De avontuurlijke
opdracht
De jaarlijksche «karapan», de stierenrennen te Bangkalan op Madoera vormen een merkwaardig schouwspel. Van 2. K. H. Prins Bemhard bracht Maandag een bezoek aan de werf van de Ned. Scheepsbouw Mij.
heinde en ver komen de toeschouwers om deze kampen met de daaraan verbonden feestelijkheden gade te slaan ,e Amsterdam voor het bezichtigen van den aldaar in aanbouw zijnden flottieljeleider .Tromp.
r^n IupikpHA nnnam*»
De groote militaire demonstratie te Rome ter herdenking van den Fascistischen
opmarsch werd voor het nationale gedenkteeken gehouden en bijgewoond door
Mussolini en den Duitschen vertegenwoordiger Rudolf Hess
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
20)
Hij schreef haar bleekheid toe aan angst.
Ze had hem naar deze verlaten plaats ge
bracht en ze was bang. Dat verried ook
de blik in haar oogen. Hoeveel zou zij we
ten, vroeg hij zich af. Toen schoot het hem
door het hoofd, dat als hij niet Lindsay
Trevor geweest was, maar een handlanger
van Drayton, gezonden om te ontdekken,
wat ze wist, ze met recht aanleiding had
om angstig te zijn.
Wees niet bang voor me daar is
heusch geen reden voor, zei hij met zijn
gewone stem.
Dat ben ik niet, antwoordde ze. Ze hief
haar kin omhoog. Haar oogen ontmoetten
de zijnen, ze sloeg hem aandachtig en on
derzoekend gade. De gejaagde uitdrukking
week uit haar blik en een glimlach lichtte
o\er haar gezichtje Dat was een leugen,
hernam ze. Ik was doodsbang.
Ja, dat zag ik wel. Vertelt u mij maar
waarom.
Ze lachte. Het was een frisch, aantrekke
lijk geluid.
Het was een waagstuk. Als u een van
hen was geweest zou ik ze een eerste klas
gelegenheid gegeven hebben om mij on
schadelijk te maken. Ze wachtte even.
Ziet u, de kamers boven den winkel zijn
onbewoond die menschen zijn verleden
week vertrokken.
Zij moest een intuïtief vertrouwen in hem
stellen zooals hij het in haar had gedaan,
Onder het spreken was ze naar voren ge
komen. Ze schoof een stoel bij en ging zit
ten ze steunde met een elleboog op de
tafel.
Neemt u ook plaats, verzocht ze.
Ik vind het afschuwelijk, als menschen zoo
hoog boven me uitsteken.
Lindsay ging ook zitten.
Hebt u er eenig idee van hoe gevaar
lijk het zou zijn geweest mij hierheen te
brengen als ik een van hen was geweest?
Ze steunde de kin op de hand.
Jawel, zei ze eenvoudig.
Lindsay keek haar glimlachend aan.
Nu bent u toch niet angstig meer?
Ze schudde het hoofd.
Waarom niet?
Daarom niet. Ik was overtuigd, dat ik
er achter zou komen wat voor soort man
u was als ik u maar eens goed kon aankij
ken. Dus waagde ik het er op. Ik had al
leen uw haar gezien. Is het werkelijk rood?
Neen het is uit een flesch kleur
echt. Ik dacht eerst, dat het aan mijn hand
doek zou afgeven, maar dat deed het ge
lukkig niet. Zeg nu eens eerlijk, lijken
Froth en ik op elkaar?
O, gelijkenis is er zeker.
Zou dat verschil u direct opgevallen
zijn, wanneer u mij, als Froth vermomd,
bij daglicht had gezien?
O ja
J Hoezoo?
U bent heel anders. Als iemand mijn
kleeren aandeed, zou ik het toch ook niet
zijn.
Lindsay liet zijn mond scheef zakken en
sprak met een hoogere stem.
Zoo beter?
Ze keek verschrikt naar hem.
Ja ja zeker. O, ja zeker U
hebt dat geweldig goed gedaan. Moet u dat
steeds zoo volhouden? Wilt u mij nu niet
ook vertellen wie u bent? Want als u mij
niet in vertrouwen neemt, komen we niet
veel verder.
Lindsay dacht na. Hij glimlachte zijn
eigen glimlach, die heel aantrekkelijk was.
