Beschouwingen over de Rijksbegrooting
FAILLISSEMENTEN
BINNENLAND
HET BETÖOVERDE BOSCH
ZATERDAG 13 NOVEMBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
TWEEDE KAMER
Twee sprekers, op wie eenieder wachtte - Mr.
Oud levert critiek op de vorming van het kabinet
De nieuwe Katholieke partijvoorzitter dient een
verlanglijstje in.
De Tweede Kamer heeft gistermiddag
de algemeene beschouwingen over de
Rijksbegrooting voortgezet. Het woord
was aan mr. P. J. OUD, die namens de
vrijzinnig-democraten sprak.
Spr. acht het juist, dat niet de kiezers
het kabinet samenstellen, doch evenzeer
is het waar, dat de verantwoordelijkheid
voor de kabinetsformatie wel degelijk
met de uitspraak der kiezers verband
moet houden.
De grondslag van het parlementaire
systeem is, dat de politieke leiders han
delen overeenkomstig hun woorden voor
de verkiezingen. Spr. betwist, dat hetgeen
voor het optreden van het kabinet is ge
beurd, buiten het controlerecht van het
parlement zou vallen. Zonder publicatie
der voorgeschiedenis is het onmogelijk de
verantwoordelijkheid voor het optreden
van het kabinet vast te stellen. Spr. be
roept zich op de houding van vroegere
formateurs. Het standpunt van dr. Colijn
acht spr. constitutioneel fout.
Het is een staatkundige regel, dat de
kabinetsformatie van den verkiezingsuit
slag afhankelijk is.
De verkiezingsuitslag nu deed het vol
gende blijken: De kiezers wenschten niet
een fundamenteele wijziging van ons
staatsstelsel, zij wenschten ook niet een
politiek in het kader van het plan van
den arbeid en ten derde hebben zij geen
afkeurend oordeel uitgesproken over de
politiek van het kabinet.
De winst van de a.r. partij bewijst, dat
de kiezers hun goedkeuring hechten aan
een politieke samenwerking op breedere
dan zuiver rechtsche basis.
In den verkiezingstijd richtte de a.r.
propaganda voor dr. Colijn zich tot het
geheele volk: „Colijn, de leider van ons
volk". Spr. dacht, dat Oranje de leider
van ons volk was. (Gelach).
Men is er niet af met te zeggen, dat de
op de a.r. lijst gekozenen toch a.r. zijn.
De kiezers hebben op deze lijst gestemd,
omdat zij stemden op den lijstaanvoer
der, zooals hij zich vóór de verkiezing
voordeed. De rechtmatig gewekte ver
wachtingen hebben op de stemmen im
mers grooten invloed! Indien spr.'s partij
vóór de verkiezingen had gepubliceerd,
dat zij voor een volksfront zou ijveren,
zou zij veel minder stemmen hebben ge
had.
Spr. vreest, dat de kabinetsformatie
ernstige gevolgen zal hebben voor de
eenheid van ons volk. Men heeft de oor
zaak van het mislukken van een breede
samenwerking bij spr. gelegd, naar aan
leiding van zijn rede te Leeuwarden. Het
is waar, dat dr. Colijn aanvankelijk een
samenwerking op breede basis heeft ge-
wenscht. De fout was, dat de eisch is ge
steld, dat er geen linksche politieke figu
ren, doch slechts vakministers in het ka
binet zouden zitting nemen. Dit zou geen
kabinet zijn op breede basis.
Te Leeuwarden heeft spr. forsch ge
sproken, doch het was een pleidooi voor
breede samenwerking wat daar is gehou
den en de Leeuwardensche rede was in
het geheel niet de torpedo, die onder wa
ter die samenwerking torpedeerde. Beide
punten: de eisch, dat geen politieke figu
ren van links zouden mogen worden op
genomen en de term „positief-christelijk"
waren de punten, die voor spr. onaan
vaardbaar waren.
Verder is tijdens de formatie van spr.
geen initiatief uitgegaan. Spr. vraagt dr.
