WYBSRT
De Leidsche overdekte
zweminrichting
MORGENAVOND OFFICIEELE OPENING
De koers van het nieuwe Kabinet
WUEN5UAG 3 NOVEMBER 1937
HE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Zooals wij eenige weken geleden reeds
hebben gemeld zal op 4 November de Over
dekte aan de Haarlemmerstraat officieel
worden geopend.
Morgenavond dus zal Leiden en Omge
ving voor het eerst met 'n eigen overdekte
zweminrichting kennis maken.
Er is de laatste weken al heel wat ge
schreven en meer nog gesproken over dit
novum voor de Sleutelstad, doch daarover
willen we het nu niet hebben.
Ons doel is heden alleen eenige bijzon
derheden over de inrichting mede te dee-
len en eenige indrukken weer te geven,
welke we bij een persbezoek opdeden.
Het interieur .ziet er frisch en gezellig
uit. Er zit nog wat nieuwigheid aan, voor
al ook wat de lucht betreft, doch dit zal
wel slijten en dan gelooven we te mogen
zeggen, dat de inrichting in alle opzichten
voldoet aan de gestelde verwachtingen.
Het bassin, dat een oppervlakte heeft van
12 x 25 M., wordt omgeven door twee bree-
de terrassen, aan de noordzijde waarvan
kleedkamertjes zijn aangebracht, terwijl
aan de westzijde een galerij gelegenheid
biedt voor een gezellig zitje voor toe
schouwers. Verder is er kleedgelegenheid
op de tribune, terwijl men niet in het wa
ter mag komen zonder van de douches ge
bruik te hebben gemaakt.
Achter het groote bassin ligt nog een
bassin voor de kinderen, aan welks uit
einde een aquarium komt te staan, aan den
onderkant waarvan het versch water in het
bassin vloeit.
De inhoud van het geheele bassin be
draagt 2700 M.3 Viermaal per dag zal deze
watermassa worden ververscht, zoodat men
er van verzekerd kan zijn, dat het water
steeds van uitstekend gehalte zal zijn.
Daarvoor zorgt trouwens een geperfec
tioneerde zuiveringsinstallatie. HieroVèr gaf
de heer ir. Eksteen, uit Bilthov.en, een uit
voerige uiteenzetting.
Deze wees er op, hoe de buitenstaander
steeds van meening is, dat het water in een
overdekte toch wel vies en smerig moet
zijn, wanneer zoovelen in hetzelfde water
baden.
Nu is het eigenaardige, dat wel steeds
hetzelfde water in een zwembad wordt ge
bruikt, doch dat het steeds doorstroomt,
d.w.z. aan de achterzijde wordt het water
weggezogen om na door de zuiveringsin
stallatie te zijn gereinigd weer in het bas
sin gebracht te worden.
Het water, dat zich op het oogenblik in
het bassin bevindt, is duinwater, omdat het
met het oog op de spoedige ingebruikstel
ling niet mogelijk was bronwater te ge
bruiken.
Het bronwater komt echter van 30 M.
diep. Daar is het volkomen steriel, omdat
het reeds op een diepte van 20 M. geen bac
teriën meer kan bevatten. Zooals het uit
den grond komt, bruin en slecht smakend,
is het niet te gebruiken. Daarom wordt het
opgevoerd naar den filter, waar er zuur
stof aan toegevoegd wordt, ten gevolge van
welke bewerking het ijzer en mangaan er
uit verwijderd worden. Het behoudt dan
echter nog steeds dezelfde kleur en wordt
gevoerd in een coagulatie-bak, waar er
chemicaliën, aluminium of kopersul
faat en soda aan toegevoegd worden.
Deze bestanddeelen blijven echter niet
in het water, doch vormen een aluminium-
hydroxide, wat een sponsachtige massa is.
Deze wordt gebruikt voor het ontkleuren
van het water, voornamelijk om den hu
mus er aan te onttrekken, dat op den fil
ter achter blijft. Het water is daarna vol
komen kleurloos en helder.
