NIEUWS
STADS
DINSDAG 7 SEPTEMBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
HOE WORDT HET WEER?
IETS WARMER.
De Bilt seint:
Matige tot zwakke Westelijke tot Zuid
westelijke wind, gedeeltelijk bewolkt, wei
nig of geen regen, iets warmer.
Hoogste barometerst.: 768.6 te Zürich.
Laagste barometerst.: 734.2 te Janmayen.
De IJsland-depressie trok Oost-Noord -
oostwaarts, het centrum ligt thans tusschen
IJsland en de Noorsche kust, een nieuwe
secundaire ligt weer bewesten Ierland.' De
hoogelucntdruk hield over het vasteland
van West-Europa stand, in het Zuidwesten
van het waarnemingsgebied steeg de lucht
druk. De geheelt Noordelijke helft van het
waarnemingsgebied bevindt zich onder in
vloed van de depressie. Er waaien krach
tige plaatselijke stormachtige winden rond
het depressiecentrum. De lucht is zwaar be
wolkt tot betrokken met plaatselijk regen.
In het afgeloopen etmaal is in het Noorden
veel regen gevallen, Seydisfjord had 34,
Thorshavn 24 m.M. In het Zuidelijk deel
van het waarnemingsgebied is het meest
windstil of waaien zwakke winden, de lucht
is er licht tot half bewolkt Op IJsland en
op het Noorden van de Britsche eilanden
en in Noord-Scandinavië trad eenige afkoe
ling in, overigens steeg de temperatuur nog.
De invloed van de depressie verwij
dert zich thans van onze omgeving en
daar ook niet verwacht wordt, dat de
nieuwe secundaire haar invloed vóór
morgenavond zal doen gevoelen, is de
weersverwachting voor morgen gunstig.
De wind zal West tot Zuidwest blijven
en in kracht vermoedelijk iets afnemen.
De lucht zal gedeeltelijk bewolkt blij
ven met waarschijnlijk droog weer.
Verwacht wordt voorts dat de tempe
ratuur nog iets zal stijgen.
LUCHTTEMPERATUUR.
20.7 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.:
Van Dinsdagavond 8.06 uur tot Woens
dagmorgen 5.51 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Woensdag 8 Sept.
voorm. 5.28 uur en nam. 5.54 uur.
WATERTEMPERATUUR.
Poelmeer 19 gr. C.
De Zijl 19 gr. C.
PRINCIPIEELE DIENSTWEIGERAARS
NAAR HET EILAND ROZENBURG?
De heer Albarda heeft tot den minister
van defensie de volgende vragen gericht:
1. Is de minister bereid mede te deelen
of het waar is, dat de regeering het voorne
men heeft, dienstweigeraars, wier gewe
tensbezwaren zijn erkend volgens de wet
van 13 Juli 1923, S. 357, onder te brengen
in een kamp op het eiland Rozenburg, hen
daar te stellen onder bewaking van mili
taire politie en hen arbeid te doen ver
richten bij de versterking van dijken en
bij het gereedmaken van terreinen voor
het plaatsen van geschut?
2. Is de minister van oordeel, dat het
in de eerste vraag bedoelde voornemen
indien het bestaat kan worden uitge
voerd, zonder dat een wijziging van de wet
van 13 Juli 1923, S. 357, is voorafgegaan,
en laat dan die wet, zooals zij thans luidt,
naar het oordeel van den minister toe, den
erkenden dienstweigeraars hun vrijheid te
ontnemen, wat toch in zulk een kamp het
geval zal zijn, en hen te verplichten tot ar
beid bij het in gereedheid brengen van
standplaatsen voor geschut, welke arbeid
toch beschouwd kan worden als te zijn ge
richt op strijd met de wapenen?
3. Indien de minister voornemens is een
plan, als het in de eerste vraag bedoelde,
zonder wetswijziging uit te voeren, zullen
dan niet in de ontwerp-rijksbegrooting de
daarvoor noodige credieten worden ge
vraagd?
GEEN DIEFSTAL OP DE
JAMBOREE.
De kwestie met de levensmiddelen.
