De Leidenaars smijten met water... WOENSDAG 17 NOVEMBER 1937 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 In de toekomst dreigt een waler-tekorl. - In grijpende plannen van de L. D. M. - Aan de bevolking wordt zuinigheid geleerd. - Ver grooting van den watervang in het duin. - De pers maakt een verkleumend ritje. Behoud van natuurschoon Hoe zit dat? Holland is een groene spons, die, kon men haar uitknijpen alle metropolen der wereld rijkelijk van water kon voorzien. Maar Leiden, dat midden op die natte spons gebed ligt, heeft gebrek aan water. Hoe zit dat? Holland is een half-gare pannekoek, neergelegd in, wat huisvrouwen noemen, een „diep bord". Rondomme, aan alle zij den kijkt het water, over den rand van het soepbord. Holland binnen. Maar Leiden's leiding lydt aan water zwakte.... Hoe zit dat? Om Holland droog te houden, malen molens en motoren dag en nacht en „slaan het water op den boezem uit". Het is voor ons gansche volk: „pompen of verzuipen". Maar Leiden, dat in de diepte pompt om water uit te slaan, pompt welk een cu rieus geval in de hoogte water op, om in te slaan.... Hoe zit dat? Eens werd Leiden ontzet en van het Spaansche geweld bevrijd door een vloed van water Men had slechts een dijkje door te spitten en de waterwolf stond voor de wallen. Drie eeuwen later is er een streng verbod gekomen om tuintjes te sproeien en stoe pen te schrobben.... Hoe zit dat? Als de Joden in de Roode Zee wandelen we in Leiden tusschen muren van water. En toch moeten we iedere volle emmer be talen. Hoe.... Waarom dat? Van nat naar droog. Deze overpeinzingen warrelden door on zen geest, toen wij gevolg gaven aan de uit- noodiging van de Leidsche Duinwater Maatschappij om eens teTcomen praten over de hoog-noodige uitbreiding van het ka nalen-net. (Onder onze jas droegen wij heimelijk een veldflesch mee, om niet van ellende om te komen). Op weg naar Katwijk ter bestudeering van de water-nood, openden zich de slui zen des hemels en maakten wij ons eer der bezorgd over een watersnood. Maar in Katwijk de redplank van het dorstende, half verdronken Leidenwas 't droog. De lucht was droog en het duin was droog droog als ae Sahara. De pers werd gastvrij ontvangen door den wethouder van Sociale Zaken, den heer Verwey, en door ir. Lindenbergh, directeur van de L. D. M. Weldra waren wij gezeten in een met groote, kleurige kaarten be hangen vertrek.. De wethouder vermaant. De wethouder, die qualitate qua presi dent-commissaris van de L. D. M. is, stak van wal met een welkomst-speech en trok van leer tegen het overmoedig en over dadig waterverbruik der Leidenaars, die eigenlijk, zoo begrepen wij het althans, als kleine kinderen met het water knoeien en veel meer gebruiken dan noodig is. Daar om is een nieuwe tariefs-regeling ontwor pen, die hoogst opvoedend zal werken en het de Leidenaars wel af zal leeren om te morsen. De Leidenaars beseffen niet, hoe veel moeite het kost om het kristal-heldere wa ter in de badkuip te laten ruischen en daarom zullen excursies naar Katwijk wor den georganiseerd om hun dat besef bij te brengen. Tot zoover, vr|j vertaald, de toespraak van den wethouder. Wij stonden sprakeloos. Het woord was daarna aan ir. Linden bergh, die de pers bijeenriep voor een land kaart van de duinen, maar natuurlijk geen gewone landkaart, want een les in aard rijkskunde is voor zulke verlichte geesten als journalisten een overbodigheid. Deze kaart gaf een doorsnede van de duinen vanaf hun hoogste top tot op een diepte van bijna 100 M. De aanblik daarvan was min-of-meer verbijsterend. Het zoute water was op deze doorsnee- teekening rood en het zoete water blauw gekleurd. Het verbijsterende stak hem in deze kleu- ren-pracht. Iedereen zou denken, dat de zoute zee zijde rood gekleurd zou zijn en de zoete landzijde blauw. Het opzienbarende van deze kaart was, dat de landzijde zoo rood als zout was en de zee.eveneens. Alleen onder de duinen teekende zich een blauwe bel af, ter aanduiding dat daar zoet water wordt aangetroffen. Wij stonden sprakeloos, wat niet verhin derde, dat ir. Lindenbergh met vragen snuggere en domme werd bestormd. Het grondwater van ons geheele gewest is zout, wel niet zoo bijtend als zeewater, maar toch brak. 