Colijn openbaarmaking van de oorzaken
der mislukking der samenwerking op
breede basis. Er is ten slotte een formule
gevonden, waarmee de heer van Lidth de
Jeude wel accoord zou zijn gegaan.
Volgens spr.'s meening, was het de te
genstand der roomsch-katholieken en
christelijk-historischen, welke' de breede
basis onmogelijk heeft gemaakt, mede
wegens het gebrek aan steun van de a.r.
partij aan den formateur.
De ervaring van vier jaar nauwe sa
menwerking heeft geleerd, dat de chris
telijke basis van het vorige kabinet zeer
vast was. Het was'in het geheel niet noo-
dig deze basis tot die van het dogmatisch
Christendom te vernauwen. Het vorige
kabinet was niet minder christelijk dan
het tegenwoordige. De plannen tot be
perking van den arbeid der gehuwde
vrouw, een christelijk propagandapunt
van het zittend kabinet, kan de tegenstel
lingen slechts toespitsen.
Aan steun aan het groote gezin zal spr.'s
fractie meewerken, voor zoover deze bin
nen de grenzen van het redelijke zou blij
ven.
Spr. vraagt zich af of de defensie-uit
gaven de innerlijke redelijkheid niet te
buiten gaan. Een zoo uitgebreid defensie-
program is eerst toelaatbaar als andere
Volksbelangen zijn verzorgd, zooals ouder
domsvoorziening. Absolute veiligheid is
nu eenmaal niet te bereiken.
Spr. besluit zijn rede met te zeggen,
dat zijn fractie het kabinet niet met sym
pathie kan volgen. Voor zoover zijn maat
regelen echter zullen strekken tot heil
van het land, zal de fractie haar steun
daaraan niet onthouden.
De belangen van de vrouw.
Mevrouw DE VRIESBRUL"? ?rA.)
komt op te?on de maatregelen, we!1-
gen den arbeid tier gehuwde vrouw in
Troonrede worden aangekondigd.
De heer Deckers aan het woord.
De heer DECKERS (r-k.) meent, dat
de memorie van antwoord volkomen te
recht eraan herinnert, dat de besprekin
gen van den formateur vóór de formatie
van het kabinet niet tot het terrein der
publiciteit behooren. Voor de samenstel
ling van het kabinet is allereerst de for
mateur verantwoordelijk; de inlichtingen
die de Kamer van den formateur heeft
verkregen, kon zij niet eischen. Zij kon
ze wel vragen, doch moet voor het ont
vangen den formateur dank weten.
Er zijn er velen, die een kabinet op
breede basis hebben gewenscht. Dr. Co-
ljjn heeft ook in die richting gezocht. De
pogingen hebben gefaald. Wij kennen de
oorzaken daarvan niet. Toen de poging
faalde, heeft de formateur den steven ge
wend en een oplossing op smallere basis
gezocht. Men kan van den formateur
hieromtrent geen verklaring eischen. Uit
de memorie van antwoord is te lezen, dat
de vorming van een kabinet op breede
basis niet gedwarsboomd is door de a.r.
partij en den democratischen vleugel der
r.k. partij.
Degenen die op dr. Colijn hebben ge
stemd, hadden moeten bedenken, dat zij
op de a.r. lijst stemden. De r.k. staatspar
tij betreurt geenszins de vorming van een
christelijk kabinet. Voor vele kiezers is
de mogelijkheid dartoe een prikkel ge
weest op de r.k. staatspartij te stemmen.
Omtrent het leidende beginsel van het
kabinet „Gods wet als opperste richt
snoer" bestaat overeenstemming in de
meerderheid van de Kamer. Volgens de
heeren De Geer en Schouten is dit kabi
net parlementair, omdat het op de meer
derheid van het parlement kan rekenen.
Spreker citeert mgr. Nolens, die een
voorafgaande afspraak ais een noodzake
lijk element voor een parlementair kabi
net noodig achtte. Ook dr. Colijn heeft
deze meening vroeger verkondigd. Met
belangstelling whcht spr. af onder wel
ken staatsrechterlijken naam het kabinet
zich aan de Kamer zal voorstellen. Bij
voorbaat heeft spreker het „aangename
kennismaking" klaar.
