NIEUWS STADS DINSDAG 7 SEPTEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 HOE WORDT HET WEER? IETS WARMER. De Bilt seint: Matige tot zwakke Westelijke tot Zuid westelijke wind, gedeeltelijk bewolkt, wei nig of geen regen, iets warmer. Hoogste barometerst.: 768.6 te Zürich. Laagste barometerst.: 734.2 te Janmayen. De IJsland-depressie trok Oost-Noord - oostwaarts, het centrum ligt thans tusschen IJsland en de Noorsche kust, een nieuwe secundaire ligt weer bewesten Ierland.' De hoogelucntdruk hield over het vasteland van West-Europa stand, in het Zuidwesten van het waarnemingsgebied steeg de lucht druk. De geheelt Noordelijke helft van het waarnemingsgebied bevindt zich onder in vloed van de depressie. Er waaien krach tige plaatselijke stormachtige winden rond het depressiecentrum. De lucht is zwaar be wolkt tot betrokken met plaatselijk regen. In het afgeloopen etmaal is in het Noorden veel regen gevallen, Seydisfjord had 34, Thorshavn 24 m.M. In het Zuidelijk deel van het waarnemingsgebied is het meest windstil of waaien zwakke winden, de lucht is er licht tot half bewolkt Op IJsland en op het Noorden van de Britsche eilanden en in Noord-Scandinavië trad eenige afkoe ling in, overigens steeg de temperatuur nog. De invloed van de depressie verwij dert zich thans van onze omgeving en daar ook niet verwacht wordt, dat de nieuwe secundaire haar invloed vóór morgenavond zal doen gevoelen, is de weersverwachting voor morgen gunstig. De wind zal West tot Zuidwest blijven en in kracht vermoedelijk iets afnemen. De lucht zal gedeeltelijk bewolkt blij ven met waarschijnlijk droog weer. Verwacht wordt voorts dat de tempe ratuur nog iets zal stijgen. LUCHTTEMPERATUUR. 20.7 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.: Van Dinsdagavond 8.06 uur tot Woens dagmorgen 5.51 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Woensdag 8 Sept. voorm. 5.28 uur en nam. 5.54 uur. WATERTEMPERATUUR. Poelmeer 19 gr. C. De Zijl 19 gr. C. PRINCIPIEELE DIENSTWEIGERAARS NAAR HET EILAND ROZENBURG? De heer Albarda heeft tot den minister van defensie de volgende vragen gericht: 1. Is de minister bereid mede te deelen of het waar is, dat de regeering het voorne men heeft, dienstweigeraars, wier gewe tensbezwaren zijn erkend volgens de wet van 13 Juli 1923, S. 357, onder te brengen in een kamp op het eiland Rozenburg, hen daar te stellen onder bewaking van mili taire politie en hen arbeid te doen ver richten bij de versterking van dijken en bij het gereedmaken van terreinen voor het plaatsen van geschut? 2. Is de minister van oordeel, dat het in de eerste vraag bedoelde voornemen indien het bestaat kan worden uitge voerd, zonder dat een wijziging van de wet van 13 Juli 1923, S. 357, is voorafgegaan, en laat dan die wet, zooals zij thans luidt, naar het oordeel van den minister toe, den erkenden dienstweigeraars hun vrijheid te ontnemen, wat toch in zulk een kamp het geval zal zijn, en hen te verplichten tot ar beid bij het in gereedheid brengen van standplaatsen voor geschut, welke arbeid toch beschouwd kan worden als te zijn ge richt op strijd met de wapenen? 