Inkwartiering te Borculo.
Om een Kind
3)e £eictocHe 6ou4cmt
In 't Gooi is Zaterdag de Ronde van Hilversum gehouden.
De nieuwelingen onderweg op het parcours
De Rotonde te Weenen. het kolossale gebouw, waar in sinds vele jaren de
Weensche Jaarbeurs werd gehouden, is bijna geheel door brand verwoest.
De Rotonde een prooi der vlammen
Te Arnhem werd Zondag de internationale rugbywedstrijd Nederland West
Duitsehland gespeeld, waarvan hierboven een interessant snapshot
Om de hongerige magen dèr militairen, die aan de leger-manoeuvres deelnemen, te^vullen, zijn
heel wat brooden noodig. Een kijkje in de bakkerij te Rotterdam, waar de .kuchies' gebakken
worden
In verband met de groote leger-manoeuvres in den Achterhoek moesten
Zaterdag In Borculo niet minder dan 1300 manschappen worden ingekwar-
tierd, hetgeen natuurlijk de nOodige bedrijvigheid met zich mede bracht
Prot. dr. J. M. Baart de la Faille,
buitengewoon hoogleeraar aan de
Utrechtsche Universiteit, zal op 25
September a.s. wegens het bereiken
van den 70-jarigen leeftijd gehuldigd
worden
Brieven van huis. De auto, die de
dagelijksche post voor de militairen,
die aan de groote manoeuvres in den
Achterhoek deelnemen, verzorgt, wordt
steeds met vreugde begroet
FEUILLETON
ROMAN VAN NORBERT GAR AI.
28)
„Afpersing? Alsof mij daar nog wat aan
gelegen zou zijn! Maar het heeft geen nut.
Ze zouden natuurlijk zoo spoedig mogelijk
de beenen nemen en mij vanuit het bui
tenland denuncieeren. In dat geval zou ik
geen dag langer in Engeland kunnen blij
ven."
In een haar zelf nog onverklaarbare, door
de opwinding, waarin zij verkeert nog toe
nemende gevoeligheid beseft Nicolle, hoe
zwaar deze man ondanks het masker van
onverschilligheid, waarachter hij zich ver
schuilt, met zijn verleden te kampen heeft.
Het wekt haar medelijden op
„Ik wil u helpen", zegt zij, plotseling een
besluit nemend.
„Wat? u wilt mij helpen? U verbeeldt
zich nogal zoo wat. Brengt u eerst nog
maar eens een jaartje op de schoolbanken
door. Als ik te helpen was, zou ik mezelf
allang hebben geholpen."
Nicolle springt overeind. In haar donke
re oogen, die hem onvervaard aankijken,
ligt een ijzeren wil.
„U zult toch niet zoo laf zijn den strijd
om uw goed recht op te geven? Als u in
derdaad onschuldig bent, moet u er alles
op zetten om u van den smaad, welke op
u rust, te bevrijden. Dat bent u aan uw
kind verplicht!"
„Tegenover mijn kind heb ik slechts één
plicht: te verdwijnen. Zoo spoedig moge
lijk te verdwijnen"»
Hij staart met legen blik aan Nicolle
voorbij.
„Ach, weet u, daar in Australië.is het
me niet altijd even gemakkelijk gevallen
over al die dingen heen te komen. Wat
moet Maud met een vader beginnen, die
zich het drinken heeft aangewend? Ja, miss
Osborn, ik ben aan de drank geraakt. Ik
heb weliswaar gezworen, zoolang ik in En
geland ben geen druppel alcohol...."
Er speelt een pijnlijk glimlachje om zijn
lippen.
„Het spijt me, dat ik het bekennen moet,
miss OsbornHet gelukt me niet. Ver
draaid nog an toe. Het gelukt me niet.
De jonge medicus, die zijn eersten patiënt
behandelt, de jonge advocaat, die zijn eer
sten cliënt vertegenwoordigt, de jonge on-
derwijzer, die zijn eersten leerling onder
richt, zij allen bezitten nog het onderne
mende, offervaardige optimisme van den
naar daden hunkerenden mensch. Blind
voor elke teleurstelling, storten zij zich op
hun eerste taak
Aanvankelijk verwonderd, daarna gein-
teresseerd en ten slotte zijn geduld verlie
zend, verweert Coverley zich tegen de ar
gumenten, welke Nincolle met een haar
zelf verrassende eloquentie te berde brengt.
Een mensch moet niet direct alle con
trole over zichzelf verliezen, houdt zij hem
voor. Dat zou wel een heel gemakkelijke
oplossing zijn om te verdwijnen en zich dan
niet meer te laten zien. Maar het zou te
vens zijn moreelen ondergang beteekenen!
Waarom is hij aan de drank verslaafd ge
raakt? Omdat hij geen bepaald doel voor
oogen had, geen taak
Hoe vaak heeft Nicolle vroeger al niet
in het Adviesbureau voor Vrouwen met ge
lijkluidende woorden een mensch voor den
ondergang trachten te bewaren? En op de
haar eigen openhartige manier vraagt zij
ronduit, hoe mr. Coverley zich dat eigen
lijk voorstelt? Of hij zijn plicht tegenover
het kind daarmee acht afgedaan, dat hij het
een, uit een financieel oogpunt onbezorg
de toekomst verzekert? Of hij dan in 't ge
heel geen rekening houdt met het moreele
nadeel, die hij zijn kind berokent, als het
vandaag of morgen verneemt, dat haar va
der een door de politie gezochte misdadiger
is? Zijn beter ik ou eenvoudig weg op te
geven, onverschillig in zijn lot te berusten,
voor altijd als verrader van fabrieksgehei
men te worden aangezien, dat ware om
geen harder woord te gebruiken eenvou
dig onverantwoordelijk.
