De groote problemen voor
den V.B. Raad.
SHAWLS
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
De commissie van 23 herleeft.
ZUIVER WOLLEN
Fl. 1.10
28ste Jaargang
VRIJDAG 17 SEPTEMBER 1937
No. 8830
DE ABONNEMENTSPRIJS
bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per weekt 2.50 per kwartaal
Bij onz Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT t
Gewone Advertentlën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
Parlementair stelsel en
vorm van Staatsbestuur
De Hoofdredactie der Leidsche Courant
was zoo vriendelijk mij haar sympathiek
artikel van 13 September toe te zenden,
waarvoor hartelijk dank.
Dat zij mijn bedoeling het laatste jaar
niet altijd ten volle heeft begrepen, ver
wondert mij niet. Zij is heusch de eenige
niet.
Het kost nu eenmaal heel wat moeite een
nieuw denkbeeld „er in" te krijgen. Daar
voor is noodig, dat men telkens opnieuw
er de aandacht voor vraagt, gelijk ik dan
ook deed, sedert ik het in mijn Utrechtsche
rede van 23 September 1.1. voor het eerst
lanceerde.
Ik gaf toen duidelijk als mijn meening
te kennen, dat, ongeacht den uit
slag der verkiezingen er moest ko
men een Christelijk Kabinet, steun aan
vaardend en steun zoekend niet bij van te
voren aangeduide groepen, met uitsluiting
van de andere, maar bij allen, die blijk
zouden geven het Christelijk Kabinet te
willen steunen, hetgeen zou moeten wor
den afgewacht. Dat voorts mij voor oogen
stond een Christelijk Kabinet-Colijn was
voor den goeden verstaander duidelijk.
Welnu^iet door mij gewenscht Kabinet
is er, en een overleg gelijk vroeger
met sommige Kamerfracties heeft niet
plaats gehad. Op den dag van heden is nog
niet het Regeerings-program ter kennis'van
sommige Kamerfracties gebracht namens
den kabinetsformateur. Pas uit de Troon
rede zal het blijken.
Van groot belang is het nu, dat men de
situatie niet ga vertroebelen, door wijl
het parlementaire stelsel nu eenmaal een
officieele meerderheid en een officieele
minderheid vraagt straks weer te gaan
spreken van een meerderheids-, een
rechts-, een parlementair- of een coalitie-
Kabinet.
Neen, men spreke van een Christelijk
Kabinet zonder meer, en wachte af, hoe
het Parlement in zijn geheel daarop
reageert.
Van groot belang acht ik het, dat juist
onder principieele leiding van een Christe
lijk Kabinet onze binnenlandsche politiek
te midden van de geweldige gisting in
gansch de wereld op staatkundig terrein,
zich vrij kunne ontwikkelen en niet ge
stoord worde door bepaalde constructies,
aan het parlementaire stelsel ontleend.
Waarom dat sommigen beangstigt?
Omdat zij blijkbaar identiek achten den
vorm van Staatsbestuur, onze constitutio-
neele Monarchie en het parlementaire stel
sel, hetgeen ten eenenmale niet het geval is.
Ziedaar de misvatting.
Men onthoude toch dit: als straks een an
dere figuur dan die, welke met het „parle
mentaire stelsel" wordt aangeduid, tot ont
wikkeling zou komen, zou dat de Monar
chie, zou dat ons Parlement ten eenenmale
onberoerd laten.
Wil men de proef op de som: wie de
Grondwet ter hand neemt, zal zien, dat
daarin de vorm voor ons Staatsbestuur,
onze constitutioneele monarchie, is neer
gelegd en uitgewerkt, maar zal ook ont
waren, dat voor al hetgeen onder het par
lementaire stelsel wordt verstaan, in die
Grondwet met geen woord wordt gerept.
Willen we dus elkaar begrijpen, dan zal
o.a. van bovenstaande misvatting men zich
hebben te onthouden. Maar ook dan blijft
er nog wel een en ander te bepraten
over.
A. VAN WIJNBERGEN.
Utrecht, 16 September 1937.
Den hooggeachten inzender danken wij
voor de nadere verklaring van den stand
punt, die hij ons heeft willen geven.
