TEWATERLATING TE HARDINXVELD. De avontuurlijke opdracht Covine P. Nair. de eerste Indiër, die een trans atlantisehe vlucht via de Zuidelijke route heen van Engeland naar Amerika en via de Noordelijke terug wilde ondernemen, is neergestort en heett zijn poging met den dood moeten bekoopen De kabinetscrisis in België De formateur De Man doet, nadat hij van den Koning, opdracht tot de vorming der nieuwe regeering heeft ontvangen, daarvan aan de journalisten mededeeling Prinses Alexandra, het dochtertje van den Hertog en de Hertogin van Kent, gemet van het zomer sche weer der laatste Oetober-dagen 3)e CöidAefic (Bou/torit Van de scheepsbouw werf «De Merwede» te Hardinxveld werd Vrijdag het m.s, «Hygiea II», bestemd voor de Gemeentereiniging te Den Helder, tewatergelaten. Het schip kiest zijn element Een redding in volle zee De Engelsche kruiser «Southampton» redde Spaan* sche regeeringssoldaten, die met een scheeDie uit Giion waren oevlucht Norman Davis, de Amerikaansche ge delegeerde ter conferentie der negen mogendheden, bij aankomst te Brussel FEUILLETON Naar het EngeLsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). 19) Ze liet haar arm zakken, maar bleef dicht bij hem. Het gesprek werd nog steeds op fluistertoon gevoerd. Zeg me, wie u bent. Dat kan ik evenmin. Dit Hij aar zelde en vervolgde toen: Dit is 'n hoogst- ernstige geschiedenis. Ik kan er niet met u over spreken, zoolang ik er geen idee van heb hoeveel u al weet. Ik begrijr Hoe wist u, dat hy me zou ontmoeten Ik heb zyn werk overgenomen. Ik ik vond zijn briefje. U moet me heusch vertellen, wie u bent. Lindsay was juist zelf tot die conclusie gekomen. Ik heb zyn werk overgenomen. Waarom? Omdat zyn zenuwen van streek zyn. Ze hebben hem het land uitgestuurd. Het is een werkje, waar je al je geestkracht voor noodig hebt. Inderdaad! Inderdaad? Wat weet u er dan van? Ik weet, dat het iets heel ernstigs is. Hoe weet u dat? Trevor heeft het me zelf verteld. Wilt u me zeggen, wat hij u precies verteld heeft? Neen, dat kan ik niet. Hij drukte u op het hart er met nie mand over te spreken Ja! Ik heb u vertrouwd, maar u vertrouwt mij niet. Waarom vertrouwde u mij eigenlijk? Ik weet het niet, lachte Lindsay. Misschien omdat u zoo'n kleinen, zachten neus hebt! Hij was zich volkomen bewust dat zyn vertrouwen, waarmee hij zijn leven in haar handen gaf, intuitie berustte op den indruk, die haar zachtheid, haar jeugd en haar prettige stem op hem hadden gemaakt Toen veranderde hij opeens van toon. Zijn hand rustte op haar schouder. Die was fijn en tenger onder een ruigen mantel. - Miss Manning, vervolgde hy Hoe dan ook ik vertrouw u. Froth is veilig en in het buitenland. Ik neem zijn plaats in en moet zijn taak ten einde brengen. Waarom noemt u hem Froth? Hij lachte. We zijn samen op school geweest iedereen noemde hem Froth. Maar dat doet nu niets ter zake. Ik wil weten, wat hij u verteld heeft. Vertrouw u mij niet vol doende, om dit mede te deelen? Ik heb u toch ook mijn vertrouwen gegeven. Boven dien, wat Froth u vertelde, is gevaarlijk. Ik geloof, dat u veiliger bent, wanneer ik weet wat dat is. Hij bleef op haar antwoord wachten. Ineens schoof ze haar hand onder zyn arm. Daar komt iemand, waarschuwde ze hem. Lindsay had niets gehoord, maar terwijl ze sprak, zag hij een bewegend lichtpuntje en ving een geluid op van een stok, die op het trottoir tikte. Er kwam iemand hun kant uit, die zijn weg zocht behulp van een electrische zaklantaarn. Het meisje trok Lindsay van het