Startbanen op Schiphol. Om een Kind 3)e Êéicfodie @ou/ïarot De kwestie der Spaansche onderzeeërs C 2 en C 4 Troncoso. een der hoofdfiguren uit deze geruchtmakende zaak, wordt van Bordeaux naar Brest overgebracht voor het onderzoek ter plaatse De geheimzinnige verdwijning van generaal Miller te Parijs. De rechter Pelléas (F. Vroons) en Mélisande (mej. Greet Koeman) tijdens de repetitie van instructie doet mededeelingen aan de journalisten <an de aelijknamig. °P.ara d°°r de Operaklasse van het Amsterdamsch Conservatorium onder leiding van Pierre Monteux Met den aanleg der nieuwe betonnen startbanen op het oude Schiphol* terrein hoopt men op 15 October a s. gereed te zijn. De werkzaamheden op het vliegveld .De suiker draait weer op Java". Het oogsten van suikerriet heet .riet snij den doch, zooals men ziet, wordt de geheete plant losgespit. Alleen de top met blad wordt .gesneden' FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GARAI. 33) Door haar spot aan het wijfelen ge bracht, merkt Danny aarzelend op, dat het toch in ieder geval hun plicht is zelfs bij het geringste vermoeden de politie van een en ander in kennis te stellen, maar Nicolle wil daar niet van weten. Het gelukt haar ten slotte het gesprek een andere wending te geven, wanneer zij meedeelt, een oude vriendin te hebben ontmoet, die zich als beeldhouwster te Londen heeft gevestigd en haar voor een bezoek aan haar atelier' heeft meegetroond. Dit herinnert Danny er aan, dat hij een veel belangrijker nieuwtje heeft mee te deelen. Hij staat op en plant zich in zijn volle lengte voor Nicolle. „Zal ik je eens wat vertellen? Ik heb nu een zaakje aan de hand, waar je van zult opkijken. Een sensatie. Over een maand loopt meneer de directeur-generaal de deur bij mij plat!" En dan onthult Danny zijn wereldschok kend nieuwtje, beginnend met het verslag van zijn onderhoud met Fred Bigs. Als zij diens naam hoort kan Nicolle de rest wel raden. Coverley heeft haar immers ge zegd, dat hij hen allen rijk wil maken, zóó rijk, dat zij zich voor de toekomst niet meer bezorgd behoeven te maken. Als te genprestatie verlangde hij slechts, dat zij voor zijn kind zou zorgen. 't Begint meer en meer op een labyrinth te lijken, denkt Nicolle. We dwalen voort durend in een kringetje rond zonder een uitweg te vinden. Is het raadzaam, dat Danny die uitvinding te gelde maakt? Mis schien wordt hij vandaag of morgen wel plotseling midden uit zijn geluksdroom ih de werkelijkheid gesleurd. Ongetwijfeld is Coverley's uitvinding van geweldige be- teekenis. Dat die man een genie is, staat voor Nicolle als een paal boven water. Maar hoe staat het met den juridischen kant van de zaak? Zou men Danny later 't een of ander ten laste kunnen leggen? Maakt hij zich daar mee strafbaar volgens de wet? Neen, zoolang hij niet weet, dat Bigs een handlanger van Coverley is, be hoeft hij niet bang te zijn. Maar mag zij zelf ook maar een penny van het» geld, dat de uitvinding vermoedelijk zal opbren gen, aannemen? „Wat heb je toch, Nicolle?" vaagt Danny misdoelig. ,,'t Lijkt wel, of de heele zaak je niet in het minst interesseert! Waar zit je zoo over te piekeren? Geloof je me mis schien niet, als ik je zegt, dat die uitvin ding de grootste sensatie is, welke de laat ste jaren...." En opnieuw steekt Danny op uitbundige wijze de loftrompet over de ontdekking van Bigs' neef die helaas zelf zijn roem niet heeft mogen overleven. Het gaat echter alles langs Nicolle heen. Geen woord van Danny's enthousiast be toog dringt tot haar door, zij knikt slechts mechanisch en is intusschen geheel in haar eigen gedachten verdiept. Maar plotseling krijgt zij een idee, zoo verrassend en zoo veelomvattend, dat haar bloed naar de wangen stijgt en zij moeite heeft zich niet te verraden. Het is, of er eensklaps een electrische stroom door haar lichaam gaat, die haar opjaagt uit haar tij delijke lethargie. Zij springt van haar stoel; haar oogen stralen. „Jongen, jongen", jubelt ze, den to taal verrasten Danny hartelijk omhelzend. „Jongen, Danny, dat is werkelijk