DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHI 32, LEIDEN De wedstrijd Euwe-Aljechin KERKNIEUWS BINNENLAND 29ste Jaargang DONDERDAG 11 NOVEMBER 1937 No. 8876 S)e Ceidaefi^Sou/Yo/iit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent oer week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT I Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES "an ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 1 0.50 Dit nummer bestaat uit vier bladen. V De Katholieke Kerk en de R. K. Staatspartij Volgens pers-verslagen heeft de heer de Marchant et d'Ansembourg, afgevaar digde van de N.S.B., gisteren in de Twee de Kamer de opmerking gemaakt, dat de R. Kath. Kerk zich niet moet vereenzel vigen met de R. Kath. Staatspartij. Er is niet de minste reden voor deze opmerking, want: de R. Kath. Kerk ver eenzelvigt zich geenszins met de R. K. Staatspartij! Het Kerkelijk Gezag keurt af of ver biedt voor katholieken de toetreding tot bepaalde politieke partijen en de Kerke lijke Overheid houdt den katholieken voor, ook op politiek terrein hun eenheid te bewaren en te versterken. 't Is zonneklaar, dat daardoor de Kerk zich niet vereenzelvigt met de R. K. Staatspartij 't Is zonneklaar voor wie even wil nadenken, maar velen denken, helaas, niet veel na. Ook denzulken, inzoover zij Willen begrijpen, kunnen wij 't, dunkt ons, heel duidelijk maken in een paar voorbeelden! Als ik een katholieken arbeider, die zich organiseeren wil of moet in een so ciale organisatie, zeg, dat hij, als katho liek, zich niet organiseeren mag in een socialistische organisatie, vereenzelvig ik mij dan met het R. K. Werkliedenver bond, waarvan ik weet te voren, dat dit geschieden zal die katholieke ar beider dan wel lid zal worden? Natuur lijk niet! 't Is mogelyk (wij spreken veronderstellenderwijs!), dat ik tegen het R. K. Werkliedenverbond grieven, ern stige grieven heb; maar daardoor wordt niet in 't minst geraakt aan mijn over tuiging, dat een katholieke arbeider niet thuis behoort in een socialistische orga nisatie. Een ander voorbeeld: Als ik een katholieken middenstander, die rondloopt met het plan naast de be staande R. K. Middenstandsver. een nieu we sociale organisatie voor katholieke middenstanders op te richten, voorhoud, dat hij daardoor de kracht van de sociaal- georganiseerden katholieken middenstand verbreekt, verbrokkeling en verwarring veroorzaakt, dat hij onder de gegeven omstandigheden niet verantwoord kan worden geacht, als hij de eenheid der so ciale middenstandsorganisatie gaat kapot slaan, vereenzelvig ik mij dan met de Hanze? Natuurlijk niet! 't Is ook in dit geval m o g e 1 ij k (andermaal: wij spreken veronderstellenderwijs!) dat ik vind, dat 't in de Hanze niet gaat, zooals 't behoort te gaan; maar dat ik daarin geen reden zie, om de organisatie der katholieke mid denstanders in tweeën te mogen split sen met al de ellendige gevolgen daar van. Erkennende dus het feit, dat het Ker kelijk Gezag in Nederland voor katholie ken de toetreding tot bepaalde politieke partijen afkeurt of verbiedt; dat dit Ker kelijk Gezag den katholieken voorhoudt, ook op politiek terrein hun eenheid te be waren en te versterken erkennende ook, dat dit feitelijk ten gevolge heeft, dat de katholieken zich politiek organi seeren in de R. K. Staatspartij, beweren wij: dat het Kerkelijk Gezag GEENSZINS zichzelf of de Kerk vereenzelvigt met de R. K. Staatspartij. Wie dit nog niet mocht inzien, zal 't toch met 'n klein beetje hersen-inspan- ning wel zoover weten te brengen ho pen we! VLIEGTUIGENHANGAR INGESTORT. Vijf dooden. Op het nieuwe vliegveld van het stadje Foligno (Italië) is een hangar tijdens het bouwen ingestort. De oorzaak is nog niet bekend. Hierbij werden vijf personen ge dood