vqnMARSTERen R.K. Dansclub te Leimuiden. Gemengd Kippenvoer Dansschool Anton de Groot, Plantage 2 BESTEL bu UUü"0L& Attractie verlengd J. Vrijenhoek l 2-persoons DE 3 EENEN Telef. 3867 COLBERT DONDERDAG 23 SEPTEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 Nog enkele Dames kunnen zich aansluiten. Aanmelding Zaterdag 8 uur in „DE OUDE SCHOOL - ANTON DE GROOT, R.K. Dansleeraar STEEDS CONCURREEREND in PRIJS en... KWALITEIT Verkrijgbaar in 10 soorten vanaf t. 4.— per 50 K.G met Gratis baaltje doppen GROOTE BALEN KAF 30 cent per baal Nog steeds is het aangewezen adres hiervoor Electr. Pluimveevoederfabriek J. DE LA BIJE - LEIDEN Zondagavond 8 uur Openings-Bal. - Entrée f 0.25 Clubles f 0.50, Privé-les vanaf f I.Aanmelding dag. van 2 tot 10 uur n.m. Wij hebben ter gelegenheid van ons l21/2 jarig Jubileum de attractie voor onze cliëntèle TOT EN MET 29 SEPT. VERLENGD DROGISTERIJ (SPECIAAL KRUIDENADRES) HAARLEMMERSTRAAT 119 SpitsvDBt, Platvoet, SretBZ: verkorting, Geamputeerde Voorvoet, Kantel- voeten, Spreidvoeten, TranspireerendeVoeten? Absoluut pijnloos behandelen van Kalknagels, Eelt, Likdoorns. 6214 J. A. SCHRAMA, Mauritsstraat 59 TEL. 1509 Luxe-Orth. Maatschoenmaker - Pedicure Steunzolen naar maat 112.50 Aanbevolen door H.H.Doktoren Bezoekt aan huis gelakte Slaapkamer Ameublementen iets beschadigd, extra goedkoop LLOYDS OF LONDON" SYLVAIN POONS JUBILEERT VIJF EN TWINTIG JAAR OP DE PLANKEN. Iets uit het leven van een onzer beste komieken. In het a.s. speelseizoen zal het 25 jaar geleden zijn, dat een der meest bekende en beste komieken van de Nederlandsche too- neel- en revuewereld, Sylvain Poons, op de planken verscheen. Het was in September 1912, dat Poons voor het eerst voor het voetlicht trad. Gedurende zijn schooljaren had Sylvain zich niet bepaald leeren ken nen als een knap leerling. Zijn leeraren achtten het noodzakelijk zich bezorgd over den jongen te maken, doch niet zoodra waren die studiejaren achter den rug, of Sylvain kwam bij zijn vader in de leer en had maar één wensch: een goed acteur te worden. De eerste tooneeljaren zijn voor niemand gemakkelijk, ook niet voor den jongeman Poons, die zich aanvankelijk slechts figu rantenrollen zag toebedeeld. Hij hield ech ter vol en zag verder in de toekomst. Zijn loopbaan begon in denzelfden schouwburg, waarin Poons binnenkort zijn 25-jarig ju bileum hoopt te vieren. Amsterdam heeft hem altijd getrokken en Poons behoort als acteur ook bij deze stad, waarin zoovele goede tooneelspelers en -speelsters hun loopbaan aanvingen. Later ging Poons naar den Hollandschen Schouwburg, waarin wijlen Bart Kreeft successen oogstte. Hij kwam onder directie van Pauwels en Kreeft en ging hier snel vooruit. Zijn verborgen tooneeltalent werd opgemerkt en spoedig kreeg hij groote rol len uit het hoofd te leeren, waarmee de acteur niet de minste moeite had. Toen 1914 den "oorlog bracht, ging Poons naar het leger. Den tijd, waarin Poons als soldaat dienst deed, zal velen, die mét hem dienst deden, lang bijblijven. Poons was een goed kameraad en de „nar van het re giment". Lachend vertelt Poons zelf wel eens: „Men wilde mij voor officier oplei den, doch voor die eer bedankte ik, omdat ik bang was door mijn malligheid mijn sol daten aan het lachen te maken In 1918, tegen het einde der Mobilisatie, kwam Poons bij het ensemble van Heyer- mans. Hier oogstte hij successen in „De Generale Repetitie van een Kostbaar Leven". Verder speelde hij in „Op Hoop van Zegen". Toen ging Poons naar Rotter dam en kwam bij de Rotterdamsche artist en terecht. Toen ging Poons op