DE STRIJD IN SJANGHAI. De avontuurlijke opdracht ProL Huib Luns opende heden te Amsterdam een h'ok- Door Wckspoo- worden voor Zuid Alnkaansche rekening 10 electrische De VondeMentoons>eiling in het museum Fodor »e Amsterdam is heden in jchrilttentoonstelling door kindoren - De kleuters bij het locomotieven gebouwd, waarvan de eerste thans gereed is tegenwoordigheid van minister-president dr. H Colijn geopend. Een buste inrichten der expositie van den dichter mag op deze expositie niet ontbreken 3)e Êcictoclie 6ou/ïomt Een ernstige botsing vond Vrijdag in de gemeente Stompwijk plaats tusschen een dieseltrem en een veewagen, waarbij de veewagen geheel vermorzeld werd, terwijl de dieseltrein ernstige schade opliep De nieuwe reddingsboot der N. Z. Hollandsche Reddings Mijde Abraham Fock, is dezer dagen aan de plaatse lijke commissie te Hollum op Ameland overgedragen De strijd in Sjanghai. De Chineesche wijken der stad zijn thans in handen der Japansche troepen. Hierboven een Japansche atdeeling in hevig gevecht met de zich tot het uiterste verdedigende Chineezen FEUILLETON Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). 30) HOOFDSTUK XX. Lindsay ging even over negenen het huis uit. Hij had een verslag van zijn ge sprek met Drayton bij zich. Toen hij zich overtuigd had, dat hy niet werd geschaduwd Drayton moest na hun gesprek wel zeker zijn, dat hij niet in gebreke zou blijven het afgesproken be zoek aan sir John Gladisloe te brengen postte hij den brief en begaf zich op weg naar Portesbery Square. Hij zou den man dolgraag waarschuwen, maar hij was er zeker van, dat het geen bluf van Dray ton was geweest, toen hij zei, dat hij het hooren zou of zijn instructies uitgevoerd waren. Hoe daarvan had Lindsay geen idee. Toen hij aan de bel van No. 7 Portsbery Square trok, drong het tot hem door, dat hij van alle karweitjes die hij ooit in zijn leven verricht had d i t hem het meest te genstond. Hij werd in een studeerkamer gelaten en terwijl hij wachtte, liet hij zijn blik over het interieur dwalen. En direct stelde hij vast, dit was de kamer van een gefortu neerd man, maar tevens van een man met gevoel, geest en smaak. Aan den wand tegenover de schrijftafel hing het portret van een vrouw met groo- te, droeve oogen, een vrouw, om wie een sfeer van teere waardigheid was. Het haar boven de donkere oogen was zilverwit, de lange bleeke vingers hielden een roode anjelier omvat. Lindsay was nog in de beschouwing van het schilderij verdiept, toen de deur ge- geopend werd en sir John Gladisole bin nentrad, lang en schraal, met een grijs ge zicht en grijs haar en het uiterlijk van een man die slecht slaapt. Hij bleef staan ach ter de gesloten deur, keek lusteloos naar den bezoeker en zei: Mr. Smith? Eh ja, antwoordde Lindsay onze ker. Hy had besloten de rol van afperser te spelen, zooals Trevor Fothering die ge speeld zou hebben. Froth zou ongetwij feld zenuwachtig geweest zijn. Den geheelen tijd hield zyn geest zich bezig met de vraag hoe Drayton het ge sprek controleeren kon. Er moest zich in Gladisloe's huis een spion bevinden, die door Drayton betaald werd. Lindsay had zich al vergewist, dat er zich geen luiste raar achter de gordijnen bevond en aan de deur luisteren zou te riskant zijn. Maar er kon gemakkelijk genoeg een buis aan gelegd zijn uit een hoek van de met zwa re acanthusbladeren en granaatappelen ver sierde zoldering naar een der bovenka mers. De opening van zoo'n verbinding zou niet opvallen. U hebt een afspraak gemaakt, begon sid John kortaf en op een afstand. Ja, zei Lindsay weer. Sir John liep het vertrek door. zoo ver mogelijk uit zijn buurt blijvend. Hij begaf zich naar zijn schrijftafel en vervolgde: Wilt u zoo goed zijn mij het doel van uw komst mee te deelen? Lindsay kwam een stap naderbij. Ik ben hier, sprak hij nerveus, eh