en velen werden gekwetst. HET LIED VAN DEN DONAU „Hongarije", het lied van den Donau, door Frans Schneiders, (illustraties van Lajos von Ebnet). Teulings' Uitg. Mij., 's Hertogenbosch. De Hollander is een geboren reiziger; de trek naar buiten zit hem in het bloed. In de Middeleeuwen mag hij te voet naar Pa lestina trekken, en later op zijn schip naar Insulinde varen, of heden ten dage afstan den verslaan per trein, auto of vliegtuig: de Hollander moét op reis. Hij wil, zij het ook voor korten tijd, de beklemming van zijn eigen kleine vaderland ontwijken, om ver over de grenzen verloren te gaan in een wereld die hy niet kent. Zoo gezien is dit boek van Schneiders niets nieuws in ons land; het is een beschrijving van Hon garije, zooals Ellen Russen er een gaf over Italië, Helman en Kuyle over Noord-Africa, Felix Rutten over Jugoslavië en Anthonie Donker over America. En toch brengt dit boek iets nieuws; het heeft een geheel eigen stem, waardoor het onmiddellijk opvalt. Terwijl het meeren- deel der nieuwste reisboeken geschreven is alleen met verstand, met een somtijds ver bijsterend scherpe observatie, werd dit „Lied van den Donau" gezongen en voor gedragen met een weidsch gebaar, als een lyrisch gezang, opkomend uit het hart. In ons land, waar het volk nog steeds niet zingt, is dit iets opvallends; en dit geldt evenzeer van de hedendaagsche letterkun de, waarin het hart vrijwel kunstmatig tot zwijgen werd gebracht. In plaats van te bewonderen en zich voor het werkelijk schoone gewonnen te geven, stelt men alles in het werk om zichzelf, zijn hart en zijn ontroering niet bloot te geven, alleen be dacht op het rake observeeren van dingen en menschen, meedoogenloos peilend naar onvolmaaktheden en de somtijds belache lijke zwakheden der menschen. En dit alles wordt dan ontleed en beschreven het kon wel niet anders in een geest van lichtelijke onverschilligheid en speelsche ironie, in een zakelijk en nuchter proza, ijzig en bits, als de snee van een vlijm scherp ontleedmes. Maar in „Het Lied van den Donau" zingt een mensch zijn hart uit om al net schoone en betooverende, het blijde en treurige, dat hij aantrof in het land der Hongaren. Het is een lied, niet van eigen vinding, maar afgestemd op de vele motieven die eeuwen lang langs den Donau klonken en die er ook nu nog leven. Motieven van nood en strijd, toen het land nog veroverd moest worden of verdedigd tegen invallen van woeste barbaren; motieven die nu den le zer treffen en hem meesleepen op de vaart van dit geladen en rustelooze proza. Melo dieën van poëzie en romantiek, afgeluisterd in de stilte rond een dorp, in de puszta of aan de oevers van de trouwe rivier. Hoof- sche liederen, niet alleen met woorden ge zongen, maar tevens verstild tot daden van ridderlijkheid, eerbied en trouw. Rhytmen, kloppend van spanning, zwoegend in de vruchtbaarheid van den grond, in het laaiende zonlicht, het zwellen der drui ven, het branden van de paprika, en die hier in dit boek nog natrillen in de be schrijving van volkslied, dans en muziek. Helman en Kuyle zeggen het zoo raak in hun „Van Pij en Burnous": „Alleen To bias kreeg een engel mee op reis". Wij allen trekken de grenzen over, afgaand op ons eigen gevoel en zonder- reisgezel uit den hemel. Ook de schrijver heeft zijn Rafaël moeten missen, die hem voor alle fouten en feilen kon behoeden. Somtijds is zijn visie wat vluchtig, zijn stijl minder ver zorgd en glijdt hij te snel heen langs de diepere roerselen van de menschelijke ziel. Hier en daar herkent men tè duidelijk den geroutineerden journalist die met minder woorden een raker indruk had kunnen wekken, of in gewijzigd rhytme een diepere ontroering had kunnen verraden. Het boek zou aan diepte gewonnen hebben, als het