Het onderzoek, dat de Bloeraendaalsc'ne
politie heeft ingesteld'naar de herkomst van
de Jamboree-levensmiddelen, weike bij ver
scheidene bewoners van Vogelenzang en
De Zilk in beslag genomen zijn, is thans
geëindigd.
Er is niet gebleken, dat de artikelen van
diefstal afkomstig waren.
Zij zullen echter aan de Jamboree-lei
ding of aan de desbetreffende leveranciers
teruggegeven worden.
Er zal geen strafvervolging worden in
gesteld.
KLEERMAKERS VERGADERDEN.
De 18e algemeene vergadering van de
Katholieke Naaisters- en Kleermakersbond
in Groningen, Zaterdag en Zondag gehou
den, was goed bezocht en had een zeer vlot
verloop.
Wij gaven reeds een uitvoerig overzicht
van de rede van bondsvoorzitter Voorhuij-
zen.
De jaarverslagen van den secretaris-pen
ningmeester werden bij acclamatie goed
gekeurd.
Bij de bestuursverkiezing stelden de
heeren J. P. Dietz, Den Haag en J. van
Mierlo, Amsterdam, zich niet meer herkies
baar.
Herkozen werden de heeren A. F. J. Die
mei, Utrecht en N. G. Niessen, Groningen.
Gekozen werden de heeren G. H. van
Hoorn, Leiden en H. de Koster, Den
Haag.
Voor het R. K. Werkliedenverbond werd
deze vergadering bijgewoond door den heer
H. J. Kuiper, die mocht wijzen op de goede
verhoudingen tusschen het Verbond en de
aangesloten organisaties.
Vele besprekingen, aldus spr., zijn in den
laatsten tijd gehouden over de vraag wat
thans in het bijzonder gedaan moet worden.
Allereerst zal de huidige loonpolitiek in
het particuliere bedrijfsleven moeten gewij
zigd. In tal van bedrijven zijn de loonen tot
een peil gedaald, waarvan een gezin met
kinderen niet meer op redelijke wijze kan
leven. Er zijn menschen, die nooit werkloos-
heid kennen en toch hulp van derden noo-
dig hebben voor hun gezin.
Daarom bepleitten wij, dat de katholieke
ministers hebben mee te werken, zoo noodig
met rijkshulp, dat wij krijgen in de parti
culiere bedrijven kindertoeslagen, opdat de
gezinnen niet ten onder gaan.
Nog steeds worden werkloozen gesteund
naar een loonnorm, die niet redelijk is en
de katholieke minister heeft er voor te zor
gen, dat daaraan een einde komt en de
werklooze gezinsvaders niet steeds verla
gingen hebben te incasseeren en gesteund
worden op een wijze, waarvan geen gezin
is te onderhouden. De kroostrijke gezinnen
moet materieel het leven dragelijk gemaakt.
Als er één ding in Nederland niet is ge
zegeld, als er voor één aing krachtig en snel
moet gewerkt worden, dan is het voor een
afdoende ouderdomsvoorziening. Er werd
ongetwijfeld op dit terrein iets gedaan, maar
het is geheel onvoldoende en prangt te meer
nu moet gestreefd worden naar afvloeiing
uit het bedrijf op vroegere leeftijd. Ook dit
is een punt waarvoor krachtig moet ge
ijverd: dat er komen in de bedrijven pen
sioenfondsen en een afdoende ouderdoms
voorziening.
Daarnaast zal de overheid dwingend
moeten optreden, dat op elke plaats in het
bedrijfsleven, waar een man behoort te
staan, geen vrouw geplaatst wordt. Er zijn
uiteraard speciaal vrouwelijke beroepen,
maar zeker is, det er op dit gebied nog zeer
veel in de industrie kan geschieden, waar
bij men broodroof pleegt door de tewerk
stelling van vrouwelijkfc arbeidskrachten.
Het is onduldbaar dat gezinsvaders werk
loos zijn en hun plaats is ingenomen in het
bedrijf juist door wie helpsters moeten zijn
in de gezinnen
Dat alles zijn eischen waarvoor de Ka
tholieke Arbeidsbeweging opkomt, en niet
zij alleen, dat zegt óók het actie-program
der Katholieke Staatspartij: de man in het
bedrijf, de vrouw in het gezin, aldus de
heer Kuiper.
