STADS NIEUWS Letteren en Kunst KERKNIEUWS Academienieuws AGENDA DONDERDAG 23 OCTOBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. I HOE WORDT HET WEER? KOELER. De Bilt seint: Verwachting: Zwakke tot zatige Zuide lijke tot Zuid-Westelijke wind, licht tot half bewolkt, later waarschijnlijk toene mende bewolking, aanvankelijk weinig of geen regen, later toenemende regenkans, aanvankelijk weinig verandering in tem peratuur, later koeler. Hoogste barometerst.: 767.4 te Helsingfors Laagste barometerst.: 744.3 te Janmayen. Het gebied van hoogeluchtdruk in het Oosten beheerscht met de depressies in het Westen en Noorden den weerstoestand in ons geheele werelddeel. Terwijl de hoofddepressie in het Westen naar het Poolgebied verdwijnt, trekken secundaire minima van den rand van het Passaatge- bied op den Oceaan afkomstig, over Frank rijk en het aKnaal en geven aldaar aan leiding tot zware regens. (Midden-Frank rijk en het Kanaal en geven aldaar aan- nieuw minimum ligt ten Westen van Ier land. De windwaarnemingen in de boven lucht geven alle nog groote windsnelhe den van 80' tot 100 km. per uur op hoog ten boven 3000 meter. De vliegtuigwaar nemingen toonen de zeer hooge temperatu ren der luchtmassa's aan die van Zuid Zuid-West naar Noord Noord-Oost stroo- men en hun zeer groote droogte. In Oost- Frankrijk zijn de grondtemperaturen nog meer dan zeven graden boven normaal, te Haparanda is het nog 12 graad te warm. Op IJsland nam daarentegen de vorst toe en langs de Noorsche kust werd het eveneens kouder. Het is te voorzien, dat in onze omgeving de temperatunr langza merhand weer tot de normale waar den zal dalen en dat bij de wisse lingen van weinig bewolking en zwaar bewolkt tot betrokken weer de kans op tijdelijke regen even eens grooter wordt. LUCHTTEMPERATUUR. 15.4 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.: Van Donderdagnamiddag 5.10 uur tot Vrijdagmorgen 6.10 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Vrijdag 29 Oct. voorm. 11.23 en nam. 11.49 uur. LEZING OVER VONDEL TE PARIJS VAN PROF. B. H. MOLKENBOER. Prof. B. H. Molkenboer heeft te Parijs voor de Nederlandsche kolonie een lezing gehouden over de relaties, die er bestonden tusschen Nederland en Frankrijk. Volgens het verslag van de „Maasb." zeide de spreker o.a.: Terwijl Busken Huet gezegd- heeft, dat voor Vondel kans op groote populariteit is uitgesloten, toont ons volk thans bij Prof. Huizinga te staan die in „De Gids" zoo te recht schreef, dat wanneer wij onzen Vondel zouden vergeten het ook gedaan zou zijn met onze Nederlandsche beschaving. Frankrijk boeide Vondel om tal van rede nen en juist op Franschen bodem is het goed daarop de aandacht te vestigen, ook al heeft Frankrijk zelf aan Vondel nimmer bijzondere aandacht geschonken. Vondels belangstelling werd al heel vroeg op Frankrijk gericht, zoo zeer dat hij zelfs een Fransch gedicht maakte. Een zeer groot zelfs, resultaat van een niet minder respectabele krachtsinpsanning, nu prof. Salverda de Grave er van gezegd heeft dat er uit een oogpunt van verskunst nog al wat op aan te merken is. Trouwens, in het dispuut dat daarover ontstaan is, heeft Lodewijk van Deyssel, die ook wel wat van de Fransche verskunst wist, gezegd, dat Salverda de Grave's kritiek „schoolmees- terij" was, en dat hij. de litterator, het heel mooi vond. Joost van den Vondel had zijn Fransch van den beroemden rekenmeester Bartjens, den cijfermeester uit de Pijlsteeg, bij wien hij door zijn vader te leer was gedaan om de hoofdvakken