3. Indien de minister voornemens is een plan, als het in de eerste vraag bedoelde, zonder wetswijziging uit te voeren, zullen dan niet in de ontwerp-rijksbegrooting de daarvoor noodige credieten worden ge vraagd? GEEN DIEFSTAL OP DE JAMBOREE. De kwestie met de levensmiddelen. Het onderzoek, dat de Bloeraendaalsc'ne politie heeft ingesteld'naar de herkomst van de Jamboree-levensmiddelen, weike bij ver scheidene bewoners van Vogelenzang en De Zilk in beslag genomen zijn, is thans geëindigd. Er is niet gebleken, dat de artikelen van diefstal afkomstig waren. Zij zullen echter aan de Jamboree-lei ding of aan de desbetreffende leveranciers teruggegeven worden. Er zal geen strafvervolging worden in gesteld. KLEERMAKERS VERGADERDEN. De 18e algemeene vergadering van de Katholieke Naaisters- en Kleermakersbond in Groningen, Zaterdag en Zondag gehou den, was goed bezocht en had een zeer vlot verloop. Wij gaven reeds een uitvoerig overzicht van de rede van bondsvoorzitter Voorhuij- zen. De jaarverslagen van den secretaris-pen ningmeester werden bij acclamatie goed gekeurd. Bij de bestuursverkiezing stelden de heeren J. P. Dietz, Den Haag en J. van Mierlo, Amsterdam, zich niet meer herkies baar. Herkozen werden de heeren A. F. J. Die mei, Utrecht en N. G. Niessen, Groningen. Gekozen werden de heeren G. H. van Hoorn, Leiden en H. de Koster, Den Haag. Voor het R. K. Werkliedenverbond werd deze vergadering bijgewoond door den heer H. J. Kuiper, die mocht wijzen op de goede verhoudingen tusschen het Verbond en de aangesloten organisaties. Vele besprekingen, aldus spr., zijn in den laatsten tijd gehouden over de vraag wat thans in het bijzonder gedaan moet worden. Allereerst zal de huidige loonpolitiek in het particuliere bedrijfsleven moeten gewij zigd. In tal van bedrijven zijn de loonen tot een peil gedaald, waarvan een gezin met kinderen niet meer op redelijke wijze kan leven. Er zijn menschen, die nooit werkloos- heid kennen en toch hulp van derden noo- dig hebben voor hun gezin. Daarom bepleitten wij, dat de katholieke ministers hebben mee te werken, zoo noodig met rijkshulp, dat wij krijgen in de parti culiere bedrijven kindertoeslagen, opdat de gezinnen niet ten onder gaan. Nog steeds worden werkloozen gesteund naar een loonnorm, die niet redelijk is en de katholieke minister heeft er voor te zor gen, dat daaraan een einde komt en de werklooze gezinsvaders niet steeds verla gingen hebben te incasseeren en gesteund worden op een wijze, waarvan geen gezin is te onderhouden. De kroostrijke gezinnen moet materieel het leven dragelijk gemaakt. Als er één ding in Nederland niet is ge zegeld, als er voor één aing krachtig en snel moet gewerkt worden, dan is het voor een afdoende ouderdomsvoorziening. Er werd ongetwijfeld op dit terrein iets gedaan, maar het is geheel onvoldoende en prangt te meer nu moet gestreefd worden naar afvloeiing uit het bedrijf op vroegere leeftijd. Ook dit is een punt waarvoor krachtig moet ge ijverd: dat er komen in de bedrijven pen sioenfondsen en een afdoende ouderdoms voorziening. Daarnaast zal de overheid dwingend moeten optreden, dat op elke plaats in het bedrijfsleven, waar een man behoort te staan, geen vrouw geplaatst wordt. Er zijn uiteraard speciaal vrouwelijke beroepen, maar zeker is, det er op dit gebied nog zeer veel in de industrie kan geschieden, waar bij men broodroof pleegt door de tewerk stelling van vrouwelijkfc arbeidskrachten. Het is onduldbaar dat gezinsvaders werk loos zijn en hun plaats is ingenomen in het bedrijf juist door wie helpsters moeten zijn in de gezinnen Dat alles zijn eischen waarvoor de Ka tholieke Arbeidsbeweging opkomt, en niet zij alleen, dat zegt óók het actie-program der Katholieke Staatspartij: de man in