In een vlot tempo werd de begrooting
behandeld en vastgesteld.
Zondagmorgen woonden de afgevaardig-
den gezamenlijk het door den bondsadvi-
seur, kapelaan Van den Muysenbergh, op
gedragen H. Misoffer bij en naderden daar
bij ter H. Tafel.
In de voortgezette vergadering kwamen
de voorstellen der afdeelingen aan de orde.
Wij noteeren van de besluiten het volgende.
Allereerst werd besloten dat krachtig ge
streefd zal worden naar de oprichting van
een pensioenfonds in het kleedingbedrijf.
Goedgekeurd werd voorloopig voor den
tijd van twee jaai, ingaande 1 Januari a.s.
dat, bij de geboorte van een kind in het
gezin van een lid, een uitkeering zal ge
schieden van 3.
Verschillende verlangens werden bespro
ken met betrekking tot de collectieve ar
beidsovereenkomst in het maat-confectie-
bedrijf.
De nieuwe bondsadviseur, kapelaan Van
den Muysenbergh, hield een toespraak tot
de leden.
Na deze toespraak werd voortgegaan met
de behandeling van verschillende afdee-
lingsvoorstellen.
Besloten werd, dat aan de afdeelingspen-
ningmeesters uit de bondskas een tegemoet
koming zal worden gegeven voor het doen
van kas- en crisisuitkeering aan werklooze
leden van 1 pet. van het uitkeeringsbedrag.
Waar dit in sommige plaatsen den toestand
zou verslechteren, blijft de bestaande toe
stand gehandhaafd.
Besloten werd een schrijven te zenden
aan den minister van Sociale Zaken ten
einde te verkrijgen, dat de Huisarbeidswet
beter wordt toegepast ten einde den nood
toestand in het bedrijf op te heffen, althans
verbetering in de verhoudingen te brengen.
Aan den minister wordt een bespreking ge
vraagd.
Nog enkele mededeelingen werden ge
daan met betrekking tot de werkloozen kas,
waarna sluiting volgde. „Volkskrant".
PROF. H. NIERSTRASZ. t
In zijn vacantieverblijf te Wallenstadt,
(Zwitserland), is in den ouderdom van 65
jaar overleden professor dr. H. F. Nier-
strasz, hoogleeraar in de zoölogie, verge
lijkende anatomie en dieren-geographie aan
de rijksuniversiteit te Utrecht.
WEEST VOORZICHTIG!
Overtreding van de Duitsche deviezen-
bepalingen wordt streng gestraft.
De correspondent van de „N. R. Crt." te
Berlijn schrijft:
De heer P. A. F., accountant, gevestigd
en woonachtig te Enschede, heeft zich, in
een tijd, waarin zijn zaken niet naar
wensch gingen, laten verleiden om voor een
Duitsche onderneming, in wier zaken het
illegaal over de grens brengen van gelden
een rol speelde, breng- en haaldiensten te
verrichten. Hij werd op 28 Mei 1936 gear
resteerd. Dit gebeurde niet bij het illegaal
vervoer van gelden over de grens, maar
in het Duitsche binnenland, toen de heer
F. zich in overtreding bevond, omdat hij
een bedrag in marken bij zich had, welk
bedrag hem door een Duitscher was over
handigd. De heer F. gaf, daaV hij in Ne
derland zijn vaste woonplaats heeft, daar
door een gegronde reden tot zijn arresta
tie.
Nederlanders, die in Duitschland reizen,
vooral zij, die daar Duitsche vrienden of
verwanten of Nederlandsche familieleden
hebben wonen, moeten zich zeer in acht
nemen, dat zij onder geen beding gelden in
ontvangst nemen van z.g. Devisen-Inlan-
der, dat is van lieden, die hun vaste woon
plaats in Duitschland hebben, onverschillig
welke nationaliteit zij overigens mogen
hebben. Dat transacties van welken aard
ook tusschen Devisen-Inlander en Devi-
sen-Auslander ook in het Duitsche binnen
land zonder bijzondere machtiging verbo
den zijn, volgt wel logisch uit de strek
king en den inhoud der deviezenbepalin-
gen, maar er kunnen zich tal van situaties
voordoen, waarin zich partijen niet bewust
zijn, dat zij een zware overtreding begaan,
welke streng wordt vervolgd.