Het water uit het basin moet echter
ook voortdurend gereinigd worden, want
ieder mensch brengt een niet kleine hoe
veelheid bacteriën mee. Om deze uit het
water, dat regelmatig uit het diepe gedeel
te en zoo noodig ook van andere deelen van
het bassin kan worden weggezogen en naar
den filter wordt gevoerd, te verwijderen
wordt er een desinfectans aan toegevoegd,
waardoor iedere bacterie dood moet gaan
zonder dat het van den anderen kant na-
deelige gevolgen heeft voor de zwemmers
of zwemsters.
Het water staat bovendien dagelijks on
der technische controle en wordt boven
dien nog voortdurend op het laboratorium
te Bilthoven onderzocht. Het bestuur van
de Overdekte hoopt daardoor te bereiken
een volledig vertrouwen van bezoekers en
bezoeksters van de kwaliteit van het wa
ter.
Wat de temperatuur betreft deelde de
heer Eksteen ons nog mede, dat dit regel
matig op 22 gr. Celsius zal worden gehou
den.
Er zijn natuurlijk nog wel meer techni
sche bijzonderheden mede te deelen, doch
wij meenen hiermede te kunnen volstaan.
Het openingsprogramma.
De Overdekte zweminrichting zal mor
genavond te half negen op feestelijke wij
ze worden geopend met een rede van den
heer Jan de Vries, voorzitter van den Kon.
Nederlandschen Zwembond.
Na deze rede zal er voor degenen, die
zulks wenschen, gelegenheid zijn het woord
te voeren, waarna met het zwemprogram-
ma een aanvang zal worden gemaakt.
Dit bestaat uit een demonstratie van
verschillende zwemslagen. Hieraan zullen
medewerking verleen en:
Schoolslag dames: 1. Jopie Waalberg (A.
D. Z.), 2. Jeanne Groenendijk (R. D.Z.), 3.
Jeanne Been (R. D. Z.), 4. Tine Brouwer
(R. D. Z.), 5. Ita Mol (R. D. Z.).
Idem heeren: 1. J. Swart (H. Z. an P. C.),
2. J. J. van Duin (Z. I. A. N.), 3. R. den Ha
mer (H. Z. en P. C.), 4. H. Verhoef (Z. I.
A. N.)
Rugcrawl dames: 1. Nida Senff (A. D.
Z.), 2. Annie Timmermans (R. D. Z.), 3. C.
van Zuuren (R. D. Z.), 4. Ita Mol (R. D.
Z.), 5. N.N. (R. D. Z.).
Idem heeren: 1. H. Witt (Z. I. A. N.), 2.
J. v. Apeldoorn (H. Z. en P. C.), 3. T. Hout-
schilt (Z. I. A. N.), 4. H. Herklots (H. Z. en
P. C.).
Borstcrawl dames: 1. Rietje van Veen (R.
D. Z.), 2. Mevr. AarsbergenOlsum (R.
D. Z.), 3. Joke Groeneweg (R. D. Z.), 4.
Willy Soetekouw (R. D. Z.).
Idem heeren: 1. S. Paerls (H. Z. en P. C.),
2. Ph. Cras (Z. I. A. N.), 3. D. Rigterink (H.
Z. en P. C.), 4. M. Schoenmaker (Z. I.
A. N.).
Schoonspringen dames: 1: Greetje de
Hooge (R. D. Z.), 2. A. v. Geene (Z. I. A.
N.), 3. R. Drenth (Z. I. A. N.), 4. A. Four-
soff (Z I. A. N.).
Idem heeren: 1. W. Schatens (A. Z. 1870),
2. A. Denneboom (A. Z. 1870), 3. J. de
Haas (Z. I. A. N.).
Hierna volgt figuurwemmen door dames
van de R. D. Z. en ten slotte zal een polo-
wedstrijd worden gespeeld tusschen H. Z.
'en P. C. en Z. I. A. N.
De opstelling der ploegen is als volgt:
H. Z. en P. C. Ondiep
R. de Boer
R. den Hamer A. Sirks R. Herklots
H. den Hamer H. Stam L. Rempt
Scheidsrechter O Jan de Vries.
