RADIO-PROGRAMMA'S
CLICHÉFABRIEK
De laatsfle dag
WEEK-END.
LIED VAN DEZEN TIJD
ZATERDAG 13 NOVEMBER 193'.
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 11
ZONDAG 14 NOVEMBER 1937
HILVERSUM I. 1875 M. 8.30 NCRV. 9.30
KRO. 5.00NCRV. 7.45—11.30 KRO. 8.30
Morgenwijding 9.30 Gramofoonmuziek
ÏO'.OO Plechtige Hoogmis 11.30 Gra
mofoonmuziek 12.00 Causerie „Taak en
plicht van den technicus" 12.15 R.K.
Dubbelmannenkwartet „Simpelveld" en
gramofoonplaten 1.00 Causerie „Sobrie-
tas en de actie voor gezinsopbouw" 1.20
KRO-orkest 2.00 Vragenbeantwoording
2.45 Gramofoonmuziek 3.15 Solisten
concert 3.25 Gramofoonmuziek 3.45
Bariton en piano 4.00 Gramofoonmu
ziek 4.15 Ziekenlof 4.55 Sportnieuws.
5.00 Gereformeerde Kerkdienst. Hier
na: Klein Christ. Gemengd Koor, orgelspel
en gramofoonplaten 7.45 Sportnieuws
7.50 „West-Indië", causerie 8.10 Berich
ten ANP. Mededelingen 8.25 Gramo
foonplaten 8.30 De KRO-Melodisten, de
KRO-lijsters en solist 9.20 Gramofoon
muziek 9.30 Radiotooneel 10.30 Be
richten ANP 10.40 Epiloog 11.00—
31.30 Esperanto-lezing.
HILVERSUM II. 301 M. 8.55 VARA.
12.00 AVRO. 5.00 VPRO. 5.30 VARA. 6.30
VPRO. 8.00 AVRO 8.55 Gramofoonmu
ziek 9.00 Voetbalnieuws 9.05 Tuin-
Louwpraatje 9.30 Gramofoonmuzieka
9.45 „Van staat en maatschappij", causerie.
10.00 VARA-orkest en solist 10.40
Declamatie en gramofoonmuziek 11.00
„Fantasia" en solisten 12.00 Orgelcon
cert 12.10 Kovacs Lajos' orkest, soliste
en gramofoonmuziek 1.30 Causerie
„Opium en zout" 1.50 Gramofoonmuziek
2.00 Boekbespreking 2.30 Vondel-
programma m.m.v het Omroeporkest, so
listen en declamator 3.15 Gramofoon
muziek 3.30 Causerie „Georges Duha-
mel, Speurder naar de eeuwige mensch".
4.00 AVRO-dansorkest en soliste 4.30
Sportreportage en Sportnieuws ANP.
5.00 „Gesprekken met luisteraars", cause
rie 5.30 Kinderuurtje 6.00 Sportuit-
zending 6.15 Sportnieuws ANP 6.20
Gramofoonmuziek 6.30 „Nu het nog tijd
is. Weest waakzaam" 6.45 Gramofoon
muziek 7.00 Remonstratsche Kerkdienst
8.00 Reportage Schaakmatch, berichten
ANP. Mededeelingen 815 Gramofoon
muziek 8.50 Causerie voor het Comité
voor bijzondere Nooden 9.00 Omroep
orkest en soliste 9.35 Radiojournaal
D.50 Reportage schaakmatch 9.55 Geva
rieerd programma 10.50 Reportage
schaakmatch 11.00 Berichten ANP. Hier
na: AVRO-dansorkest 11.3012.00 Gra
mofoonmuziek.
DROITWICH, 1500 M. 12.50 Het Lu-
ton-orkest en solist 1.50 Orgeispel
2.2U voor luinnemebbers 2.tO Gramo
foonmuziek 3.20 Steuelijk Orkest van
Eas».oourne 4.2U Missiepraaije 4.40
Farkman's orkest 5.20 rteligeuse cause
rie ö.-iO Het BBC-orKest en Soliste
6.80 Declamtie 6.50 Radiotooneel met
muziek 8.15 Kerkdienst - 9.05 Liefda-
digheidsoproep 9.10 Berichten 9.25
EBC-theater-orkest en solist 10.25 Re
portage 10.50 Epiloog.