trottoir en stak schuin den weg met hem over. Ze stonden aan den overkant en zagen het zwakke schijnsel van de electrische lantaarn voorbijgaan Ze zagen den mist nu, een gele rivier, waarin ze verdronken sche- nenn. Toen er geen licht en geen geluid meer was, vroeg Elsie Manning: Zal ik veilig zijn, als ik het u zeg? Dat kan ik u niet beloven. Maar u hebt mij nog steeds niet ver teld wie u bent. Ik heb u alles verteld behalve mijn naam. En u hebt mij niets verteld, uw naam zelfs niet, want die wist ik al Wat wilt u weten? klonk het. Wie u bent. Elsie Manning. Dat zegt me niets. Vraag dan. Hebt u familie? Haar hand maakte een onwillekeurige beweging. Neen. Wat doet u? Ik moet mijn eigen brood verdienen. Mag ik weten, hoe? Ze lachte zacht. Ik werk in een winkel een hoeden winkel. Ik pas hoeden en dikke, oude da mes koopen ze. Daarom kon ik niet eerder komen dan kwart over zes. Luister eens, zei Lindsay. We schie ten zoo niet op. Ik moet u nu iets vragen en ik hoop dat u er niet boos om zult wor den. Vraag maar. Bent u met Froth verloofd of zoo? Het is van het grootste belang, dat ik dat weet, ziet u. Elsie Manning maakte een geluid als een ongeduldige zucht. Ik weet niet, wat ik doen moet. Zeg me wat u weet, wilt u dat? Neen. Hoe kan ik dat? Ik ken u niet ik heb u zelfs niet gezien u bent al leen maar een zwarte schaduw in den mist. Zoudt u zoudt u iemand aanraden onder dergelijke omstandigheden belangrijke din gen u zegt het zelf te vertellen? Als ik u kon zien u kende maar in dien dikken mist kunt u, de hemel mag weten wie, wel zijn Wat wilt u dan? De winkel is hier dichtbij. Toen, na een oogenblik: Er is niemand ik heb een sleutel Lindsay bewonderde haar moed. Ze ken de hem niet, vertrouwde hem niet hoe zou ze ook? maai ze riskeerde het hem mee te nemen naar een donkeren, verlaten winkel, die door een nevelgordyn aan de buitenwereld onttrokken was. Bent u niet bang? vroeg hy en deed zijn best het op een luchtigen toon te zeg gen. Ik moet u zien, was het besliste be scheid. Toen legde ze een hand op zyn arm. Hy keerde zich by haar aanraking om en sa men gingen ze den weg terug, dien ze ge komen waren. HOOFDSTUK XIII. De winkel had een venster zonder blin den. De deur gaf toegang tot een kleine ruimte. Een straatlantaarn vlakbij deed een flauwe, grijze schemering naar binnen val len, waarin de zwarte vormen van een paar hoeden op houten standaards vaag opdoem den. Verder was er niets te onderscheiden toen Lindsay de deur achter zich sloot. Elsie's hand vatte zijn arm en leidde hem den winkel door, naar een deur achterin. Ze stapte den drempel over sloot de deur en knipte het licht aan. Het was een klein kamertje met een paar stoelen er in, een naaimachine, een stapel hoedenvormen, een partij cartonnen doozen en rollen zijde en fluweel. Lindsay nam zijn hoed af en stond onder het licht staarde en werd aangestaard. Hij analyseerde zyn gevoelens als een men geling van geamuseerd-zijn, belangstelling en zelfverwijt. Het zelfverwijt nam toe, toen hy zag hoe jong ze was Haar hand viel omlaag van de schake laar. Ze stond tegen den muur en keek nog steeds naar hem. Ze had heldere, bruine oogen haar haren waren geheel verbor gen onder een nauw hoedje met een zwarte veer opzij. Haar donkere mantel leek te dun voor het kille weer Haar lippen waren rood geverfd maar op het zachte, fyngevormde gezichtje was nauwelijks kleur. Hij trachtte te gissen hoe oud ze zou zyn. (Wordt vervolgd*-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9