De Margarita van Cortona Stichting te Leiden jubileert DE KWESTIE DER VRIJWILLIGERS Een groot werk in een klein huis Succesvol ondanks vooroordeel en wanbegrip Geen limiet voor de besprekingen LUCHTVAART VRIJDAG IS OCTOBER 1937 OE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 De minister van Binnenlandsche Zaken, Z. Exc. H. van Boeyen. heeft na van zijn ziekte hersteld te zijn, Donderdag zijn werkzaamheden ten departemente hervat De verwelkoming door de persfotografen Veel tact en wijs beleid wordt vereischt Er staat in het E/angelie zoo'n mooi verhaal neergeschreven; veel umhaal van woorden is er niet bij, doch in een paar zinnen wordt een wereld van haast boven- menschelijk begrijpen onthuld. De menschen wilden een vrouw steeni- gen. Zij stonden als steenen beelden der gerechtigheid boven op de wet, in steen gegrift, en hun oordeel was hard. Toen trad Hij, wiens wezen liefde en wiens we ten oneindig was, in hun midden en sprak: „Wie uwer zonder zonde is, werpe den eersten steen". En zij gingen, één voor één. En Hij zeide tot de vrouw: „Ook ik zal U niet veroordeelen. Ga en zondig niet meer." Het begrijpende mededoogen. Wat kent de wereld deze woorden slecht. Er zijn evenwel menschen, die ze wel be grepen hebben en die ze ook in practijk gebracht hebben. Zij zijn gegaan tot de jonge vrouwen, die met den vinger werden nagewezen, en zij veroordeelden niet. Zij richtten een huis op, waar deze meisjes, veilig voor de steeniging van de openbare meening, zich eenige maanden kunnen koesteren in de warmte van het moederschap, om dan vaak als gelouterde menschen in de we reld terug te keeren, moedig haar zware taak aanvaardend. Daar zijn er, in hun waan van wereldwijsheid, die het hoofd schudden, maar in werkelijkheid is deze navolging van den Meester een aposto laat. In onze vaderstad is dit apostolaat be lichaamd in de Margarita van 'Cortona- stichting, het doorgangshuis van de R. K. Vereeniging tot bescherming van meisjes, welke stichting Zondag a.s. haar 25-jarig bestaan herdenkt. Het is geen luidruchtige stichting en op haar huis aan den Haagweg vlammen geen reuzen reclame-letters op; er wordt gewerkt en hard gewerkt, geploeterd en geslaafd, maar het groote verkeer raast er langs en ziet het niet. De stichting, de zusters en de dames, die er hun prachtig werk doen, verlangen ook geen gerucht of reclame rondom haar arbeid. Het is hun voldoende als zij het zaad, op de akkers dezer zielen gezaaid, zien kiemen in de stilte der verborgenheid. Maar 25 jaren van zulk een- arbeid, be gonnen onder zeer moeilijke omstandig heden, worstelend dwars tegen vooroor deel, wanbegrip en misvatting in, vormen een voldoende reden, om de stichting te zetten in het licht der belangstelling. Hoe het vroeger was. Velen zullen nauwelijk eenig begrip hebben van de toestanden, welke vóór 25 jaren bestonden op het terrein, waar de dames van de Cortona-stichting haar ar beid begonnen. Het eerste begin was een wekelijksch bezoek, dat de afdeeling „Ziekenhuis" der Vereeniging tot Bescherming van Meisjes tracht aan de R. K. ongehuwde moeders, die in het Academisch Ziekenhuis werden verpleegd. Zoolang zij in het ziekenhuis lagen, ontbrak het hun aan niets, maar daarna! Wat moest er van haar worden, die niet konden terugkeeren in de veilig heid van het eigen gezin?1 Wat'was de toekomst van die kleintjes, wier komst niet met vreugde tegemoet was gezien? Men ging eens praten met die moeder tjes, verleende bemiddeling en hield zoo veel mogelijk contact, teneinde met raad en