het bedrijf, de vrouw in het gezin, aldus de heer Kuiper. In een vlot tempo werd de begrooting behandeld en vastgesteld. Zondagmorgen woonden de afgevaardig- den gezamenlijk het door den bondsadvi- seur, kapelaan Van den Muysenbergh, op gedragen H. Misoffer bij en naderden daar bij ter H. Tafel. In de voortgezette vergadering kwamen de voorstellen der afdeelingen aan de orde. Wij noteeren van de besluiten het volgende. Allereerst werd besloten dat krachtig ge streefd zal worden naar de oprichting van een pensioenfonds in het kleedingbedrijf. Goedgekeurd werd voorloopig voor den tijd van twee jaai, ingaande 1 Januari a.s. dat, bij de geboorte van een kind in het gezin van een lid, een uitkeering zal ge schieden van 3. Verschillende verlangens werden bespro ken met betrekking tot de collectieve ar beidsovereenkomst in het maat-confectie- bedrijf. De nieuwe bondsadviseur, kapelaan Van den Muysenbergh, hield een toespraak tot de leden. Na deze toespraak werd voortgegaan met de behandeling van verschillende afdee- lingsvoorstellen. Besloten werd, dat aan de afdeelingspen- ningmeesters uit de bondskas een tegemoet koming zal worden gegeven voor het doen van kas- en crisisuitkeering aan werklooze leden van 1 pet. van het uitkeeringsbedrag. Waar dit in sommige plaatsen den toestand zou verslechteren, blijft de bestaande toe stand gehandhaafd. Besloten werd een schrijven te zenden aan den minister van Sociale Zaken ten einde te verkrijgen, dat de Huisarbeidswet beter wordt toegepast ten einde den nood toestand in het bedrijf op te heffen, althans verbetering in de verhoudingen te brengen. Aan den minister wordt een bespreking ge vraagd. Nog enkele mededeelingen werden ge daan met betrekking tot de werkloozen kas, waarna sluiting volgde. „Volkskrant". PROF. H. NIERSTRASZ. t In zijn vacantieverblijf te Wallenstadt, (Zwitserland), is in den ouderdom van 65 jaar overleden professor dr. H. F. Nier- strasz, hoogleeraar in de zoölogie, verge lijkende anatomie en dieren-geographie aan de rijksuniversiteit te Utrecht. WEEST VOORZICHTIG! Overtreding van de Duitsche deviezen- bepalingen wordt streng gestraft. De correspondent van de „N. R. Crt." te Berlijn schrijft: De heer P. A. F., accountant, gevestigd en woonachtig te Enschede, heeft zich, in een tijd, waarin zijn zaken niet naar wensch gingen, laten verleiden om voor een Duitsche onderneming, in wier zaken het illegaal over de grens brengen van gelden een rol speelde, breng- en haaldiensten te verrichten. Hij werd op 28 Mei 1936 gear resteerd. Dit gebeurde niet bij het illegaal vervoer van gelden over de grens, maar in het Duitsche binnenland, toen de heer F. zich in overtreding bevond, omdat hij een bedrag in marken bij zich had, welk bedrag hem door een Duitscher was over handigd. De heer F. gaf, daaV hij in Ne derland zijn vaste woonplaats heeft, daar door een gegronde reden tot zijn arresta tie. Nederlanders, die in Duitschland reizen, vooral zij, die daar Duitsche vrienden of verwanten of Nederlandsche familieleden hebben wonen, moeten zich zeer in acht nemen, dat zij onder geen beding gelden in ontvangst nemen van z.g. Devisen-Inlan- der, dat is van lieden, die hun vaste woon plaats in Duitschland hebben, onverschillig welke nationaliteit zij overigens mogen hebben. Dat transacties van welken aard ook tusschen Devisen-Inlander en Devi- sen-Auslander ook in het Duitsche binnen land zonder bijzondere machtiging