tournee en na dit tournee kwam hij terecht bij de operette en de revue, waaraan hij thans nog ver bonden is. Hij speelde weer in Amsterdam, o.a. met de Bree. Toen kwam hij bij wijlen Nap de la Mar, den beste regisseur op het gebied der operette en revue. Samen met de la Mar heeft Poons zijn publiek heel wat tranen (van het lachen) doen vergie ten! Poons ging, na de la Mar's dood, weer op reis. Hij had een eigen gezelschap ge vormd, doch voor niet lang, want in 1931 zoch hij de revue weer op. Hij speelde in Amsterdam in Meyer Hamei's revues en het was in dien tijd, dat vain Poons' creaties in „De Jantjes", „Bleeke Bet", „De Familie van mijn Vrouw" en „De Big van het Regiment" zijn overbe kend. In 1934 ondernam Poons een reis naar de Oost. Hij trad er op en met veel succes. Na zijn terugkeer in Holland kwam hij weer bij Meyer Hamel. En speelde intusschen een rol in de film „Oranje Hein". Zoowel op het tooneel als op de rolprent is Poons een „succesnummer". Hij is en blijft een acteur, die in den loop van 25 jaren is uitgegroeid tot een van onze beste komieken, een tooneelkunstenaar met een „zelfkantje", dat als uniek gekwalificeerd mag worden, een niet-alledaagsch artist, wien het gegund is zijn zilveren tooneel- feest op waardige wijze te vieren. En voor dit laatste zorgt Amsterdam wel! De opnamen voor „Gewilterllug zu Claudia" De weergoden zijn de U.F.A. mannen, die op Schiphol him opnamen voor de nieuwe film „Gewitterflug zu Claudia" draaiden, wel zeer gunstig geweest. Het weer was de laatste dagen van dien aard, dat men acht dagen voor deze buitenopnamen, waarvoor de zon nu eenmaal noodig is, had uitgetrok ken. Doch gisteren begunstigde een stra lende zon den arbeid, zoodat men aan één stuk door alle benoodigde opnamen kon verrichten. Het was dus nog niet zoo kwaad gezien met een flink stuk eten te begin nen. Tusschen de opnamen door was daar al heel weinig tijd voor. Het eenige jamme- re van het geval is nu, dat de Duitsche gas ten zoo kort in ons land vertoeven. Heden vertrokken zij per extra vliegtuig naar Croydon, om daar de iaatste vliegactie te verfilmen. De binnenopnamen zijn gereed, zoodat men na Croydon te hebben genomen, met het monteeren van de film een aan vang kan maken. „Gewitterflug zu Claudia" is de eerste XT F A -film van de moderne verkeersvlie- gerij. Willy Fritsch vervult hierin de rol van vlieger der Deutsche Lufthansa. Gis teren maakte hij voor het eerst van zijn leven kennis met Nederland. Nog nimmer had hij ons land bezocht, alhoewel hier toe wel plannen bestonden. Tot Maandag blijft hij hier. Vrijdag en Zaterdag zal hij te 's Gravenhage et] Rotterdam de eerste opvoeringen bijwonen van de U.F.A.-film „Zeven Oorvijgen". Zijn spel gaat thans meer den kant van karakterrollen uit, de liefde komt nu meer op den achtergrond. Wat de geluidsfilm betreft, was hij van oordeel, dat voor de beste slechts weinig dialoog noodig is. Reeds is een streven in de richting merkbaar. 'T BEGON IN PARIJS Een alleraardigste amusementsfilm, wel ke men deze week kan volgen is ,,'t Be gon in Parijs". Onderhoudend van begin tot eind, krijgt men met dit werk van Claude Binyon een uitmuntend Ameri- kaansch werk te zien, waarin Kay Denham (Claudette Colbert), een New Yorksch mode-teekenaresje na jaren lang sparen haar lang verbeid uitstapje naar Parijs kan maken, vervuld van allerlei romantische en hooggespannen illusies. Naast het prachtige spel van de sterren is het wel de zeer knappe regie en de bi- zondere kwaliteit van het draaiboek, waar aan de eerepalm voor het groot succes van ,,'t Begon