soms ook met daad te helpen waar ge holpen kon worden. Dat was echter bitter weinig,want wat kan men doen met 't schrij ven van een briefje, al is de bedoeling nog zoo goed? En voor de kinderen, die niet om het leven en zeker niet om zulk een leven gevraagd hadden, kon nog minder worden gedaan. De moeder had zich in de meeste geval len reeds in het ziekenhuis van het kind weten te ontdoen, soms door de medelij - Foto Slegtenhorst. „Voor de baby's moet gezorgd worden. Dat is mijn meening." dende, goed-bedoelde bemoeiingen van de verpleegsters, meestal door de onderhand- sche medewerking van de patiënten on derling, en als dat niet gebeurd was, wer den wel adressen verstrekt, waar het kind kon worden „ondergebracht". Een paar oude vrouwen hielden er een soort kinder negotie op na, waar de ongehuwde moeder haar kindje tegen vergoeding voor de ver zorging der eerste weken kon brengen en waar kinderlooze echtparen een baby kwamen uitzoeken, tegen betaling van ongeveer 25.soms meer soms minder naar gelang van de „schattigheid" van de „koopwaar". Wat er terecht kwam van de schapen, op wie geen keus viel en van wie de moeder het onderhoud niet betalen kon of niet betalen wilde, kan men ver moeden. De volksmond sprak van „en geltjes maken." Aan zulke, misstanden moest een einde worden gemaakt en dat is gebeurd; niet het minst dank zij het werken van de Cor- tonastichting. Baby's in de dakgoot. Pater Bouters, door wiens doortastend heid zoo menig werk in Leiden is tot stand gekomen, was in 1912 voorzitter van de Vereeniging tot Bescherming van Meisjes en op zijn initiatief werd in daLjaar het eerste doorgangshuis geopend. Nu is een „doorgangshuis" een leelijk woord en een groot woord, maar dit door gangshuis was allesbehalve fraai en alles behalve groot. Het was een bovenhuis aan het Galgewater. En daar vonden de kin dertjes, hoofdzakelijk uit het Academisch Ziekenhuis, een toevlucht. Langzamerhand kwamen ook de moeders; de eisch der moedervoeding gedurende drie maanden werd gesteld en het huisje dat toch al klein was, werd nu dringend overtuigend veel te klein. Toch heeft de toenmalige directrice, zus ter M. Rijkenberg, gewoekerd met de be perkte middelen, waarover zij beschikte. De baby's waren vp zolder gehuisvest en als het zonnetje zoo lekker scheen en de lucht mild was, zon de directrice op een middel om de wiegjes buiten te zetten. Maar hoe en waar? Je kon ze toch niet op het dak zetten? Dat bracht haar op een idee. Op het dak ging natuurlijk niet, maar wel in de dakgoot, welke tusschen twee huizen lag ingesloten. En zoodoende sjouw de zij de wiegjes één voor één door het dakraam naar buiten en in de goot geno ten de kleine peuters volop van licht en lucht! Nog altijd te klein. In 1928 werd het tehuis overgebracht naar het tegenwoordige pand aan den Haagweg. Dat was een heele verbetering, hoewel nog verre van ideaal. Vier jaar ge leden volgde opnieuw een belangrijke ver betering doordat men de leiding van de Stichting kon toevertrouwen aan de zus ters van het St. Elisabeth-ziekenhuis, waardoor het mogelijk werd veel econo mischer en veel practischer te werken. De aangeboren kwaal doet zich hier echter nog steeds gevoelen, n.l. gebrek aan ruimte en gebrek aan middelen. Alle beschikbare ruimte is op de een of andere wijze benut, op de eerste plaats voor de zuigelingen en kleuters, op de tweede plaats voor de moeders en op de laatste plaats voor de zusters, die dan ook zoodanig gehuisvest zijn, dat men het eigenlijk geen huisvesting meer kan noe