Hij veroorlove ons echter allereerst de
opmerking, dat het niet-begrepen-worden
in dit geval niet moet worden toegeschre
ven aan het nieuwe van het denkbeeld,
dat door hem wordt gepropageerd, maar in
de min of meer vage omkleed ing, waarin
hij nu en dan zijn denkbeeld tot uitdruk
king brengt.
Vaag is de heer Van Wijnbergen vol
strekt n i e t in zijn streven naar een
Christelijk Kabinet. Wat hij in dit opzicht
denkt en wenscht, is heel duidelijk.
Maar vaag is w e 1 o.a., wat hij schreef in
zijn jongste artikel in de „Maasbode" en
waarop wij in ons artikel van 13 September
reageerden:
Nu zal ik niet beweren, dat het par
lementaire stelsel, met zijn voor- doch
stellig ook nadeelen, behoort te wor
den prijsgegeven en afgestaan aan de
historie, doch het komt mij voor, dat
het niet wel zich verdraagt met den
ernst der tijden, die wij doorleven,
daarover thans te blijven discussieeren.
Hiermecie kan bedoeld zijn: 't Is niet van
zoo groot belang, of wij het parlementaire
stelsel behouden of dat dit stelsel wordt
vervangen door een ander stelsel, waarin
feitelijk geen sprake is van een parlement.
Hiermede kan ook bedoeld zijn: 't Is
niet van zoo groot belang, te discussieeren
over wat al dan niet wezenlijke elementen
rn of noodzakelijke consequenties zijn van
het gezond-democratische parlemen
taire stelsel, dat moet behouden blijven.
Dat laatste schijnt de heer Van Wijnber
gen te bedoelen. Hij schijnt alleen te willen
prijsgeven en afstaan aan de historie of
althans zich daartegen niet te zullen ver
zetten wat met het „parlementaire stel
sel" wordt aangeduid, het parlemen
taire stelsel, zooals dat hier en nu
bestaat. Zóó schijnen wij den oud-par
lementariër te moeten begrijpen.
Nu zijn er velen in den lande en wij
mogen verwijzen naar wat wij zelf herhaal
del ijk hebben verklaard die in de prac
tijk van het parlementaire stelsel ook wel
een en ander en ook wel.... heel veel ge
wijzigd willen zien; al staat het voor hen
onwrikbaar vast dat het een ramp zou
beteekenen, als met het badwater het kind
zou worden weggespoeld; als met de fouten
en verouderde opvattingen van het parle
mentaire stelsel dat stelsel zelf
wij bedoelen het-steïsel, waarin een vrij
gekozen en vrij werkend parlement een in
vloedrijken beteekenis heeft zou worden
overboord geworpen!
En die velen zouden_gaarne klaar zien
aangewezen den weg, welke gegaan moet
worden, om die door hen gewenschte wijzi
gingen te verkrijgen.
In het belang van de zaak, die de heer
Van Wijnbergen met zoo veel talent en toe
wijding wil dienen, moge hier de opmer
king geplaatst, dat wij in de uiteenzettingen
van en in de propaganda voor zijn „nieuw
denkbeeld" missen die klaarheid,
welke althans voor allen, die kunnen en
willen verstaan elke misvatting uitsluit,
die klaarheid, welke de bedoeling
open voor ons neerlegt.
Intusschen zullen wij onze lezers gaarne
op de hoogte houden van wat de heer Van
Wijnbergen alsnog zal zeggen of schrijven
over dit onderwerp: hoe moeten wij staan
tegenover het parlementaire stelsel in het
belang van Land en Volk, in het belang van
Kerk en Godsdienst.
SPANJE BESCHULDIGT ITALIË.
CHINA'S KLACHT NAAR COMMISSIE
VAN 23.
De Volkenbondsraad heeft in een gister
middag gehouden besloten bijeenkomst be
sloten de documenten, die de Chineesche
regeering in zake het Chineesch-Japansche
conflict aan Genève heeft voorgelegd en de
rede, welke Wellington Koo voor de As
semblee gehouden heeft, te venvijzen naar
de commissie van 23. Wellington deelde
mede, dat hij deze procedure aanvaardde,
daar hij er prijs op stelde, „rekening te
houden met hetgeen mogelijk is".