phenome- naal. Danny wordt rood van blijdschap. Een zoo spontane gevoelsuiting is bij Nicolle iets zeer ongewoons. Meer dan eens toch geeft haar rustige, zakelijke houding hem aan leiding tot de kwellende vraag, of zij wer kelijk iets meer voor hem gevoelt dan har telijke kameraadschap. Hij vermoedt niet, dat een ander in een dag datgene bereikt heeft, wat hem in ja ren van groote zorg voor Nicolle, niet ge lukt is; haar ziel te verlossen uit de star heid van haar nuchtere levensbeschou wing; in haar gemoed het verlangen op te wekken naar een eenheid van denken en voelen, die hen voor altijd zou vereenigen. „Je bent een raadsel vandaag", zegt Dan ny, die zijn verbazing nog steeds niet te boven is. „Wat is er eigenlijk met je aan de hand?" „Niet vragen!" jubelt ze. „Kleine jongens als jij mogen blij zijn, dat zij een bescherm engel hebben en hebben slechts te doen, wat hun wordt opgedragen. Hoe lang doe je er over om twee exemplaren van die teekeningen te copieeren?" „Nou, een dag. „Dat is te lang! Je gaat nu onmiddellijk naar huis en werkt den geheelen nacht door. Morgenochtend om negen uur ver wacht ik je voor de poort van de Estna- fabrieken. Niet vragen, Danny! Precies om negen uur!" Daarop v lt zij zich tot haar al even verbaasden vader. „Ja, ja, Danny, ik geloof, dat je, de gouden zweep van Poppea", mits- de „100.000 van Larry" wel in de „bruisende golven" zult kunnen gooien. Zie zoo nu ga ik zoo gauw mogelijk te rug naar Kitty". Zij is reeds bijna de deur uit, als Danny, die weer aan Maud wordt herinnerd, haar nog naroept, dat de politie den volgenden dag om vijf uur het kind zal komen ha len. Nicolle neemt deze mededeeling echter met een spottend lachje in ontvangst. „Tot morgenmiddag vijf uur", zegt ze, met bei de handen een afwijzende beweging ma kend, „kan er nog heel wat gebeuren!" Dan neemt ze haastig afscheid, om zich de straat op te spoeden, waar ze even later in een publieke telefooncel verdwijnt. Ze laat zich met Hotel „Golden Sun" verbin den en vraagt mr. Mitchell te spreken. Er verloopen twee minuten voor Cover ley aan de telefoon komt. .Hallo, met Nicolle Osborn". „Ja, miss Justitia? Wat is er voor nieuws?" „In de eerste plaats zou ik graag willen weten of u al aan uw omgeving gewend bent?" „Ik verveel me afgrijselijk, zit maar naar de boomen te staren en...." Hij verzwijgt, dat hij reeds zijn vijfde whiskey geleegd heeft. Enfin, voorlcopig wacht ik maar gelaten af tot het u belieft, mijn balling schap hier op te heffen". „Ikheb zeer belangrijk nieuws! U moet onmiddellijk naar Londen komen. Laten we afspreken, dat we elkaar treffen bij... Nee, ik ben te opgewonden om zoolang te kunnen wachten. Ik kom u tegemoet met den ondergrondsche. Wacht u op me voor station Mayfair!" ,Is er zooveel haast bij?" „Ja, u moet onmiddellijk vertrekken. „O. K. Voor station Mayfair". „Hallo, nog één ding. U moet Bigs te spreken zien te krijgen. Vanavond nog Kunt u hem ergens telfonisch bereiken?" „Bigs? Ja, dien heb ik een uur geleden al opgebeld. Hij zou vanavond bij me ko men, om. Even aarzelt hy. Hij kan toch niet zeg gen, dat hij Bigs gevraagd heeft om den nacht met hem door te komen drinken „Om me gezelschap te houden in m'n een zaamheid". „Prachtig! Laat u dan de boodschap ach ter, dat Bigs op u moet wachten". „Uw wil geschiede. U beschikt maar over me als een generaal, miss. Justitia", vult Nicolle lachend aan. „Afgesproken dus: station Mayfair". Zij legt de hoorn op de haak, verlaat haastig de telefooncel en begeeft zich nar een restaurant in de buurt om een opko mend gevoel van honger te stillen met een eenvoudig souper van thee en sandwiches. Voor het station Mayfair wacht reeds de blauwe cabriolet. Cocerley gaat haar direct tegemoet. Onwillekeurig omvat zijn blik haar slanke gestalte om dan met een stij gend welgevallen op haar gelaat te blij ven rusten. „Ik ben met een vaartje van honderd ki lometer hierheen gereden. U begrijpt wel, dat ik- dood-nieuwsgierig ben naar dat bui tengewoon belangrijke nieuwtje". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9