's Zomers zijn het Kagermeer en alle an dere plassen in ons gewest ietwat brak. Drinkt men van dit water, dan krijgt men dorst, welke slechts gelescht kan wor den door opnieuw en onvermoeid Kaag water te hijschen. Gaat deze verzouting van het diepte-wa ter steeds verder (in de Haarlemmermeer polder heeft men er overlast van), dan zul len onze nazaten al visschende bot vangen in plaats van baars. Deze kwestie hoe interessant ook voert ons echter te ver af van het chapiter, waarmede wij ons voor 't oogenblik bezig houden: de winning van zoetwater uit de duinen. Wat ir. Lindenbergh ons daarom trent mededeelde, is de moeite waard om het over te vertellen. Wat beteekent „water beschaving"? De L. D. M. verwacht, dat het water verbruik zal toenemen. De L. D. M. ver wacht ook, dat tegelijkertijd het waterver bruik zal afnemen. Deze tegenspraak is, zonder tegenspraak, juist, doch oogenschijnlijk paradoxaal. De L. D. M. verwacht een vermeerderd waterverbruik door toename der bevol king en door de voortschrijdende „water beschaving" een vernuftig gevonden woord, dat zeggen wil: moderne menschen leven in huizen met badkuipen, w.c. en waschbakken. Jaarlijks wordt tegenwoordig 3.000.000 M.3 door de L. D. M. afgeleverd. Onze wa ter-leverancierster neemt aan, dat in de eerstvolgende dertig jaren dit gebruik wel tot 5.000.000 M.3 stijgen zal. De L. D. M. verwacht ook een vermin derd waterverbruik ''oor de invoering van meters, om op die wijze eenige controle en eenige rem uit te oefenen op de schro melijke en noodelooze watervermorsing. Konden we voorheen vrij boenen, plas sen, dweilen, in het vervolg worden we ook binnenshuis bij onze waterfeesten be- spionneerd door de meter. In ieder huis een stille verklikker. De L. D. M. verwacht door deze stille verklikkers een enorme besparing te be reiken. Gebruiken wij nu 88 liter per „hoofd" en per dag. na de invoering over de geheele linie van de mechanische gewe tens schat de maatschappij de afname op 45 liter. Verondersteld wordt, dat de toename van het geheele gebruik in 30 jaar even groot zal zijn als de besparing, die verkre gen zal worden door invoering van me ters, d.w.z., dat na 30 jaar het jaarverbruik weer 3 millioen M.3 zal zijn. Om de heeren en dames waterklanten niet af te schrikken, heeft de L. D. M. de prijs met 10 pet. verlaagd, en bovendien de meterhuur laten kelderen van 4.— naar ƒ2.40 per jaar. Teneinde te voorkomen, dat door de op heffing van de levering bij abonnement de waterverkwisting zou overslaan in wa tergierigheid wat natuurlijk hoogst na- deelig zou zijn voor de volksgezondheid was het stellen van een minimum hoeveel heid af te nemen water noodzakelijk. Anders zouden sommigen er voor terug deinzen om een glas water te drinken of om aan de water-spoeling te trekken Alleen de minder-bedeelden, die in de oude huisjes van de binnenstad wonen, kunnen, indien zij dat wenschen, hun abon nement handhaven. De nieuwe regeling zal in de practijk voor de afnemers voordeplig zijn behal ve voor degenen, die met water smijten. De verlaging der tarieven zal de L. D. M. dus ook de gemeente Leiden een groot be drag per jaar kosten. Dat Is één en no de rest. Dat is één van de maatregelen, die de Duinwater-Maatschappij zich verplicht acht te nemen, om de stad voor watergebrek te behoeden. De tweede maatregel bestaat in een zeer kostbare vergrooting van het kanalen-net, welke op 700.000 te staan komt. Maar