De commissie van 23.
De „Commissie van 23", waarvan in
bovenstaand bericht sprake is, werd inder
tijd op de buitengewone Volkenbondsver
gadering van 24 februari 1933 ingesteld als
een „facultatief orgaan", bestaande uit de
oude Commissie van 19 (wier bemoeiingen
tot regeling van het Japansch-Ghineesche
conflict in 193132 mislukt waren) aange
vuld met vier nieuwe leden. Het nieuwe or
gaan moest aan de Assemblee rapporten uit
brengen en voorstellen doen, „telkens wan
neer het dit dienstig oordeelt". De bedoe
ling was, door middel van deze commissie
de verdere actie der statenleden en niet-
leden van den Volkenbond zooveel mogelijk
in overeenstemming te brengen en te trach
ten, in het Verre Oosten een toestand te
doen ontstaan, welke in overeenstemming
was met de conclusies van het rapport der
Commissie van 19 .(advies, den nieuwen
staat Mandsjoekwo niet te erkennen en van
Japan te eischen dat het de Chineesche pro
vincies zou ontruimen) Deze conclusies
werd n.l. tegelijk met de instelling der
nieuwe commissie door de Assemblée aan
genomen, waarop Japan overigens ant
woordde met zijn uittreding uit den Volken
bond (27 Maart 1933).
De „aanvulling" der Commissie van 19 tot
die van 23 zou, zoo lag in de bedoeling, ge
schieden door benoeming van Nederland en
Canada, en eventueel de V. S. en de Sovjet-
Unie.
Inderdaad werd Nederland in de com
missie gekozen; Sovjet-Rusland weigerde
destijds en zoo bestond de „Commissie van
23" feitelijk uit 22 leden.
Toen op 31 Mei 1933, dus twee maanden
na dato, de Chineezen echter hun verzet op
gaven en met Japan den wapenstilstand
van Tangkoe bij Tientsin sloten, had ook
de commissie voorloopig niets meer te doen.
Zij is echter nooit opgeheven.
DE SPAANSCHE KWESTIE.
De Volkenbondsraad "is te 17 uur in open
bare zitting bijeengekomen onder voorzit
terschap van Negrin.
Toen kwam het beroep der Spaansche
regeering aan de orde.
De Spaansche vertegenwoordiger Negrin
verklaard^, dat hij dezen dag slechts zou
spreken over de onveiligheid in de Middel-
landsche Zee en later zich zou bezig houden
met de buitenlandsche inmenging in den
Spaanschen strijd.
De Spaansche minister-president zeide,
dat de torpedeeringen in de Middellandsche
Zee een gevaar voor den algemeenen vrede
beteekenen.
Andere mogendheden die er eveneens
belang bij hadden, dat aan dezen toestand
een einde zou worden gemaakt, meenden
de voorkeur te moeten geven aan een con
ferentie buiten het kader van den Volken
bond. De Spaansche regeering begreep als
ieder ander de motieven, die aan deze voor
keur ten grondslag lagen. De Spaansche
regeering moet er echter oprecht haar ver
wondering over uitspreken, en er zoo krach
tig mogelijk tegen protesteeren, dat men
de Middellandsche Zeekwesties wilde on
derzoeken en besluiten wilde nemen in een
conferentie, waarop Spanje niet vertegen
woordigd was.
Afgeziei. van deze bezwaren, aldus
Negrin, erkent de Spaansche regeering, dat
de conferentie van Nyon een aanzienlijken
vooruitgang beteekent door de beslistheid
en de snelheid, waarmede de besluiten tot
stand kwamen. De Spaansche vertegen
woordiger zeide echtei met bitterheid te
zien, hoe de Spaansche schepen, ook na de
conferentie van Nyon, zonder speciale be
scherming blijven. Een vraagstuk van zoo
groot politiek belang als de veiligheid in
de Middellandsche Zee zal nooit geregeld
worden door oplossingen van deze soort.
Negrin noodigde den raad uit de waarheid
onder de oogen te zien en zeide, dat men in
de eerste plaats de fictie van de zoogenaam
de geheimzinnige aanvallen van „onbe
kende" zijde moet terzijde schuiven. Aan
vallen in de Middellandsche Zee zijn het
werk van oorlogsschepen, die tot een be
paalden staat behooren en hun aanvallen
slechts kunnen volbrengen onder de on
middellijke verantwoordelijkheid der re
geering van dien staat.