in Parijs" toekomt. Welnu, de re gie was van Wesley Ruggles en het scena rio werd vervaardigd door Claude Binyon naar een verhaal van Helen Meinardi. Met eer mag verder genoemd de fotografie van Leo Tover; de truc-opnamen werden door Farciot Edouart verzorgd. De decors werden ontworpen door Hans Dreier en Eernst Fegte, de interieurs meer in het bizon der door A. E. Freudeman. De geluidsop namen werden verzorgd door Earl Hayman en Don Johnson, terwijl Boris Morros de muzikale leiding had. Travis Banton ont wierp de costuums en Otho Lovering deed de montage, terwijl D' Arcy Rutherford den regisseur als technisch adviseur terzijde stond. Wesley Ruggles was behalve regis seur ook productieleider. Deze film is voor volwassenen toelaat baar. Het oude Engeland van 1770 vraagt bü den aanvang van dit filmwerk onze aan dacht. Ergens in Norfolk, aan de Oostkust, brengt men ons naar een klein visschers- dorp op een uur tusschen licht en donker, als een taaie mist zich over land en zee heenlegt, als vage lichtjes glimpen en van verre een misthoren, of eenig ander kla gelijk geluid de stilte doorsnijdt. Het wa ter klotst tegen het bazalt en men hoort den riemslag van een roeibootje, of den roep van een visscher, die zijn koopwaar aan den man wil brengen. In een duistere zeeliedenkroeg zitten een paar halfbe schonken lieden, ruw, gehavend en hard. De waardin is van oudsher steeds zoo half en half medeplichtig aan al het kwaad, dat in zoo'n lichtloos bierhuis wordt be raamd en een jongen van ten hoogste twaalf jaar houdt zich angstig verborgen en luistert met ontzetting, naar de boos heid en de misdaad, waarover de zeelieden spreken. Die Jongen heet: Jonathan Blake en kan onmogelijk vermoeden, dat hij een rol van beteekenis zal gaan spelen in de geschiédenis van Engeland. Hij, die alleen den hardsten arbeid, de grootste ruwheid en het veelzijdigst kwaad heeft leeren ken- Tyrone Power en Madeleine Carroll In het groote filmwerk der 20th Century-Fox LLOYDS OF LONDON nen en die thans ademloos en ontsteld toe luistert naar de plannen ,om een schip, dat goud aan boord heeft, te laten kelderen en de verzekeringssom op te eischen bij Lloyds in Londen.... deze Jonathans Bla ke voelt in zich de aandrift, om zich teweer te stellen. De jongen heeft een vriendje van zijn eigen leeftijd, zij het ook uit geheel an deren kring: Horatio Nelson, en zij beslui ten, te doen wat zij kunnen, om dit kwaad te verhinderen. Maar Horatio Nelson blijkt hem niet te kunnen helpen, zijn vader en zijn oom zenden hem naar de vloot en Jo nathan loopt heelemaal alleen den langen weg naar Londen. Hij weet niet, wie of wat „Lloyds" beteekent, maar hij wil waar schuwen en het booze plan verijdelen. Evenmin heeft hij een denkbeeld van zulk een groote stad als Londen en alles ver baast hem en brengt hem in verwarring, maar hij houdt koppig vol en bereikt Lloyd's Koffiehuis. Dit was toentertijd een groot en druk bezocht koffiehuis, dat tevens schepen as sureerde. Allerlei figuren, die later wereld bekendheid hebben gekregen, en die hun stempel diep op het tijdperk hebben ge drukt, bezochten het en men kon er zoo wel den beroemden Benjamin Franklin aantreffen, als dr. Samuel Johnson. Voorts: scheepseigenaars en assuradeuren, kapi teins en hun verderen aanhang kwamen er geregeld, lieten zich laven door de hupsche i Polly, wachtten vol spanning naar nieuws, dat nopens de schepen zou binnenkomen en luisterden naar de bel, die middenin het vertrek een eereplaats innam. De bel van Lloyds of London was en is nog heden ten dage een beroemdheid. Het