voor den aanstaanden koopman te leeren, in dien tijd: schoon schrijven, rekenen, boekhouden en Fransch. Zijn leven lang is hij Fransch blijven lezen en hij kende de Fransche schrijvers, stond ook in een briefwisseling, die hem van Frankrijk en zijn cultuur op de hoogte hield, o.a. met Hugo de Groot, die na zijn uitwijzing te Parijs gezant was van Chris tina van Zweden. En hoewel Vondel, die oorspronkelijk doopsgezind was, zich niet met politiek mocht bemoeien, volgde hij de Fransche politieke gebeurtenissen nauw keurig. De moord op Hendrik IV door Ravignac in 1610 kon zulk een ontzaglijken indruk op hem maken, omdat hij voor dien koning zelf zulk een bewondering had opgevat. Bij diens dood schreef hij het vermaarde treur dicht. Juist dat vroege Fransche dichtwerk geeft den sleutel op de Fransche invloeden die Vondel heeft ondergaan. In het kader van de voordracht kon de schets van Vondel's kunst en levensgang maar zeer kort zijn. Na zijn hoorders de ^chte Vondel-schoonheid te hebben doen gevoelen in misschien meest bekende Von del-dicht: „Konstantijntje", reciteerde de spreker een vertaling van dat gedicht door een Franschman gemaakt, welke vertaling ontzaglijk ver van Vondel's heerlijke ge dachte, door z'n diep geloof ingegeven, ver wijderd bleef. Vondel's bewondering voor Lodewijk XII, de aanwezigheid van Maria de Medicis in ons land, Henriëtte van Frankrijk, konin gin van Engelandtelkens opnieuw kan Vondel doen blijken van zijn geestdriftige gevoelens voor FrankrijK en zijn genegen heid kent slechts een enkele verdonkering als de zonnekoning, dien hij zoo geestdrif tig heeft bezongen, zijn legers naar ons land stuurt, en het voor hem ook de „Fransche middernacht" is. Promotie aan het Antonianum te Rome. Aan de Franciscaansche universiteit te Rome promoveerde „magna cum laude" de zeereerw. Pater Clementius Schoonbrood O.F.M., geboren te Maastricht, op proef schrift: „De Substantia et Accidente". De gepromoveerde is benoemd tot lector aan het Philosophicum te Venray. LEIDEN. Geslaagd: Doctoraal examen Indisch Recht: de heer A. Laurens, Den Haag. Doctoraal examen Rechten: Mej. M. J. Ladage, Deventer, en de heer W. R. Engel- berts, Den Haag. OPENING STRAFRECHTERLIJK SEMINARIUM. Openingsrede van prof. v. Bemmelen. Het- curatorium der Moddermanstich ting, bestaande uit den stichter mr. H. A. E. Modderman, mr. dr. J. Wijnveld en prof. mr. J. M. van Bemmelen, heeft he denmiddag om 4 uur een strafrechtelijk seminarium geopend, waarvoor het van het Oostersch Instituut een drietal locali- teiten gehuurd heeft in het huis van wij len prof. Snouck Hurgronje. Het ligt in de bedoeling, dat de studen ten in de rechten hier een leeszaal zullen vinden, waar zij een boekerij op het ge bied van strafrecht en criminologie onder hun bereik zullen hebben en waar zij rus tig kunnen werken in deze vakken. Bij de opening hedenmiddag sprak prof. mr. J. M. v. Bemmelen een rede uit, waarin hij de aanwezigen welkom heette en tot stand koming van dit Seminarium toelichtte. De Modderman-stichting is in het leven geroepen ter nagedachtenis van wijlen prof. A. E. J. Modderman, den minister en hoogleeraar in het straf recht, aan wien spr. eenige woorden wijdde. Voor Nederland is hij natuurlijk vooral de minister geweest, de man die ons straf wetboek veilig in de haven van het Staatsblad bracht, maar heiaas zelf niet mocht beleven,, dat het werd ingevoerd. Heden herdenken wij echter niet in de eerste plaats den staatsman, maar den man van wetenschap. Ik geloof niet te