religieuse thema breeder was uitgewerkt en als de schrijver zijn alleszins begrijpe lijke begeestering voor de goederen dezer aarde eenigszins had getemperd. Maar al miste de schrijver een engel uit den hemel, toch reisde hij niet alleen. Op zijn omzwervingen door het land der Ma- gyaren had hij zijn hart tot gezel; een hart dat In bewondering wei-bewust openstond voor het schoone, en dat zich vrij overgaf aan de groeiende ontroering. Gedreven door een liefde, waaraan hij zich gewonnen geeft, bewondert hij dit land en zijn bewo ners, met het gevolg dat zijn visie aan scherpte wint en zijn opmerkingsgave zich verbreedt. Hij ziet dingen, die anderen ont gaan; hij weet door te dringen in een we reld, waar het verstand zich een vreemde ling voelt. Want de liefde maakt niet al leen vindingrijk, zij doet ook verder en dieper schouwen, zooals reeds St. Augus- tinus opmerkte: „Geef mij iemand die lief heeft, en ik zal u iemand geven die be grijpt". Door die diepte van blik en die ver ruimde belangstelling heft dit boek zich uit boven het gewone journalistieke genre en neemt het een plaats in tusschen de wer ken, die een psychologische en cultuur-his torische interpretatie geven van een groot en bewonderenswaardig volk. Hiermede hangt ook het volgende samen: door deze liefdevolle bewondering bezit het boek een ongemeen sterke evocatieve kracht. Gebeurtenissen uit vroeger dagen worden „opgeroepen" met een dwingende verbeeldingskracht en krijgen daardoor een scherp-omlijnde, levendige gestalte. Gevoelens, die sluimeren in dat andere volk, worden in het hart van den lezer tot leven gewekt, zoo reëel en tastbaar, dat deze zich opgenomen waant in die andere wereld. Van die evocatieve kracht is het hoofdstuk „Csardas" wel het beste bewijs. Hier vindt men geen anecdotisch verhaal of de vlotte weergave van een kortstondige emotie, maar het doordringen in een oud verleden en een zoeken naar de oorspron gen van deze betooverende zigeunermu- ziek. Een enkel kort voorbeeld moge vol staan: „Op het kleine podium zaten zij, de cymbalist, de violisten, de anderen. Maar de primas zwierf door de zaal. Zij hadden geen partituur. Zij speelden geen noten. Zij kenden misschien niet eens de noten. Zy speelden ook eigenlijk niet op een viool. Die viool was slechts hun noodlottig instru ment. Zij bespeelden hun ziel, die nog altijd rondzwierf op de pusztavlakten of mis schien ver weg, ergens tusschen de bergen van het Noorden". Uit dit boek klinkt een wekroep, een onweerstaanbaar dwingende macht, waar door vooral herinneringen worden gewekt bij hem, die dit land reeds bezocht; herin neringen, die nog vaag in zijn geheugen hangen, maar die nu onder het lezen, op eens, door een enkel woord, door een pak kende wending, in alle concrete tastbaar heid weer levend voor hem staan. Zelden zag ik in mijn herinnering het beeld van een stad zoo duidelijk terug als in de be schrijving van Esztergom: „Een stadje is het uit vergrijsde eeuwen, met straten van honderden jaren, met huizen van honder den jaren, grijs en vuil van het stof der eeuwen. Hobbelige, puntige straten, moei zaam opklimmend tegen den machtigen heuvel, waarop de kathedraal troont.... In deze oude en versleten en van stof grijze materie leeft nu nog na eeuwen de zekere rust van een veilig geloof. Daarom gaan hier de menschen langzaam. Het is alsof de we reld hier is afgesloten. Er is geen reden tot haast.Als ik door de stille straatjes ga, klinkt mijn voetstap hol tegen de gevels. Ik hoor achter de vensters de eentonige stem van een pensionaire in het leslokaal Die straten loopen uit op den Donau". Just Havelaar heeft eens geschreven: „Niets is zoo feestelijk als het eerste, vrije zwerven door een nog onbekende stad, die iets te vertellen