waartoe dient deze uitbreiding, als door de bezuiniging op het waterver bruik de afname over 30 jaren niet grooter zal zijn dan thans? De, zaak is deze, dat óók thans de water onttrekking aan de duinen niet geheel vol gens de regelen van de kunst kan geschie den. De kanalen, welke er liggen, zijn onvol doende om in regenlooze tijdperken aan de verlangens der waterzuchtige Leidenaars te voldoen. Als de kanalen uitdrogen, neemt de L. D. M. haar toevlucht tot een nood-middel; zij zuigt het water van groote diepte op en dan is Leiden gered. Doch dit is een noodmiddel, hetwelk slechts spaar zaam mag worden te hulp geroepen. Bij de tegenwoordige lengte der kanalen schoot er echter niets anders over, dan deze nood sprong in de diepte tot dagelijksche gym nastiek te maken. En dat is zeer gevaar lijk.... Waarom? Omdat als men lang en dikwijls in de diepte zuigt, er geen zoet, maar zout water omhoog-stijgt. De lezer herinnere zich, hetgeen wij by den aanvang schreven over de zoet-water bel, welke, aan alle kanten omgeven door zout water, onder de duinen hangt. Zuigt men het zoete water weg, dan dringt,het omringende zilte zeewater naar binnen. Dan is de bron-ader voor jaren be dorven. Wil men dus in tijd van hitte en droog te een beroep kunnen doen op het diepte water, dan mag men het slechts in uitzon- i derings-gevallen aanspreken. Daarom is een uitbreiding van het ka nalen-net een gebiedende eisch en een eisch van het oogenblik. Een eenvoudig reken sommetje. Het duingebied, waarover de L. D. M. de beschikking heeft is groot genoeg om in de normale behoefte te voorzien Er valt per jaar gemiddeld 700 m.m. regen. Van deze 700 millimeter kan bij volledige drai nage 400 m.m. aan de duinen worden ont trokken; dat komt neer op 4000 M.3 per H.A. De totale oppervlakte van de duinen, die de L. D. M. mag uitzuigen, bedraagt ongeveer 750 H.A. Volgens Bartjens kan dus per jaar 750 X 4000 M.3, of 3.000.000 M.3 „bovenwater"-(regenwater) aan de duinen worden onttrokken. Dat klopt precies met de berekende wa ter-behoefte over 30 jaren.... Daartoe is echter noodig, dat al het re genwater, wat op de duinen valt en om- laag-siepelt, wordt opgevangen. Dit was tot. nu toe niet het geval. En daartoe dient de aanleg van nieuwe kanalen, welke geen open kanalen zullen zijn doch „onder- grondsche". Voor degenen, die zich voor de techniek van de moderne waterwinning interessee ren, geven wij hier eenige bijzonderheden. Op welke wijze gezogen wordt. Allereerst de wijze, waarop het diepte water wordt aangeboord. Dit wordt op een diepte van 40 a 50 Meter gewonnen. Een wijde buis b.v. 50 c.M. wordt in den bodem gedreven door met een puls de grond door de buis heen weg te halen en zoo noodig belasting op de puls aan te bren gen. Steeds worden grondmonsters geno men. Zoodra nu voldoende dike, grove la gen, die het water dus gemakkelijk door laten, gevonden zijn, laat men in de wij dere pijp een bronpijp, waarfvan het on derste gedeelte geperforeerd is, zakken. Daarna wordt over de dikte van de grove laag een fijne grindomstorting aangebracht en wordt de boorbuis door een speciale in richting opgetrokken. De bovenste ruimte wordt met uitgekomen grond aangevuld. Op de plaats waar de kleilaag zich bevindt wordt zorgvuldig weer klei aangebracht om te verhinderen, dat bovenwater doordringt. De bronnen worden nu nog voor het grootste gedeelte door z.g. „Mammouthpom- pen" afgepompt (met lucht). Het water komt in de open kanalen of draineerlei- dingen terecht en stroomt mee naar de la- ge-drukpompen. In den laatstenn tijd wor den electrische pompjes in de buizen neer gelaten en vanaf de Watertoren bediend. Een sleuf wordt in de duinen gegraven.. Om het bovenwater te winnen zyn zeer kostbare werken noodzakelijk. In het al gemeen zijn in onze duinen draineerkana- len gemaakt. Dit