was de oude scheepsklok van de Lutine, het ver maarde goudschip, dat op de reede van Ter schelling is vergaan. Luidde deze klok één maal, dan was het om een ramp te mel den, luidde zij tweemalen, dan beduidde dit de behouden thuiskomst van een schip. Hier belandt dus de kleine Jonathan Blake en hfj treft er den eigenaar van Lloyds of London, John Julius Angerstein, die in de zen flinken jongen, die den verren tocht gemaakt heeft, om kwaad te -voorkomen, iets ziet. Hij neemt hem aan als jongste knechtje en leert hem, dat de taak van Lloyds belangrijker is, dan die van gewoon koopmanschap. Dat een veilige vloot een landsbelang is en dat eerlijkheid en goede trouw de fundamenten zjjn, waarop de sa menleving rusten moet, zegt Angerstein aan den gretig toeluisterenden knaap. Het maakt grooten indruk op hem en wordt hem een richtsnoer voor heel zijn verder leven. De jaren gaan voorbij. Jonathan blijft in dienst van Lloyds en de zaken breiden zich voortdurend uit. Het koffiehuis wordt bij zaak, de assurantie: hoofdzaak. De tijden worden steeds onrustiger en tenslotte barst de Fransche revolutie los. Welk een buiten gewoon groot belang is het, om het nieuw ste nieuws het eerste te weten. Berichten van den overkant van het Kanaal hebben, bij ruw weder, soms twee dagen tijd noo dig om Lloyds of London te bereiken! Jo nathan Blake, nu een der firmanten, heeft een signaalsysteem uitgedacht, om het nieuws van de Fransche kust of te kunnen seinen. Daarmee heeft hij zijn firma een onschatbaren dienst bewezen. Om gelegen heid te krijgen, deze installatie ongemerkt in Frankrijk te kunnen aanbrengen, be vindt Blake zich daar in de vermomming van een Fransch priester, wat hem moge lijk is, wijl hij uitmuntend deze taal be- heerscht. Immers: Franlfrijk komt met den dag vijandelijker tegenover Engeland te staan. Alle Engelschen moeten het land verla ten en tot deze uitgewekenen behoort ook een mooie jonge vrouw van aanzienlijke geboorte. Jonathan Blake redt haar uit de klau wen der Fransche soldaten en brengt haar ih een armzalige kleine boot veilig naar Engeland. Het getweeën doorleefde avon tuur heeft hen innig samengebracht. Blake heeft de schoone onbekende liefgekregen en vraagt haar ten huwelijk. Maar zij moet hem bekennen, reeds met een ander ge huwd te zijn. Pas eenigen tijd later er vaart hij, wie zijn reisgenóote is: Lady Eli sabeth, gade van Lord Everett Stacy, een invloedrijk man, maar eeri schurk. Harer zijds heeft Polly, die nog steeds dienster is bij Lloyds of London, Jonathan Blake liefgekregen, maar hij behandelt haar als een goede vriendin, voor wie hij geen die pere gevoelens koestert. Het werk vordert Jonathan's aandacht ten volle op. Lloyds of London groeit staag in macht en kracht, ook al zijn de tijden gevaarlijker dan ooit en vallen de Fran- schen elk Engelsch schip met genadeloos heid aan. Lord Everett Stacy is zijn doods vijand geworden, die poogt, hem te scha den, waar hij kan. En terwijl Napoleon steeds machtiger wordt, lijdt Lloyds steeds nijpender verliezen. Zóó benauwend wordt dit, dat velen wen sch en, dat bijzondere maatregelen zullen worden genomen. Men wil naar de Re geering gaan (en ook de thans zeer oude Angerstein deelt dit inzicht) en eischen, dat schepen van Nelson's vloot de Britsche koopvaarders zullen beschermen. Tegen deze algemeenen wensch, vindt men de klemmende overtuiging van Jonathan Bla ke, die zegt, dat men Nelson's vloot niet mag verzwakken, want dat dan het gevaar zeer groot wordt, dat Napoleon ook den En gelschen troon zal veroveren, zooals reeds half Europa in