Nadat de heer F. gearresteerd was kwam
bij het onderzoek aan het licht, dat hij
niet alleen zonder machtiging gelden van
een Duitscher- had aangenomen, maar dat
hij bovendien, zooals gezegd, voor een
Duitschen opdrachtgever zonder verlof
sommen over de grens had gebracht. Hij
werd dus in hechtenis genomen.
Zijn familie bleef hiervan pnkundig en
werd, toen zij niets van hem hoorde, onge
rust, weshalve zijn zwager hier eens kwam
kijken, waar hij zat. Hij vervoegde zich bij
de Vermistten Zentrale, die hem naar de
geheime staatspolitie verwees, welke hem
vasthield. Na 24 uur werd hij op vrije voe
ten gesteld, omdat bleek, dat hij van de
heele geschiedenis onkundig was.
De zaak F. kwam voor het Landesge-
richt Berlin hetwelk den heer F. veroor
deelde tot acht en een half jaar tuchthuis.
Daar in de deviezenzaken geen hooger
beroep is, diende de heer F. een verzoek
om revisie in bij het Rijksgerecht te Leip
zig. Dit deelde op 16 Augustus mede, dat
dit verzoek was verworpen en dat de tijd,
gedurende welke de heer F. reeds had ge
vangen gezeten (van 28 Mei 1936 tot 16
Augustus 1937) niet in mindering zou wor
den gebracht van zijn straf (acht en een
half jaar tuchthuis).
De Duitsche opdrachtgever is eveneens
tot acht en een half jaar tuchthuis veroor
deeld.
Een Nederlandsch jongmensch, dat
slechts in opdracht van zijn chef een kas-
loopersdienst had verricht, zonder ergens
van te weten, is indertijd eveneens gear
resteerd maar door de amnestie begena
digd.
Men heeft indertijd gelezen, dat bij de
viezen ver grijpen zelfs de doodstraf kan
worden toegepast. Daarvan is ons tot dus
ver nog geen geval ter oore gekomen. De
bovenstaande veroordeeling, al gold zij
iemand, die zich bewust strafbaar maakte,
houdt nochtans een waarschuwing in ook
voor bona fida reizigers, om toch vooral
op hun hoede te zijn.
BEDRIJFSRAAD VOOR HET BOUW
BEDRIJF INGESTELD.
Bij Kon. besl. is ingesteld een bedrijfs-
raad voor het bouwbedrijf.
Tot het bouwbedrijf worden geacht te
behooren de ondernemingen of gedeelten
van ondernemingen, waarin één of meer
der volgende werkzaamheden plaats vin
den:
a. werkzaamheden, verbonden aan het
voorbereiden en uitvoeren van: het bou
wen en verbouwen, uitbreiden en onder
houden van huizen, kantoren, winkelge
bouwen, bankgebouwen, fabrieken, ma
gazijnen, pakhuizen, bergplaatsen, lood
sen, schuren, stallen, werkplaatsen, ga
rages. bakkerijen, smederijen, slagerijen,
slachthuizen, boerderijen, kerken, inrich
tingen van onderwijs, ziekenhuizen, sa
natoria, raadhuizen en andere gebouwen
voor huisvesting van de burgerlijke over
heid, gebouwen voor stichtingen, stations
gebouwen, wachtlokalen, seinhuizen,
overdekte zwem- en badinrichtingen,
kleedlokalen, gebouwen voor ontspan-
nings- en vacantiedoeleinden, kazernes,
kampementen, verenigingsgebouwen,
tribunes, schouwburgen, bioscopen, café's
en restaurants, hotels, aula's, gebouwen
voor het produceeren en de distributie
van gas en electriciteit, watertorens,
pompstations voor drinkwater, markthal
len, gebouwen voor radiodoeleinden, sta
dions, telefooncentrales, gevangenissen,
crematoria, kiosken, tentoonstellingsge
bouwen, afscheidingsmuren (schuttingen),
kortom alle steenen, houten, of betonnen
bouwwerken en getimmerten, welke tot
den z.g. hoogen bouw behooren; voorts
het werk der z.g. burgerwinkels;
b. werk van wegen, water- en spoor
wegbouwkundigen aard, voorzoover niet
vallende onder den burgerlijken- en utili
teitsbouw, met uitzondering van nat bag-
gerwerk en rijswerk.