Over de vraag of er voldoende gemeen
schappelijke basis tusschen de rechtsche
partijen bestaat, merkt spr. op, dat gods
dienst en staatkunde niet te scheiden zijn.
Tegenover den heer Albarda, die gezegd
heeft, dat de roomsch-katholieken, omdat
zij een minderheid zijn, zich voor geeste
lijke vrijheid verklaren, zegt spr., dat de
Katholieke Kerk steeds de hoogste bur
gerlijke verdraagzaamheid toepast, het
geen iets anders is dan leerstellige ver
draagzaamheid.
Aan den door Nolens gestelden eisch
der uiterste noodzaak houdt de r.k. frac
tie vast. Die noodzaak is er niet, want de
katholieken hebben alle vertrouwen in
de daadkracht van het zittende kabinet.
Spr. steunt de meening van den heer
De Geer omtrent de Zondagswet en
vraagt van dezen afgevaardigde medewer
king tot wijziging van de Begraafwet.
Spr. heeft wel eens een minister van
defensie gekend, die minder gemakkelijk
geld kon vinden dan de tegenwoordige.
In beginsel is spr. het met de regeering
over de defensieplannen eens. Het harde
offer moet worden gebracht. Naast het
defensiebelang staat op hetzelfde plan
het behoud der volkskracht, waarbij spr.
in de eerste plaats denkt aan de werk-
loozen-zorg en aan de zorg voor de
groote gezinnen. Over het laatste vraagt
spr. stellige toezeggingen van de regee
ring. De uitvoering van groote werken
en de versnelling van de in uitvoering
zijnde werken zal noodig zijn. Een voor
ziening ten behoeve der werklooze on
derwijzers en een regeling ten behoeve
der landarbeiders behooren eveneens tot
de wenschen der r.k. fractie. Met belang
stelling wacht de fractie de voorstellen af
omtrent kinderbijslagen voor loonarbei
ders. Niet alle maatregelen voor het groo
te gezin mogen op het rapport der com-
missie-Fleskens wachten.
Een nieuwe spellingscommissie acht
spr.'s fractie overbodig. De minister kan
zelfstandig een beslissing nemen.
In de niet-verhooging der salarissen
van overheidspersoneel moet worden be
rust, doch herziening van salarissen op
sommige plaatsen kan toch wel onder de
oogen worden gezien.
Nadat spr. aan het kabinet den steun
waar mogelijk der fractie had be
loofd, was het woord aan den MINISTER
VAN ALGEMEENE ZAKEN, die echter
verzocht de beraadslagingen te verdagen
tot Dinsdag a.s.
Uitgesproken:
De N V. Fabriek van Kunsthoomproduc-
ten Hollandia te Voorschoten, Rouw-
kooulaan 4, Cur.: mr. F. J. J. Trapman te
Leiden.
F. Vervloed. Loosduinen, Maairust 27.
Cur.: mr. A. W. Snoeck Hurgr -,:e.
P. A. Hoogev klc^m»' r. Den Haag.
Scheperstrar! II. Smalhout.
Of^heven:
i H. Moes, Den Haag.
K. A. Siereveld, Den Haag.
H. Dijkstra, Den Haag.
W. F. van der Vegte, Den Haag.
DE BEGROOTING VAN JUSTITIE
Aan de memorie van antwoord op de be
grooting van Justitie ontleenen wij het
volgende:
Ventvergunningen
Naar aanleiding van hetgeen omtrent de
bevoegdheden van de gemeentelijke over
heid ten opzichte van ventsvergunningen
is opgemerkt, kan de minister mededeelen,
dat bij den minister van Economische Za
ken een wetsontwerp in voorbereiding is
met betrekking tot de regeling van den
markt- en straathandel, waarbij, naar ver
wacht wordt, bezwaren zullen worden on- j
dervangen, als in het voorloopig verslag
bedoeld.