veel te zeggen, wanneer ik beweer, dat mijn eerste voorganger Modderman was de eerste hoogleeraar aan deze uni versiteit die uitsluitend strafrecht doceer de zich verheugd zou hebben wanneer hij de opening van dit seminarium had kunnen meemaken. Immers de stichting heeft ten doel de bevordering 'van de studie van het straf recht en zijn hulpwetenschappen en ook dit seminarium heeft in de eerste plaats op het oog het verband tusschen het strafrecht en de daarmede samenhangende wetenschappen: psychologie, criminalis tiek, psychiatrie, economie, sociologie, hechter te maken. Niemand heeft wel licht beter beseft in zijn tijd dan Mod derman hoe belangrijk deze samenhang zou worden. Voor den criminalist geldt wel zeer sterk, dat bij hem de draden van ver schillende wetenschappen bij elkander ko men. De misdaad is een van die levens- verschijnselen, die in alle deelen van de maatschappij en bij de beoefenaren van zeer verschillende wetenschappen beland- stelling wekken. De psycholoog, de genea loog, de psychiater, de beoefenaar der er felijkheidsleer, de paedagoog, de endocri- noloog, de handschriftdeskundige, zij al len zijn geinteresseerd bij de misdaad. Het is natuurlijk uitgesloten, dat de be- I oefenaar van het strafrecht al deze we- tenschappen uit eigen studie kent. Maar i wel zal het mogelijk zijn, dat er centra geschapen worden, waar de vertegenwoor digers dier wetenschappen elkander ont moeten. Van harte hoop ik, dat dit straf rechtelijk seminarium van de Modder man-stichting op den duur een dergelijk centrum zal zijn. Zich tenslotte wendend tot den rector- magnificus, prof. dr. Barge, zegt spr. dat de stichting dankbaar is, dat deze met een enkel woord het Strafrechtelijk Semina rium wil openen, vooral omdat wij weten dat u met de voorbereiding van den dag van morgen, waar u het driehonderd-jarig bestaan van het klinisch onderwijs hier ter stede zult herdenken, het zeer volhan- j dig hebt. Hoe merkwaardig het misschien ook lijkt, toch zou men kunnen zeggen, I dat deze gebeurtenissen wel eenige ver- band met elkander houden. Immers bij beide gelegenheden valt er op te wijzen, dat de universiteit nog steeds terecht een I Universitas vormt der wetenschappen. Vervolgens gaf spr. het woord aan den rector-magnificus cm het Seminarium te openen. PROFESSOR HUIZINGA LID VAN DE ZWEEDSCHE ACADEMIE VAN WETENSCHAPPEN. LEIDEN. Donderdag: 1ste der drie voordrachten over de encycliek „Casti Connubii" door prof. Cleophas, Burcht, 8.15 uur. Alléén voor personen boven 18 jaar Donderdag. Ledenvergadering R. K. Vrou wenbond. Lezing met lichtbeelden door pater Verheggen, Foyer van den Burcht, 8 uur. De avond-, nacht en Zondagsdienst der apotheken wordt van Zaterdag 23 tot en met Vrijdag 29 Oct a.s. waargeno men door de apotheken: M. Boekwijt, Vischmarkt 4, tel. 552 en J. Doedens, Wil- helminapark 8, Oegstgeest, Tel. 274. PARKEERVERBOD BIJ ACADEMIE. Zoolang de verbouwing duurt. De bouwwerkzaamheden bij de Acade mie hebben daar ter plaatse op het Ra penburg een aanmerkelijk gevaar voor de veiligheid van het verkeer doen ontstaan, omdat voor degenen, die het Academie plein door het hek verlaten, het uitzicht naar links steeds belemmerd wordt door de schutting. Bovendien blijft voor het rijverkeer slechts een smalle strook beschikbaar. Met het oog hierop wordt men drin gend herinnerd aan het bij gemeentever ordening vastgestelde verbod om binnen een afstand van 10 M. van het Academie gebouw (dus ook langs den waterkant) rijwielen neer te zetten. In het