in vervolg op onze correspondentie van 15 en 21 December en 2 en 7 Januari. Sir John keek hem van onder zijn rechte grijze wenkbrauwen aan. Lindsay moest zijn houding bewonderen. En? Lindsay bevochtigde zijn lippen. Ik kom u zeggen, dat de zaak niet verder schriftelijk zal behandeld worden. Zoo? zei sir John. Is dat alles? Eh neen er is nog een bood schap. En die is? U moet beginnen met de salarissen te verlagen van al uw personeel en dat bin nen veertien dagen. Het grijze gezicht werd zoo mogelijk nog gi ijzer. Zoo? klonk het weer. is dat alles? Eh neen. U moet met die. salaris- veimindering doorgaan tot er een staking uitbreekt.. Die staking moet niet later dar ce eerste week van Februari beginnen En de bedoeling is, dat de ontwape- nmgspolitiek van de regeering de schuld krijgt van de loonsverlagingen. Geen spier vertrok in sir John's gezicht. Zijn oogen gleden langs Lindsay heen. L:ndsay had het gevoel, dat hij te min was om door dezen fijnen, ouden man aangeke ken te worden. Zonder zich te bewegen, sprak sir John: Weet u, dat op afpersing levenslange gevangenisstraf staat? Lindsay vond het beter hierop niet te ói.twoorden.. Hij bleef zwijgen. Na een poosje vervolgde sir John: Is dat alles, wat u mij te zeggen hebt? Eh het hangt van u af. Verklaar u nader. Het hangt van uw antwoord af, ver duidelijkte Lindsay. En als ik geen antwoord te geven heb? Eh ik denk, dat het gelijk staat met een weigering van de eh voor waarden. U kunt het uitlegen zooals u ver kiest. Als u weigert, hernam Lindsay, moet ik u mededeelen wat de volgende stap zal zijn. Sir John, die naast de schrijftafel stond, had een hand er op gelegd, hij steunde nu licht op die hand. Breng uw boodschap over, verzocht hij, nog steeds met dezelfde beheerschte stem. Als u weigert, moest ik u zeggen dat een afschrift uit het register van de St. Mary's kerk in Goldingham, gedateerd 8 Mei 1903 gezonden zal worden, met eh andere bewijsstukken naar het parket van den officier van justitie. Zijn zelfbeheersching liet sir John niet inden steek. Na een oogenblik nam hij zyn hand van de tafel en richtte zich hoog op. Als de muren en het dak van een huis instorten, is het beter nergens op te steu nen. Is dat alles? vroeg hij andermaal. Lindsay moest zich dwingen verder te gaan. Nog niet. Zeg dan, wat u verder te zeggen hebt. Ik moet u zeggen, dat, ingeval van uw overlijden, dezelfde inlichtingen aan de pers verstrekt zullen worden. Het was hem ten eenenmale onmogelijk den naam van de vrouw met de droevige oogen, die, met de roode bloem in de ten gere handen, op hen neerkeek, in dit ont- eerende gesprek te sleepen. Als Drayton door zijn luistervink van zijn nalatig heid hoorde, zou hij die aan zenuwachtig heid toeschrijven. Een oogenblik keek sir John hem aan. Een vluchtig rood kroop tot aan de wor tels van het dikgeplante grijze haar. Daarna wendde de edelman zijn blik af. Ik zal mijn antwoord geven later, zei hij na een moment van stilte. U doet beter nu heen te gaan. Lindsay vertrok. Toen de deur achter hem gesloten was, bleef sir John een minuut of vijf op de zelfde plek staan. Toen gaf hij een ruk met zijn schouders en ging het vertrek uit, een breede, gemakkelijke trap op, naar een kleine kamer op het eerste portaal. Daar wachtte het origineel van het schilderij op hem. Lady Gladisloe zat in den hoek van een sofa, het hoofd met het zilverwitte haar rechtop, de fijne bleeke handen samengevouwen op haar knie. De kamer was helder verlicht en het licht schijnsel speelde op de glanzende kleu ren van de geborduurde Chineesche shawl, die om haar tengere gestalte gedrapeerd was Haar blik was naar haar handen ge richt geweest, maar toen de deur open ging hief ze haar oogen op en glimlach te. Het was een hartbrekende glimlach. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9