heeft". Wie gereisd heeft als een stille geniéter, zal zich herinneren hoe juist deze woorden zijn. Ook dit boek is een reis; men overschrijdt de grenzen en maakt kennis met een heerlijk en grootsch land, gezien door de oogen van een bewonderaar, bezongen in een lied van vreugde, maar ook beklaagd in weemoed om het onrecht van een na-oorlogsche poli tiek. Men laat zich meevoeren op deze me lodieën der verten, verrukt wandelend in al die feestelijkheid van kleuren, licht en zon, weemoedig ook neerzittend in de don kere schaduwplekken van de laatste jaren. Wie dit land nog niet kent, wage dezen feestelyken intocht, die „joyeuse entrée"; en wie het reeds zag, hij doorleve nog eens dat wondere spel der gewekte herinnering, meegesleept en gedragen door dit ééne mo tief: den Donau. Prof. dr. N. GREITEMANN. GRANAAT IN DE FRANSCHE CONCESSIE ONTPLOFT. SJANGHAI, 11 November (A. N. P.). In de Fransche concessie is een granaat- in de Admiraal Bayle-straat tot ontplof fing gekomen. Er zijn verscheidene slacht offers gevallen. Voorts zijn een aantal Japansche grana ten neergekomen in de zone van Nantau, j die voor vluchtelingen gereserveerd is. Om 12 uur hedenmiddag zijn de vrijwil I ligers van de Fransche concessie gemobi- liseerd. I Het feit, dat rondom de concessie ge- streden wordt, maakt de ravitailleering zeer moeilijk! De prijzen stijgen snel. De Fransche ambassadeur Naggiar heeft hedenmorgen om 11 uur in de St. Joseph- kerk een H. Mis bijgewoond, die opgedra gen werd ter gelegenheid van den wapen stilstandsdag. KH2 - G 2 was de hervattingszet van de 15e partij. Bij loting werd het bedrag van f5.— toegewezen aan onzen abcnné A. G. v. d. Ploeg, Oud Ade E 94, Post Rijp- wetering. Dit bedrag deden wij hem inmiddels toekomen. De zestiende partij wordt heden avond in Rotterdam gespeeld. Wij herinneren onze abonné's er aan, dat bij eventueel afbreken der partij wij f5.— (vijf gulden) beschik baar stellen voor hem of haar, die ons de in couvert afgegeven zet opgeeft. Bij meerdere goede opgaven beslist het lot* Deze opgave moet ons bereikt heb ben voor de hervatting der partij. Men mag niet meer dan één zet op geven. Op de enveloppe te vermelden: EUWE-ALJECHIN. DE WERELD IN VOGELVLUCHT In Brazilië heeft zich een staatsgreep voltrokken, welke zonder schieten en bloedvergieten plaats had. De president ontbond Kamer en Senaat en kondigde een nieuwe grondwet af. Mi litairen bezetten de openbare gebouwen en wie nog aan verzet gedacht mocht heb ben, liet die gedachte in het aanschijn van de troepenmacht ijlings varen. Volgens de nieuwe grondwet wordt Bra zilië een corporatieve staat volgens Ita- liaansche model. Italië is er dan ook hoogelijk mee inge nomen en te Rome noemt men deze staats greep „een uitstraling van de fascistische gedachte". President Vargas zou voornemens zijn de nieuwe grondwet aan een volksstem ming te onderwerpen. De gouverneurs der staten en de leiders der land- en zeestrijd- krachten hebben hun volledige adhaesie betuigd met de door Vargas afgekondigde maatregelen. Vannacht heeft Vargas een radiorede gehouden, waarin hij als eerste maatregel aankondigde de schorsing van de betaling van de rente en de aflossing van de buiten- landsche schuld van Brazilië. De berichten uit China maken melding van een verwoed gevecht om Nantau. On der de slachtoffers bevindt zich ook de bekende Engelsche journalist Pembroke Stevens, die met een paar andere perso nen op het dak van een huis in de Fran sche concessie (dus buiten de oorlogszone) stond te kijken naar het verloop van den strijd in Nantau. Plotseling werd er een mitrailleur op hen gericht an Stevens werd gedood. Slachtoffer van zijn beroep. PASTOOR W. DIRKEN, t Plotseling nlt zijn drukken werkkring weggerukt. In