belang van de veiligheid van het publiek heeft de politie thans ook het parkeeren van auto's verboden van een punt, even vóór het bouwwerk gelegen tot aan de Nonnenbrug, zoolang de nor male toestand niet hersteld is. DE CENTRALE WERKPLAATS OP EXCURSIE. Begunstigd door vrij goed weer hielden deze week een 90-tal deelnemers van de Centrale Werkplaats voor jeugdige werk- loozen een excursie naar Amsterdam. Een 3-tal flinke autobussen wareft tot de laat ste plaats bezet waarmee te plusminus 8.30 vanaf den Hooge Rijndijk werd vertrok ken. Onder zeer geanimeerde stemming werd te ongeveer 10 uur het Veiligheidsmuseum bereikt, waar de geheele excursie, die on der leiding stond van den heer L. Th. v. d. Laken, directeur van de Centrale Werk plaats, door één namens het Gemeentebe stuur van Amsterdam gezonden ambtenaar hartelijk werd ontvangen. Elke deelnemer ontving een keurig verzorgde gids, welke zeer in den smaak viel. Nadat de geheele excursie zich had ge splitst, bezochten ongeveer 45 jongelui het Veiligheidsmuseum, terwijl de rest, even eens een 45-tal deelnemers, zich naar het museum voor den Arbeid begaven. Onder deskundige leiding lieten de cursisten zich het zeer vele wat te zien en te bewonderen viel, uiteenzetten. Wij zijn er van overtuigd, dat de leiding niet over gebrek aan aandacht te klagen heeft gehad. Te 12.30 uur verzamelden allen zich in de binnenstad, waar in een lunchroom keu rig gedekte tafels stonden opgesteld en waar alle deelnemers zich den opgedienden broodmaaltijd best lieten smaken. Inwen dig versterkt werd de tocht wederom her vat waarna een bezoek aan het vliegveld Schiphol werd gebracht. Ook hier waren de jongens eveneens onder deskundige leiding, in de gelegenheid dit interessante bedrijf uitvoerig te bezichtigen. Daar verschillende deelnemers op tijd de avondschool moesten bereiken, werd zorg gedragen, dat alle deel nemers op tijd in.Leiden aanwezig konden zijn. Het was dan ook ruim 5 uur in den namiddag, veel te vroeg naar het oordeel van de deelnemers, dat allen zeer voldaan en geestelijk verrijkt wederom te Leiden ar riveerden. De Commissie voor de Centrale Werk plaats en de Werkobjecten te Leiden kan er zich van verzekerd houden, dat zij den grootst mogelijken dank voor deze bij uit stek zeer goed geslaagde excursie van de deelnemers als hun bezit kan verklaren. De niet-deel-emers aan de Centrale Werkplaats te Leiden hebben ook in dit op zicht zeer veel gemist. Handelsregister K. v. K. Wijzigingen: 1582. Jb. Schuitenma ker. Katwijk aan Zee, Roest van Limburg- straat 9. Broodbakkerij. De zaak is met in gang van 1 October 1937 omgezet in een vennootschap onder firma onder naam: Ja cob Schuitemaker Zoon. Venn.: J. Schui temaker, Katwijk. 5431. Van den Berg's Kolenhandel. Alp hen aan den Rijn, van Boetselaerstraat 26. Agentschap Alphen aan den Rijn v. d. Bri tish Hollan Coal Company. Overl. E.: H. van den Berg, Alphen aan den Rijn., dd. 4 Sept. 1937. Wijz. uitgeoef. bedr.: thans al leen kleinhandel. 329. Het Leidsche Kaashuis. Leiden, Hoo- gewoerd 8. Na uittreding van den vennoot H. F. Jagerman Jr., wordt de zaak voort gezet door den heer H. F. Jagermban als eenigeigenaar, onder den ouden na.am. Nieuwe insch ij vingen: 7039. C. en J. J. Geluk. Sassenheim, Hoofdstraat 155. Aannemersbedrijf, afkomstig uit Nijmegen. 7040. Bankierskantoor E. Jos. Gosschalk (f.) Leiden, Nieuwe Beestenmarkt 34. Hoofdz.: 's-Gravenhage. Nieuwe inschrijvingen: 7042. Vereenigde Wasscherijen N.V. „Vewa". In oprichting. Leiden, Witte Singel 13. E.: L. W. G. van Ulden, Leiden. 