men. Van de kelders tot aan de nok van het dak is alles in gebruik. In de kelders zijn de keukens ingericht, waar de diverse fleschjes en papjes voor de baby's worden klaar gemaakt. Het is er zindelijk en hy giënisch genoeg, daarvoor behoeft men zich bij deze gediplomeerde krachten niet ongerust te maken, maar hoe vermoeiend het voor de zusters moet zijn om iederen dag honderdmaal langs een ongemakke lijke trap die kelder in en uit te loopen, zullen vooral de huismoeders zich kunnen indenken. De kinderen in hun heldere wiegjes en bedjes zijn er nog het beste aan toe. Er zijn op het oogenblik 44 kinderen, verdeeld over verschillende kamers. Soort bij soort! Deze kinderen kunnen tot hun 5e jaar in het huis blijven; dan moet men ze, hoe wel noode, laten vertrekken. De regel van het huis is zoo, dat de moeders, die in het huis van de Stichting of in het Academisch Ziekenhuis (waar zij wegens plaatsgebrek slechts 10 dagen mogen blijven) bevallen zijn, gedurende drie maanden in de Stichting blijven. Ge durende dezen tijd moeten zij zelf voor haar kindje zorgen. Daardoor wordt de innige band tusschen moeder en kind ge legd, welke de moedertjes zoo'n grooten steun verleent in het verdere leven. In dien tijd heeft men ook alle gelegenheid, om heilzaam in te werken op het ziele- leven dezer meisjes en haar te binden aan de Stichting zelve, zoodat zij later nog dikwijls en gaarne komen aanloopen en het contact gehandhaafd wordt. Want het eerste en voornaamste doel van de Mar garita van Cortona-stichting blijft toch altijd de zorg voor de ziel en waken, dat het meisje weer op den juisten weg be landt en daar op blijft. Tactvolle leiding-. Dat daarvoor veel tact vereischt wordt, laat zich licht begrijpen. Tact niet alleen om de meisjes, die vaak van een zware psychische depressie te lij den hebben, weer geschik't te maken voor de maatschappij, maar tact ook om ver broken familiebanden weer in orde te ma ken. Onverstandige ouders, die nooit begre pen hebben, dat er diep in een meisjes- hart de hunkering ligt naar de warme koestering van genegenheid en liefde, stooten hun kind, dat een misstap beging, buiten hun hart en maken den toestand daarmede veel slechter. Hun moet de overtuiging worden bijgebracht, dat zij grooter onheil kunnen voorkomen door hun kind weer thuis op te nemen. Den vaders van de buiten echt geboren kinderen moet gewezen worden op hun zware verplichting, de consequenties te aanvaarden van hun daad en moeder en kind, die steun te verleenen, waarop zij recht hebben, wettelijk zoowel als moreel. Met groote omzichtigheid dient te werk te worden gegaan, wanneer de mogelijk heid bestaat het kind te wettigen door een opvolgend huwelijk. Van dwang dikwijls een spookbeeld voor de meisjes kan geen sprake zijn; men behoort ervoor te waken, dat men bij het herstellen van schade geen grootere schade veroorzaakt. Tenslotte moeten de meisjes, die genood zaakt zijn, zelf het onderhoud voor zich en haar kind te verdienen, geplaatst worden in een goede betrekking en in een Katho lieke omgeving. Dat is het prachtige sociale en aposto lische werk der Margarita van Cortona- stichting, voortzettend de zending van Hem, die gekomen was om „hetgeknakte riet weer op te heffen" en te zoeken wat verloren was. Ook nadat de meisjes het huis verlaten hebben, komen zij er nog gaarne terug, om haar kindje te bezoeken, of om de maandelijksche conferentie, welke door den directeur, pater Ev. v. d. Snoek O.F.M. gehouden wordt, bij te wonen. Het kleine kapelletje een veel