RADIO-PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.15
Gramofoonmuziek 11.50 Orgelconcert
12.40 Gewijd concert 1.35 Gramofoonmu
ziek en zang 3.20 Zang 3.35 W. Pra-
dys' orkest 5.20 L. Golay's orkest 7.35
Zang 8.05 Duetten 8.35 Zang. 8.50
„Fortunio", opera 10.50 Gramofoonmu
ziek 11.201.20 J. Bouillon's dans-or-
kest.
KEULEN, 456 M. 5.20 Havenconcert
7.35 Solistenconcert 8.50 Gramofoon
muziek 10.35 iVool, cello en piano
11.20 E. Kaiser en G. Freundorfer en hun
orkesten 1.20 Alt en piano 3.20 Om-
roepschrammelensemble, -orkest, -koor en
solisten 5.35 Solistenconcert 6.50
Amusementssextet 7.20 HJ-Orkesten en
-koten 10.0511.20 A. Lutter's orkest,
zang en orgelspel (gr.pl.).
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M. 9.25
Gramofoonmuziek 9.50 Piano en viool
10.20 Gramofoonmuziek 10.50 Gewij
de muziek In de pauze: Reportage 12.50
Saloncrkest 1.35 Omroepdansorkest
I.502.10 Gramofoonmuziek 2.35 Zang
3.05 J. Schnyders' orkest en accordeon-
muziek 5.20 Radiotooneel 8.20 „Die
Fledermaus", operette 11.5012.20 Om
roepdansorkest 484 M. 9.22 Gramo
foonmuziek 10.35 Orgelspel 10.50
Gramofoonmuziek 11.05 Pianovoordracht
11.10 Ed. Loiseau's orkest en gramo
foonplaten 1.301.55 en 2.202.35 Gra
mofoonmuziek 2.50 Accordeonmuziek
3.20 Symphonieccncert en gramofoonplaten
-— 5.20 Gramifoonmuziek 5.50 Radiotoo
neel 6.10, 7.35 en 8.20 Gramofoonmuziek
9.20 Radiotooneel 9.40 Salon-orkest
en soliste 10.30 Gramofoonmuziek
II.3012.20 Omrcepdansorkest en solist.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20
Zie Keulen 9.20 Berichten 9.5012.15
Ad Lutter's dansorkest, solist en orgelspel
(gr.pl.). Om 10.05 Weerbericht
GEM. RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF
3e programma 8.50 Keulen Plm. 9.50
Brussel Fr. 10.20 Brussel VI. 10.35
Keulen 13.20 Brussel VI. 14.20 Brus
sel Fr. 14.35 Brussel VI. 15.05 Brus
sel Fr. 17.20 Parijs R. 18.50 Keulen
19.20 Weenen of div. Plm. 21.25 Pa
ris P.P Plm. 22.00 Weenen of div.
22.30 Brussel Fr. 4e programma. 8.30
Brussel VI. 950 Diversen Plm. 13.25
Droitwich 14.20 Diversen 14.40
Droitwich 16.20 London Reg 16.40
Droitwich 17.20 London Reg. 17.40
Droitwich 18.30 Lcndon Reg. 20.15
Droitwich -- 21.05 Diversen 21.25
Droitwich 22.35 Boedapest of div.
23.25 Parijs Radio.
MAANDAG 15 NOVEMBER.
HILVERSUM I, 1875 M. NCRV-Uitzen-
ding. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewij
de muziek (Gr.pl.) 8.30 Gramofoonmu
ziek 9.30 Gelukwenschen 9.45 Gra
mofoonmuziek 10.30 Morgendienst
11.00 Christelijke Lectuur 11.30 Gramo
foonmuziek 12.00 Berichten 12.15
Gramofoonmuziek 12.45 Orgelconcert
2.00 Voor de scholen 2.35 Gramofoonmu
ziek. 3.00 Causerie „Wat de pot schaft"
3.30 Gramofoonmuziek 3.45 Bijbellezing
4.45 Gramofoonplaten 5.00 Voor de
kinderen 5.45 Cello, piano en gramofoon
muziek 6 30 Vragenuur 7.00 Berichten
7.15 Vervolg vragenuur 7.45 Reporta
ge 8 00 Berichten ANP, Herhaling SOS-
Berichten 8.10 Vondel-herdenking (spre
kers, koor en orkest) 10.30 Berichten
ANP. 10.35 Haarlemsche Orkestvereeniging
10.^5 Gymnastiekles 11.00 Vervolg
concert 11.3012.00 Gramofoonmuziek.