Het aantal leden en plaatsvervangende
leden van den bedrijfsraad zal bedra
gen 16.
Gemeenteraad
(Vervolg)
24. Voorstel in zake het aangaan van
kasgeldleeningen, gedurende het 4'e kwar
taal 1937.
Goedgekeurd.
25. Voorstel tot het vaststellen van een
verordening, regelende het beroep, be
doeld in de artt. 13, 15, 17 en 18 van het
Reglement Autovervoer Personen.
De heer Hessing (S.D.A.P.) heeft
hierop de volgende amendementen inge
diend:
1. De Raad besluit art. 1 laatste alinea
te wijzigen als volgt:
Kan ieder „belanghebbende" (in de con
cept-verordening staat „degene, aan wien
het beroep toekomt"), binnen dertig dagen
na dien van verzending der desbetreffende
kennisgeving bij den Gemeenteraad in be
roep komen.
2. De Raad besluit art. 3 te wijzigen als
volgt:
Art. 3. De Gemeenteraad neemt een be
slissing binnen twee maanden (in de con
cept-verordening staat „drie maanden") na
den datum van indiening van het verzoek
schrift.
Voorts heeft hij het volgende voorstel
eraan toegevoegd:
De Raad besluit een vaste commissie
zijner leden te belasten met het uitbrengen
van een advies over de verzoekschriften
welke bij den raad worden ingediend in
gevolge de verordening regelende het be
roep, bedoeld in de artt. 13, 15, 17 en 18
van het R.A.P.
en noodigt het College van Burgemeester
en Wethouders uit hem een aanbeveling
voor de leden van deze commissie voor te
leggen.
De heer Hessing (S.D.A.P.) verdedigt
in 't kort zijn voorstel tot het instellen van
een vaste commissie. De raad is een te
groot college; een advies is noodig.
De heer Snel (S.D.A.P.) sluit zich daar
bij aan. Het heeft hem echter teleurgesteld,
dat B. en W. den raad niet eerder hebben
voorgelicht; het reglement is reeds met 1
Sept. ingevoerd. Spr. vraagt of de loonen
en arbeidsvoorwaarden van het personeel
ook aan de goedkeuring van B. en W. zijn
onderworpen.
De heer Goslinga (A.R.) vestigt de
aandacht op de Verkeerseommissie. Z.i.'is er
geen behoefte aan een nieuwe vaste com
missie.
De heer Groeneveld (S.D.A.P.)
vraagt waarom deze heele zaak niet in de
Verkeerseommissie is gebracht.
De voorzitter antwoordt, dat het
z.i. beter is, de kwestie van eeh nieuwe
commissie in handen van B. en W. te stellen
om praeadvies.
De heer H e s s i n g (S.D.A.P.) neemt daar
genoegen mee. Het is z.i. niet juist om de
Verkeerseommissie als advies-co'llege in te
schakelen, omdat in deze commissie ook
niet-raadsled en zitten.
Besloten wordt het voorstel-Hessing om
praeadvies te zenden.
De voorzitter antwoordt den heer
Snel, dat in het Reglement A.P. de ar
beidsvoorwaarden niet worden opgenoemd
als behoorende tot de elementen aan ver
gunning onderhevig. De opsomming in het
reglement is limitatief. De Verkeerseom
missie behoefde hier niet te worden ge
hoord, omdat het hier slechts betreft een
kwestie van uitvoering van een wettelijke
bepaling.
De heer Hessing (S.D.A.P.) meent,
dat B. en W. toch wel iets te zeggen hebben
omtrent de arbeidsvoorwaarden en wel
krachtens art. 3 sub e.
De heer Snel (S.D.A.P.) meent ook, dat
B. en W. wel degelijk recht hebben voor
waarden te stellen omtrent de loonen en
arbeidsvoorwaarden. Elders is dat ook reeds
geschied.