te klein kamertje is dan zoo vol met meisjes, dat zij op de gang en op de trap plaats moeten nemen! Dit kleine trekje demonstreert twee dingen: vooreerst, dat het huis veel te I klein is en noodzakelijk een uitbreiding moet ondergaan; maar vervolgens ook, dat de resultaten zeer verheugend zijn. Naar schatting blijft 30 pet. der meisjes goed; de overige 20 pet. wordt gevormd door degenen, die al spoedig het contact i met de stichting verliezen. A.s. Zondag jubileert deze stichting en het beste feestgeschenk zou zijn, als men het de stichting mogelijk zou maken om op eenigszins royale wijze te zorgen voor een hoogst dringende uitbreiding. Het plan is, op het thans bestaande terras een nieuwe verdieping te plaatsen, waar het medische gedeelte onder gebracht zou kunnen worden; het oude huis kan dan DE BIJEENKOMST VAN DE NIET-INMENGINGSCOMMISSIE. Officieel wordt medegedeeld, dat de sub commissie van de niet-inmengingsconferen- tie Zaterdagochtend a.s. te half elf bijeen zal komen ter bespreking van het plan tot terugroepen van de vrijwilligers uit Spanje. De regeeringen van Engeland en Frank rijk werken thans een methode uit om de vrijwilligers te doen terugtrekken. De ge- dachtenwisseling tussschen Parijs en Lon den stelt in staat een gemeenschappelijk plan op te stellen. Beide staten verlangen geen dwingende voorschriften op te leggen, doch wel verlangen zij goeden wil bij de betrokken mogendheden om de buitenland- sche strijders terug te trekken. Beide lan den zijn bereid, zooals reeds in Juli j.l. werd verklaard, aan beide strijdende par tijen het recht van oorlogvoerende mogend heid toe te kennen, wanneer de vrijwilligers werkelijk teruggeroepen zijn. In Engeische diplomatieke kringen wordt tegengesproken, dat men een bepaalden ter mijn verbonden zou willen zien aan de be handeling van het vrij willigersvraagstuk in de commissie voor de niet-inmenging. Niet temin legt men er den nadruk op, dat men den arbeid der commissie zoo spoedig mo gelijk wenscht te voltooien. Men geeft te verstaan, dat, zooals het Britsche plan van 14 Juli wilde, een commissie naar Spanje zou kunnen worden gezonden om toezicht te oefenen op het vertrek der vrijwilligers, zoodra overeenstemming bereikt zou zijn. In officieele kringen geeft men te ver staan, dat er geen wijziging in de meening der Britsche regeering is gekomen ten aan zien van de vraag, of een mogelijke toe kenning der rechten van oorlogsvoerenden aan het terugtrekken de vrijwilligers moet voorafgaan of daarop moet volgen. Zooals bekend is, reeds over dit punt bij de laat ste besprekingen der commissie een verschil van meening tusschen Engeland en Frank rijk eenerzijds en Duitschland en Italië an derzijds. Volgens nadere aanduidingen, die uit goede bron afkomstig zijn, zouden Frank rijk en Engeland in de non-interventie commissie aan de andere betrokken staten willen verzoeken om als blijk van hun goe den wil reeds direct een aantal van hun on derdanen, die in Spanje strijden, terug te roepen. Daarna zou dan in de commissie een stelsel kunnen worden overeenge komen voor het controleeren en het ten uitvoer brengen van de geleidelijke terug trekking der vrijwilligers Het doel, dat men zal hebben te bereiken is, dat de buiten- landsche contingenten in de beide kampen uiteindelijk tegelijkertijd tot nul zijn terug gebracht. Op het terugtrekken der buitenlanders zou toezicht uitgeoefend kunnen worden door een internationale commissie, waar schijnlijk bestaande uit de neutralen. gereserveerd worden voor het meer