Steunregeling voor kleine boeren
De minister is bereid, in overleg te tre
den met zijn ambtgnooten van Sociale Za
ken en van Economische Zaken omtrent de
vraag of, en zoo ja, welke maatregelen zou
den kunnen worden getroffen om een
goede uitvoering van de steunregeling voor
kleine boeren, welke 1 November j.l. is
in werking getreden, te verkrijgen in de
gemeenten, waar bij onderzoek blijkt, dat
de vereischte medewerking te wenschen
overlaat.
Pensioenwet
De minister staat welwillend tegenover
de voornemens van zijn ambtsvoorgangers,
om de pensioenwet te wijzigen in dien zin
dat de weduwen- en weezenpensioenen
(gezinspensioenen) voor ambtenaren, wier
traktement hooger is dan 3000, worden
verhoogd. Hij vertrouwt, dat het desbe
treffende wetsontwerp binnen afzienbaren
tijd aan de Tweede Kamer ter overweging
zal kunnen worden aangeboden.
Het ligt in het voornemen, van den mi
nister, om de bestaande regeling, tot in
koop van tijd, in 's rijks dienst op arbeids
contract doorgebracht, welke regeling in
de practijk niet in alle opzichten bevredi
gend is gebleken, in nadere studie te ne
men. Daarbij zal tevens worden nagegaan,
of en in hoeverre het redelijk is, dat aan
arbeidscontracten in dienst van provin
ces, gemeenten en waterschappen de ge
legenheid zal worden geboden zich voor
pensioen in te koopen.
Bioscoopwet
Aan het verzoek van verscheidene leden,
om een wijzigng van artikel 42 van het j
bicscoopbesluit te bevorderen, waardoor
het mogelijk zou worden" bij nakeuring
coupures in films aan te brengen, kan de
minister geen gevolg geven.
Begrafeniswet.
De vraag naar het standpunt der regee
ring ten opzichte van de lijkverbranding
en de aanvulling en de wijzigng van de
begrafeniswet beantwoordt de minister
hiermede, dat naar zijn meening rekening
dient te worden gehouden met het feit,
dat de thans vigeerende wetgeving terzake
het voorschrift bevat, dat een lijk moet
worden begraven, zij het ook, dat het ver
branden van een lijk om formeele rede
nen thans straffeloos kan geschieden. Deze
figuur is ten zeerste onbevredigend. De
minister stelt er dan ook prijs op, dat het
nog steeds bij de volksvertegenwoordiging
aanhangige wetsontwerp, nadat door de re
geering zal zijin nagegaan of ten aanzien
van een of ander punt nog wijzigingen
moeten worden voorgesteld, verder zal
worden behandeld, opdat de incongruen
tie tusschen wetgeving en praktijk kan
worden opgeheven.
SCHOENEN.
En schoenen.
Wij ontvangen het volgende persbe
richt:
Te Utrecht, in het Jaarbeursgebouw, zijn
vooraanstaande schoenwinkeliers uit ge
heel Nederland bijeengekomen, leiders van
dctailbedrijven, die den verkoop van kwa
liteit-schoeisel wenschen te handhaven en
bevorderen.
Geconstateerd werd een toenemend op
dringen van binnen- en buitenlandsche
concerns en fabrieken, die het publiek
door grootscheepsche reclame in den waan
brengen, dat het goede schoenen te duur
betaalt. De vakkundige schoenwinkeliers
krijgen dagelijks meer voeteuvels te be
handelen, ontstaan doordat het inferieure
schoenwerk den voet niet den noodigen
steun kan geven. Bovendien heeft de vak-
DE SLACHTING ONDER DE
HAITIANEN
OP DE GRENS VAN SAN DOMINGO
EN HAITI
Een uiteenzetting van Dominicaansche
zijde
Het consulaat-generaal der Dominicaan
sche republiek te Amsterdam deelt in ver
band met de berichten omtrent het gebeur
de bij de grens tusschen Santo Domingo en
Haiti het volgende mede:
Het betreft hier geen grensincident tus
schen twee staten, daar de grenslijn door
middel van een door beide regeeringen on
derteekend en geratificeerd verdrag, werd
vastgesteld.