S Hegi K. v. d. Voet W. Brummelkamp
Ph. Cras C. de Haas A. Kneifer
J. J. v. Woerkom
ZIAN: Diep
Reserven van H. Z. en P. C.: L. v. d.
Waart, C. v. Hal.
Reserven van H. Z. en P. C.: K. Feis, P.
de Ronde.
Foto Slegtenhorst.
Behoud van de afzet-gebieden - Wat
voor de werkloozen kan gedaan worden -
De crisis-maatregelen voor de landbouw
Hoe het interieur van de Overdekte Zweminrichting aan de Haarlemmerstr. er uitziet
GEEN VERHOOGING
van
SALARISSEN
Met voldoening constateert de regeering
in de Memorie van Antwoord op de Alge-
meene Beschouwingen der Tweede Kamer
over de Rijksbegrooting, dat de Kamer vrij
algemeen haar inzicht deelt, dat het bij den
bestaanden internationalen toestand onver
mijdelijk is, dat de weerkracht van ons land
wordt versterkt.
Naast de behartiging van de belangen der
landsverdediging in dezen tijd, houdt de
regeering een open oog voor de nooden vein
het heden.
Zij verschilt alleen in zooverre van de
genen, die in en buiten de Kamer de moge
lijkheid trachten te bepleiten van voorzie
ningen, welke van het rijk nieuwe offers
vragen, dat zij den toestand van de over
heidsfinanciën aanvaardt en moet aanvaar
den als basis van haar verder financieel be
leid.
Voor voorzieningen, die nieuwe geldelij
ke offers vragen, biedt het budget van
1938 geen mogelijkheid. Doch met ernst en
volharding wil de regeering streven naar
verbetering, inmiddels haar oogen gericht
houdend op die belangen, welker verzor
ging voor de kracht en de welvaart van
ons volk niet achterwege mag worden ge
laten. Voor de steuntrekkende werkloozen
zijn den laatsten tijd maatregelen genomen,
welke inderdaad getuigen kunnen van het
streven der regeering om in ernstigen nood
zooveel mogelijk te voorzien. Doch met be
trekking tot verschillende andere deside
rata van cultureele en ook socialen aard
geldt, dat, hoe wenschelijk en wellicht op
zich zelf beschouwd dringend de vervulling
daarvan moge zijn, deze achterwege moet
worden gelaten, omdat zij noodzakelijk in
de toekomst moet leiden tot een veel lager
verzorgingspeil, dan thans nog gehandhaafd
wordt, daar immers de financiering op zeer
ongezonde basis zou moeten geschieden.
Gezamenlijk overleg.
Niet onweersproken mag blijven,
zegt de minister-president in het ant
woord op de algemeene beschouwingen
der Tweede Kamer over de Rijksbe
grooting, de meening, dat een deel der
leden uit den Raad van Ministers ge
zegevierd zou hebben over een ander
deel.
Dat de regeering daarbij den werkelijken
toestand tot uitgangspunt neemt, en zich
niet laat verleiden de huid van een nog
niet geschoten beer te verkoopen, rekent zij
zichzelf tot verdienste aan.
Daar aan een werkelijk in evenwicht
zijnd budget nog ettelijke tie.-tallen mil-
lioenen ontbreken, zou verhooging van den
steun der werkloozen, uitvoering van open
bare werken, kunstmatige verhooging der
binnenlandsche koopkracht, op de wijze
zooals verscheidene leden aanbevelen, ons
land binnen korten tijd in een toestand
brengen als elders tot zoo ernstige teleur
stellingen heeft geleid.
Wat gedaan kan worden zonder ont
wrichting van den financieelen toestand,
die op haar beurt het geheele volksleven
tot ondergang brengt, zal worden gedaan.
Maar daar ligt de onverbiddelijke grens.
