Twee ministers zeggen hun meening BINNENLAND NED. OOST-INDIE WOENSDAG 17 NOVEMBER 1937 DE LE1DSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 Tweede Kanier Dr. Colijn zag geen kans voor een kabinet „op breede basis" Minister van Binnen- landsche Zaken houdt hand op de geldbuidel Minister COLIJN zet zijn rede voort: Op de volgende drie gronden heeft spr. aanvankelijk gestreefd naar de samenstel ling van een kabinet op breede basis; in de eersLe plaats waren de drie rechtsche par tijen versterkt uit den strijd gekomen en hadden deze partijen gepleit voor een be sliste christelijke politiek. Vervolgens was er ook zonder neuzen- tellerij een aigemeene stemming voor de breede basis waar te nemen en ten derde achtte spr. een breede samenwerking een landsbelang, omdat toespitsing van den partijstrijd koren op den molen van de N.S.B. zou zijn. De laatste twee gronden deden spr. stre ven naar een samenwerking op breede basis, onder de „mits", dat de eerste grond geen geweld werd aangedaan. Spr. heeft geheel zelfstandig een program opgesteld zonder ruggespraak met derden. Tot op dit oogenblik meent spr. dat het program niets bevatte wat voor de aange- zochten onaanvaardbaar was. Het bevatte slechts punten waarmee het vrijzinnige christendom het eens moet zijn. Oud gooide zijn eigen glazen In. Het twistpunt werd: het positief-chris tendom dat men verstond als een tegen stelling tot het vrijzinnige christendom. Aanvankelijk was dit meeningsverschil wel licht nog bij te leggen geweest, doch er lek te iets uit en de pers scherpte de kwesties meer 10e dan nuttig en noodig was. Toen kwam de rede van den heer Oud te Leeuwarden. Deze rede heeft de formatie meer ges'.oopt dan hij zelf wellicht vermoed heeft. „Wij willeen geen slaaf zijn van de coalitie", riep de heer Oud uit. Had de heer Oud gedacht, dat spr., met wien hy toch vier jaar lang had samengewerkt, zooiets van hem eischte? Noodig was de rede van den heer Oud niet, want spr. kende de be zwaren, die bij den heer Oud bestonden. Toen deze zoo fel zich had uitgesproken is er ook bij spr-. twijfel over de mogelijkheid der breede samenwerking ontstaan. Bovendien is bij spr. toen het vermoeden gerezen, dat ook op andere zakelijke punten verschil van meening zou zijn ontstaan, een vermoeden, dat door de rede van den heer Oud in de Kamer is verstrekt. Deze punten kunnen echter blijven rusten, daar het punt, dat oorzaak van uiteengaan was, de formuleering van" een programmapunt was, dat spreker naar zijn geweten niet kon prijsgeven. Met den positief-christelijken grondslag ging de heer Oud niet accoord en ook de heer Van Lidth de Jeude heeft-dien grondslag niet aanvaard. Intusschen doet het spreker leed na vier jaren goede samenwerking te moe ten scheiden van vroegere collega's. Men staat niet vier jaren tezamen op de brug om bij het afscheid geen wee moed te voelen. Het verwijt, dat spr. met den verkiezings uitslag geen rekening zou hebben gehouden, berust op speculatieve berekeningen. De formateur kon slechts rekening houden met de samenstelling van de Kamer. Kon de heer Oud niet begrijpen, dat zijn stijf verzet tegen den term „positief-christelijk" bij den formateur twijfel moest oproepen over de mogelijkheid van breede samen werking? Men zegt: de formateur had zijn opdracht moeten neerleggen. Zou een ander een ka binet op breede basis nebben kunnen sa menstellen? Zag men mogelijkheden in an dere richting? De mooiste suggestie hier gehoord, was wel, dat het zittende kabinet zou aanblij ven, na het mislukken van de poging van anderen. Hoe zou dan de positie tegenover de Kaïner worden, bovendien: bij aanblijven zouden er door wisselingen en samenvoe gingen van departementen drie vacatures ontstaan. Nogmaals, de kern van het geschil was, dat de positief-christelijke grondslag door spreker niet kon worden prijsgegeven, en door oe aangezochte vrijzinnigen niet werd aanvaard. De heer WENDELAAR: Door alle drie eiiet? Minister COLIJN: Neen. De heer WENDELAAR: Maar! De heer COLIJN: Formuleer uw bezwa ren, Jan kan ik u antwoorden. De heer COLIJN vervolgt zijn rede. Spr. meent, dat hij gelijk had door naar een breede basis te zoeken, doch dat hij te vroeg gelijk heeft gehad. Met klem ontkent spr. ooit den eisch ge- stled te hebben, dat de vrijzinnige ministers vakministers zouden zijn. Hij heeft hen aangezocht op gelijken voet als de anderen, gelijk hij ook op voet van gelijkheid met hen in het vorige kabinet heeft samenge werkt. Over program en samenstelling van het kabinet heeft spreker met niemand overleg gepleegd. Men heeft fractjeleiders bij spr. aan huis opgemerkt. Deze fractieleiders hadden adviezen aan de Kroon uitgebracht en het was om toelichting van deze advie zen, dat spr. de fractieleiders heeft geraad pleegd. De heer ALBARDA (S.D.): En het bezoek van den heer Schouten van 18 Juni? De heer COLIJN protesteert tegen de in terruptie. Hij heeft geen reden gegeven tot wantrouwen in zijn woorden. De besprekingen zijn steeds persoonlijk geweest. Er zijn in die gesprekken wel wen- schen geuit van de zijde van de thans zit tende, en ook van de zijde der thans niet zittende ministers, doch er is voor spr. geen reden, deze persoonlijke besprekingen te openbaren. Het kaxakter van het kabinet. Het kabinet noemt zich parlementair. De heer Deckers meende, dat het dit niet is, omdat er geen voorafgaande atspraak is ge weest. Wel heeft ook spr. vroeger een derge lijk standpunt ingenomen, doch dit stand punt heeft spr. verlaten. Bij de meest uit gewerkte overeenkomst zijn na een paar maanden conflicten niet uitgesloten. Een kabinet in den zin des heeren Deckers is parlementair, maar het zittende is het even goed. Aangezien de naam „rechtsch kabinet" aan de oude coalitie te veel herinnert, vindt spreker dezen naam ongewenscht. De kwes tie acht hij niet zoo heel belangrijk. What is in a name? Waat mogelijk zal de overheid den chris- telyken grondslag der samenleving bevor deren. Al is de macht van de overheid op dit terrein beperkt. Het kabinet roept daar mee geen antithese in het leven, het kent eigen gebrek en onvermogen maar al te goed. Een toespitsen van tegenstellingen zal worden vermeden. Natuurlijk zullen er tegenstellingen zijn. Wanneer zijn zij er niet geweest? Spreker vreest tegenstellingen niet. Integendeel, de wisselwerking tus- schen regeering en loyale oppositie kan het landsbelang slechts ten goede komen. Spr. hoopt alleen, dat men niet naar tegenstellingen zal gaan zoeken. Tenslotte vraagt spreker Gods zegen en bidt hy om wijsheid by het bestuur van den staat. REDE VAN MINISTER DE WILDE. Na minister COLIJN heeft de Minister van Financiën de heer DE WILDE de fi- nancieele politiek van het kabinet verde digd. Hij erkende dat hot algemeen belang een hoogere eisch is dan een sluitend bud get, doch meende, dat een duurzame be hartiging van het algemeen belang slui tende budgetten eischt, daar anders op de belastingsopbrengsten van toekomstige jaren vooruit wordt geteerd. De door den heer Teulings aangegeven punten, waarin de begrooting meer perspectief zou bieden, werden door den minister bestreden. Het is buvendien van ondergeschikt belang of er ergens een paar millioen meer opbrengst te verwachten is. dan in de begrooting wordt geraamd, daar die millioen en toch niet als overschot kunnen worden verteerd: er cs immers op de begrooting een werkelijk te kort van 85 millioen gulden, waartegen die enkele millioenen wegvallen. Het rijk en de gemeenten. Ten koste van de innerlijke kracht der rijksfinanciën heeft het rijk de gemeenten gesteund. Het rijk heeft voor de gemeen ten het mogelijke gedaan. Desalniettemin zijn de schulden der gemeenten aanzienlijk gestegen. De begrooting voor 1938 van Am sterdam is een verontrustend bewijs van den financieelen toestand der gemeenten. Het is steeds het streven van spreker ge weest de autonomie der gemeenten te res- pecteeren en daarom voelt hij ook niets voor een ingrijpen in de conversieleeningen der