verbo den zijn, volgt wel logisch uit de strek king en den inhoud der deviezenbepalin- gen, maar er kunnen zich tal van situaties voordoen, waarin zich partijen niet bewust zijn, dat zij een zware overtreding begaan, welke streng wordt vervolgd. Nadat de heer F. gearresteerd was kwam bij het onderzoek aan het licht, dat hij niet alleen zonder machtiging gelden van een Duitscher- had aangenomen, maar dat hij bovendien, zooals gezegd, voor een Duitschen opdrachtgever zonder verlof sommen over de grens had gebracht. Hij werd dus in hechtenis genomen. Zijn familie bleef hiervan pnkundig en werd, toen zij niets van hem hoorde, onge rust, weshalve zijn zwager hier eens kwam kijken, waar hij zat. Hij vervoegde zich bij de Vermistten Zentrale, die hem naar de geheime staatspolitie verwees, welke hem vasthield. Na 24 uur werd hij op vrije voe ten gesteld, omdat bleek, dat hij van de heele geschiedenis onkundig was. De zaak F. kwam voor het Landesge- richt Berlin hetwelk den heer F. veroor deelde tot acht en een half jaar tuchthuis. Daar in de deviezenzaken geen hooger beroep is, diende de heer F. een verzoek om revisie in bij het Rijksgerecht te Leip zig. Dit deelde op 16 Augustus mede, dat dit verzoek was verworpen en dat de tijd, gedurende welke de heer F. reeds had ge vangen gezeten (van 28 Mei 1936 tot 16 Augustus 1937) niet in mindering zou wor den gebracht van zijn straf (acht en een half jaar tuchthuis). De Duitsche opdrachtgever is eveneens tot acht en een half jaar tuchthuis veroor deeld. Een Nederlandsch jongmensch, dat slechts in opdracht van zijn chef een kas- loopersdienst had verricht, zonder ergens van te weten, is indertijd eveneens gear resteerd maar door de amnestie begena digd. Men heeft indertijd gelezen, dat bij de viezen ver grijpen zelfs de doodstraf kan worden toegepast. Daarvan is ons tot dus ver nog geen geval ter oore gekomen. De bovenstaande veroordeeling, al gold zij iemand, die zich bewust strafbaar maakte, houdt nochtans een waarschuwing in ook voor bona fida reizigers, om toch vooral op hun hoede te zijn. BEDRIJFSRAAD VOOR HET BOUW BEDRIJF INGESTELD. Bij Kon. besl. is ingesteld een bedrijfs- raad voor het bouwbedrijf. Tot het bouwbedrijf worden geacht te behooren de ondernemingen of gedeelten van ondernemingen, waarin één of meer der volgende werkzaamheden plaats vin den: a. werkzaamheden, verbonden aan het voorbereiden en uitvoeren van: het bou wen en verbouwen, uitbreiden en onder houden van huizen, kantoren, winkelge bouwen, bankgebouwen, fabrieken, ma gazijnen, pakhuizen, bergplaatsen, lood sen, schuren, stallen, werkplaatsen, ga rages. bakkerijen, smederijen, slagerijen, slachthuizen, boerderijen, kerken, inrich tingen van onderwijs, ziekenhuizen, sa natoria, raadhuizen en andere gebouwen voor huisvesting van de burgerlijke over heid, gebouwen voor stichtingen, stations gebouwen, wachtlokalen, seinhuizen, overdekte zwem- en badinrichtingen, kleedlokalen, gebouwen voor ontspan- nings- en vacantiedoeleinden, kazernes, kampementen, verenigingsgebouwen, tribunes, schouwburgen, bioscopen, café's en restaurants, hotels, aula's, gebouwen voor het produceeren en de distributie van gas en electriciteit, watertorens, pompstations voor drinkwater, markthal len, gebouwen voor radiodoeleinden, sta dions, telefooncentrales, gevangenissen, crematoria, kiosken, tentoonstellingsge bouwen, afscheidingsmuren (schuttingen), kortom alle steenen, houten, of betonnen bouwwerken en getimmerten, welke tot den z.g. hoogen bouw behooren; voorts het werk der z.g. burgerwinkels; b. werk van wegen, water- en spoor wegbouwkundigen aard, voorzoover niet vallende onder den burgerlijken- en utili teitsbouw, met uitzondering van nat bag- gerwerk en rijswerk. Het aantal leden en plaatsvervangende leden van den bedrijfsraad zal bedra gen 16. Gemeenteraad (Vervolg) 24. Voorstel in zake het aangaan van kasgeldleeningen, gedurende het 4'e kwar taal 1937. Goedgekeurd. 