7045. Het Leidsche Kaashuis. Oegstgeest de Kempenaerstraat 71. E.: H. Jagerman Jr., Oegstgeest. 7043. N.V. Exploitatie Maatschappij „La- bora". Noordwijk, van Panhuysstraat 50. Handel in en exploitatie van onroerende zaken. (Ned. Staatscrt.: 11. October 1937, nr. 195). Dir.:J. Camphuis, Noordwijk. Maatsch kap.: 5.000.waarvan geplaatst en ge stort 1.000. „MENSCHEN IN NOOD" HENRI DE GREEVE OVER DE RECLASSEERING. „Mijn broeder de gevangene". Op uitnoodiging van de Leidsche R.K. Reclasseeringsvereeniging kwam gister avond rector Henri de Greeve spreken over „Menschen in nood", over het werk der re classeering. De groote zaal van de Stads gehoorzaal, waar deze propagandaverga- dering was belegd, was geheel bezet. De voorzitter van het bestuur der R.K. Reclasseeringsvereeniging, mr. H. F. A. Donders, opende den avond met een kort inleidend woord. Het doel van dezen avond is u bekend, aldus spr., n.l. om belangstelling en zoo mo gelijk liefde te kweeken voor het reclas- seeringswerk, een werk van uitnemend so ciaal belang. Die daadwerkelijke belang stelling is dringend noodig, want onze werkzaamheden hebben zich in de laatste jaren verdrievoudigd, waardoor de afdee- ling Leiden bijna de grootste is van het land. Die ontstellende groei is meer beden kelijk dan verheugend, doch w" hebben er rekening mee te houden. Onze actie is een dienende actie en het is onze vurige wensch dat te kunnen blijven doen. Daarbij kun nen wij uw steun niet missen. Het zyn de menschen in nood, die wij moeten helpen. Neen, het is ons niet te doen om de „zware jongens" te sieren met een aureool van onschuld, maar er zijn gevallen, waarin hulp heerlijke resultaten heeft. Want het is niet altijd eigen schuld. Drenkelingen laat men ook niet aan hun lot over. Spr. zal zich niet verdiepen in de problemen van de misdaad; daarvoor is een woord kunstenaar en een priester beter geschikt. En daarom laat spr. nu het woord aan rec tor de Greeve. Rede Henri de Greeve. Rector de Greeve noemt het probleem der Reclasseering een moeilijk probleem. Bladerend in zijn kleine catechismus heeft hij de litanie van de zeven werken van barmhartigheid nog eens overgelezen. Er zit een climax in de opgesomde reeks; bij de eersten kan men nog dankbaarheid ver wachten, maar de laatsten vragen de meeste zelfverloochening. Het werk der reclasseering vraagt veel zelfopoffering en wordt vaak zoo weinig begrepen. Onze maatschappij is een groot contrast, een contrast van licht en donker, van lief de en haat, van deugd en misdaad. Daaruit wordt de heete strijd geboren in ieder men- schenhart. Bij de reclasseering staan wij midden in het rauwe leven, en beschouwen wij het leven zooals het is. Wie de men- schelijke hartstochten en* begeerten kent, weet de problemen van de reclasseering, kent de zelfkant van de maatschappij. De wereld van de misdaad is het terrein van de reclasseering. Dat terrein is niet roman tisch maar weergaloos hard, een wereld zonder daglicht, welke de meeste menschen slechts kennen uit de kranten of van de film. De reclasseerder moet al die typen, welke de misdaad vervormd heeft, bezoe ken en in die arbeid ligt geen enkele uiter lijke glans. Die arbeid kan men alleen verrichten uit pure liefde en zuivere toewijding, uit groo te naastenliefde. Het eerste bezoek kan misschien zijn aantrekkelijkheid hebben door het geheimzinnige van de gevangenis, maar na het eerste bezoek is de aardigheid eraf. Misschien kan er nog een prikkel ge legen zijn in