gemeenten ten behoeve van gelijksoor tige leeningen van het rijk. Het verlanglijstje van de Kamer zou millioenen verslinden. De desiderata door de Kamer geuit, zou den millioenen en millioenen verslinden. Wat zou een verhooging van den werk- loozensteun kosten? Alles te zamen zou het budget met 56 millioen worden belast, als aan alle desiderata der Kamer werd vol daan. Er zijn onder deze desiderata eenige, welke bij de regeering ook bestaan. De gel den echter ontbreken voor een financiering ervan. Vervullen van de desiderata zonder dekking zou een positie van gevaarlijken schijn welstand scheppen, niet het minst gevaarlijk voor de betrokkenen. Zouden bijvoorbeeld de salarissen van het over heidspersoneel worden verhoogd, dan zou de regeering spoedig op dien maatregel moeten terugkomen. Voor verlaging der leerlingenschaal geldt hetzelfde. Een tijde lijke verbetering, gevolgd door een inzin king, zou de gezinnen nog erger dupeeren en zou een wreede barmhartigheid zijn. Nogmaals herhaalt spr., dat het sluiten de budget niet de hoogste wijsheid is, doch wil men het volk naar een gelukkige toe komst leiden, dan mag men niet op da» be lastingopbrengsten der toekomst teren. „Laten wij ons spiegelen aan het voorbeeld der dwaze maagden en niet al onze olie verteren". REPLIEKEN. De heer KERSTEN (S.G.) repliceert. Om trent de positie van het Kabinet handhaaft spr. zijn in eerste lezing ingenomen stand punt. In Rome ziet hij het groote gevaar voor het protestantsche Nederland. Uitvoe rig betoogt hij, dat de Katholieke opvatting omtrent beelden een afgodisch karakter heeft. Hij haalde ten bewijze van deze stel ling de uitspraken aan van het Concilie van Trente en van den Heidelbergschen Ca techismus. De vergadering zal te acht uur worden voortgezet. AVONDVERGADERING. BINNENLANDSCHE ZAKEN. In de eerste avondvergadering is aan de orde de begrooting van Binnenlandsche Zaken, waarbij minister Van Boeyen voor het eerst in actie komt. De Zondagswet. De heer DREES (S.D.) bespreekt de voorgenomen integrale toepassing van de Zondagswet, die ook volgens het getuige nis van de heeren De Geer en Deckers immers niet zou kunnen worden afge dwongen. Wanneer men alle publieke vermake lijkheden zou willen uitstellen tot nè de laatste godsdienstoefening, zouden deze pas 's avonds 8 uur kunnen beginnen. Zooiets zou niet meer van onzen tijd zijn; en hoe moet het gaan met de katholieke ministers, die graag internationale voet balwedstrijden bijwonen? Volkshuisvesting is het eerste onder werp van den heer STEINMETZ (R.K.). Deze post behoorde vroeger bij Sociale Zaken en spr. acht geen doorslaggevende motieven aangevoerd voor de verhuizing. Dat een ontwerp tot wijziging van de Pensioenwet zal worden ingediend, juicht spr toe; evenals het voornemen van de Regeering om de eerbaarheid te bevorde ren De verkoop van voorbehoedmiddelen e.d. moet zooveel mogelijk worden tegen gegaan. De zelfstandigheid van de gemeenten dient zooveel mogelijk geëerbiedigd. Deze minister late de touwtjes wat vieren in zake het toezicht op de salarissen der ge meente-ambtenaren. Dit laatste onderwerp bespreekt ook de heer SWEENS (R.K.) in zijn maiden speech. Een wijziging van de grondslagen der wet cp de financieele verhouding, los van conjunctuurverband kan volgens spr. niet uitblijven. De organisatie van de plattelandspolitie laat weinig te wénschen, slechts moet het gewestelijke verband worden gecomple teerd. De houding van de Regeering tegen over de gemeentebesturen lokt ook cri- tiek uit van den heer v. d. TEMPEL (S.D.) De autonomie is slechts in theorie onaan getast en het bedenkelijke is, dat dit ab normale dreigt normaal te worden. De vrijheid die de gemeenten gekend hebben zal wel nooit terugkeeren; spr. dringt aan op instelling van een staatscommissie, die de verschillende vraagstukken op korten termijn zal bestudeeren. De heer VOS (Lib.) bepleit grootere bijdragen aan burgerwachten en den B. V. L. In dezen tijd zijn deze instituten zeer noodig, want het extremisme zoekt uitbreiding. De preventieve werking van deze instituten is grooter naarmate zij zelf krachtiger zijn. De toepassing van de Zondagswet wordt ook besproken door den heer KROL (C.