De voorzitte.r wijst erop, dat dit
punt 'eigenlijk niet aan de orde is, zoodat
hierop later kan worden teruggekomen.
De heer Hessing (S.D.A.P.) verdedigt
thans -zijn eerste amendement. Art. 1 laat
in het midden, wie recht op beroep heeft.
Zijn amendement wijst iederen belangheb
bende als rechthebber aan. De raad heeft
daartoe z.i. het recht en het is ook logisch,
dat ieder, die er belang bij heeft, in beroep
kan komen. Spr. is tot dit amendement ge
komen door de houding van B. en W. tegen
over de N.Z.H.T.M. die in beroep wilde
komen tegen de Eltax-concessie, terwijl
B. en W. meenden, dat de N.Z.H.T.M. niet
ontvankelijk was, omdat alleen de aanvra
ger in beroep kon komen.
De heer v. d. Kwaak (C.H.) meent, dat
B. en W. verschillende particuliere onder
nemingen wel eerder hadden mogen waar
schuwen.
De heer Goslinga (A.R.) is het niet
met den heer Hessing eens, dat iedere be
langhebbende beroepsrecht heeft, en wel op
grond van de beroepstermijn, van welks
verstrijken een ander dan de aanvrager
geen kennis kan krijgen.
De voorzitter vraagt zich af, of de
gemeente wel het recht heeft, om de wet
uit te leggen zooals zij wil. Z.i. is het dui
delijk, dat de raad niet kan uitmaken, wie
het beroepsrecht heeft en wie niet. Dat is
geregeld in het R.A.P. zelf. Bovendien acht
spr. het ook op zich niet juist, dat aan iede
ren concurrent gelegenheid zou moeten
worden gegeven om zijn bezwaren kenbaar
te maken bij den raad tegen een concessie
aan zijn buurman. Dat zou alleen zin heb
ben, wanneer de vestiging niet vrij zou zijn,
De heer Hessing (S.D.A.P.) wijst erop,
dat de kwestie nog lang niet beslist is.
Maar het is z.i. zaak, dat de gemeente weet,
waaraan zij toe is. Het bezwaar van den
heer Goslinga gaat niet op: ieder kan weten
door informatie bij de Rijksverkeersinspec
tie, wie een vergunning heeft gekregen.
Het amendement 1. van den heer Hessing
wordt aangenomen met 18 tegen 14 stem
men.
Vóór: de S.D.A.P. en de heeren Eikerbout,
Lombert, v. Weizen en Keij.
De heer Hessing (S.D.A.P.) verdedigt
voorts zijn tweede amendement. Een ter
mijn van drie maanden is z.i. te lang om d«
menschen op een beroep te laten wachten.
De heer Goslinga (A.R.) ziet in dit
amendement een inconsequentie in verband
met het'voorstel tot instelling van een
raadscommissie. Het hooren van een com
missie brengt altijd groote vertraging mee.
De voorzitter merkt op, dat B. en
W. ervaring van zulke zaken in commis
sies hebben. Hij stelt voor, dat de termijn
gesteld wordt op twee maanden met de mo
gelijkheid van verdaging met één maand.
De heer Groeneveld (S.D.A.P.)
meent, dat niets zóó snel werkt als een com
missie.
De v o o r z i t t e r: Ik zou u van het
tegendeel recente voorbeelden kunnen noe
men!
Het artikel woidt tenslotte z.h.st. aange
nomen in den zin van het voorstel van den
voorzitter.
26. Voorstel tot het aan het openbaar
verkeer onttrekken van het jaagpad on
der de spoorbrug over den Trekvliet in
den spoorweg' LeidenWoerden.
Goedgekeurd.
27. Voorstel:
a. tot het intrekken van het uitbrei
dingsplan, voor zooveel betreft gronden
gelegen ten noord-westen van de spoor
baan AmsterdamRotterdam en ten
Zuiden van het v.m. Psychopathenasyl
(Pesthuis)
b. tot het, overeenkomstig art. 36, 4e
lid, der Woningwet bepalen, dat de vast
stelling van een plan van uitbreiding
voor het sub a bedoelde gedeelte der ge
meente wordt voorbereid.