het probleem van de misdaad, maar het verhaal van de misdaad is altijd saai, eentonig en weerzinwekkend. Het werk van den reclasseerder is opbouwen en herstellen. Spr. noemt eenige cijfers uit een jaarverslag van een reclasseeringsafdee- ling. Zij zeggen iets, maar alleen degenen, die het werk kent, weet wat ze beteeke- nen. Menschelijke eer is er niet aan te be halen. De reclasseerder staat altijd tegen over onbekenden, tegenover menschen, op gegroeid in een ander milieu. Hij moet con tact zien te krijgen met een verbitterde, met een wanhopige, met een beschaamde, een kwaadwillige, kortom met karakters van allerlei aard. Gewoonlijk stuit de reclasseerder op een stugge geslotenheid en als de tong los komt, begint het uitputtend weerleggen van grie ven en wrokgevoelens. Hij staat zoo dik wijls machteloos en God weet alleen wat er zich afgespeeld heeft tusschen twee men schen. Thuis wordt er gewerkt aan voor waardelijke in vrijheid stellingen en aan de controle. Hoe vaak wordt het een mis lukking en als het niet mislukt, wordt het een hopeloos zoeken naar een betrekking, waarbij de groote strijd komt met het voor oordeel. Wie viel, komt voor altijd buiten de maatschappij te staan. En dan moet de reclasseerder den pas op het droge ge brachte drenkeling weer los laten en laten terugvallen in de sfeer van de misdaad. En als de reclasseerder zijn beschermeling ge plaatst ziet in de maatschappij, dan is er een schitterende overwinning geboekt, maar die schittering blijft verborgen, want voor het uiterlijk is er niets anders gebeurd, dan dat een afgedwaalde zich eindelijk be gint te gedragen zooals de wereld dat met reden eischt. Het eindresultaat is dus niet anders dan dat de wereld zegt: Nu ja, dat de man zich zoo gedraagt, is niet anders dan een staaltje van zijn plicht. Reclasseeren is „maar" herstellen en meer niet. Herstelwerk is nooit schitterend. De menschen spreken er niet over, de bla den schrijven er niet over. Schitterend is, met wat nieuws voor den dag te komen en de bewondering der menschen af te dwingen. Herstellen is opruimingswerk van hetgeen verwoest werd, het is glansloos. Dat is het offer van den reclasseerder, moei zaam en verdrietig en geduldig goed ma ken, wat niet had behoeven te worden ver- goaid. Herstellen is echter ook verlossen en dat maakt den reclasseerder tot den naamgenoot van Hem, die de Verlosser wordt genoemd. Spr. verhaalt van eenige gevallen uit zijn ervaring, waaruit een heel eigenaar dige mentaliteit spreekt, en blijkt, hoe veel de omstandigheden kunnen bijdragen .tot het kweeken van misdadigers. Na een korte pauze, waarin met een schaal werd rondgegaan (geen collecte!) be handelde rector de Greeve de eenzaamheid van den gevangene in zijn cel. Eerst komt het cynisme, waarop de reac tie volgt van het besef, dat men een uitge- stootene is uit de maatschappij. Dat is het eind van alle illusie, want de wereld is hard. Men zegt zoo makkelijk: die hoort achter de tralies. Dit is ongetwijfeld zoo. maar het zijn niet altijd verharde boeven èn de echte straf komt dikwijls pas na het uitzitten van de straf. Het verleden is de grootste tormentatie van den gevangene, de daad ,die een breuk bracht tusschen hem en zijn gezin, tusschen hem en de maat schappij. In de eenzaamheid van de cel komt de reclasseerder als een vriend, niet als een afgevaardigde van de maatschappij, die veroordeelt, maar als een trooster, als een engelbewaarder, die den man weer aan zijn vrouw, den vader weer aan zijn kinderen tracht terug te