zijn sleuven in de duinen, waar in den bodem draineerbuizen zijn gelegd ter diepte van den bovenkant der kleilaag. Vroeger waren dat gresbuizen met gaten en een grove grindomstorting. Nu zijn hier voor hét eerst voor dit doel eternietbuizen met zaagsneden toegepast met zorgvuldige grindomstortingen. Een dergelijk kanaal is in uitvoering. Ook is er een open kanaal gemaakt d.w.z. een kanaal met den bodem tot op de kleilaag. Dit heeft echter verschillende bezwaren, zooals groote verdamping en grootere veront reinigingskansen. Hoe wordt water schoongemaakt? Al het gewonnen water komt in een bas sin bijeen en wordt vandaar opgepompt naar de voorfilters. Dit water bevat n.l. verschillende bestanddeelen, die het on geschikt maken voor het gebruik als drink water, b.v. ijzer, mangaan, plantenresten e.d. Door de lage-drukpompen wordt het water boven de voorfilters door sproeiers geperst en fijn verdeeld in de lucht ge spoten. Daardoor worden de zich in het water bevindende ijzer- en mangaanver- bindingen door de zuurstof uit de lucht ge- oxydeerd. Het water valt dan op de voor filters, die de nu onoplosbaar geworden ijzer- en mangaanverbindingen tegen houden en tevens de verdere mechanische verontreinigingen. Door hoogteverschil loopt het water naar de nafilters, waar de bacteriologische zui vering plaats vindt. Vandaar gaat het water naar den reinwaterkelder en van daar naar de hooge-drukpompen en ver der naar de verbruikers. De filters moeten natuurlijk periodiek worden schoongemaakt. Dat geschiedt bij de voorfilters, die spoedig verstopt raken, als volgt: le De watertoevoer en afvoer worden afgesloten. 2e Er wordt langs-onder eerst lucht in geblazen om het vastgezette yzeroxyde en andere verontreiniging a.h.w. los te ko ken. Daarna wordt ook langs de onderzij de reinwater onder druk ingebracht. Door een afvoerbuis aan de bovenzijde wordt dan dit water, dat het losgemaakte vuil mee voert, weggeleid. Dit proces duurt slechts ongevèer een kwartier. De nafilters kunnen zoo nïet schoonge maakt worden. Maar deze behoeven ook veel minder te worden gereinigd. Daar wordt dan een laagje vuil met zand afge krabd en uit de filters weggevoerd. Wat zagen Noach en..., Lode wijk XIV? Na dit belangwekkend en diepgaand on derwijs in de waterwinning, werd de les aanschouwelijk voortgezet. Onderstaand kaartje geeft een schetstee- kening van het duinterrein, in exploitatie bij de L D. M., met daarop aangeduid de teeas bestaande en nieuw te graven ka-' nalen. Van machines hebben wy geen verstand. Het eenige, wat ons in de machinekamer van de watertoren opviel, was een heidensch lawaai. Des te meer belangstelling toonde de pers voor een lange rij van 100 glimmende emmers watei, die langs een van de zui- veringsbakken stonden geschaard. Die honderd volle emmers waren daar geposteerd om te demonstreeren, hoeveel water één kubieke meter bevat. Aangezien iedereen geloofde, dat deze demonstratie een schandelijk-geflatteerde voorstelling van een kubieke meter gaf, moest de directeur met de hand op zijn hart en op zijn woord van eer verklaren, dat er niet „gemazzeld" was. Op dit punt overtuigd, drongen wij het gebouw van de voorfilters binnen. Wie de bovenstaande tehcnische uiteen zetting las, heeft toch geen flauw idee, hoe fantastisch de werking van zulk een voor filter is. Kijkt men omhoog, dan kan men zich vermeien in hetzelfde schouwspel, waarmede Lode wijk XIV zich amuseerde als de fonteinen van Versailles spoten; kijkt men omlaag, dan ziet men wat Noach zag, toen hij veilig in de ark was opgeborgen. Een ritje in de open tram. Toen was het hoogtepunt van de excur sie aangebroken. De gastheeren noodden ons tot een ritje met de „waterleiding- expres' Sedert de paarden-tram uit Leiden ver dween, is ons de gelegenheid ontnomen in een „open tram" te