huis houdelijk gedeelte. Zondagmiddag van half één tot half twee is er receptie. Komt u de jubileerende Stichting gelukwenschen? U kunt dan te vens de inrichting in oogenschouw nemen en u overtuigen van de noodzaak, het prachtige werk te steunen met uw daad werkelijke belangstelling. Het bestuur vraagt geen kapitalen. De opzet is en blijft: in Leiden te houden een klein tehuis, waar in den geest van een groot katholiek gezin de ongehuwde moe der wordt voorbereid op haar terugkeer in de maatschappij en waar zij steeds den raad en de steun zal kunnen vinden, die zij voor het volbrengen van haar zware taak nog dikwijls zal blijken noodig te hebben. Mr. H. F. A. GEISE. FRANCO VERPLAATST ZIJN HOOFDKWARTIER. Van welingelichte zijde wordt vernomen, dat het groote hoofdkwartier van generaal Franco naar het front in Aragon is ver plaatst. De te San Sebastian verschijnende Diario Vasco deelde gisterochtend mede, dat de ambassadeursvan Duitschland en Italië met volledige instemming van de regee ring van Salamanca hun residentie hebben overgeplaatst naar San Sebastian. OPTREDEN TEGEN DE ANARCHISTEN. In republikeinsch Spanje. Havas meldt uit Cerbere, dat Eduardo Barriobero, de vroegere directeur van het juridische bureau te Barcelona, en al zijn medewerkers, benevens den anarchist Aurelio Fernandez, die raadslid voor maat- schappelijken steun in de regeering der ge neraliteit was, in de gevangenis te Barce lona zijn opgesloten. DE OPPORTUNITEIT VAN HET VERPLAATSEN DER REGEERING. Uit Valencia wordt gemeld, dat daar een ministerraadszitting is gehouden, die zes uur geduurd heeft. Uit officieele bron heeft men geen enkele nadere aanduiding over de zit ting, maar men gelooft algemeen, dat de ministers de opportuniteit bestudeerden van een verplaatsing der regeering naar Bar celona. NIEUWS VAN DE FRONTEN. Het groote rechtsche hoofdkwartier te Sa lamanca deelt mede: In Asturië, in den Oostelijken sector, heb ben wij onzen opmarsch voortgezet. De eerste colonne bezette twee heuvelen en achtdorpen. De tweede colonne bezette twee heuvelen en veertien dorpen, o.m. Arriondas, een verkeersknooppunt van be- teekenis en een strategisch punt van groot belang. Een geheele compagnie is gevan gen genomen. In den Zuidelijken sector hebben wij stellingen in Canto de la Ma- jada bezet. De vijand trachtte weerstand te bieden, maar werd gedecimeerd. Hij liet ruim tweehonderd dooden achter. Aan het middenfront, in den sector van Madrid hebben wij ten slotte een vijandelijken aan val op Cuesta de la Reina afgeslagen. De „rooden" lieten 70 dooden op het slagveld achter. Wij vernielden drie Russische tanks. Er zouden nog voortdurend Italianen aankomen. Uit Cadiz en Sevilla te Gibraltar aan gekomen reizigers beweren, dat nog bijna dagelijks groote groepen Italianen te Cadiz aankomen. In officieele kringen te Gibraltar is geen bevestiging van deze mededeelingen te verkrijgen. DE „SPECHT"-RAMP. Ook de nog vermiste lijken gevonden. Aneta seint uit Soerabaja: Na voortge zet zoeken is thans ook het stoffelijk over schot van den kapitein-luitenant ter zee de Bruyne en dat van den eersten officier- vlieger Vethake gevonden, zoodat thans alle slachtoffers, die bij het ongeluk met de T. 13 om het leven kwamen, zijn ge vonden. JEAN BATTEN MAAKT NOODLANDING. Jean Batten, die in recordtijd van Au stralië naar Engeland wil vliegen, heeft een landing moeten maken te Witton in Queensland, daar de olietoevoer van haar motor onklaar was geraakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5