Hierna: Schriftlezing.
HILVERSUM II, 301 M. Algemeen Pro
gramma, verzorgd door de AVRO. 8.00
Gramofoonmuziek 10.00 Morgenwijding
10.15 Gewijds gramofoonmuziek 10.30
Lyra-Trio 11.15 Declamatie —'11 40 Ko
vacs Lajos' orkest en solisten (Gr.pl.)
12.30 Gramofoonmuziek 1.30 Het Om
roeporkest 2.00 Gramofoonmuziek
2.15 Omroeporkest 3.03 Causerie ..Snoep-
zucht. nagelbijten, rooken en nog wat"
3 30 Omroeporkest en solist 4.30 Cau
serie Music Hall" (Met gr.pl.). 5.30 Or
gelspel, zang en vioolsoli 6.35 AVRO-
Dansorkest en soliste 7.U0 Causerie „Ge-
illustreerde Kerst- en Nieuwjaarskaarten"
7.30 Pianovoordracht 8 00 Berichten
ANP. Mededeelingen 8.15 Concertge
bouworkest 915 Gramofoonmuziek
9 20 Radiotooneel 10.20 Gramofoonmu
ziek 11.00 Berichten ANP. Hierna:
AVRO-Dansorkest 11.4012.00 Gramo
foonplaten.
DROITWICH, 1500 M. - 11.05 Orgelspel
11.3511.50 en 12.05 Gramofoonmuziek
12 20 Religieuze causerie 12.45 BBC-
Schotsch-orkest —1.20 Toeristenoraatje
I.352,20 Orgelconcert 3.293.50 A. Sa
lisbury's orkest 4.20 Cabaretprogramma
4.50 Gramofoonmuziek 5 20 Het Brid-
gewater Harpkwintet 5.50 Reportage
6.00 Zang 6.20 Berichten - 6.40 BBC-
Miland-orkest 7.40 Solistenconcert
8.25 Variété-orogramma 9.50 Berichten
10.10 Vervolg variété-programma
II.10 Joe Kaye en zijn Band 11.5012.20
Dansmuziek (Gr pi.).
RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 8 50.
10.40 en 11.20 Gramofoonmuziek 12.20
Visciano-orkest. en zang 3.05 Gramofoon
muziek 3.20 en 4.20 Zang 4.35 Cello
voordracht 5.20 Giordino-orkest 8.35
Vioolvoordracht 8.50 Nationaal Orkest,
Raugel-koor, en solisten 10.50 Gramo
foonmuziek.
KEULEN. 456 M. 5.50 Rhein-Mainische
Landesorkest 7.50 Marine-orkest 11 20
Verzoekconcert 12 35 Nedersaksische
Symphonie-orkest, en solisten 1.35 Gra
mofoonmuziek 3 35 Het Ottersbach-Trio
en solisten4.30 W. Krüger's orkest
5.20 Kamermuziek 6.30 Walter Raatz-
ke's kwintet 7.30 Omroepkleinorkest en
E. Kaiser's orkest 8.20 Westduitsch week
overzicht 9.00 Zang 9.5011 20 Om
roeporkest; Keulsch pianoduo en solist.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20
Gramofoonmuziek 12.50 Salonorkest
1.502 20 Gramofoonp'aten 5.20 Salon
orkest 6.50 en 7.20 Gramofoonmuziek
8.20 Omroeo-svmphonie-orkest en soliste
10.30—11.20 Gramofoonplaten 484 M.:
12.20 Gramofoonmuziek 12 50 Omroep
orkest 1.50—2 20 Gramofoonplaten
5.20 Cellovoordracht 6.35 Omroeporkest
8.20 Radiotooneel met muziek. In de
pauze: Gramofoonmuziek 10.05 Muset-
te-orkest 10.30—11.20 Waalsch Cabaret-
programma.
DEUSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20
„Iphigenie in Aulis", opera 9 20 Berich
ten 9.50—1-1.20 Emil Roosz' orkest en so
listen. Om 10.05 Weerbericht.
GEM. RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF
3e Programma. 8.00 Keulen 8.20
Deutschl.s. 9.50 Keulen 10.35 Parijs
R. 12.05 Droitwich 12.20 Brussel Vi.
Pl.m. 13 35 Keulen 14.20 diversen
15.05 Parijs R. 15.20 Droitwich 15.50
diversen 16.20 Lodon Reg. 17.20 Pa
rijs R. 18.20 London Reg. - 19.20 Brus
sel VI. 19.50 London Reg. 20.20 diver
sen 20.20 Parijs R. 22.50 Berlijn
23.50 diversen.
4e Programma: 8.00 Brussel VI. 9.20
diversen 10.35 Droitwich Pl.m. 11.25
London Reg. Pl.m. 12.45 Droitwich
13.20 London Reg. 16.20 Droitwich
18.20 diversen 18.40 Droitwich.
<25cut.
einxtutf: Uur
vxrvVtcuui
lilHDE VOORRANG 150 Ml
Waar |J] zoo'n bord staat Is het
einde van een voorrangsweg in
zicht, verderop moet u zich dus
weer aan het normale voorschrift
houden:
RECHTS GAAT VOORI
BTEL 2257 BQPENBUBG 26
door
Martin Devilée
„Morgen je laatste dag, kameraad Wrosi-
loff".
„Morgen m'n laatste dag, cipier".
Cipier Kazikoff liep verder. Dat eene
zinnetje was een prettige onderbreking op
zijn controle-tocht. Verdei was er niets te
vertellen. Ook dit had niet gezegd behoeven
tc woroen. Wrosiloff wist het evengoed. Hij
had vijf jaar lang geweten, dat dit de laat
ste dag zou zijn. Morgen was hij vrij. Maar
cipier Kazikoff was voor Wrosiloff kame
raad-cipier. Zij hadden elkaar veel onnoo-
digs gezegd. Hij kon dus vanzelfsprekend er
ock aan herinneren, al was het dan onzin,
dat hij morgen vrij zou komen. Zoo zonder
meer, alsof het niets van betseken is was.
En toch was er in d:e paar woorden heel
veel geiegen.
Bij den tweeden keer, dat hij langs de
cel van Wrosiloff kwam, boog hij zich half
naar binnen, en zei weer iets, maar nu
zachter: „Kozinsky vertelde het me van
morgen ook". Toen ging hij weer verder,
zonder den gevangene aan te zien.
„Kozinsky? Kozinsky?" Wrosiloff sprong
op als om den cipier achterna te loopen.
Maar er was een zware deur met een zeer
kleine opening erin, tusschen hen. Toch be
reikten de woorden den cipier nog.
„St.... Wrosilofflaat niemand het
hoorenGa terug, ik moet je nog iets
zeggen".
De gevangene week een pas terug. Cipier
Kazikoff zag door het luikje een bleek
mager gezicht. Hij zag een man, uitgeteerd
door vijf lange jaren harde gevangenis, een
mans, wiens kleeren slobberig om het lijf
hingen. Toen hadden ze gepast, gevangene
no. 357 was met zorg benandeld. omdat Di
recteur Kozinsky het zoo gewild had. Zijn
oogen stonden diep, zijn haren waren totaal
grijs, ofschoon Kazikoff wist, dat vijf jaren
geleden WrosJoff vijf en twintig was, op
dien dag. toen hij wegens diefstal, die ech
ter nooit bewezen was, hierin gestopt werd.
Vijf jaar geleden stapte hier een jongeman
binnen, met glanzende, blonde haren. Die
zelfde man was nu een grijsaard, die geen
kracht meer had om vijf minuten achtereen
tt staan, zonder ergens steun te zo-eken.
„Kozinsky zei me, kameraad Wrosiloff,
dat morgen je straftijd om is...."
„Jaen?"
„En dat vijf jaar soms heel lang is om te
wachten". De cipier keek de gang af, om
te zien of zijn gefluisterde woorden mis
schien gehoord konden zijn. Maar de gang
lag leeg en verlaten.
„Wat bedoelde hij daarmee, Kazikoff?"
De gevangene stond met het gezicht vlak
bij den mond van den Cipier.