- H.). Een nieuwe wet acht spr. noodig. Het salai.s van de commissarissen der Konin gin dient volgens spr. verhoogd te wor den. De heer POSTHUMA (C.D wil de ge volgen van de uitvoering der voorne mens van de Regeering in zake de Zon dagswet afwachten. Als de sportdemon- straties nar den Zaterdagmiddag worden vei schoven, kan de treinenloop op Zon dag een inperking ondergaan. D*» minister geve meer aandacht aan de positie en de loonen van het waterschap- personeel, bepleit de heer VAN SLEEN (S.D.). Optreden tegen reactionaire water schapsbesturen is hoog noodig. De heer IJZERMAN (S.D.) klaagt over een circulaire in zake het optreden van Surinamers in het amusementsbedrijf. Hei bestaan wordt dezen menschen moei lijk gemaakt. Zij kunnen buiten dit be drijf hoogstens als knechten van Sinter klaas optreden, doch dit is een zeer onbe vredigende functie, omdat zy zoo kort duurt. (Vreugde). De heer TER LAAN (S.D.) wil niet herhalen wat tegen de plannen van de Regeering in zake de Zondagswet is inge bracht. Een oplossing van het salaris- vraagstuk zou spr. van het georganiseerd overleg wenschen. „De Grazige Weiden". De heer TERPSTRA (A.R.) acht het on juist dat de film „De Grazige Weiden" niet is verboden. De inhoud heet te berus ten op kinderfantasie, doch er wordt ge spot met het heilige, God zelf wordt als een bejaard man in de film voorgesteld. Verder is de film in hooge mate oneer biedig. De Allerhoogste wordt in allerlei komische toon eel tj es voorgesteld. Spr. noemt het vreeselijk. De heer DE MARCHANT (N.S.B.) komt ook op tegen het ingrijpen in de ge meentelijke autonomie. Wettelijke werke- loozenverzekering acht spr. gewenscht; hij is het niet eens met het standpunt van den minister in zake de toelating van den heer Van Duyl tot lid ^ler Eerste Kamer. Spr. keurt het af, dat soc.-dem. tot bur gemeester worden benoemd. De N.S.B. zal tegen deze begrooting stemmen. De heer ZIJLSTRA (A.R.) verdiept zich op zijn beurt in de mogelijkheden van de huidige Zondagswet, die hij zeer wel toe pasbaar acht. Wanneer de regeering de burgemees ters maar krachtig steunt, zal dit best in orde komen. Een urnenbewaarplaats. Het inrichten van een urnenbewaar plaats te Den Haag is volgens spr. in stryd met de Begrafeniswet. De heer WENDELAAR (Lib.) betwij felt of wel bekend is wat in de Zondags wet staat. Spr. leest art. 4 voor, waarbij alle publieke vermakelijkheden op Zondag zijn verboden tot 's avonds na 9 uur. Spr. kan zich begrijpen dat men geen genoe gen neemt met den huidigen toestand, maar de minister spitse de tegenstellingen niet toe, door naar den heer Zylstra te luisteren. De bewindsman ga met voor zichtigheid te werk. Hij kan moeilijk de wet niet toepassen in het Zuiden en wèl in het Noorden. Natuurlijk is ook de heer DE VISSER (Comm.) tegenstander van strenge toe passing van de Zondagswet. Spr. hoopt, dat de heer Duymaer hier evenmin als in den gemeenteraad succes zal hebben met zijn bestrijding van het kermisvermaak in den Dierentuin. De crematie is een vorm van nieuw leven (groote vreugde bij de weinige Kamerleden die nog aan wezig zijn). De heer TIL ANUS (C.H.) spreekt over de pensioenwetgeving. Spr. beveelt een wijziging van het tweede lid van art. 48 der Pensioenwet aan. Ten slotte houdt de heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.) een pleidooi voor de binnenschippers het is inmiddels Woensdag geworden en vraagt verla ging van lasten voor deze nijvere bur gers. Nat.