25. Voorstel tot het vaststellen van een verordening, regelende het beroep, be doeld in de artt. 13, 15, 17 en 18 van het Reglement Autovervoer Personen. De heer Hessing (S.D.A.P.) heeft hierop de volgende amendementen inge diend: 1. De Raad besluit art. 1 laatste alinea te wijzigen als volgt: Kan ieder „belanghebbende" (in de con cept-verordening staat „degene, aan wien het beroep toekomt"), binnen dertig dagen na dien van verzending der desbetreffende kennisgeving bij den Gemeenteraad in be roep komen. 2. De Raad besluit art. 3 te wijzigen als volgt: Art. 3. De Gemeenteraad neemt een be slissing binnen twee maanden (in de con cept-verordening staat „drie maanden") na den datum van indiening van het verzoek schrift. Voorts heeft hij het volgende voorstel eraan toegevoegd: De Raad besluit een vaste commissie zijner leden te belasten met het uitbrengen van een advies over de verzoekschriften welke bij den raad worden ingediend in gevolge de verordening regelende het be roep, bedoeld in de artt. 13, 15, 17 en 18 van het R.A.P. en noodigt het College van Burgemeester en Wethouders uit hem een aanbeveling voor de leden van deze commissie voor te leggen. De heer Hessing (S.D.A.P.) verdedigt in 't kort zijn voorstel tot het instellen van een vaste commissie. De raad is een te groot college; een advies is noodig. De heer Snel (S.D.A.P.) sluit zich daar bij aan. Het heeft hem echter teleurgesteld, dat B. en W. den raad niet eerder hebben voorgelicht; het reglement is reeds met 1 Sept. ingevoerd. Spr. vraagt of de loonen en arbeidsvoorwaarden van het personeel ook aan de goedkeuring van B. en W. zijn onderworpen. De heer Goslinga (A.R.) vestigt de aandacht op de Verkeerseommissie. Z.i.'is er geen behoefte aan een nieuwe vaste com missie. De heer Groeneveld (S.D.A.P.) vraagt waarom deze heele zaak niet in de Verkeerseommissie is gebracht. De voorzitter antwoordt, dat het z.i. beter is, de kwestie van eeh nieuwe commissie in handen van B. en W. te stellen om praeadvies. De heer H e s s i n g (S.D.A.P.) neemt daar genoegen mee. Het is z.i. niet juist om de Verkeerseommissie als advies-co'llege in te schakelen, omdat in deze commissie ook niet-raadsled en zitten. Besloten wordt het voorstel-Hessing om praeadvies te zenden. De voorzitter antwoordt den heer Snel, dat in het Reglement A.P. de ar beidsvoorwaarden niet worden opgenoemd als behoorende tot de elementen aan ver gunning onderhevig. De opsomming in het reglement is limitatief. De Verkeerseom missie behoefde hier niet te worden ge hoord, omdat het hier slechts betreft een kwestie van uitvoering van een wettelijke bepaling. De heer Hessing (S.D.A.P.) meent, dat B. en W. toch wel iets te zeggen hebben omtrent de arbeidsvoorwaarden en wel krachtens art. 3 sub e. De heer Snel (S.D.A.P.) meent ook, dat B. en W. wel degelijk recht hebben voor waarden te stellen omtrent de loonen en arbeidsvoorwaarden. Elders is