Op het „gevechtsterrein"
Om een Kind
3)e Êcicbche6ou4omt
De pantserauto's hadden een groot aandeel in de krijgsverrichtingen tijdens
de manoeuvres welke Vrijdag in de omgeving van Doesburg en Aalten
werden aehouden
Z. D. H. Prins Aschwin heelt Vrijdag, evenals de Koninklijke Familie, de
egeroeteningen in den Achterhoek bijgewoond. De Prins in gesprek met
den hem toegevoegden 1sten luitenant A. J. F. M, Egten van Wissekerke
Daar het wegdek der opritten van de nieuwe Waalbrug
te Nijmegen door gladheid gevaar voor het verkeer op- De afgravingen aan den rechter Maasoever te Rotterdam voor den tunnel-
Svert, wordt de cementen bovenlaag met zoutzuur bewerkt, bouw zijn in vollen gang. Een kijkje op de werkzaamheden
waardoor een stroef wegdek ontstaat
De heer F. J. M. van Ogtrop is be
noemd tot voorzitter der Vereeniging
voor den Effectenhandel
Vliegbooten der Royal Air Force zijn
uit Engeland vertrokken naar de Mid-
dellandsche Zee om deel te nemen
aan de anti-zeeroverij-campagne. Boven
de piloten begeven zich in booten op
weg naar hun machines; onder: de
start van een der vliegbooten
FEUILLETON
ROMAN VAN NORBERT GARAI.
27)
Mr. Mitchell weet land en volk zoo inte
ressant te schetsen, dat Nicolle gefascineerd
luistert. Nog weet zij niet, of zij zichzelf
reeds als zijn secretaresse kan beschou
wen, maar in ieder geval is de tijd, welke
zij hier doorbrengt, niet verloren. Mr. Mit
chell is ongetwijfeld een zeer interessan
te persoonlijkheid. Voor de eerste maal
voelt ze, hoe weinig zij zichzelf kent. Zij
heeft steeds gedacht een zeer nuchter en
zakelijk mensch te zijn, gespeend van alle
zin voor romantiek, maar nu moet zij toch
toegeven, dat de ietwat geheimzinnige at
mosfeer, die dezen Amerikaan omgeeft,
iets van zucht naar avontuur in haar wak
ker roept.
Mr. Mitchell verzoekt Nicolle hem naar
zijn kamer te volgen, waar hij haar van
haar werkzaamheden op de hoogte kan stel
len.
De lift brengt hen beiden naar de eerste
étage. Zwijgend loopen zij door de lange
gang tot de Amerikaan blijft staan voor
een kamerdeur, welke het nummer 57
draagt.
„Gaat u binnen, miss Osborn!"
Hfj opent de dubbele deur, volgt Nicol
le in de lichte, groote salon, biedt haar
met een hoffelijk gebaar een stoel aan,
wacht tot zij heeft plaats genomen en laat
zich daarna zelf bij het raam in een fau
teuil vallen.
Met een starren blik staart hij voor zich
uit, zonder een woord te spreken. Er
heerscht een haast beklemmend zwijgen in
het vertrek.
Nicolle weet niet, wat zij moet denken
van dezen Amerikaan, wiens merkwaardig
gedrag haar meer en meer verontrust. On
beweeglijk zit hij in zijn fauteuil. Het diep
gebruinde gelaat steekt in profiel scherp
tegen het hooge venster af en maakt den
indruk van eenzame verlatenheid.
Met een onverwachte beweging, alsof hij
plotseling tot de werkelijkheid terugkeert,
wendt hij zich tot Nicolle. De smalle lij
nen om de mondhoeken verdiepen zich tot
een harde, cynische plooi.
„Gordon heeft zich aan het smokkelen
van deviezen schuldig gemaakt. Wat zegt
u daarvan?" vraagt hij met de geste van
een speler, die een groote troef op tafel
werpt. „Gordon en die andere brave vriend,
Reeves. Eén wenk aan de politie en beiden
zitten vandaag nog achter slot en gren
del."
Hij spreekt nu zuiver Engelsohe zonder
het Amerikaansche slang.
„Dat is een mooi zaakje, wat?"
Stom verbaasd staart Nicolle hem aan.
Wat was dat? Heeft zij goed verstaan? Gor
don? Wat heeft hij met Gordon te ma
ken?
„Ach, dat is waar ook", zegt hij glim
lachend en het ontgaat Nicolle niet, dat zijn
lichte oogen nu plotseling een goedige uit
drukking hebben. „U weet immers nog
niet.Tja, maar' als rechtsgeleerde had
u toch eigenlijk direct moeten combinee
ren, dat mr. Mitchell niemand anders is
dan de gezochte Conrad Coverley.
Nicolle vermag geen woord over de lip
pen te brengen. Deze verrassing is zoo on
verwacht gekomen, dat zij nog niet in
staat is behoorlijk te denken. Instinctief
maakt zij een beweging, alsof zij wil op
staan.
„Maar miss Osborn", hoort zij hem zeg
gen, rustig, zonder eenige opwinding.
„Loopt u nu niet weg! Waarom wilt u zich
uit de voeten maken? Als u beslist de uit
geloofde belooning wilt verdienen, maakt
u dan hier gebruik van de telefoon. Alstu
blieft belt u de politie maar gerust op!"