Italië beschuldigd.
Ik herhaal het aldus vervolgde Negrin
laat ons toch niet langer de oogen ge
sloten houden voor wat duidelijk is. De
anonieme staat, welks oorlogsschepen door
middel van voortdurende aanvallen een
waren toestand van terreur in de Middel
landsche Zee trachten te scheppen, is Italië.
Dit feit is bewezen door vele en duidelijke
getuigenissen over de aanvallen op Spaan
sche schepen. Op deze getuigenissen steunt
het exposé der feiten, vervat in de nota,
die de Spaansche regeering op 21 Augustus
oen secretaris-generaal deed toekomen.
Zoolang men ons niet aantoont, dat onze
uitlegging onjuis^ is, zal niemand van ons
kunnen verlangen, dat wij maatregelen als
bevredigend aanvaarden, die daarmede geen
rekening houden.
De Spaansche regeering aldus besloot
Negrin zijn rede is er van overtuigd,
geh. ajour bewerkt,
alle moderne kleuren.
CYCLOON TEISTERT LANDS
MEER.
Enorme schade aangericht.
Pluimveehouders in groote
verlegenheid gebracht.
Uit Landsmeer wordt ons gemeld: Tij
dens de hevige slagregens van gisteravond
woedde omstreeks kwart voor zeven boven
den westelijken kanaaldijk, nabij het
Noordhollandsch kanaal, een cycloon, wel
ke den pluimveehouders enorme schade
heeft berokkend, die zelfs zoo ver gaat,
dat het voor de toch al niet rooskleurige
pluimveehouderij in dit gebied, vrijwel on
mogelijk zal zijn haar bedrijf opnieuw op
te bouwen.
De cycloon hield slechts zeer kort aan,
doch in deze luttele minuten heeft zij een
geweldige ravage aangericht. Dakpannen
werden van de boerenwoningen geslingerd,
tallooze hokken, waarin zich veel pluimvee
bevond, werden meters ver weggeworpen,
terwijl een enkel klein gebouwtje instortte.
Overal langs den dijk liggen stukken gaas
en brokken hout. Een pluimveehouder, die
gisteren nog in het bezit was van 240 jon
ge kippen, heeft er thans geen enkele meer.
Deze kippen zijn het geheele jaar door ge
voederd en zouden over eenige maanden
leg hebben. Een andere boer, die 2100 een
den en 1200 kippen bezat, heeft de grootste
moeite om deze terug te vinden. Het pluim
vee is voor een groot deel gedood. En voor
zoover het niet gedood is, zal een belangrijk
deel van den leg af zijn, indien er niet
goed voor gezorgd wordt.
Van een broedmachine werden stukken
weggeslagen, terwijl op dezelfde landerij
een schuur werd vernield.
Tallooze kippen zijn met geweldige
kracht tegen de schuren gesmakt, waarbij
zij werden gedood. Zoo is de vernieling
overal ontzettend.
Wij hebben nog even een kort onderhoud
gehad met den burgemeester van Lands
meer, onder welke gemeente het getroffen
gebied valt. Deze was zeer onder den in
druk van het gebeurde. De toestand, waar
in de pluimveehouderij voor korten tijd
verkeerde, was zeer slecht. Juist nu, op het
oogenblik, dat een kleine opleving is te be
speuren en het bedrijf eenige winst ople
vert, valt dit alles den pluimveehouders
zeer zwaar. Zij zijn finnancieel niet bij
machte aan deze verwoesting weerstand te
bieden. Wij vernamen nog, dat de schade
in de duizenden guldens loopt.
Dit nummer bestaat uit
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
dat de raad te Genève zijn oogen niet voor
de werkelijkheid zal sluiten.
De besprekingen werden daarop verdaagd
tot de volgende zitting.
GEEN SPREKERS VOOR BIJEENKOMST
VAN ASSEMBLEE.
Bij gebrek aan sprekers heeft de As
semblée gisteren niet kunnen vergaderen.