rijden. Iedereen zit 's zomers graag in 'n open-tram, maar des winters? En dan in een tram zonder dak of wand? De geheele accomodatie van de „Water leiding-expres" bestond in een rijdende bank met een kussen erop. Deze rol-bank wordt voortgetrokken door een roefje met een motor erin. Er waren ook enkele zitplaatsen in het roefje maar die eenige kans om in een open tram door het wintersche duin te ryden lieten de echter liefhebbers zich niet ontgaan. Als verkleumde musscnen op een boom tak, dik in de ve.eren gedoken, rolden wy door de duinen, langs ijselijke ravijnen, over wankele bruggen, rond scherpe bochten en kronkelingen. Kraaien wiekten verschrikt weg over het verdorde landschap, wanneer de stuurman bij een bocht op de misthoorn toeterde konijnen bleven stokstijf van verbazing voor hun hol zitten maar iedereen had zijn geweer vergeten. Op de plaats aangeicomen, waar het nieuwe kanaal in de maak was, moesten de verkleumde open-tram-reizigers stuk voor stuk als stokvisch van hun plaats worden gedragen, om met thee en koek in de di rectie-keet weer te ontdooien. Welk een ontzaglijk moeizaam en ge duldig werk is de aanleg van zulk een on- dergrondsch kanaal! In het duin wordt door menschelijke ko nijnen een 10 Meter diepe loopgraaf uit- gedolven, en daarna de draineer-buizen ge legd. Meter voor meter kruipt het werk verder. De zeven ton, die aan deze kanalen- aanleg ten koste worden gelegd, wordt vrijwel geheel besteed aan arbeidsloon. Waar blijft de aap met men- schen-voeten? Bij het delven van deze loopgraven wer den reeds enkele fossielen ontdekt, de kaak van een everzwijn en de achterpoot van een. wild rund. In den ijstijd toen het water in massa tot gletschers bevroren was was het peil van de zee aanmerkelijk lager. Engeland; was in vroeger eeuwen met ons land aan- een-gesmeed. De Noordzee hebben deze wilde koe en dit wilde zwijn nooit aan schouwd want die was er niet. Men hoopt nog meerdere skeletten te vin den en men heeft een stille en onuitge sproken begeerte de wereld te verbluffen met het ontdekken van de „missing link". Enfin als de missing link niet wordt ge- vónden, is het een kléin "kunstje er een te fabriceeren. Het zou niet de eerste keer zyn.. Geschonden en toch behouden. Hoe groote bewondering wij ook koeste ren voor de moderne techniek van de wa terwinning vergeten kunnen wij niet, dat het misbruiken van het duin voor dat doel een kwaad het zij toegegeven een noodzakelijk kwaad is. De waterleidingen hebben het duin ge schonden en toch zijn de natuurliefhebbers in dit geval grooten dank verschuldigd: aan de natuurschenders. Als de waterleidingen er niet waren, zouden de ruige, deinende duinen, ons on volprezen vaderlandscn berglandschap, reeds lang zijn „omgetooverd" in stom vervelende bollen-velden. Het is den hemel geklaagd, dat deze schandelijke vernieling nog steeds voortgaat. Vandalen-werk! De L. D. M. vat haar taak van duin- eigenaresse ruim en groothartig op. Kana len moeten er gegraven worden, maar door bebossching en beplanting tracht zij het landschap te verfraaien. Daartoe wordt Staatsboschbeheer in de arm genomen. Het terrein van de L. D. M. zal worden ge maakt tot een recreatie-oord, waarvan voor al de Katwijksche badgasten zullen profi- teeren Over deze bebossching zou nog een for- sche boom zijn op te zetten, doch dit on der werp valt buiten het bestek van dit artikel. Na dapper door het mulle duin gesloft te hebben, legde de vermoeide pers nogmaals een kinderlijke belangstelling aan den dag voor de „Waterleiding-expres", die hen naar den uitgang van het terrein voerde, So endete.... ROLLAND. Het bezoek van Koning Leopold van Bel gië aan Engeland. Te Dover begeeft de Koning zich van boord, geüolgd door den Hertog van Gloucester, die hem verwelkomde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5