Terecht is opgemerkt, dat de regeering
inzake de samenwerking in het bedrijfsle
ven, vaak als ordening aangeduid, hare taak
vooral ziet als bevordering van wat in de
vrije maatschappij zijn grondslag vindt.
Waar gewaagd wordt van een strijd van
alle democratische elementen in en buiten
het parlement voor de inwilliging der even
te voren opgesomde eischen en voor het
herstel van de uitbreiding van de reeds
aangetaste democratische staatkundige en
andere rechten, is van de zijde der regee
ring wellicht een woord van waarschuwing
niet misplaatst, dat zulk een strijd behoort
te blijven binnen de grenzen van het in een
ordelijken staat geoorloofde. Anders zou
ook de regeering wel eens tot straffer op
treden genoopt kunnen worden.
De regeering is niet voornemens „voort
te hollen op den verderfelijken weg der
protectie". Zij wil slechts haar tuighuis
voorzien van de nöodige wapenen om zich
nog beter te kunnen verweren, dan tot nu
toe het geval was.
Hoogste wijsheid.
Het is niet de hoogste wijsheid der re
geering, om op onvruchtbare wijze export
markten na te jagen, maar wel acht zij het
daad van hooge wijsheid onzen export te
behouden en zoo mogelijk uit te breiden.
Zij ziet hierin een der hoofdvoorwaarden
voor het behoud onzer volkswelvaart en
tevens een voortreffelijk middel tot vrucht
bare bestrijding der werkloosheid.
Het ligt niet in de bedoeling opnieuw
een onderzoek in te stellen naar de sociale
toestanden in den landbouw. Zulks is niet
meer noodig.
Met de wettelijke regeling tot het reke
ning houden met de gezinslasten bij het ar-
I beidsinkomen is meer bepaaldelijk bedoeld
een wet inzake het doen geven van kinder-
1 bijslagen aan personen, die in loondienst
j ewrkzaam zijn.
j Aan den uitbouw van het collectieve
recht zal de noodige aandacht besteed wor-
I den.
Het vraagstuk van te hooge huren, hypo
theken e.d. heeft de aandacht der regee
ring. Zij voegt hieraan echter aanstonds
toe, dat wel gebleken is, dat het zeer moei
lijk is ten deze maatregelen te treffen, die
niet de tegengestelde uitwerking hebben.
De regeering stelt zich voor op den
weg, welke bij een voortduren van de
stijging van het algemeene prijspeil
van landbouwproducten tot een liqui
datie der financieele landbouwsteun
maatregelen zal voeren, voort te gaan.
Over het tempo, waarin tot opheffing
dier maatregelen kan worden overge
gaan, kan de regeering zich niet uit
spreken, aangezien zulks geheel af
hangt van het verloop van het alge
meene prijspeil der voornaamste land
bouwproducten. Zoolang het prijspeil
van eenig landbouwproduct het vor
dert, zullen de reeds getroffen maatre
gelen tot vergrooting van de opbrengst
van dat landbouwproduct niet worden
losgelaten.
De regeering stelt zich voor in het bij
zonder werkzaam te zijn op het gebied van
de verbetering van de hoedanigheid der
land- en tuinbouwproducten, niet alleen
voor zoover zulks voor den uitvoer van be
lang is, doch ook ten einde den afzet dezer
producten in het binnenland zooveel mo
gelijk te stimuleeren. Eventueel zal de Re
geering gaarne maatregelen ter bevordering
van werkverruiming in den landbouw in
overweging nemen.
Financieele toestand der Rijks.
Bij de overweging van de wenschelijk-
heid van invoering eener weerbelasting,
waartoe deze leden vervolgens overgaan,
merken zij op, dat zij meer nut verwach
ten van de invoering van een belasting op
de winsten der naamlooze vennootschappen
ter vervanging van de dividend- en tan
tième-belasting.
Van de regeering zijn op economische
gronden geen voorstellen van deze strek
king te verwachten.
De slotsom, tot welke verscheidene an
dere leden waren gekomen, n.l. dat de ra
ming van de belastingmiddelen toch wel
aan den zeer lagen kant is gehouden, is
niet juist.
