamen
de poppen aan het dansen.
De kantonrechter en de rechtbank gaven
den advocaat nul op het request. Maar da
advocaat ging hooger op en waarlijk het
gerechtshof keurde den naam Ignatius goed.
Pastoor Leonards uit Prenzlau dat is
het vermakelijke van het geval is daar
over in de wolken! Nergens ter wereld is
het met den burgerlijken stand beter ge
schapen dan in Duitschland, zoo schrijft hij.
Maar nu iets uit de overwegingen van
het Gerechtshof. Dat Duitschers een niet-
Duitschen naam krijgen, zoo overwoog het
Gerechtshof, is natuurlijk niet gewenscht.
Maarde naam „Ignatius" is in de Duit
sche taal overgegaan. Die naam beteekent
volstrekt niet een bijzondere vereering van
Ignatius van Loyola.
Men ziet, zegt pastoor Leonards opgeto
gen, met welke nauwkeurigheid en met
welke zorg deze dingen in het Derde Rijk
behandeld worden.
Wij zouden den pastoor willen vragen,
waarom de naam Ignatius, die een vader
aan zijn kind wil geven, „volstrekt niet be
teekent een bijzondere vereering van (den
H.) Ignatius van Loyola". Hoe weet het ge
rechtshof dit, en wat heeft een gerechts
hof daarmee te maken?
Is er in Nederland één instantie, die
daarnaar vraagt en er gewenschte en min
der gewenschte of niet gewenschte namen
op na houdt? De door den pastoor gepre
zen zorg en nauwkeurigheid noemen wy
bemoeizucht van een zéér, zéér bedenke
lijke soort.
En wij houden van die bemoeizucht hee-
lemaal niet!
productie tot heden nog weinig effect heeft
gesorteerd. Zulks was echter te verwach
ten, aangezien het uiteraard geruimen tijd
vergt, aleer de beperking van het aantal
kalveren op de totale melkproductie van
invloed wordt. Naar aangenomen mag wor
den, zal op den duur deze invloed echter
onmiskenbaar zijn en dit heeft een der
overwegingen gevormd, welke tot de recen
te beslissing tot voortzetting van de kalver-
teeltregeling, zij het ook met verruiming
der toewijzingen van vaarskalveren met
25.000 stuks, hebben geleid.
De minister is van oordeel, dat ons land
nog immer in staat is in eigen vleeschbe-
hoefte te voorzien. De invoer van versch
vleesch uit Denemarken, welke intusschen
slechts 1 pet. van de totale vleeschcon-
sumptie in 1936 bedraagt, heeft zijn aan
leiding gevonden in omstandigheden van
handelspolitieken aard.
De minister is uiteraard van oordeel, dat
by de ook in de toekomst te verwachten
zware concurrentie met overzeesche landen
ten aanzien der zuivelproducten gestreefd
moet worden naar het aanhouden van de
beste productiedieren.
Hij is echter niet van meening, dat de
teeltbeperking geen voldoende mogelijk
heid tot selectie zou openlaten. Nu ingevol
ge de teeltregeling slechts een beperkt aan
tal vaarskalveren mag worden aangehou
den, is integendeel hierin een prikkel ge
legen om een strenge selectie onder de kal
veren toe te oassn.
De minister is vooralsnog niet bereid, een
einde te maken aan de teeltbeperking van
rundvee.
DEVENTER KRIJGT ZIJN VASTE
BRUG
Het gemeentebstuur van Deventer heeft
j gisteren van den minister van Waterstaat
bericht ontvangen, dat deze het ontwerp
heeft vastgesteld, vcor de overbrugging van
den lJssel bij Deventer.
B. STAPEL Sz. OVERLEDEN.
Burgemeester van Sybekarspel
In den afgeloopen nacht is de heer B.
Stapel Sz. sinds 1904 burgemeester der ge
meente Sybekarspel, plotseling overleden.
De heer Stapel die den leeftijd van 72
jaar bereikte, was de oudste burgemeester
in de provincie Noord-Holland en be
kleedde in het maatschappelijk leven tal
van functies, o.m. was hij voorzitter van
de Noord-Hcllandsche landbouwonderlin-
ge. De heer Stapel was ridder in de orde
van Oranje Nassau.
DE NIEUWE APOSTOLISCH PREFECT
VAN SOERABAJA.
Pater M. Verhoeks benoemd.
Als opvolger van mgr. dr. Theophiel de
Backere is tot Apostolisch Prefect van Soe-
rabaia benoemd de Zeereerw. pater Mi
chael Verhoeks van de ^Congregatie der
Missie (Paters Lazaristen).
Pater Verhoeks werd in 1893 geboren en
in 1919 priester gewijd. In 1933 werd hij
benoemd tot superior van het studiehuis
St. Vincentius a Paulo te Nijmegen.