Aanvankelijk heeft Coverley voor Nicol-
le's dringend betoog niet meer over dan een
ijzig stil zwijgen en een spottenden blik.
Maar langzamerhand onzeker wordend,
merkt hij ten slotte bruusk op, dat hij nie
mand het recht geeft zich met zijn zaken
te bemoeien.
Edoch ook zijn grofheid baat hem niets.
Nicolle laat niet los en ten slotte dringt
het tot hem door, dat dit jonge meisje,
dat hij zooeven nog weliswaar aardig en
aantrekkelijk, maar overigens vrij onbetee-
kenend vond, zichzelf tot verdedigster van
zijn zaak heeft gemaakt en deze zelfs tegen
hem behartigt met alle energie van de
strijdlustige jeugd.
Hij doet een laatste poging tot een eer-
vollen aftocht door een blik op zijn hor
loge te werpen en Nicolle aan haar vader
te herinneren. Zij kunnen den ouden heer
niet zoo lang laten wachten.
Maar Nicolle grijpt deze gelegenheid
slechts aan om er met nadruk op te wij
zen, dat haar vader in geen geval aan het
gevaar mag worden bloot gesteld door deze
affaire in onaangenamheden te geraken.
„Als het uitkomt, wie u in werkelijkheid
bent, zou mijn vader onder verdenking van
medeplichtigheid kunnen komen...."
„En u dan?" vraagt Coverley.
„Zoolang buiten ons niemand weet, dat
het mij bekend was,, wie mr. Mitchell is,
zoolang zal niemand mij kunnen beschul
digen".
„En uw geweten?" vraagt hij spottend.
„Ik heb het gevoel, dat de justitioneele
machinerie u ten onrechte gevat en vernie
tigd heeft. Ik houd het voor mijn plicht u
te helpen."
En om haar woorden him wellicht wat
al te plechtig karakter te ontnemen, laat
zij er op overdreven zakelijken toon op
volgen: „U moet mij nu eerst eens alles
nauwkeurig vertellen! Wie was de man,
die in de heide bij Kensington vermoord
is gevonden? Wie was de moordenaar...?"
„M'n hemel, miss Osborn", zegt Cover
ley radeloos, „u staat op het punt een ge-
geweldige domheid te begaan. U mengt
zich in dingen, die buitengewoon gevaar
lijk voor u kunnen worden. Waarom doet u
dat?"
En Nicolle moet aan een oude Chinee-
sche spreuk denken, die zij eens in de wer
ken van Li-tai-po heeft gelezen: Dat is nu
eenmaal het noodlot, dat men tegen den
eenen mensch slecht moet zijn en goed
voor den anderen.
Het noodlot.
„Vertellenbromt Coverley, terwijl
hij ontstemd de kamer op een neer loopt.
„U vertellen? Wat begrijpt u van het le
ven? U bent nog veel te jong!"
„Desondanks vertrouwt u mij uw kind
toe. Ik meen toch, dat u...."
„Ja, 't is goed", valt hij haar met een
afwerende handbeweging in de rede, om
dan plotseling voor haar stil te staan en
haar met een spottend lachje toe te voe
gen: „U zoudt u toch leelijk de vingers
branden." En bijna steunend laat hij er op
volgen: „Er is immers al een mensch aan
deze geschiedenis ten gronde gegaan. Mijn
vrouw! Zij heeft zich opgeofferd, omdat ze
mij lief had en omdat ons kindZijn
handen ballen zich tot vuisten. „En Jimmy
is omgekomen. Hij was m'n vriend, een
man, die door dik en dun ging met me. M'n
vriend.
Bijna vijandig staart hij Nicolle aan.
„Maar uVerduiveld wat hebt u
met deze zaak te maken?"
„Ik heb met u te doen", zegt Nicolle rus
tig.
„Wat? U, met mij? U bent niet goed wijs.
Ik bezit in Australië land, geld en men-
schen in overvloed. En vrienden? Aan el-
ken vinger tien, als ik dat wil. En u zoudt
met me te doen hebben? Laat u zich toch
niet uitlachen!"
„En toch bent u daar in Australië, te
midden van al uw rijkdom en vrienden aan
de drank geraakt!" zegt Nicolle geduldig
en vriendelijk, alsof zij tot een zieke
spreekt.
Hij krimpt ineen, alsof iemand hem in
het gezicht heeft geslagen, maar na een
oogenblik hervat hij zijn gejaagde wande
ling door het vertrek. Nicolle wacht rus
tig zijn antwoord af. Eindelijk schijnt hij
wat kalmer te zijn geworden, want plot
seling laat hij zich languit in een fauteuil
vallen, vouwt de armen achter het hoofd
tezamen en onafgebroken naar het pla
fond starend, begint hij te vertellen.
(Wordt vervolgd), j