„Voor een vrouw is vijf jaar dikwijls een
eindelooze tijd, Wrosiloff
„T"dt?Je wilt toch niet zeggen, dat..
onmogelijk. Zij is....". De laatste woorden
hoorde Kazikoff niet meer. Hij had voet
stappen gehoord. Hij zag nog, toen hij den
hoek van de gar.g omsloeg, dat het de Di
recteur was, Kozinsky. Deze lachte eens,
begreep den toestand.
Hij zag gevangene no. 357. Hy hield stil
voor de deur.
„Morgen je laatste dag. Wrosiloff." Ko
zinsky keek lachend naar hem.
„Ja.en?" Wrosiloff herstelde zich.
„Ik wilde even met je praten, no. 357.
Kozinsky ontsloot de deur, trad binnen en
draaide het slot secuur om.
Hij stond zwaar voor Wrosiloff, de bee-
r.en wijd uit, de handen gebald in de zij.
Ui de rechterhand een korte, dikke rijzweep
geklemd. Een weldoorvoede man, van den
zelfden leeftijd als de grijsaard tegenover
hem, in jaren tenminste, want de ander was
mager en zijn oogen lagen hol en donker
onder grijze wenkbrauwen.
„Je herinnert je den tijd, dat je vrij rpan
was, Wrosiloff? Je antwoordt niet? Hin
dert n.et. In ieder geval was het eens zoo.
Vijf jaar. Wat zijn vijf jaai? Een korte tijd
voor sommigen, nietwaar? Toch kunnen
ze soms heel lang duren. Wrosiloff. Een
man b.v. kan heel geduldig zijn, en voort
durend uitzien naar den dag, dat het zesde
jaar ingaatMaar een vrouw? Ah la la.
Zou een vrouw vijf jaar kunnen wachten?
Op een man, dien zij... eens liefhad?"
„Wat is er Kozinsky? Wat bedoel je in
Godsnaam?" Wrosiloff nief smeekend zijn
magere armen naar Kozinsky.
„Ik wist wel, dat er nog leven in je zat.
Je weet natuunijk ook wel, wie Warja
Pillikow was. Hè? Hoor je het? Ik zeg
„was" Nu heet ze zoo niet meer, Alexis
Wros.loff. Ze draagt nu mijn naam. ha, h,a
ha. Zij kon geen vijf jaren wachten".
„Je l'egt het, Kozinsky je liegt het. Mor
gen zal ze aan de poort staan, ze zal me
wachten, ik weet het, en jij liegt". Hij sloeg
naar Kozinsky, die even zijn rijzweep op
hief. Hij was dergelijke kunsten gewoon.
De vuist sloeg tegen het zware gedeelte
van den zweep.
„Luister, Wrosiloff. Ik ben nog niet klaar.
Iets langer dan vijf jaar geleden vroeg ik
Warja Pillikow. Het mooiste meisje uit de
heele stad. Jij en ik waren vrienden, maar
jij was gewoon werkman, en ik, wel was ik
niet kameraad-directeur? Ha, ha. En toch,
die kleine ezelin weigerde me, Alexis Wro
siloff. Zij verkoos jou. Maar toen kwam de
diefstal, en jij kreeg vyt jaar. Ik had vry
spel. En zij was vrij. Ze schreef je, maar
kreeg geen antwoord. Jij schreef, maar jij
kieeg evenmin antwoord Natuurlijk niet.
Maar jij was zoo geduldig, jij kon vijf jaar
wachten. Zij kwam dikwijls aan de gevan
genis, en vroeg Alexis Wrosiloff te spreken.
Maar Wrosiloff wilde niet. Warja kreeg de
bcodscr.ap, dat hij niets meer van haar wil
de weten. Hè, staan blijven, weg die hand".
Wrosiloff trilde op zijn voeten. Zijn ze
nuwen waren hem de baas. Hier hoorde hij
kalm het oordeel uitspreken over zijn meis
je. Ha-a zij getwijfeld aan hem? Had hij
daarvoor geleden en geueden, zijn vuisten
kapot geslagen op de harde muren, zijn kop
gepijnigd met gedachten aan haar? Moest
hij dit hooren op den laatsten dag? Dien hij
zich had voorgesteld als één en al zon?