Hij staat op, legt beide handen op haar
schouders en zegt op vaderlijken toon:
„Kom, kom, meisje, niet zoo gauw van
streek raken. U bent zoo bleek geworden
ineens.... U zult u toch wel kunnen be-
heerschen als het noodig is, wat?"
De blik van zijn g.ijze oogen is zoo
dwingend en boort zich zoo diep in de hare,
dat zij zich geheel aan hem voelt overge
leverd.
„U u bent Coverley?" stamelde zij.
„Om 's hemels wil, weet u dan niet, dat
u door de politie wordt gezocht?"
„O, ik wordt al een paar jaren achter
volgd", antwoordt hij met een sarcastisch
lachje, terwijl hij zijn handen van haar
schouders laat glijden. „Tot dusver echter
zonder resultaat, zooals u ziet. Ik versta
de kunst me onzichtbaar te maken...."
Eerst nu slaagt Nicolle er in zich over
dit alles een meening te vormen en als de
geheele situatie goed tot haar doordringt,
legt zij plotseling alle verlegenheid af.
„Wat heeft dat allemaal te beteekenen?"
vraagt zij woed,end. „Hoe durft u mijn va
der zoo te bedriegen? Waarom hebt u hem
gezegd, dat u een secretaresse zoekt? Waar
om hebt u mij hier heen gelokt?"
Hij staat nu vlak voor haar, de beenen
ver uiteen, zijn handen diep in de zakken
van zijn colbert.
„Mijn kind bevindt zich bij u. Die Gor
don, die het door leugens en een meineed
zoover heeft waten te brengen, dat er een
bevel tot inhechtenisneming tegen mij is
uitgevaardigd, misbruikt mijn kind als lok
aas. Het is er hem slechts om te doen mij
te paken te krijgen en in de gevangenis te
brengen. Maar ditmaal vergist hij zich, de
schurk. Hij zelf zal binnekort veilig achter
de tralies zitten. En mijn kind
Hij spreekt nu op merkwaardig grimmi-
gen toon, kort aangebonden, alsof hij be
velen uitdeelt. „Mijn kind zal bij u blij
ven. Ik zal u rijk maken. U zult trouwen.
Uw verloofde zal binnekort een groot man
zijn en dan zult u gelegenheid hebben uw
erkentelijkheid te toonen door goed voor
mijn kind te zijn".
Nicolle is voorloopig niet in staat een
woord uit te brengen. Ze moet dit alles
eerst even verwerken. Wat die man haar
daar vertelt, klinkt werkelijk al te fantas
tisch. Het is bijna grotesk! Een sinds ja
ren gezochte misdadiger leidt de politie om
den tuin, laat zich echter niet vangen,
maar wreekt zich op den man, die zijn ach
tervolging heeft bewerkstelligd door dezen
zelf in de gevangenis te brengen. Een al
lerzotste constellatie! Een misdadiger....
MisdadigerHij zelf zegt, dat hij on
schuldig is. Misschien spreekt hij de waar
heid.
„Als u werkelijk onschuldig bent", zegt
zij haastig, „dan moet u zich met de auto
riteiten in verbinding stellen en een nieuw
onderzoek aanvragen. Als er reden is om
aan de geloofwaardigheid der getuigen te
twijfelen, kan een zaak opnieuw worden
onderzocht. En dat is toch het geval, als
Gordon zich aan een of andere onwettige
handelingen heeft schuldig gemaakt?"
Spottend glimlachend kijkt hij haar aan.
„Juffrouw Justitia, voorloopig bent u nog
geen ideale adviseuse. Een nieuw onder
zoek? Hoe wou u dat klaar spelen? Ik heb
toch geen enkel middel om dat illustre
tweetal te dwingen hun meineed van des
tijds te erkennen? Ik bezit geen enkel be
wijs, niets...."
En als Nicolle zwijgt, vervolgt hij grim
mig:
„Alles onzin! Nee, dan zijn de wetten zoo
als die in het Australische oerwoud heer-
schen, veel eenvoudiger en rechtvaardiger.
Ik zal de beide schurken niet direct in de
gevangenis helpen maar hun een wenk ge
ven, zoodat ze tijd zullen hebben, om En
geland te verlaten. En dan hoop ik ergens
in het buitenland met hen af te rekenen.
Ik zal hen opjagen, zooals ze mij opge
jaagd hebben!"
„Maar dat is immers dwaasheid" protes
teerde Nicolle. „Als u werkelijk onschul
dig bent, moet er toch een mogelijkheid zijn
om dat te bewijzen!"
„Ach breekt u zich daarover maar niet
het hoofd!" zegt hy op een zoo schoolmees
terachtige toon, dat zij zich even gekrenkt
voelt. „Ik hoor heusch ook niet tot de
domsten. Gelooft u maar gerust, dat ik
ook al eens hier en daar geinformeerd heb.
Ik zou b.v. die beide heerschappen kunnen
opzoeken en hen, onder bedreiging een
aanklacht wegens deviezensmokkeleray te
gen hen te zullen indienen, kunnen dwin
gen om hun vroeger afgelegde verklarin
gen
„Dat zou afpersing zijn", valt Nicolle
hem in de rede. „Dat moet u in geen ge
val doen!"
(Wordt vervolgd).