-socialisten hooren in de Burger wacht niet thuis. Zij leggen den eed van trouw aan den leider af. De vergadering wordt daarne verdaagd tot Woensdagmiddag 1 uur. RIJKSMIDDELEN. De opbrengst is over October ruim 1 mil lioen minder dan over October 1936. De Rijksmiddelen hebben ever October opgebracht 34.173.827, hetgeen f 1.133.599 minder is dan over October 1936, doch 3.030.077 meer dan de raming was. Over de eerste tien maanden van 1937 bedroeg de opbrengst f 360.920.287, hetgeen 58.094.293 meer is dan over hetzelfde tijd vak van 1936 en 49.482.787 meer dan de raming. DE VONDEL-HERDENKING TE AMSTERDAM Onthulling gedenksteen Vandaag is te Amsterdam het eigenlijke Vcnrielfeest, dat drie dagen zal duren, plechtig ingezet, met de onthulling van een gedenksteen, die in het gebouw van de tegenwoordige efectenbeurs aan de War- moess'iaat te Amsterdam is ingemetseld. Daar immers heeft de kousenwinkel ge staan, waar Joost van den Vondel zoo lan gen tijd van zijn leven zijn nering dreef en waar hij woonde. Bij deze onthulling heeft prof. B. H. Molkenboer, de voorzitter van het Natio naal Vondelcomité, een rede uitgesproken. Deze p'pchtigheid in de open lucht werd onmiddei-ijk gevolgd door de herdenking aan den zerk van Vondel's graf in de Nieuwe Kerk. Alvorens prof. dr. C. Ger- retser zijn herdenkingsrede uitsprak, klonk orgelspel van den organist Henk Lochuvs, een fantasie en een toccata van Eweelinck. Na de rede trad de vertegenwoordiger van H.M. de Koningin, jhr. mr. F. Röell, ka merheer in buitengewonen dienst, naar voren en legde een krans op den blauw- grijzen zeik. Vervolgens was het burge meester dr. W. de Vlugt, die eveneens een krans neer.1 egde,. Mor orgf-lmuziek, de, fantasie in g-kl. van Johan Sebastiaan Bach, werd de by- eenkomst in de Nieuwe Kerk besloten. Vanmiddag om drie uur was er rond om Vondel's standbeeld in het reeds win- lersche Vondelpark een bijeenkomst, waar de dichter D. A. M. Binnendijk een rede hield. Een geluidsversterkerinstalietie zorg de er voor, dat het gesproken woord tot ver buiten het schiereilandje, waarop de genoodigdn waren bijeengekomen, ver staanbaar was. Met kopermuziek en kwalmende fakkels heeft Amsterdam's jeugd gisteravond der dichtTen vorst geëerd. Reeds voor half acht begon de toeloop naar het Museum plein, waar onder de lindenboomen langs de Paulus Potterstraat een groote twee dui zend jongens en meisjes van de jeugd organisaties van alle gezindten samenkwa men om den stoet te formeeren die een tocht om en door een gedeelte van het Vondelpark maakte. SINT NICOLAASFEEST EN DE WINKEL SLUITINGSWET. Geen ontheffing van verbodsbepalingen op Zondag. Naar wij van bevoegde zijde vernemen hebben den minister van Economische Za ken verzoeken bereikt om bij aigemeene beschikking, bedoeld in art 9a der winkel sluitingswet burgemeester en wethouders van alle gemeenten te machtigen op Zon dag 5 Dec. ontheffing van verschillende verbodsbepalingen, in die wet opgenomen, te verleenen. De minister van Economische Zaken heeft op deze verzoeken afwijzend beschikt, aangezien zich ten deze niet de „bijzondere omstandigheden" voordoen, bedoeld in ar tikel 9a der winkelsluitingswet, die een verdere inperking van de Zondagsrust op dien dag motiveeren. Het behoeft geen groote bezwaren mede te brengen het Sint Nicolaasfeest in plaats van op Zondag avond op Zaterdagavond of Maandagavond te vieren. TEELTBEPERKING VAN RUNDVEE. Vooralsnog wordt geen einde aan de rege ling gemaakt. Minister Steenberghe heeft vragen beant woord van het liberale Tweede Kamerlid Bierema betreffende beëindiging van de teeltbeperking van rundvee. De minister erkent, dat de teeltbeperking van rundvee voor de inkrimping der melk- IGNATZ EN IGNATIUS. De „Volkskrant" vestigt de aandacht op een leerzaam geval dat intusschen ook een vermakelyken kant heeft. Daar was in Duitschland een advocaat, die een zoon had met name: Ignatz. Dat was in orde! De naam: Ignatz komt voor in het lijstje van voornamen die Duitsche ouders aan hun kinderen kunnen geven. Alles is gemaszregelt in het Derde Rijk en dus zijn de ouders natuurlijk ook niet vrij in het geven van voornamen aan hun kin deren. Nu wilde die advocaat den naam „Ignatz" veranderen in „Ignatius" en daar kwamen de poppen aan het dansen. De kantonrechter en de rechtbank gaven