„Zij heeft het één jaar volgehouden,
Alexis Wrosiloff. Eén vol jaar. Toen kon
zij niet meer. Ze zag in, dat haar liefde ver-
geefsch was geweest, dat jij haar niet waard
was. Zou je anders niet geantwoord heb
ben op haar smeekingen? Ik heb al de brie
ven bewaard, ik ken al de lieve namen, die
ze jou gaf. Nu zegt ze ze tegen mij. Ik ken
ai de lieve woordjes, die ze je toestuurde!
Oh, ze kan zoo lief zijn de kleine Warja,
die nu van mij is. We zij.i vier jaar geleden
getrouwd, Alexis Wrosiloff
Kozinsky had nog meer willen zeggen,
maar het volgende oogenblik hing een
kleine, jonge grijsaard met beide handen
om zijn keel, Kozinsky voelde, hoe de vin
gers in het vel grepen, hoe zijn adem flui
tend tusschen de tanden ging. Hij voelde
zijn oogen draaien, hij hoorde, hoe één
woord hem toegeschreeuwd werd, één
woord, waarin al de smart van vijf jaren
verborgen lag, de ontgoocheling en de te
leurstelling, de leugens en de liefde voor
Warja. „Verrader!" Toen daalde de zweep
met de laatste kracht neer op het hoofd van
den aanvaller. Met een zucht viel Wrosiloff
neer. Met een schouderbeweging herstelde
Kozinsky zich.
„Zoo wilde ik je hebben, mijn vriend
Alexis Wrosiloff. Morgen zal je laatste dag
niet zijn. Mishandeling van den Directeur,
het kost je weer vijf jaar. Ik heb vijf jaar
op dezen dag gewacht, om je alles te kun
nen zeggen. Daarvoor heb ik je zoo goed
laten verzorgen. Ik haat je, ik zou je kun
nen irappen, omdat je me toen Warja ont
nomen hebt". Hij wreef even langs zijn hals,
en ging toen fluitende de cel uit.
Den volgenden dag liep een meisje langs
de poort heen en weer. Onrustig gingen haar,
oogen, zenuwachtig waren haar bewegin
gen. Warja wachtte. Wachte op den man.
die vandaag vrij zou komen, en wien zij
vijf jaar geleden trouw had beloofd. De
man, dien zij nooit vergeten had, ook niet,
toen Kozinsky van de gelegenheid gebruik
had gemaakt, haar ten huwelijk te vragen.
Zij ha-o geweigerd. Er was één man, dien
zij liefhad: Alexis Wrosiloff.
En deze kwam. Hij werd uitgeleide ge
daan door kameraad-directeur Kozinsky,
die nog zag, hoe beiden elkaar omhelsden,
en hoe het meisje de grijze haren streelde,
en zoete woordjes fluisterde.
Elk slecht mensch heeft zyn goede dagen,
Kozinsky had die ook. Gisteravond en van
morgen had hij zich veroaas-d over de wan
hoop en het vertrouwen van Wrosiloff. hij
had er over nagedacht, en er iets moois in
gevonden. Dat was al. Dit moest een be
loon ing hebben.
Nu gingen ze daar. Kozinsky boog het
hoofd en mompelde: „Niets voor mij, dat
meisje. Veel te sentimenteel. Ik wil geen
vrouw, die me over mijn haren strijkt". Hij
vloekte een keer en sloot met een zwaren
dreunenden slag de poort. En weg gingen
het leven in, een man en een vrouw.
Koop! bij ben,
dia in llw DagMad
aflverJeeren
IK SCHAAK.
Ik moet beginnen met de bekentenis,
dat ik niet kan schaken en het is maar
goed, dat u het schaamrood niet kunt
zien, dat zich nestelt op mijn gladgescho
ren wangen.
Immers heel Nederland kan schaken
en ik niet. Voorheen kon ik deze beken
tenis doen frank en vrij en met opgehe
ven hoofd en het schaadde mijn nederig
aanzien in deze vreemde wereld niet.
Maar sinds Euwe en Aljechin nu reeds
ten tweede male ten strijde zijn getrok
ken op het vierkante bord, nu is diezelf
de bekentenis opeens een oorzaak gewor
den van diepe vernedering en kwalijk
verholen minachting. Zóó relatief en dus
ook veranderlijk zijn de waardeeringen
dezer vreemde wereld.