Wat de meening betreft, dat de belas
ting-opbrengsten over 1938 hooger zullen
zijn dan over 193.7., merkte de regeering
op, dat ware deze veronderstelling juist,
in de opbrengst dier middelen nog steeds
een stijgende tendens tot uitdrukking zou
moeten zijn gekomen, wat echter geens
zins het geval is.
Mocht echter de verbetering zich voort
zetten, dan ontstaat de gelegenheid in de
eerste plaats de verdere zoo broodnoodige
saneering van het budget te verkrijgen.
Men vergete niet, dat de budgetsaneering
feitelijk in hoofdzaak van de voortgaande
conjunctuur verbetering afhangt. In dit ver
band worde nog opgemerkt, dat de be
grooting, buiten het zichtbaar tekort, nog
een zeer groot tekort in zich verbergt als
gevolg van de in die begrooting aanwezige
zwakke plekken, welke omstandigheid in
de beschouwingen der aan het woord zijn
de leden wordt verwaarloosd.
De regeering is bereid te overwegen,
of er mogelijkheid bestaat om de re
geling betreffende den steun aan de
noodlijdende gemeenten voor 1937 in
overeenstemming te brengen met die,
welke voor 1938 zal gelden.
De tarieven van de belastingen die naar
een progressieve schaal worden geheven
zijn in den loop der jaren reeds zoodanig
opgevoerd, dat aan een versterking van de
progressie, laat staan een „aanzienlijke"
versterking, niet kan worden geadcht.
Ten aanzien van den door een lid ge-
uiten wensch omtrent zoo spoedig moge
lijke afschaffing van de omzetbelasting,
deelt de regeering mede, dat vervulling
van dien wensch naar haar c ordeel bij derf
huidigen stand van zaken tot de onmoge
lijkheden behoort.
De regeering meent na het voorgaande
zich ontslagen te mogen rekenen van een
motiveering van haar standpunt, dat het
middelen-accres geen verhooging van de
uitgaven voor salarissen en loonen gedoogt.
Vervroegd pensioen.
De vraag van enkele leden, of de ver
vroegde pensionneering, welke thans voor
onderwijzers geldt, niet voor de andere
ambtenaren zou kunnen worden ingevoerd,
geeft der regeering voorloopig aanleiding
tot de volgende opmerkingen.
Ofschoon ook voor de andere ambtenaren
een ietwat ruimere doorstrooming niet on-
gewenscht zou zijn, is deze niet zóó urgent
te achten als voor de onderwijzers.
Maar bovendien zou deze maatregel, toe
gepast op de „andere ambtenaren", groote
geldelijke offers eischen, welke niet, al
thans niet in de mate als voor de onderwij
zers, zouden kunnen worden gedekt.
Met de berekening van het bedrag, dat
met toepassing van den hierbedoelden
maatregel ook op de andere ambtenaren
zou zijn gemoeid, is een aanvang gemaakt.
Zoolang nog niet met juistheid dat bedrag
kan worden genoemd, kan nog geen defi
nitief oordeel te dezer zake worden uitge
sproken.
Thans ook
met menthol-smaak!
De Zondagsrust.
In de beschouwingen door haar gewJJd
aan het vraagstuk van de Zondagsrust ziet
de regeering ten deze als richtsnoer van
haar beleid in het algemeen: „onthouding
door de overheid van aanmoediging van al
les wat tot ontheiliging van den wekelijk-
schen rustdag aanleiding geeft".
De regeering stelt zich op het standpunt,
dat wetten, die gelden, gehandhaafd moe
ten worden, zij mogen geen dood recht zijn.
Zoo ook de Zondagswet. Naar haar mee
ning is de bestaande Zondagswet wel de
gelijk een krachtig instrument ter berei
king van het beoogde doel, ook in het he
den.
Omtrent de beperking van den arbeid
der gehuwde vrouw zal een voorontwerp
van wet weldra aan den hoogen raad van
arbeid kunnen worden toegezonden.