Het incident werd veroorzaakt door een
zekere animositeit tusschen groepen grens
bewoners van beide landen en was een ge
volg van nachtelijke stroop- en rooftoch
ten door Haitiaansche onderdanen op Do-
minicaansch grondgebied, die den laatsten
tijd veelvuldig werden ondernomen, zoodat
de Dominicanen uit vrees voor dergelijke
invallen, het grensgebied evacueeerden.
Bij de Dominicaansche regeering binnen
gekomen klachten deden president Tru-
jillo persoonlijk een inspectiereis langs de
grensgebieden ondernemen, die hierna den
Haitiaanschen president Vincent van bo
venbedoelde misstanden op de hoogte
bracht.
Langs de grens werd nu door gendarmes
geregeld gepatrouilleerd, waarna de reeds
genoemde invallen en veerooven van Hai
tiaansche zijde op Dominicaansch grondge
bied verminderen.
De gevluchte Dominicanen keerden naar
het grensgebied terug. Bij een nieuwen in
val van Haitianen, ontstak de bevolking
in woede, verdreef met de hulp van mili
tairen de Haitianen, waarbij verscheidene
slachtoffers vielen. Daarna keerde de op
gewonden bevolking zich tegen de op Do
minicaansch grondgebied wonende Haitia
nen met het gevolg, dat verscheidenen wer
den gedood.
De Dominicaansche regeering betreurt
het gebeurde ten zeerste en heeft een
streng onderzoek gelast. De verantwoorde
lijke burgers en militairen zullen zwaar
worden gestraft; een en ander in overleg
met de Haitiaansche regeering. Het aantal
slachtoffers, dat als 5000 vermeld is, kan
als absurd en fantastisch beschouwd wor
den. Na het onderzoek, dat thans gaande
's, zal het werkelijk aantal dooden door
beide regeeringen bekend worden gemaakt
De beweringen, dat de Dominicaansche
regeeringen territoriale aspiraties zou heb
ben, zijn onjuist, zoowel om practische als
om ideologische redenen. Er is geen mobi
lisatie. Het Dominicaansche leger bedraagt
geen 20.000 man, doch slechts 3.500 man
politie-troepen.
Tot op heden zijn nog geen definitieve
berichten van de plaats van het gebeurde
(langs de grens: BanicaRestauracion
DajabonCopey en Monte Cristy) binnen
gekomen. Beide regeeringen traden in
overleg en wachten rustig het resultaat van
het onderzoek af. De bronnen van de de
zer dagen gepubliceerde berichten kunnen
als onbetrouwbaar worden beschouwd,
daar zij afkomstig zijn van geruchten, die
in Ciudad-Trujillo, Port-au-Prince, Havan
na, New-York en Washington de ronde
doen.
kundige winkelier, die niet met geknoei
wenseht mee te doen, de grootste moeite,
zelfs aan voetpatiënten deugdelijk schoei
sel te verkoopen. De inkoopsprijs van
goede schoenen is namelijk het dubbele of
meer dan het dubbele van de verkoops
prijzen van bedoelde concerns.
Speciale aandacht werd gewijd aan het
feit, dat de door de luxe-schoenwinkeliers
geëtaleerde schoenen geregeld worden na-
geteekend en de inferieure imitatie hier
van na enkele dagen elders in omlcop
worden gebracht.
besloten werd, intensief samen te wer
ken, maatregelen te treffen tegen het na
maken van snitten en modellen en voor
alsnog plaatselijk het publiek voor te lich
ten bij het aanschaffen van deugdelijk en
smaakvol schoenwerk.
ALGEMEENE R. K. LANDBOUW-
BEDRIJFSRAAD.
Hoe moet de kindertoeslag geregeld
worden?