Ik zou u graag een paar vragen wil
len doen. U hoeft niet te antwoorden als u
dat niet wilt. Om te beginnen, wil ik weten
hoe Froth het in zijn hoofd kreeg om u iets
te vertellen. Ik heb nooit wat je noemt,
een hoogen dunk van hem gehad, maar dit
is toch wel het toppunt.
Waarom zou hij niet? meende Elsie
Manning, hem onschuldig aanstarend
Ten eerste, omdat het voor u levens
gevaarlijk is, in de tweede plaats omdat
het voor hem heel gevaarlijk is.
Niet als ik mijn mond houd
Ik veronderstel, vervolgde Lindsay,
dat zijn zenuwen zoo uit hun evenwicht
-waren, dat hij er eenvoudig met iemand
over moest spreken en u was toevallig die
iemand.
Hij speculeerde er op, dat hij haar, door
haar boos te maken, misschien aan het pra
ten kon krijgen.
Er was weer kleur op haar wangen ge
komen een zachte blos. Ze antwoordde
bedaard:
U begint aan het verkeerde eind. Het
was niet Trevor, die het eerst iets vertelde
maar ik.
U!
Ze knikte.
Ja, ik.
Wat hebt u hem verteld?
Wat ik hem verteld heb? Dat is het
hem nu juist! We blijven er omheen draai
en, tot een van ons beiden zijn kaarten op
tafel legt.
Dames gaan voor! animeerde Lindsay.
oed. Ik zal u iets vertellen.
Graag.
Tot zijn verwondering werd haar blos
dieper.
Ik zal u iets vertellen, wat ik Trevor
ook verteld heb, maar u moet mij er geen
vragen over doen.
Dat kan ik u niet beloven.
Ik vraag u niets te beloven. Dit ver
telde ik Trevor ik schreef het hem. Dat
is ongeveer drie weken geleedn.
Nu? drong Lindsay..
U hecht er misschien niet veel waar
de aan, maar u zult het in elk geval hoo-
ren, het is dit. Ik stak den weg over in
neen, ik zeg u niet waar het was voor-
loopig tenminste niet.
Dus u stak den weg over.
Ze knikte.
Ja. En ik zag een man, dien ik niet
wenschte te zien. Acht jaar lang heb ik
gehoopt hem nooit van mijn leven weer te
zien en daar stond hij aan den overkant
van de straat onder een lantaarn. Het was
's avonds en donker gelukkig. Ik kon hem
zien, maar hü mij niet. Ik schrok me een
ongeluk, ik trilde gewoonweg op mijn bee-
nen. Zooals ik zei, hij zag mij niet
ten minste, ik geloof van niet. Hij liep door
en toen hü den hoek om was, kreeg ik het
idee om te kijken, waar hü was heenge,-
gaan. Hü sloeg juist een zijstraat in, ik
wachtte en liep hem weer na.
Waarom? vroeg Lindsay.
U zou geen vragen stellen. Ik volgde
hem. De straat kwam op een plein uit. Hij
liep de stoep van een huis op, haalde een
sleutel uit zijn zak en ging naar binnen. Ik
onthield het huisnummer en den naam
van het plein; ging terug en toen ik thuis
kwam schreef ik het aan Trevor.
Ze zweeg abrupt, nam haar elleboof van
de tafel en leunde met iets triomfantelijks
op haar stoel terug. Een kort oogenblik was
er een gelijkenis, een zwakke, voorbijgaan
de gelijkenis met iemand. Het flitste heel
even door Lindsay's bewustzijn en was weer
weg. Wat hij had gezien of had gemeend te
zien kon hü niet zeggen, maar er was iets
geweest. Het was nu verdwenen.
Hü kwam terug op wat ze het laatst ge
daan had.
U schreef dat aan Trevor?
Ja.
En wat zei Trevor?
Hij waarschuwde me uit de buurt t«
blijven.
Meer niet?
Hü schreef, dat hü me moest spre
ken en gaf de plaats op, waar we elkaai
zouden ontmoeten.
En u ging?
Ja
(Wordt vervolgd).
Spaansche officieren, die de Italiaansche militaire demonstratie voor het nationale gedenkteeken te Rome bijwoonden, worden door
Mussolini toegesproken
Een boom, vol bezet met zgn. «honing-
zwammen» had de aandacht tijdens
de excursie, welke de Nederlandsche
Mycologische Vereeniging in de om
geving van Bergen (N -H hield
Een honderdjarige inwoonster van Iseghem genoot de eer door Koning Leopold van België
te worden toegesproken tijdens het bezoek, dat de Koning aan Thielt, Roulers en Iseghem
bracht