De algemeene debatten over de werkzaam
heden van den Volkenbond, welke Dinsdag
waren begonnen, zijn zoodoende onderbro
ken. Men verwacht echter, dat deze „sta
king" vandaag of morgen zal zijn geëin
digd, zoodra de vertegenwoordigers der
groote mogendheden den weg naar het
spreekgestoelte hebben gewezen. Hetzelfde
verschijnsel heeft zich trouwens ook in en
kele commissies voorgedaan.
Buitenland
De Volkenbondsraad verwijst de Chinee
sche klacht naar de Commissie van 23.
(2de blad).
Een para-militaire organisatie in Frank
rijk ontdekt. (2de blad).
Zal Oostenrijk zich aansluiten bij de as
RomeBerlijn? (2de blad).
Stalins zoon zou ontvoerd zijn. (2de blad).
Binnenland
Een cycloon te Landsmeer. (1ste blad).
De stand der Rijksmiddelen. (1ste blad).
Wijzigingen in de steun-verleening. (2de
blad).
De militaire oefeningen. Belangstel
ling van de Koninklijke Familie. (1ste
blad).
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
De Volkenbondsraad heeft zich gister
middag bezig gehouden met de Chineesche
klacht over den aanval van Japan. Besloten
werd deze aangelegenheid te verwijzen
naar de indertijd (tijdens de verovering van
Mandjoekwo door Japan in 1933) ingestelde
commissie van 23, die nog altijd niet was
opgeheven. De bedoeling van deze ver
wijzing is, ook Amerika, dat, zooals men
weet, niet in den Volkenbond is vertegen
woordigd, voor deze kwestie te interessee
ren, want Amerika zit wel in die Commissie
van 23.
De Chineesche gedelegeerde Wellington
Koo heeft met deze verwijzing genoegen
genomen.
Voorts is in den Raad gesproken over de
Spaansche kwestie. De Spaansche gedele
geerde (van de regeeringspartijNegrin
heeft er Italië openlijk van beschuldigd, dat
het die z.g. „onbekende" vrijbuiterstaat zou
zijn.
Van propagandistisch standpunt is deze
rede van Negrin natuurlijk wel van betee
kenis, maar overigens hebben wij niet veel
aan dergelijke redevoeringen. Frankrijk en
Engeland weten evenveel als Negrin weet;
zij behoeven dus niet door hem te worden
ingelicht; maar zij handhaven de fictie van
de „onbekende" buikbooten niet voor niets.
Een beslissing in deze aangelegenheid is
niet genomen.
In diplomatieke kringen te Berlijn,
wordt, naar de correspondent van de „Daily
Telegraph" aldaar meldt, groote beteeke-
bis gehecht aan het onverwachte bezoek,
dat de Oostenrijksche staatssecretaris van
buitenlandsche zaken, Guido Schmidt, de
vorige week aan Berlijn heeft gebracht, tij
dens hetwelk hij o.a. een onderhoud met
Goering heeft gehad. Ofschoon omtrent dit
bezoek groote geheimhouding is betracht,
meent de medewerker van het Britsche blad
te weten, dat dr. Schmidt ook een langdu
rige bespreking heeft gehad met den Duit-
schen staatssecretaris van buitenlandsche
zaken, von Mackensen. Men gelooft, dat het
doel van het bezoek was, nadere besprekin
gen te voeren inzake een plan, dat beoogt
de spil RomeBerlijn uit te breiden tot
Oostenrijk, Hongarije en Joego Slavië.
Voorloopig lijkt ons deze ontwikkeling
van den toestand nog te fantastisch.
DE RIJKSMIDDELEN.
Overzicht van den stand eind Augustus.
Directe belastingen: bedrag
raming 110.300.000.
Kohieren zuiver bedrag 90.290.783.02.
Zuiver bedrag kohier en voor den vori-
gen dienst tot en met dezelfde maand van
het vorige jaar f 81.628.031.66.
Overige middelen:
1/12 der raming 31.143.750.
1 Opbrengst Aug. 1937 37.120.075,15.
Opbrengst Aug. 1936 31.465.036,25.
Opbrengst eerste acht maanden 1937
j 289.952.636,87.
i Opbrengst idem 1936 235.592.528.56.