In een van de zalen van café-restaurant
„Boschlust" te 's Gravenhage, kwam de
algemeene R. K. Landbouw Bedrijfsraad
hedenochtend in algemeene vergadering
bijeen onder voorzitterschap van pater
mr. dr. A*n. Borret S.J., rector van het
Berchmanianum-college te Nijmegen.
De adjunct-secretaris, mr. H. van Haas-
tert, deed voorlezing van de mededeeliti-
gen, waarbij hij gelegenheid vond erop
te wijzen, dat de bijzondere (in casu ka
tholieke) bedrijfsraden voor den landbouw
voorloopig-niet gemist kunnen worden,
omdat nog niet vaststaat, of besloten zal
worden tot van overheidswege ingestelde
bedrijfsraden voor den landbouw. Een ad
vies van deze strekking is, op verzoek, aan
den R. K. Land- en Tuinbouwbond, diocees
Haarlem gegeven.
Namens dezen bond sloot mr. Tepe zich
bij dit adv'es aan, er op wijzende, dat het
van belang is, dat er een contact blijft
bestaan tusschen katholieke werkgevers
en werknemers.
Nadat eenige aanwezigen zich bij deze
opvatting hadden aangesloten en eenige
punten van huishoudelijken aard waren
afgedaan, hield pater Borret een inleiding
over: „Lessen uit drie Pauselijke Ency
clieken."
Het Tweede Kamerlid, de heer H. J.
Kuiper, sprak over: „Kindertoeslagen bij
de loonvorming in den land- en tuinbouw"
Uit de encycliek van Paus Pius XI volgt
de noodzakelijkheid van Kindertoeslag op
grond der sociale rechtvaardigheid. Spr.
wees op het belang van groote gezinnen
en op de moreele beteekenis van maatre
gelen tot steun van die gezinnen.
In Frankrijk bestaan wettelijke rege
lingen omtrent kindertoeslag. Spr. gaf
een overzicht van de regelingen ten onzent
in het land- en tuinbouwbedrijf.
Spr. is zeer verheugd over het voorne
men door de regeering aangekondigd in
de troonrede, tot wettelijke regeling van
den kindertoeslag.
Hoe moet deze regeling er uitzien? Eer
ste voorv/aarde is deze: de werkgever
stortte een bepaald percentage van het
loon in een daartoe bestemd fonds. Er moet
zijn een centraal fonds, dat over onderge
schikte fondsen distribueert. Ook de kin-
derarme bedrijvn dienen mede te betalen
in het centrale fonds tot steun van de
kinderrijke bedrijven. De bijdragen moe
ten worden afgenomen van het totale col
lectieve loon. Wie zouden onder deze re
geling moeten vallen? In het lazid- en
tuinbouwbedrijf, antwoordde spreker, alle
loontrekkenden, wier gezin daartoe aan
leiding geeft.
De voorzitter dankte den heer Kuiper
voor zijn inleiding en sloot na een korte
gedachten wisseling deze 18e algemeene
vergadering.
Verbouwing P.T.T.-kantoor te
Haarlem
De rijksgebouwendienst heeft heden aan
besteed het uitbreiden en het verbouwen
van het post-, telegraaf- en telefoonge
bouw te Haarlem.
Laagste inschrijvers waren Gebrs. v. d.
Putten te Heemstede voor 62.369
(SPROOKJE)
63. Toen hij goed en wel binnen was, werd hij eerst in
't bad gestopt. Daarna kreeg hij zijn Zondagsche kleertjes
aan en nieuwe kousen, want in de andere waren een paar
heel groote gaten gekomen met die valpartij. Omdat hij
zoo'n buil had, bonden ze hem nog een groote witte doek
ook om het hoofd. Zoo keurig uitgedost ging hij naar den
koning.
64. De Koning schudde het hoofd, toen hij Flipje zoo
toegetakeld zag. „Wat ben je toch een wildeman", zei hij.
„Doch je hebt je boodschap goed gedaan, naar ik hoor. Je
belooning zul je ook hebben. De opperkok heeft al een
apart tafeltje voor je gedekt." Vijf minuten later zat Flipje
heerlijk te smullen van zijn taart.