den leeftijd van 71 jaar is Woensdag te Rotterdam plotseling overleden pastoor W. Dirken, van de parochie van de H.H. Martelaren van Gorcum aan het Stieltjes plein, aldaar. Den overledene werd nog in allerijl het H. Oliesel toegediend. Pastoor W. Dirken werd 24 Sept. 1866 te Vogelenzang geboren. Priester gewijd op 19 Augustus 1891 was hij achtereenvolgens ka pelaan te Rhijndijk en Le id e n en te Am sterdam (H. Vine, a Paulo) om op 29 Fe bruari 1908 benoemd te worden tot pastoor te Oudewetering. In October 1914 volgde zijn benoeming tot pastoor in de Maasstad, waar deze vrome priester tot zijn plotseling verscheiden zijn zware taak in deze groote stadsparochie met grooten ijver en bewonderenswaardige nauwgezetheid 1 heeft verricht. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Hevige strijd om Wantau? Een Engelsch journalist door verdwaalde kogels doode- lijk getroffen. (4de blad). Staatsgreep in Brazilië (4de blad). Spaak's pogingen tot vorming van een nieuwe Belgische regeering mislukt. (4de blad). Brutale spionnage der Gepeoe te Parijs. (4de blad). Binnenland Overleden is de zeereerw. heer Pastoor W. Dirken te Rotterdam. (Kerkn., 1ste bL) Sport en Wedstrijden De vijftiende partij van de schaakmach EuweAljechin remise. De stand is nu 96 voor Aljechin. (3de blad). RECHTSZAKEN, BELASTINGZAKEN, Huurzaken, Incasso's enz. Advies t 0.50 HEEMSKEüK's Rechtskundige Bureaux LEIDEN OUDE VEST 67 7486 PRINS BERNHARD WORDT KONINKLIJK COMMISSARIS BIJ DE PADVINDERS. Z. K. H. Prins Bernhard heeft zich be reid verklaard om met ingang van 22 No vember 1937 op te treden als koninklijk commissaris bij de „Nederlandsche padvin ders", terwijl met ingang van dien datum staatsraad J. J. Ram bonnet aftreedt als hoofdverkenner, welke laatste functie voor- loopig onvervuld blijft. DE UITLEVERING VAN JULIUS BARMAT. Naar wij vernemen heeft de heer Julius Barmat, die, zooals men weet, eenigen tijd geleden werd gearresteerd op ver zoek van de Belgische justitie en wiens uitlevering werd gevraagd, thans aange boden uit eigen beweging naar België te gaan om zich daar ter beschikking van den procureur des konings te stellen. De Belgische justitie echter weigert op dit aanbod in te gaan en handhaaft het ver zoek tot uitlevering. De heer Barmat heeft dit aanbod ge daan op grond van een oude Belgische ministerieele circulaire, waarin uitdruk kelijk staat gemeld, dat de procureur des konings gemachtigd is personen, die uit vrije beweging zich ter beschikking ko men stellen, in ontvangst te nemen. Door deze weigering van de Belgische justitie zal dus de rechtbank te Amster dam over de uitlevering advies moeten uitbrengen aan de regeering. Naar wij verder vernemen zal de recht bank weldra deze zaak behandelen. VERLAGING INVOERRECHT OP RUNDVLEESCH. Wetsontwerp houdende goedkeuring van het Koninklijk Besluit Ingediend is een wetsontwerp, houdende goedkeuring van het Kon. Besl. van 4 Aug. 1937 tot verlaging van het invoerrecht op versch of gekoeld rundvleesch. De tariefovereenkomst op 29 Juni j.l. te Kopenhagen tusschen Nederland en Dene marken gesloten, houdt voor Nederland een verbintenis in om voor Deensch rund vleesch het invoerrecht, bedragende per 100 Kg. bruto 20 pet. van de waarde, te verla gen tot 12 y2 pet. dier waarde. Ten einde gevolg te geven aan de bij het sluiten van bovengenomde overeenkomst gemaakte afspraak om, in afwachting van de nadere ratificatie, de overeengekomen verlaging van invoerrecht dadelijk toe te passen, is bij K. B. van 4 Augustus 1937 bovenbedoelde verlaging in werking ge steld. Het bepaalde bij bedoeld besluit be hoeft, ingevolge artikel 2, vierde lid, van de tariefmachtigingswet 1934 goedkeuring by de wet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 1