Hierbij komt tevens aan de orde een adres
van de firma Nieuwenhuizen.
De heer Scnüller (S.D.A.P.) vraagt
nadere inlichtingen over de gegevens in het
adres van de firma Nieuwenhuizen.
De heer v. Eek (S.D.A.P.) heeft met
groote belangstelling kennis genomen van
dit belangrijke voorstel. Het is een verheu
gend feit, dat een groot aantal Leidsche
werkloozen hier te werk gesteld zullen kun
nen worden.
Spr. vraagt of B. en W. kunnen mede-
deelen in welk stadium de plannen ver-
keeren.
De voorzitter antwoordt, dat op dit
laatste het antwoord moeilijk en onraad
zaam is. Spr. kan wel de verzekering geven,
dat een definitief plan voor de verbetering
van de spoorwegovergangen in voorberei
ding is. T.a.v. het adres van de firma Nieu
wenhuizen zegt spr. dat het onjuist is, dat
de gemeente zich langs een slinkschen weg
onttrekken wil aan gedane toezeggingen.
Ieder die grond verkrijgt, heeft er reke
ning mede te houden, dat met betrekking
tot dien grond een uitbreidingsplan kan
worden vastgesteld en dat dit plan kan
worden gewijzigd en ook kan worden in
getrokken. Het beperken van het eigen
domsrecht door de vaststelling van een
uitbreidingsplan en door de wijziging of in
trekking daarvan is volkomen wettig. Men
mag zich dan ook niet bij de overheid be
klagen, als verwachte doch geenszins
zekere voordeelen uitblijven. Het adres
bevat overigens verschillende onjuiste gron
den, waarop men zijn betoog baseert, het
geen spr. nadei* aantoont. Met het Werk
fonds is vroeger nooit voeling gehouden,
dat dateert pas van Juni van dit jaar. B. en
W. zijn niet van plan om de gronden van
de firma Nieuwenhuizen te onteigenen. On
juist is de bewering, dat nimmer een bod
is gedaan op de gronden. De gemeente heeft
j.per M2 geboden, hetgeen een aan
nemelijk bod is, terwijl de firma 2.50 ver
langde.
Na wijziging van het uitbreidingsplan is
er geen reden meer, om de firma onaange
naam te zijn daar van haar te verlangen
afstand van gronden, die zij zoo gaarne wil
behouden.
De heer Schüller (S.D.A.P.): Als ik
het goed begrepen heb, is dit voorstel nog
een voordeel voorzie firma, want de moge
lijkheid van meer intensieve bebouwing be
staat.
De heer Goslinga (A.R.) deelt niet de
verwachting van den heer v. Eek van meer
werkgelegenheid door dit werk. Het voor
deel voor de werkloozen is minimaal, zoo
als trouwens wel gebleken is met de andere
groote werken. Bovendien is de overweg
kwestie niet alléén een belang voor de ge
meente Leiden. Als deze zaak in den Raad
komt, zal spr. nader zijn -bezwaren van fi-
nancieelen aard ontwikkelen.
Daarna z.hst. goedgekeurd.
Daarna wordt de Raad in sectiën verdeeld
en volgt sluiting te ongeveer half zes.
AFSLUITING SPOORWEGOVERGANG
BIJ DE VINK.
De K.N.A.C. meldt, dat de spoorweg
overgang bij de Vink, in den weg 's-Gra-
venhage-Leiden, in den nacht van Zon
dag 12 op Maandag 13 September van
0.15 tot 4.30 v.m. wegens werkzaamheden
voor het verkeer zal zijn afgesloten.
Het verkeer van Leiden naar 's-Gra-
venhage kan plaats vinden over Voor
schoten, dat van 's-Gravenhage naar
Leiden over de brug bij de Haagsche
Schouw en den Lagen Morschweg.
Baggerwerken in de Zijl.
Ged. Staten van Zuid-Holland hebben
aanbesteed het maken van plaatselijke
verbreeding van- en het uitvoeren van
baggerwerken in de Zijl, met bijbehoo-
rende werken, onder de gemeenten Lei
den, Leiderdorp, Oegstgeest en Warmond.
Laagste inschrijver was P. v. d. Rijt te
Medemblik voor 19.350.