En toch luister ik bij iedere uitzen
ding, die zóó belangrijk is, dat zij het
meest cultureele programma stop zet,
naar den stand van zaken betreffende
Euwe's loopers en Aljechin's pionnetjes.
En ik weet nu al dat een looper loopt en
een paard springt en dat degene, die de
zwarte stukken aanvoert meestal geen
schijn van kans heeft. Maar ik besef ook,
dat deze wetenschap niet voldoende is om
mij te rechtvaardigen in de oogen der
velen, die schakend gaan slapen en scha
kend ontwaken. Alleen om deze schande
te ontgaan heb ik het ernstig geprobeerd.
Ik heb geluisterd aan de radio, na eerst
mijn drie verbonden vrij-pionnetjes, die
in de huiskamer speelden, naar bed te
hebben gestuurd, ik heb een schaakbord
gekocht en de stukken bestuurd en de
zelfde zetten gedaan als Euwe en Alje
chin om er zeker van te zijn, dat ik het
goed zou doen. Als Euwe verloor, ver
loor ik ook. Als Aljechin verloor, verloor
ik. Ik ben naar de schaakmatches zelf
heengegaan. Na den derden zet heb ik
mij laten scheeren. Ik was nog voor de
vierde terug, maar werd de zaal uitgezet
wegens het overtreden der stilte-bepalin
gen. Erg spannend was de opvoering op
het tooneel trouwens niet. Daarna heb ik
mijn vrouw een geweldige kater op myn
vest laten breiden. Zoo ben ik op stap
gegaan.
En toen, in deze gedaanteverwisseling,
heb ik een vriend ontmoet, die, plotseling
in mij den evenknie van een Aljechin
ontdekkend waarom zouden onze ka
ters geen tweeling kunnen zijn? mij
zeer diepzinnige vragen stelde omtrent
de laatste partij, welke Euwe tot zijn on
metelijk verdriet wederom had verloren.
Dan komt men niet aandragen met uit
spraken en gezegden zooals de niet-scha-
kende man of the street deze ten beste
geeft, als: ,,'t Wordt toch niks met Euwe"
en ,,'k Heb het altyd wel gezegd, dat hy
niet tegen Aljechin op kan".
Mijn vriend ratelde uit zijn hoofd alle
78 zetten van zwart en wit uit de laatste
partij op en drukte daarna zijn ontstem
ming uit over het feit, dat hij de beslis
sende foutieve zet van Euwe maar niet
kon ontdekken.
Wat moest ik toen doen met mijn kater
op mijn borst. Ik heb het hem gezegd. De
negen en twintigste zet van Êuwe was
foutief zei ik hem.
Hy is my nog altyd dankbaar voor
deze hulp.
En sindsdien logeert hy by my en
kient.
DANIëL.
WAPENSTILSTANDSDAG.
Zy leggen kransen neer by 't monument der dooden
En denken dan misschien aan de gebleven nooden,
En staren naar het marmer, koud en kil.
Zoo eeren zij in één minuut en zonder woorden,
De massa, die zich gaarne liet vermoorden,
En één minuut zyn allen even stiL
Er schittert goud en zilver op de uniformen,
Waai mee gepronkt wordt by dit feestmaal van de wormen,
Die hebben het nog nooit zoo goed gehad.
Die smullen misschien nóg aan 't aas van vele lyken,
Terwijl de menschen naar de mooie kransen kijken,
By zulk een maal hoort óók een bloemenschat.
Dan volgt het defüé het valt niet zwaar te raden
De hoogen eerst en dan de oorlogskameraden
Der dooden zonder arm of zonder been.
Er zyn er velen, die een traan uit d' oogen pinkten,
Maar weet het allen wel: die hulpeloos verminkten
Zijn vaderlandsche helden één voor één.
De eerbied is oprecht betuigd aan deze dooden.
Die niet vergeten zyn, ondanks de vele nooden,
Waarmee de wereld altijd nog maar strijdt.
Dan gaan zy heen en rijden in hun snelle wagen,
Alweer een and're plicht komt er hun aandacht vragen:
Een bommenwerper wordt er ingewijd.
TROUBADOUR.