dat ook reeds geschied. De voorzitte.r wijst erop, dat dit punt 'eigenlijk niet aan de orde is, zoodat hierop later kan worden teruggekomen. De heer Hessing (S.D.A.P.) verdedigt thans -zijn eerste amendement. Art. 1 laat in het midden, wie recht op beroep heeft. Zijn amendement wijst iederen belangheb bende als rechthebber aan. De raad heeft daartoe z.i. het recht en het is ook logisch, dat ieder, die er belang bij heeft, in beroep kan komen. Spr. is tot dit amendement ge komen door de houding van B. en W. tegen over de N.Z.H.T.M. die in beroep wilde komen tegen de Eltax-concessie, terwijl B. en W. meenden, dat de N.Z.H.T.M. niet ontvankelijk was, omdat alleen de aanvra ger in beroep kon komen. De heer v. d. Kwaak (C.H.) meent, dat B. en W. verschillende particuliere onder nemingen wel eerder hadden mogen waar schuwen. De heer Goslinga (A.R.) is het niet met den heer Hessing eens, dat iedere be langhebbende beroepsrecht heeft, en wel op grond van de beroepstermijn, van welks verstrijken een ander dan de aanvrager geen kennis kan krijgen. De voorzitter vraagt zich af, of de gemeente wel het recht heeft, om de wet uit te leggen zooals zij wil. Z.i. is het dui delijk, dat de raad niet kan uitmaken, wie het beroepsrecht heeft en wie niet. Dat is geregeld in het R.A.P. zelf. Bovendien acht spr. het ook op zich niet juist, dat aan iede ren concurrent gelegenheid zou moeten worden gegeven om zijn bezwaren kenbaar te maken bij den raad tegen een concessie aan zijn buurman. Dat zou alleen zin heb ben, wanneer de vestiging niet vrij zou zijn, De heer Hessing (S.D.A.P.) wijst erop, dat de kwestie nog lang niet beslist is. Maar het is z.i. zaak, dat de gemeente weet, waaraan zij toe is. Het bezwaar van den heer Goslinga gaat niet op: ieder kan weten door informatie bij de Rijksverkeersinspec tie, wie een vergunning heeft gekregen. Het amendement 1. van den heer Hessing wordt aangenomen met 18 tegen 14 stem men. Vóór: de S.D.A.P. en de heeren Eikerbout, Lombert, v. Weizen en Keij. De heer Hessing (S.D.A.P.) verdedigt voorts zijn tweede amendement. Een ter mijn van drie maanden is z.i. te lang om d« menschen op een beroep te laten wachten. De heer Goslinga (A.R.) ziet in dit amendement een inconsequentie in verband met het'voorstel tot instelling van een raadscommissie. Het hooren van een com missie brengt altijd groote vertraging mee. De voorzitter merkt op, dat B. en W. ervaring van zulke zaken in commis sies hebben. Hij stelt voor, dat de termijn gesteld wordt op twee maanden met de mo gelijkheid van verdaging met één maand. De heer Groeneveld (S.D.A.P.) meent, dat niets zóó snel werkt als een com missie. De v o o r z i t t e r: Ik zou u van het tegendeel recente voorbeelden kunnen noe men! Het artikel woidt tenslotte z.h.st. aange nomen in den zin van het voorstel van den voorzitter. 26. Voorstel tot het aan het openbaar verkeer onttrekken van het jaagpad on der de spoorbrug over den Trekvliet in den spoorweg' LeidenWoerden. Goedgekeurd. 