geven. Bij het reclasseeringswerk stuit men zoo vaak op de z.g. zakelijke opvatting, welke fictie dient om aan menschelijke verplich tingen te ontkomen. Men wil eenmaal ver oordeelden niet meer opnemen in z'n zaak, maar waar moeten we met ontslagen ge vangenen naar toe? Pilatus, die zich van Christus afmaakte, handelde ook zakelijk, maar zijn handelwijze was niet mooi. Wat meer idealisme en wat minder zakelijkheid, wat niet anders is dan verkapt egoisme. Een andere dagelijksche objectie is, dat men vraagt: Moet u nu opkomen voor een misdadiger, terwijl er zooveel fatsoenlijke menschen werkloos rondloopen. Maar het feit, dat iemand in de gevange nis zit, bewijst niet, dat iemand, die niet in de gevangenis zit, geen schurk is. Er loopen meer schurken vrij rond dan er in de ge vangenis zitten. Want er zijn schurken streken, waartegen de wet zich niet verzet. Ei zijn tien geboden, en slechts twee ervan zijn door de wet strafbaar gesteld, n.l. gij zult niet dooden en gij zult niet stelen. Niet de politie noch de justitie stempelen iemand tot een zondaar, maar het ingaan tegen Gods gebod. Op het oogenblik, dat iemand een misdrijf begaat, is hij strafwaardig, riiaar zoodra hij zijn straf ondergaat komt hij in aanmerking voor herstel. Na het recht van de verontwaardiging herneemt de barmhartigheid haar rechten. Spr. dringt nogmaals aan op aller steun en belangstelling. Hoe vaak' is iemand, die een kleinigheid steelt, een dief, terwijl an deren, die in het groot stelen, zakenmen- schen worden genoemd. Spr. sloot zijn rede met de hoop uit te spreken, dat allen de wereld van deze on- gelukkigen mogen beschouwen met de oogen van St. Franciscus van Assisië die durfde zeggen: „Mijn broeder de gevan gene". Ten slotte dankte de voorzitter de aan wezigen en de leden van het muziek- ensemble „Fr. Schweitzer", dat de avond gevuld had met muziek, de leden van de propagandaclub „Dr. Schaepman" voor hun medewerking in de zaal en drukte allen nog eens extra op het hart, het reclassee ringswerk te steunen. Professor dr. Johan Huizinga, hoogleer- aar in de algemeene geschiedenis aan de universiteit alhier, is gekozen tot buiten- landsch lid van de Zweedsche Academie van wetenschappen. EXAMEN PONTSCHOOL. Voor het examen machineschrijven diplo ma B ten minste 120 regels per uur), afge nomen door den Alg. Stenografen-Bond, slaagden: de dames G. Boersma, L. Duyver- man, A. E. Eikelenboom, T. Jansen, W. M. C. Kwestro, A. C. Lezwijn, J. C. E. Rei- chardt-Blom, Oegstgeest, T. v. d. Ster, Voorschoten en de heeren W. Boot, Lisse, A. J. H. Jansen. Voor diploma A (ten minste 90 regels per uur) slaagden: Mej: Mej. E. Luyten en de heer J. Berkhuizen, Voorschoten. Waar geen woonplaats is vermeld is de ze Leiden. Allen werden opgeleid door de Pontschool, Steenschuur 3. COLLECTE NED. ROODE KRUIS. De gisteren alhier gehouden sch aalcol lecte ten bate van het Ned. Roode Kruis heeft 585.16.opgebracht, terwijl de vlag- jesverkoop 316.03 opleverde; in totaal der halve 901.19. Het vorige jaar waren deze bedragen resp. 482.87, 213.63 en 696.50. Het bestuur der afdeeling Leiden betuigt zijn hartelijken dank aan allen, die tot dit mooie resultaat hebben bijgedragen. Hedenmorgen te half acht is de 73-ja- rige W. F. B. in de Maarsmanssteeg aan gereden door een wielrijder doordat de man onverwacht den rijweg overstak. De man liep een linkerbeenfractuur op en werd door den E. H. D. naar het Acad. Ziekenhuis vervoerd ter behandeling.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2