zijn macht is. Verlies op verlies wordt geleden, maar Lloyds blijft uitbetalen, dank zij de on verzettelijke wilskracht van Blake, dit in dit conflict tusschen koopmanschap en va derlandsliefde, het ideëele boven het ma- terieele verkozen heef. Middelerwijl ondervindt hij steeds de venijnigste aanvallen van Stacy, die voor een groote som gelds erin heeft toegestemd, van zijn vrouw te scheiden. Onder deze om standigheden verbruikt Jonathan Blake zijn wilskracht en werk hij dag en nacht. Inmiddels vindt de slag bij Trafalgar plaats, waarbij Nelson het leven laat. De twee jeugdvrienden, die levenslang dezelfde nobele inzichten hadden jegens him va derland, hebben elkander nimmer terug gezien. Juist als alles zich ten beste wenden zal, schiet Stacy vanuit een verborgen schuil hoek op Jonathan Blake, die Nelson's laat- sten gang uit een venster van zijn woning aanschouwt. Want hoewel gewond, is hij niet doodelijk getroffen en als de film sluit, mag men hopen op een toekomst, waarin hij de zwaarste uren zijns levens achter zich gelaten heeft. De groote film der 20th Century-Fox Film Corporation „Lloyds of London" is ge baseerd op de historische feiten. De daar toe benoodigde gegeven werden verstrekt door den geschiedkundige dr. William Dar ling en voorts door den historicus der fir ma Lloyds zelf, waarvoor een woord van dank moet worden uitgesproken. OP HOOP VAN ZEGEN Kniertje leeit voort Mevr. Esther de Boer-van Rijk is ge storven, betreurd door gansch het volk, dat in tooneelspeel- en filmkunst zoo lange jaren van haar groote kunstenaars gaven heeft mogen genieten. Esther de Boer-van Rijk is dood, doch zij leeft bij ons allen voort in de rol van Kniertje in „Op Hoop van Zegen." Ter eere harer nagedachtenis is deze in- drukwekende film weer op het repertoire gezet. En met haar zullen we in deze film ook Willem Hunsche, die haar voor ging te rugzien. De tooneelspeelkunst is niet langer een kunst die met den dood ophoudt. Kennen wij hen, die lang voor onzen tijd eens groot waren op de planken, slechts van de overlevering, die na kunnen zien zoo als wij ze zagen, kunnen hooren spreken met dezelfde stem die ons zoo bekend is. Als dat het eenige was, wat de film ons heeft gegeven, dan zou het reeds veel zijn, reeds tot dankbaarheid moeten stemmen. Of is het niet iets geweldigs, dat we, nog geen veertien dagen na haar dood, Esther de Boervan Rijk andermaal le vend voor ons zien in haar glansrol Kniertje en dat wij dan tevens nogmaals de zoo raak getypeerde Simon van den reeds langer van ons heengeganen Wil lem Hunsche mogen bewonderen? Wij behoeven over deze film weinig meer te zegen; vrijwel iedereen heeft haar gezien en iedereen zal haar nu opnieuw willen zien, om de herinnering levendig te houden aan de zielige Kniertje van een groote kunstenares. Zeker, het stuk dat Heyermans schreef past, dank zij voor een goed deel dat stuk zelf, niet meer op onzen tijd de toe standen zijn, Goddank, veel verbeterd, maar dat neemt niet weg, dat het nog niets van zijn dramatische kracht heeft verloren en nog in lange jaren niet ver liezen zal. Een werk, dat zóó krachtig heeft mee geholpen aan het wegruimen van wat er rot was in de maatschappij is waard te blijven leven en dubbel waard, wanneer het kan blijven leven in haar, die de voor naamste rol creëerde onder regie van den schrijver zelf. Wie weet voor hoelang, na deze week, de film „Op Hoop van Zegen" weer zal worden weggeborgen. Wie nog eenmaal Kniertje wil zien, verzuime de nu gebo den gelegenheid niet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 10