den advocaat nul op het request. Maar da advocaat ging hooger op en waarlijk het gerechtshof keurde den naam Ignatius goed. Pastoor Leonards uit Prenzlau dat is het vermakelijke van het geval is daar over in de wolken! Nergens ter wereld is het met den burgerlijken stand beter ge schapen dan in Duitschland, zoo schrijft hij. Maar nu iets uit de overwegingen van het Gerechtshof. Dat Duitschers een niet- Duitschen naam krijgen, zoo overwoog het Gerechtshof, is natuurlijk niet gewenscht. Maarde naam „Ignatius" is in de Duit sche taal overgegaan. Die naam beteekent volstrekt niet een bijzondere vereering van Ignatius van Loyola. Men ziet, zegt pastoor Leonards opgeto gen, met welke nauwkeurigheid en met welke zorg deze dingen in het Derde Rijk behandeld worden. Wij zouden den pastoor willen vragen, waarom de naam Ignatius, die een vader aan zijn kind wil geven, „volstrekt niet be teekent een bijzondere vereering van (den H.) Ignatius van Loyola". Hoe weet het ge rechtshof dit, en wat heeft een gerechts hof daarmee te maken? Is er in Nederland één instantie, die daarnaar vraagt en er gewenschte en min der gewenschte of niet gewenschte namen op na houdt? De door den pastoor gepre zen zorg en nauwkeurigheid noemen wy bemoeizucht van een zéér, zéér bedenke lijke soort. En wij houden van die bemoeizucht hee- lemaal niet! productie tot heden nog weinig effect heeft gesorteerd. Zulks was echter te verwach ten, aangezien het uiteraard geruimen tijd vergt, aleer de beperking van het aantal kalveren op de totale melkproductie van invloed wordt. Naar aangenomen mag wor den, zal op den duur deze invloed echter onmiskenbaar zijn en dit heeft een der overwegingen gevormd, welke tot de recen te beslissing tot voortzetting van de kalver- teeltregeling, zij het ook met verruiming der toewijzingen van vaarskalveren met 25.000 stuks, hebben geleid. De minister is van oordeel, dat ons land nog immer in staat is in eigen vleeschbe- hoefte te voorzien. De invoer van versch vleesch uit Denemarken, welke intusschen slechts 1 pet. van de totale vleeschcon- sumptie in 1936 bedraagt, heeft zijn aan leiding gevonden in omstandigheden van handelspolitieken aard. De minister is uiteraard van oordeel, dat by de ook in de toekomst te verwachten zware concurrentie met overzeesche landen ten aanzien der zuivelproducten gestreefd moet worden naar het aanhouden van de beste productiedieren. Hij is echter niet van meening, dat de teeltbeperking geen voldoende mogelijk heid tot selectie zou openlaten. Nu ingevol ge de teeltregeling slechts een beperkt aan tal vaarskalveren mag worden aangehou den, is integendeel hierin een prikkel ge legen om een strenge selectie onder de kal veren toe te oassn. De minister is vooralsnog niet bereid, een einde te maken aan de teeltbeperking van rundvee. DEVENTER KRIJGT ZIJN VASTE BRUG Het gemeentebstuur van Deventer heeft j gisteren van den minister van Waterstaat bericht ontvangen, dat deze het ontwerp heeft vastgesteld, vcor de overbrugging van den lJssel bij Deventer. B. STAPEL Sz. OVERLEDEN. Burgemeester van Sybekarspel In den afgeloopen nacht is de heer B. Stapel Sz. sinds 1904 burgemeester der ge meente Sybekarspel, plotseling overleden. De heer Stapel die den leeftijd van 72 jaar bereikte, was de oudste burgemeester in de provincie Noord-Holland en be kleedde in het maatschappelijk leven tal van functies, o.m. was hij voorzitter van de Noord-Hcllandsche landbouwonderlin- ge. De heer Stapel was ridder in de orde van Oranje Nassau. DE NIEUWE APOSTOLISCH PREFECT VAN SOERABAJA. Pater M. Verhoeks benoemd. Als opvolger van mgr. dr. Theophiel de Backere is tot Apostolisch Prefect van Soe- rabaia benoemd de Zeereerw. pater Mi chael Verhoeks van de ^Congregatie der Missie (Paters Lazaristen). Pater Verhoeks werd in 1893 geboren en in 1919 priester gewijd. In 1933 werd hij benoemd tot superior van het studiehuis St. Vincentius a Paulo te Nijmegen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9