27. Voorstel: a. tot het intrekken van het uitbrei dingsplan, voor zooveel betreft gronden gelegen ten noord-westen van de spoor baan AmsterdamRotterdam en ten Zuiden van het v.m. Psychopathenasyl (Pesthuis) b. tot het, overeenkomstig art. 36, 4e lid, der Woningwet bepalen, dat de vast stelling van een plan van uitbreiding voor het sub a bedoelde gedeelte der ge meente wordt voorbereid. Hierbij komt tevens aan de orde een adres van de firma Nieuwenhuizen. De heer Scnüller (S.D.A.P.) vraagt nadere inlichtingen over de gegevens in het adres van de firma Nieuwenhuizen. De heer v. Eek (S.D.A.P.) heeft met groote belangstelling kennis genomen van dit belangrijke voorstel. Het is een verheu gend feit, dat een groot aantal Leidsche werkloozen hier te werk gesteld zullen kun nen worden. Spr. vraagt of B. en W. kunnen mede- deelen in welk stadium de plannen ver- keeren. De voorzitter antwoordt, dat op dit laatste het antwoord moeilijk en onraad zaam is. Spr. kan wel de verzekering geven, dat een definitief plan voor de verbetering van de spoorwegovergangen in voorberei ding is. T.a.v. het adres van de firma Nieu wenhuizen zegt spr. dat het onjuist is, dat de gemeente zich langs een slinkschen weg onttrekken wil aan gedane toezeggingen. Ieder die grond verkrijgt, heeft er reke ning mede te houden, dat met betrekking tot dien grond een uitbreidingsplan kan worden vastgesteld en dat dit plan kan worden gewijzigd en ook kan worden in getrokken. Het beperken van het eigen domsrecht door de vaststelling van een uitbreidingsplan en door de wijziging of in trekking daarvan is volkomen wettig. Men mag zich dan ook niet bij de overheid be klagen, als verwachte doch geenszins zekere voordeelen uitblijven. Het adres bevat overigens verschillende onjuiste gron den, waarop men zijn betoog baseert, het geen spr. nadei* aantoont. Met het Werk fonds is vroeger nooit voeling gehouden, dat dateert pas van Juni van dit jaar. B. en W. zijn niet van plan om de gronden van de firma Nieuwenhuizen te onteigenen. On juist is de bewering, dat nimmer een bod is gedaan op de gronden. De gemeente heeft j.per M2 geboden, hetgeen een aan nemelijk bod is, terwijl de firma 2.50 ver langde. Na wijziging van het uitbreidingsplan is er geen reden meer, om de firma onaange naam te zijn daar van haar te verlangen afstand van gronden, die zij zoo gaarne wil behouden. De heer Schüller (S.D.A.P.): Als ik het goed begrepen heb, is dit voorstel nog een voordeel voorzie firma, want de moge lijkheid van meer intensieve bebouwing be staat. De heer Goslinga (A.R.) deelt niet de verwachting van den heer v. Eek van meer werkgelegenheid door dit werk. Het voor deel voor de werkloozen is minimaal, zoo als trouwens wel gebleken is met de andere groote werken. Bovendien is de overweg kwestie niet alléén een belang voor de ge meente Leiden. Als deze zaak in den Raad komt, zal spr. nader zijn -bezwaren van fi- nancieelen aard ontwikkelen. Daarna z.hst. goedgekeurd. Daarna wordt de Raad in sectiën verdeeld en volgt sluiting te ongeveer half zes. AFSLUITING SPOORWEGOVERGANG BIJ DE VINK. De K.N.A.C. meldt, dat de spoorweg overgang bij de Vink, in den weg 's-Gra- venhage-Leiden, in den nacht van Zon dag 12 op Maandag 13 September van 0.15 tot 4.30 v.m. wegens werkzaamheden voor het verkeer zal zijn afgesloten. Het verkeer van Leiden naar 's-Gra- venhage kan plaats vinden over Voor schoten, dat van 's-Gravenhage naar Leiden over de brug bij de Haagsche Schouw en den Lagen Morschweg. Baggerwerken in de Zijl. Ged. Staten van Zuid-Holland hebben aanbesteed het maken van plaatselijke verbreeding van- en het uitvoeren van baggerwerken in de Zijl, met bijbehoo- rende werken, onder de gemeenten Lei den, Leiderdorp, Oegstgeest en Warmond. Laagste inschrijver was P. v. d. Rijt te Medemblik voor 19.350.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2