De voorgenomen nadere regeling van het
vereenigingsrecht is aanstonds in de troon
rede in tweeërlei opzichten begrensd: doel
is een meer werkdadig repressief toezicht
te verkrijgen. Aan de reeds in de wet neer
gelegde normen van openbare orde en goe
de zeden zal worden vastgehouden. De in-
dividueele gewetensvrijheid is en blijft ge
waarborgd.
Voorbereid wordt de samen
stelling van een commissie
dieop zeer korten termijn de re
geering zal kunnen advise e-
ren omtrent de problemen, die
r ij zen met betrekkingtotde
schrijfwijze der taal. De bedoeling
is, dat in deze commissie verschillende krin
gen van ons maatschappelijk leven zullen
samenwerken.
De regeering beijvert zich
voorts nogomzooveelmoge-
lijk in harmonie tehandelenmet
de Belgische regeering.
Aan den aandrang der leden, die ophef
fing verlangen van alle maatregelen van
regeeringswege tegen naar de regeering
aanneemt - Nederlanders, die zich geroe
pen achten aan den strijd op het Iberische
schiereiland deel te nemen, kan reeds daar
om niet worden voldaan, omdat op hen
slechts het voor alle Nederlanders gelden
de gemeene recht van toepassing is. Ook
degenen, die de leden hier aan het woord
aanduiden als anti-fascisten, verkeeren in
dit opzicht geenszins in een uitzonderings
positie.
Het ambtenarenverbod.
Nauwgezette overweging van een moge
lijke opheffing van de z.g. defensieverboden
betreffende S.D.A.P. en N.V.V., in het licht
der tegenwoordige omstandigheden en ver
houdingen, heeft doen zien, dat dit vraag
stuk niet op zichzelf kan worden be
schouwd. De voorschriften nopens het ver
bod voor ambtenaren in het algemeen om
deel te nemen aan de werkzaamheid van
bepaalde vereenigingen of groepen, zijn
mede in de nadere overweging moeten wor
den betrokken. Onvoorwaardelijk moet
worden vastgehouden aan den eisch, dat
het overheidspersoneel, zonder eenig voor
behoud onder alle omstandigheden zjjn
taak getrouwelijk zal vervullen. In dit op
zicht moet de sterkst mogelijke waarborg
worden gevorderd. Gewijzigde voorzienin
gen, waarin vorenbedoelde waarborg is ver
ankerd, zijn in een ver gevorderd stadium
van voorbereiding. Het mag als bekend
worden verondersteld, dat in die voorbe
reiding ook het georganiseerd overleg in
ambtenaarszaken moet worden betrokken.
De regeering moet de critiek, welke ook
thans weder door een aantal leden wordt
uitgeoefend op de wijze, waarop artikel
126 der ambtenarenwet wordt toegepast,
afwijzen. Zij kan niet toegeven, dat bij die
toepassing verder is gegaan dan de strek
king van de wetsbepaling toeliet.
Een verder gaande bemoeiing dan in nor
male tijden met de rechtspositieregelingen
der lagere organen, acht de regeering
voorshands nog noodig.
Zij teekent hierbij aan, dat van de zijde
der personeels-organisaties niet zelden om
toepassing van artikel 126 der ambtenaren
wet wordt verzocht.
G.A.O. en rijkswerken.
De meening van verscheidene leden, dat
het gewenscht is de in het vrije bedrijf be
staande collectieve arbeidsovereenkomsten
van toepassing te verklaren op de rijkswer
ken, welke onder het beheer van een of
meer departementen worden uitgevoerd,
kan de regeering niet deelen, althans niet
indien met dezen geuiten wensch bedoeld
wordt de verkrijging van een integrale toe-
passelijk-verklaring der bedoelde overeen
komsten. In dit verband wijst de regeering
voorts op de inwerkingtreding van de wet
op het algemeen verbindend en het on
verbindend verklaren van bepalingen van
collectieve arbeidsovereenkomsten, waar
mede de weg naar algemeen geldende re
gelingen, voor zoover niet strijdig met het
algemeen belang, geopend is.